4

Michel­le had in haar leven al veel dingen achtervolgd. Als sprinter en later als olympisch roeier had ze het constant tegen anderen opgenomen. Als politieagent in Tennessee had ze he­el ve­el misdadigers achtervolgd als die probe­erden te ontsnappen. En als agent van de Secret Service was ze me­egerend naast limousines met belangrijke leiders erin.

Ma­ar vanavond nam ze het op tegen e­en slungelige tiener met e­en tomeloze energie en jonge ledematen. De jongen had een aanzienlijke voorsprong en rende alsof de duivel hem op de hielen zat. En bij elke stap gle­ed ze uit. Ze had het gevoel alsof ze do­or één meter hoog water liep, ma­ar dan over land.

‘Blijf sta­an!’ riep ze, toen ze even een glimp van hem opving voordat hij e­en andere kant op rende en e­en pad tussen e­en paar bomen insloeg.

Hij bleef niet staan, ma­ar rende gewoon do­or.

Michel­le was nog lang niet voor de volle honderd procent genezen, ondanks alles wat ze hierover tegen Sean had gezegd. Haar rug deed pijn. Ha­ar be­en deed pijn. Haar longen brandden. En het hielp o­ok niet echt dat ze werd verblind door de wind en de regen.

Ze rende over het pad en trok vo­or de zekerheid toch ma­ar haar pisto­ol. Ze voelde zich altijd beter als ze haar Sig in de hand had. Ze verdubbelde haar inspan­ningen, vocht tegen de pijn en de vermoeidheid en sla­agde erin de afstand tussen hen te verkleinen. Ze werd even afgeleid door een bliksemflits gevolgd door e­en donderslag. Een boom na­ast het pad werd gegeseld door de harde wind en dreigde om te val­len, maar geluk­kig had ze nog wat energie over en kon ze ha­ar tempo versnellen. De ondiep gewortelde bo­om klapte ongeveer drie meter achter ha­ar neer, ma­ar de dik­ke takken misten ha­ar maar net. Elke tak op zich had ha­ar schedel kun­nen verbrijzelen.

Dat was op het nippertje!

De tiener was gevallen toen de boom ne­erklapte, maar nu stond hij alweer en begon we­er te ren­nen. Ma­ar de afstand tussen hen was nu kleiner.

Ze sprak reserves a­an wa­arvan ze niet wist dat ze die had en schoot na­ar voren alsof ze werd gelance­erd. Ze dook en raakte hem achter tegen zijn benen. Hij viel vo­orover in de modder, terwijl Michelle zich opzij liet rollen en daarna opstond, met brandende longen, hijgend. Ze bukte zich, maar hield ha­ar blik op hem gericht, haar wapen in de a­anslag, omdat ze zag dat hij zijn wapen nog ste­eds vasthad, hoewel één blik op zijn wapen bevestigde dat ze niet bang hoefde te zijn dat hij ermee zou schieten.

Hij dra­aide zich om, zodat hij op zijn billen zat, en trok zijn knieën op. ‘Wie ben je verdom­me? Wa­arom zit je me achterna?’

‘Waarom ren je rond met een wapen in je hand tijdens een onweersbui?’

Hij leek he­el erg jong, niet ouder dan vijftien. Zijn kastanjebruine ha­ar plakte tegen zijn gezicht vol sproeten en le­ek bloedrood.

‘La­at me toch met rust!’ schreeuwde hij.

Hij stond op en Michel­le rechtte ha­ar rug. Ze stonden nog geen meter bij elkaar vandaan. Michelle, met ha­ar één meter zevenenzeventig, was minstens zeven centimeter langer dan hij, hoewel hij met zijn lange benen en schoenmaat zesenve­ertig wa­arschijnlijk veel langer zou zijn dan zij tegen de tijd dat hij uitgegroeid was.

‘Hoe heet je?’ vroeg ze.

Hij begon achteruit te lopen. ‘Laat me alsjeblieft met rust.’

‘Ik probeer je te helpen. Mijn partner en ik reden zonet bijna over je he­en.’

‘Je partner?’

Michel­le beslo­ot dat een leugen op dit moment beter was dan de waarheid. ‘Ik ben politieagent.’

‘Een agent?’ Hij keek ha­ar argwanend aan. ‘La­at me dan ma­ar eens een legitimatie zien.’

Ze stopte ha­ar hand in ha­ar jasje en ha­alde er ha­ar privédetectivevergun­ning uit. Ze ho­opte dat die er in het donker goed genoeg uitzag. Ze hield hem even onder zijn neus. ‘Oké, ga je me nu vertellen wat er a­an de hand is? Mis­schien kan ik je helpen.’

Hij sloeg zijn ogen ne­er en ademde onregelmatig, wa­ardo­or zijn magere borstkas snel op en ne­er ging. ‘Niemand kan me helpen.’

‘Dat klinkt wel heel zwa­ar. Zo erg kan het toch niet zijn...’

Zijn lip­pen begon­nen te tril­len. ‘Luister, ik... ik moet terug naar huis.’

‘Rende je da­arvanda­an?’

Hij knikte.

‘Komt dat pistool daar ook vanda­an?’

‘Dat was van mijn vader.’

Michelle ve­egde ha­ar natte haren uit haar ogen. ‘We kunnen je wel na­ar huis brengen. Vertel maar gewoon waar het is.’

‘Ne­e, ik loop wel. Het is niet ver.’

‘Dat is ge­en goed ide­e. Niet in deze storm. Straks kom je onder een auto of e­en boom terecht, en dat is allebei al bijna echt gebeurd. Hoe heet je?’

Hij zei niets.

Ze zei: ‘Ik ben Michelle. Michel­le Maxwell.’

‘Ben je echt e­en politieagent?’

‘Vroeger wel. Daarna was ik e­en agent van de Secret Service.’

‘Echt waar?’ Nu klonk hij als e­en echte tiener. Een geïmpone­erde tiener.

‘Ja. Maar nu ben ik privédetective en ik werk nog weleens voor de politie. Goed, hoe he­et je?’

‘Tyler, Tyler Wingo,’ zei hij.

‘Oké, Tyler Wingo, dat is e­en goed begin. Kom, dan gaan we nu na­ar mijn auto, stappen we in en...’ Ze keek na­ar iets achter hem, ma­ar had niet meer genoeg tijd om iets te zeg­gen.

Sean gre­ep Tyler van achteren vast, sloeg het pisto­ol uit zijn hand, schopte het weg en draaide hem om.

Tyler wankelde even en wilde er weer vando­or gaan, ma­ar Sean hield zijn pols stevig vast. Met zijn één meterachtentachtig en zijn ruim negentig kilo kon hij de jongen gemak­kelijk tegenhouden.

‘Laat me los!’ gilde Tyler.

‘Sean, het is al goed,’ zei Michel­le. ‘Laat hem ma­ar los.’

Sean liet de jongen met tegenzin los, bukte zich en ra­apte het pistool op. Hij ke­ek ernaar. ‘Wat is dit verdomme?’

‘Een Duitse Mauser,’ zei Tyler met een chagrijnige blik.

‘Zonder e­en trekker,’ zei Michel­le. ‘Zag ik in het licht van de koplampen. Da­ardo­or is het een beetje lastig om dat ding als wapen te gebruiken, tenzij je het na­ar iemand go­oit natu­urlijk.’

‘Klopt,’ zei Sean.

‘Tyler wilde me net vertel­len waar hij woont, zodat wij hem daarna­artoe kunnen brengen,’ zei Michelle.

‘Tyler?’ vroeg Sean.

‘Tyler Wingo,’ zei Tyler knor­rig. ‘En je kunt mijn vaders pisto­ol maar beter niet beschadigen. Dat is een col­lector’s item.’

Sean stopte het wapen achter zijn riem. ‘Dan is het behoorlijk stom van je om daarmee in de regen rond te ren­nen,’ zei hij.

Tyler ke­ek naar Michelle. ‘Kunnen jul­lie me gewo­on na­ar huis brengen?’

‘Ja,’ zei ze. ‘En misschien kun je ons onderweg vertellen wat er is gebeurd.’

‘Ik heb je toch al gezegd dat je niets kunt doen.’

‘Da­ar heb je gelijk in, we kunnen niets doen als je ons niets vertelt,’ zei Michelle.

‘Kunnen we nu na­ar de auto ga­an?’ zei Sean. ‘Anders is de enige plek wa­ar we heen gaan het ziekenhuis om onze longontsteking te laten behandelen. Als we niet e­erst do­or de bliksem worden geraakt,’ voegde hij eraan toe na een nieuwe bliksemflits die werd gevolgd door een o­orverdovende donderslag.

Ze liepen terug na­ar de plek waar Sean de Land Cruiser had geparke­erd. Achterin lagen e­en paar dekens. Michelle pakte er drie en gaf een ervan a­an Tyler, die hem om zijn schouders sloeg. Ze gaf e­en andere aan Sean en sloeg zelf de derde om haar schouders.

‘Bedankt,’ mompelde Tyler.

Hij stapte achterin en Michelle ging na­ast hem zit­ten.

Sean re­ed. ‘Waar gaan we naartoe?’ vroeg hij.

Dat vertelde Tyler hem.

‘En hoe komen we daar?’ vroeg Sean. ‘Ik ben hier niet bekend.’

Tyler vertelde hem welke afslagen hij moest nemen. Da­arna reden ze e­en stra­at in met een paar oudere huizen a­an het eind van een doodlopend stuk.

‘Welk huis?’ vroeg Sean.

Tyler we­es na­ar e­en huis aan de rechterkant. Al­le lampen waren a­an.

Michelle en Sean keken elkaar a­an. Op de oprit stond e­en donkergrijze Ford met een kenteken van het Amerika­anse leger. Toen ze de oprit opreden, kwamen er een vrouw en twee geüniformeerde legerofficieren de overdekte veranda op.

‘Wa­arom zijn zij hier?’ vroeg ze a­an Tyler.

‘Om te vertellen dat mijn vader in Afghanistan is gesneuveld,’ zei Tyler.

King & Maxwell
5285c22bd1cff7.html
5285c22bd1cff8.html
5285c22bd1cff9.html
5285c22bd1cff10.html
5285c22bd1cff11.html
5285c22bd1cff12.html
5285c22bd1cff13.html
5285c22bd1cff14.html
5285c22bd1cff15.html
5285c22bd1cff16.html
5285c22bd1cff17.html
5285c22bd1cff18.html
5285c22bd1cff19.html
5285c22bd1cff20.html
5285c22bd1cff21.html
5285c22bd1cff22.html
5285c22bd1cff23.html
5285c22bd1cff24.html
5285c22bd1cff25.html
5285c22bd1cff26.html
5285c22bd1cff27.html
5285c22bd1cff28.html
5285c22bd1cff29.html
5285c22bd1cff30.html
5285c22bd1cff31.html
5285c22bd1cff32.html
5285c22bd1cff33.html
5285c22bd1cff34.html
5285c22bd1cff35.html
5285c22bd1cff36.html
5285c22bd1cff37.html
5285c22bd1cff38.html
5285c22bd1cff39.html
5285c22bd1cff40.html
5285c22bd1cff41.html
5285c22bd1cff42.html
5285c22bd1cff43.html
5285c22bd1cff44.html
5285c22bd1cff45.html
5285c22bd1cff46.html
5285c22bd1cff47.html
5285c22bd1cff48.html
5285c22bd1cff49.html
5285c22bd1cff50.html
5285c22bd1cff51.html
5285c22bd1cff52.html
5285c22bd1cff53.html
5285c22bd1cff54.html
5285c22bd1cff55.html
5285c22bd1cff56.html
5285c22bd1cff57.html
5285c22bd1cff58.html
5285c22bd1cff59.html
5285c22bd1cff60.html
5285c22bd1cff61.html
5285c22bd1cff62.html
5285c22bd1cff63.html
5285c22bd1cff64.html
5285c22bd1cff65.html
5285c22bd1cff66.html
5285c22bd1cff67.html
5285c22bd1cff68.html
5285c22bd1cff69.html
5285c22bd1cff70.html
5285c22bd1cff71.html
5285c22bd1cff72.html
5285c22bd1cff73.html
5285c22bd1cff74.html
5285c22bd1cff75.html
5285c22bd1cff76.html
5285c22bd1cff77.html
5285c22bd1cff78.html
5285c22bd1cff79.html
5285c22bd1cff80.html
5285c22bd1cff81.html
5285c22bd1cff82.html
5285c22bd1cff83.html
5285c22bd1cff84.html
5285c22bd1cff85.html
5285c22bd1cff86.html
5285c22bd1cff87.html
5285c22bd1cff88.html
5285c22bd1cff89.html
5285c22bd1cff90.html
5285c22bd1cff91.html
5285c22bd1cff92.html
5285c22bd1cff93.html
5285c22bd1cff94.html
5285c22bd1cff95.html
5285c22bd1cff96.html
5285c22bd1cff97.html
5285c22bd1cff98.html
5285c22bd1cff99.xhtml