43
Ze reden nu in het centrum van D.C. en de auto die Wingo volgde, reed een parkeergarage in. Wingo aarzelde even, maar ging er toen achteraan. Het was een openbare parkeergarage, waar je eerst een kaartje moest trekken voordat de slagboom omhoogging. Wingo zette zijn auto ongeveer zes plaatsen verder neer dan de andere man.
Daarna werd het lastig. Er waren een paar liften en er stonden al mensen op de eerstvolgende lift te wachten. De man liep naar de rij toe en Wingo liep achter hem aan. Hij trok zijn honkbalpetje naar beneden en zette zijn zonnebril op. Hij was niet van plan die af te zetten. Hij had zijn uiterlijk weliswaar veranderd sinds hij Afghanistan had verlaten, maar hij kon niet het risico lopen gezien te worden.
De groep mensen stapte de lift in. Deze ging niet verder dan de lobby, waar iedereen in een andere lift stapte. Wingo stond achterin en zag dat de man die hij volgde op het knopje van de zesde verdieping drukte. Toen de liftdeuren op die verdieping opengingen, stapten er nog meer mensen uit. Wingo was de laatste die naar buiten kwam. Hij keek naar de man die door de gang liep en vervolgens links afsloeg. Wingo liep achter hem aan en bleef staan toen de gang zich splitste.
Hij zag dat de man ergens naar binnen liep en dat de deur achter hem dichtging. Wingo liep erlangs en keek naar het naambordje op de muur naast de deur: vista trading group, bv.
Wingo liep door, maar bleef iets verderop staan en vroeg zich af wat hij moest doen. Hij had een pistool. Hij zou naar binnen kunnen stormen en de man arresteren; een burgerarrest. Maar dat zou natuurlijk ontzettend stom zijn. Hij had geen bewijzen; hij werd zelf gezocht door de politie en hij had geen vergunning voor zijn pistool. Als de politie dan kwam, zou hij degene zijn die ze zouden arresteren.
Hij ging weer met de lift naar beneden en liep terug naar zijn huurauto. Hij zocht op internet naar de Vista Trading Group, bv. De website vond hij al snel, maar daar werd hij niet veel wijzer van. Ze waren als consultants betrokken bij beveiliging in de militaire sector. Hij keek naar de personeelsleden, maar de foto van de man die hij had gevolgd stond er niet bij. Misschien was hij daar alleen maar naartoe gegaan voor een bespreking en werkte hij daar helemaal niet, dacht Wingo.
Dit leverde dus niets op, maar Wingo wilde het er niet bij laten zitten. Hij zou op straat wachten en als de man wegging, zou hij hem verder volgen.
Op dat moment zag hij een winkel aan de overkant. Hij stapte uit, rende ernaartoe en ging naar binnen. Een halfuur later kwam hij terug en liep de parkeergarage in.
Hij liep naar de auto van de man, keek om zich heen om te controleren of er niemand keek en bevestigde het zendertje onder de bumper van de auto.
Snel verliet Wingo de garage en liep terug naar zijn auto. Hij stapte in en zette het apparaatje aan dat hij zojuist had gekocht. De winkel verkocht politiescanners, draagbare, elektronische metaaldetectoren, handboeien en gummiknuppels. En zendertjes.
Een uur later reed de man de garage uit en passeerde Wingo’s auto. Wingo had in zijn zijspiegel gekeken en was onderuitgezakt voordat de man hem voorbijreed.
Hij zette de auto in de versnelling en volgde hem. Hij verloor de auto een paar keer uit het oog in het drukke verkeer en ook een keer toen hij voor een verkeerslicht moest stoppen. Maar dankzij het zendertje vond hij hem steeds weer terug.
Het was nu spitsuur en het was druk op de weg, zodat er niet snel werd gereden. Wingo hield de auto die voor hem reed goed in de gaten. Hij vermoedde dat de man naar Dulles Airport reed, want zo te zien was hij op weg naar Interstate 66 die naar Dulles Toll Road in Virginia leidde. Als dat inderdaad zijn bestemming was, wist Wingo niet goed wat hij moest doen.
Toen hij in zijn achteruitkijkspiegel keek, realiseerde hij zich opeens dat hij nu iets zou moeten doen. Iets drastisch. Het zag ernaar uit dat terwijl hij die man volgde, iemand anders hem volgde.
Een suv. Zwart. Getinte ramen. De Feds hadden honderden van dat soort auto’s. Waren zij dat die achter hem reden? Zijn eigen mensen? Nadat ze hem aan de andere kant van de wereld hadden genaaid?
Hij verloor de auto voor hem uit het oog toen hij besloot om links af te slaan. Hij bedacht dat het beter was om te blijven leven dan om de andere auto te blijven volgen.
De suv sloeg ook links af.
Oké, dat was duidelijk, dacht Wingo. Hij kon bijna horen dat de camera foto’s maakte van zijn auto, zijn nummerborden en zijn achterhoofd.
Als het echt de Feds waren die achter hem aan zaten, dan konden ze hem aanhouden, met hun badges zwaaien en hem voor altijd doen verdwijnen. Dan zou hij Tyler nooit terugzien. Dan zou hij zijn onschuld nooit kunnen bewijzen.
Hij gaf gas, sloeg rechts af en toen snel links af. De suv deed precies hetzelfde. Hij trapte het gaspedaal in en nam het risico dat hij werd aangehouden voor te snel rijden. Hij keek naar voren en vervolgens naar links.
Links zag er veelbelovend uit en wel om drie redenen: het verkeer, een verkeerslicht dat op het punt stond op rood te springen en, het allerbelangrijkst, een vrachtwagen met oplegger die op het punt stond een grote bocht te maken.
Wingo gaf een ruk aan het stuur en sloeg links af. Hij trapte het gaspedaal in en keek tegelijkertijd in de achteruitkijkspiegel. De suv zat vlak achter hem. Ze waren kennelijk van plan een einde aan deze achtervolging te maken. Maar Wingo had een voorsprong van een paar seconden en die zou hij allemaal nodig hebben. Hij schatte de timing van het verkeerslicht, de auto’s die van alle kanten kwamen en de grote combinatie die links afsloeg.
Het licht sprong op oranje. Eén auto reed rechtdoor de kruising over om niet voor het rode licht te hoeven stoppen. Wingo wilde niet rechtdoor. Hij wilde linksaf. En hij was niet van plan op die combinatie te wachten. Sterker nog, hij was van plan er vlak voorlangs te schieten.
Hij trapte het gaspedaal diep in toen het oranje licht begon te knipperen.
Rood, we komen eraan!
Hij gaf plankgas en rukte zijn stuur keihard naar links.
Hij vloog voor de combinatie de kruising over. De vrachtwagenchauffeur trapte keihard op de rem, rukte zijn stuur naar rechts en begon te toeteren. De oplegger schoof opzij.
Het licht sprong op rood. Het tegemoetkomende verkeer trok op, maar kon niet doorrijden. De grote combinatie blokkeerde de hele kruising. Van alle kanten klonk getoeter. Wingo twijfelde er niet aan of de vrachtwagenchauffeur hem een paar scheldwoorden achternaschreeuwde.
Maar Wingo zat met een brede glimlach achter het stuur en sloeg nog een keer rechts af. Nadat hij even later weer links af was geslagen, reed hij snel terug naar zijn hotel. En wanneer ze het kenteken zouden natrekken, en dat zouden ze zeker doen, zou dat leiden naar een autowrak op het terrein in D.C.
Deze ronde is voor mij.