63
In het begin was het moeilijk voor Missie om het te begrijpen. En nog moeilijker voor Renaldo, die het moest uitleggen.
'Manoio is jouw neef? En haar - en de man van Ginny? Maar waarom...'
'Dat is zo'n verschrikkelijk lang verhaal! Weet je wel zeker, dat je het wilt horen? Melissa ...'
'Ik houd van de manier, waarop jij mijn naam zegt. Precies alsof het een Spaanse was! En hoe jouw naam klinkt, dat vind ik ook prettig, Renaldo. Waarom kijkje zo bezorgd? Als het allemaal zo zwaar geheim was, had je het mij eigenlijk niet moeten vertellen! Maar het klinkt als...' Ze bloosde lief en toen, wanneer hij haar hand pakte, liet ze een lachje horen en ging verder: 'Het klinkt als een romance! Het soort, dat ik al die jaren gelezen heb. Weet je zeker, dat je het mij wilt vertellen?'
'O, Dios!' Hij betrapte zich erop, dat hij haar hand drukte alsof hij om vergeving vroeg. 'Natuurlijk wil ik het je vertellen. Dat heb ik van het begin af al gewild, alleen wist ik niet hoe ik het moest doen.'
Ze zei, heel zakelijk: ik dacht, dat ik verliefd op hem was. Maar dat kwam door de verhalen die Renate mij vroeger vertelde - en de boeken die ik las. Ze waren niet echt, geen van alle en dat weet ik nu pas.' Ze bloosde, ik denk wel, dat hij me geholpen heeft om dat te ontdekken. Ben je nu woedend?'
'Hoe kan ik nu kwaad op jou zijn? Ik heb de hele weg hierheen alleen maar gedacht, dat jij misschien niets meer met me te maken zou willen hebben!'
'Jij lijkt helemaal niet op hem,' concludeerde Missie en lachte. 'En weet je wat? Ik ben blij. Hij is net een wervelwind - wanneer je die van een afstand bekijkt is die prachtig en wild, maar wanneer je er door getroffen wordt...'
Tenslotte vertelde hij haar alles en zij luisterde, haar kleine puntige gezichtje voor het merendeel erg plechtig.
En toen, toen hij klaar was, zei ze praktisch: 'Maar ik zie niet, dat je nog iets anders kunt doen! En ik geloof niet, dat hij die arme oom Nick gedood heeft. Ik denk dat Toni dat gedaan heeft. En ze wil niet, dat iemand dat te weten komt, O... Matt is zó stom! Waarom moest hij het met haar aanleggen! En ziek is ze ook niet, ik zag haar met Matt wegrijden, de moerassen in, en ik vroeg me af wat ze gingen doen. Ze kan Matt om haar pink winden, weet je. Over hem, daarover maak ik me zorgen, alleen kon ik het niet aan Pa gaan zeggen of Hank of Joe - omdat ik verondersteld word niet meer met de oude verrekijker van Pa weg te sluipen. Ik word verondersteld nu een dame te zijn, zodat jij niet van gedachten zult veranderen.'
Renaldo, die tenslotte ook maar een mens was, verspeelde enkele minuten om Missie te overtuigen van het feit, dat hij niet van plan was om van gedachten te veranderen. Hoe zou hij ook kunnen? Hij hield zo waanzinnig veel van haar.
Het kostte hun enkele ogenblikken om weer tot de werkelijkheid terug te keren en tot de tegenwoordige tijd. En toen was het Renaldo, die zich herinnerde dat van Matt verondersteld werd, dat hij de opsporingsploeg van de sheriff zou aanvoeren.
'Die oude sheriff Arnett? Die zal in de moerassen niets vinden behalve alligators,' zei Missie minachtend. 'En de Indianen zullen hem ook niet helpen, hem en zijn hele ploeg niet. Het zijn vrienden van Manoio. Ik bedoel - jouw - o, het is allemaal zo verwarrend! Ik kan er maar niet aan wennen, dat zijn naam niet Manoio is! Maar ze zouden in elk geval niet helpen, ze bemoeien zich met hun eigen zaken en wanneer er moeilijkheden zijn, dan trekken ze alleen maar verder het moeras in. Matt kent nog maar de helft van de geheime paadjes, die ze gebruiken. In vroeger tijden, ging hij nog wel eens...'
Plotseling hield ze op en haar ogen werden enorm groot, toen ze de uitdrukking op het gezicht van Renaldo zag.
ik dacht, dat jouw broer de ploeg van de sheriff zou aanvoeren,' zei hij gespannen en zij schudde haar hoofd.
'Ik zei je toch - ik zag hem uitrijden met Toni, alleen. Zij droeg een revolver, net als een man. En Matt had zijn jachtgeweer...'
Het jachtgeweer van Matt leek wel aan zijn hand vastgevroren op dit moment, de lange loop wees naar beneden.
ik zou je niet graag willen doden, Matthew,' zei de koude, zachte stem, ergens achter hem. Matt, die de stem herkende, bevroor instinctief, zijn brein verdoofd door de schok.
Het was Toni, die een leren rijbroek droeg en een abrikooskleurig zijden overhemd, die zich omdraaide.
'Comanche! Comanche, we waren je aan het zoeken om je te waarschuwen.'
'Natuurlijk wasje dat. En raak die revolver niet aan, Toni.' Zijn stem klonk vlak - toonloos. Met ontbloot bovenlijf en zijn kniehoge mocassins in de stijl van de Apachen, zag hij er meer dan ooit als een Indiaan uit, met uitzondering van de spottende, flitsende blauwe ogen in zijn, door de zon gebruinde, piratengezicht.
'Maar schat, waarom zou ik? Jij bent gisteren erg, erg naar geweest, maar dat heb ik je vergeven. Ik vermoed, dat je iets wilde vereffenen. En je hebt haar ontvoerd - als een soort verzekering, is het niet? Ik heb altijd wel gedacht, dat je erg slim was. En ik heb nog geprobeerd om het Nicky te zeggen, maar die wilde niet luisteren. Arme Nicky!'
Toni zuchtte, maar haar natte, roze lippen glimlachte uitdagend, ze tuitte lichtelijk haar mond. 'Het was werkelijk fout van je, Comanche, om hem te vermoorden. Zelfs ofschoon je er reden voor had. Sheriff Arnett zoekt je, met een hele ploeg, en de blauwjassen van kolonel Belmont ook. Matt en ik vonden, dat je gewaarschuwd moest worden - is het niet, Matt?'
'Matt, jij laat dat geweer vallen vóór je je omdraait - en doe het langzaam!'
'Als ik hem niet krijg, zal Toni het wel doen,' dacht Matt. Hij mocht de manier niet, waarop ze tot Manoio gesproken had - die strelende klank in haar stem toen ze hem 'Comanche' en 'schat' noemde. Ze speelde een spel - ze deed natuurlijk alsof. En het was nu aan hem om te laten zien, dat hij mans genoeg was om voor haar te zorgen; om te doen, waarvoor ze hier naar toe gekomen waren.
'Maar waarom doe je zo wantrouwend, schat?' zei ze poeslief, maar haar woorden werden plotseling afgesneden toen ze hijgde van schok en boosheid.
Steve keerde zijn hoofd niet om, maar hij wist dat Ginny naast hem was komen staan; en zonder twijfel tintelden haar vingers om de ogen van Toni Lassiter uit te krabben. Hij had haar gezegd om zich verborgen te houden - maar ja, Ginny was nooit zo goed geweest in het opvolgen van bevelen.
Het was juist op dit ogenblik, dat Matt Carter besloot zijn rol te spelen. Hij draaide zich op zijn hakken om, hief zijn geweer omhoog. Het versplinterde in zijn handen en verdoofden die. En terwijl hij nog ongelovig stond te kijken, hoorde hij de schrille kreet van Toni.
'Comanche! Nee - vermoord me niet! Het was Matt! Hij was altijd al jaloers op je, omdat hij mij wilde hebben. Maar jij weet, dat ik jou wilde hebben, omdat je zo slim bent en hij is net - net een grote stomme os! Dat begrijp je toch wel, Comanche? Wij lijken op elkaar, jij en ik. Jij zou hetzelfde gedaan hebben, wat ik gedaan heb! Waarom dood je hem niet? En haar ook!
Dan hebben we niemand meer over wie we ons ongerust moeten maken en dan is het alleen maar: wij, alleen jij en ik. We verzinnen wel een verhaal om aan de kolonel te vertellen en op het eind - op het eind bezitten we half Texas! Nick heeft de zaken met die twee Engelsen verknoeid, maar ik kan ze weer in het juiste spoor krijgen. Ik heb je nodig, schat! Ik heb altijd een sterke man nodig gehad, dat weet je toch!' Haar stem werd schril. 'Comanche! Waar wachtje op? Dood hen. Allebei! Het is de enige uitweg!'
Het leek of ze allemaal stonden te wachten, vastgevroren op hun plaatsen. Het gezicht van Matt Carter had onder zijn gebruinde huid de kleur van stopverf gekregen, terwijl hij Toni aanstaarde - zijn handen nog steeds naar voren gestoken, alsof hij nog steeds zijn gebroken, smeulende geweer vasthield.
'Ja - wat ga je doen, schat?' De stem van Ginny droop van sarcasme, toen ze, met de benen uit elkaar, naar Toni stond te staren met vuurspuwende ogen. 'Ik veronderstel, dat jullie tweeën een heleboel gemeen hebben, zoals ze je juist nog in herinnering heeft gebracht. Ga je mij ook doden? En die arme, verwarde Matt Carter ook? Ik vermoed dat het uiteindelijk wel gemakkelijk voor jou zou zijn. Heb je dit allemaal uitgedacht met je operazangeres? En weet deze teef, dat ze een rivale heeft?'
'Waar heeft ze het over? Laat haar zwijgen, Comanche, ze is stapelgek! Dood haar - dat zou ik graag zien.'
'Hoe zou je het vinden om dat pafferige bleke gezicht van je met een mes bewerkt te krijgen? Ramera - goedkope puta!' Ginny vloekte, haar groene ogen werden nauwer.
'Ginny, wees stil. Ik dacht, dat je de rol van een Comanche squaw zou spelen.'
'O!' Haar adem siste tussen haar tanden - en deels kwam haar woede voort uit het feit, dat Steve niet één ogenblik zijn ogen van Toni afgehouden had, zijn revolver nog steeds achteloos op heuphoogte.
'Comanche! Als je me wilt hebben!'
ik wil jou niet, Toni, ik heb je nooit gewild, ofschoon ik genomen heb, wat je me aanbood opeen tijd, dat het jou goed uitkwam.' De amberkleurige ogen van Toni werden van ongeloof groter, ze zag zijn lippen omhoog krullen met die spottende onaangename grijns, terwijl hij op een achteloze gesprekstoon verder ging: 'Er bestaat maar één vrouw, die mij te pakken heeft gekregen, en daar ben ik mee getrouwd. Ofschoon ik me soms wel afvraag: waarom,' voegde hij er knarsetandend aan toe.
'Getrouwd? Waar praat je over? Niet met haar - haar man is...'
'Steve,' zei Ginny met koele heldere stem, 'Waarom verdoen we onze tijd met verklaringen?' Uitsluitend gekleed in zijn oude overhemd, een revolverriem hing laag over haar linkerheup, zag ze nog steeds kans om hooghartig te klinken, al zag ze er dan ook uit als een vagebond!
De ogen van Matt bewogen van de een naar de ander en bleven het langst rusten op de man, die hij als Manoio gekend had.
Het was Toni die, met een verkrampt gezicht, het eerst reageerde. 'Jij smerige, rottige - hoor je wat ze willen, Matt? Matt! Je hebt nog steeds een revolver - doe iets!'
Toen hij geen antwoord gaf, schoot haar stem omhoog in een halfkrankzinnige schreeuw, haar lippen teruggetrokken om haar kleine, puntige tanden te laten zien. 'Ben jij vergeten, hoe je een man moet zijn, Matt? Ze hebben dit allemaal samen beraamd, zij - dood hen, verdomme, jij grote, stomme sukkel of ik doe het zelf!'
ik zou blij zijn om een excuus te hebben om deze revolver op jou te gebruiken,' beet Ginny, die naar de gekromde vingers van Toni Lassiter keek, waarvan de lange nagels haar herinnerden aan een roofdier en die nu dicht genaderd waren tot haar revolver.
Minachtend wendde Steve zijn blik voorbij Tony en Matt, die met een verdoofde, als door de bliksem getroffen uitdrukking op zijn gezicht stond te staren.
'Wil je met me vechten, Matt? Of gaan we elk een andere kant op?'
Hij knipperde met zijn ogen, alsof de zwakke bundel zonlicht, die juist het dichtgeweven bladerdak boven hun hoofden doorbroken had, hem had verblind.
'Je gaat niet op de loop! Ze moeten dóód, Matt...'
'Net zoals jij wilde, dat hij mij zou doden, nog geen minuut geleden?'
Toni had zich half omgedraaid om Matt smekend in zijn gezicht te kunnen zien en begon naar hem te reiken - of was dat alleen maar voor zijn revolver, die aan een riem op zijn heup hing? Later dacht Ginny, dat het allemaal zó vlug gebeurde, te plotseling. Ze maakte een onwillekeurige beweging naar haar eigen revolver en voelde, hoe de vingers van Steve zich om haar pols sloten. En bijna tegelijkertijd, als een man gedreven door een boze droom, sloeg Matt Carter heftig in haar gezicht - het gehele gewicht van zijn zware, behaarde arm achter de slag.
Het geluid dat Toni maakte, was niet zozeer een schreeuw maar een hoog jengelend gegier. Haar neus en haar roze, tuitende mond schenen ineen te krimpen onder een golf bloed toen ze achteruit wankelde - als een gebroken marionet, waarvan de draden plotseling afgeknapt waren, dacht Ginny misselijk en probeerde haar oren te sluiten voor de geluiden, de afschuwelijke dierlijke geluiden, die de vrouw maakte, toen ze weer probeerde te gillen en bijna stikte in haar eigen bloed. En toen viel ze, het geluid van haar langzame val nat en zwaar - haar kronkelende, zwaaiende lichaam verpletterde het bed van waterhyacinten en lang gras.
'Steve-O, God!'
Matt Carter draaide zijn hoofd om, heel langzaam en zijn ogen waren met bloed doorlopen en keken nog steeds verdwaasd.
'Je laat haar aan mij over, hoor je me? Ze is voor mij - slecht of niet, ze is mijn vrouw!'
'Maar dat is moeras! Dat is helemaal geen vaste grond en zij...'
Matt keek Ginny niet aan. Het leek alsof hij de aanblik van een andere vrouw niet kon verdragen. Maar hij keek evenmin naar Toni en ook leek hij de geluiden niet te horen, die uit dat gebroken, bloederige gezicht kwamen. Hij had het half-verdwaasde uiterlijk van een man, die gezien had hoe een visioen ineenstortte en het nog steeds niet kon laten varen.
'Jij laat wat van mij is aan mij over!' zei hij opnieuw met hese stem. 'En ik zal wel voor me zelf opkomen. Zij heeft Nick vermoord - dat wist je niet, is het wel? Ze schopte de stoel onder hem uit, terwijl hij nog steeds huilde en kreunde en ze stond daar te lachen, terwijl hij - o, Christus! Zien jullie niet hoe het was! Zij was van plan om jou ervoor te laten opdraaien. Ik had de soldaten al verteld, dat jij het gedaan had. Maar ze moest je eerst vinden,jou en die vrouw, om zeker te zijn ... Ze is heel pienter, voor een vrouw! Hersens, en dan nog zó mooi! O, God, ze is zo mooi, zo ..Zijn stem brak en plotseling zei hij in een soort gegrom: 'Gaan jullie nou maar. Want ik ga haar redden, zie je? Ik zal voor haar zorgen - en niemand zal haar van me afnemen.'
'Matt!' kwam de afschuwelijke, raspende karikatuur van de stem van Toni Lassiter. 'Matt, help me! Matt...'
'Zie je wel? Ze heeft me nodig. Ik was het, de hele tijd. Dat heeft ze me gezegd. Ze bedoeld niets van die dingen, die ze zei, wanneer ze kwaad was; mij wil ze hebben. Jij neemt jouw vrouw mee en ga nu maar en laat mij naar de mijne kijken.'
Ginny had het gevoel alsof ze - letterlijk - in steen veranderd was niet in staat tot enig geluid of enige beweging. Maar toen Steve zich bewoog, dat alles zonder een woord tegen haar te zeggen of tegen Matt, die weer naar Toni teruggegaan was, alsof zij beiden voor hem niet meer bestonden, begon Ginny te worstelen, alleen om zich hulpeloos opgepakt te voelen in de armen van Steve.
'Nee, Steve - nee! Je kunt niet...'
'Wanneer zul jij nu eindelijk eens ophouden mij proberen te vertellen, wat ik wel en niet kan doen?' Hij liep met lange, boze stappen, leek niet te letten waar hij zijn voet neerzette en ondanks haar afschuw en haar ziekmakende afkeer, begon Ginny te beven.
'Verdomme, wanneer zul jij ooit ophouden je te bemoeien met de zaken van een ander en alleen op je zelf te letten ? Als ik jou niet nodig had om te bewijzen dat ik Benoit niet vermoord heb, dan zou ik je in het moeras gooien, zodat de alligators je konden vinden!'
'Alligators!' Nu was ze echt misselijk tot op de bodem van haar maag. Ze werd zich het moeras bewust, zoals dat gisteravond niet gebeurd was, of zelfs die ochtend toen ze heel zorgvuldig en rustig haar voetstappen in de sporen van Steve zette.
Het was hier zo donker, ondanks het zonlicht daarboven, dat zwakjes gefilterd werd door dicht ineengeweven takken, gefestonneerd met grijskanten gordijnen van mos. Toen ze langs haar gezicht streken, voelden de meeste vochtig aan.
'Steve?' Haar stem kwam te voorschijn als een zacht, aarzelend gefluister. 'Denk je niet - hij zou haar toch niet...'
'Zoals hij zei, het is zijn vrouw. Wat er ook gebeurt, het blijft tussen hen beiden. Begrijp je dat?'
'Ik - ik weet het niet. Het was alleen zo - zo afschuwelijk!'
'Ginny - er zijn een paar andere dingen, waarvoor je zou moeten denken.'
Hoe kon hij zo ongeïnteresseerd klinken? Hoe ...? En toen liet hij haar uit zijn armen glippen, liet haar tegen een boomstronk leunen om haar halfuitgesproken vraag weg te kussen, en zijn kussen op haar mond eerst en dan op haar hals en de ronding van haar borsten, waren helemaal niet zo ongeïnteresseerd.
Haar armen klemden zich stevig om hem heen, ze voelde het bekende spel van de spieren onder zijn huid en de warmte van zijn lichaam, dat tegen het hare leunde. Hij scheen vergeten te hebben, dat er soldaten waren, alsook een opsporingsploeg van de sheriff, die naar hen zochten.
Hoe ver waren ze eigenlijk gegaan? Waar waren ze? Het moeras leek even eindeloos als de manier waarop Steve haar kuste - even grenzeloos als de hartstocht. Alles was uit het brein van Ginny verdwenen behalve de manier, waarop hij haar aanraakte, de lichtste streek van zijn lippen of vingers tegen haar vlees kon ze nog voelen. Dromerig, met halfgesloten ogen, voelde ze hoe hij de knopen weer losmaakte, die hij pas een paar uur geleden zo ongeduldig had dichtgeknoopt.
'Steve, je bent niet eerlijk ...'
'Hoezo, ben ik niet eerlijk, jij gekmakend, onweerstaanbaar schepsel?'
Ginny's ogen vlogen open en ze begon te fronsen en probeerde tevergeefs om onder zijn strelende handen uit te komen.
ik begrijp jou niet! Het ene ogenblik ben je een uitgesproken duivel en vraag ik me af of je eigenlijk wel tot enig gevoel in staat bent. En de volgende -jij - jij ohh!' Het was bijna een klacht. 'Wat doe je nu? Wanneer er plotseling iemand zou komen, een van die Indiaanse vrienden van je, die zo fluiten als vogels en die ik nooit gezien heb, of - of -'
'Verdomd nog aan toe, vrouw! Ik probeer lief tegen je te doen en al wat jij kunt doen is kletsen! Kan niets je dan veranderen in een volgzaam, onderworpen schepsel?'
Ze legde haar handen achter in zijn hals en klemde zich aan hem vast alsof ze zou verdrinken. En een man als Steve beminnen, dat was dan ook precies hetzelfde, dacht Ginny verbijsterd. Alsof je door een machtige, onbarmhartige stroom naar beneden getrokken en meegevoerd werd. Ze hield van hem - ze realiseerde zich dat ineens opnieuw - en ze wist, dat ze hulpeloos was om te vechten tegen die sterke aantrekkingskracht, die hen voor het eerst samen gebracht had en die nog steeds bestond, ondanks alles. Maar, o, God, - op hoeveel manieren zou hij haar nog kwetsen? Ze was van niet meer zeker, behalve van zich zelf en het feit, dat ze een man beminde, die zowel haar echtgenoot als een vreemdeling was, haar minnaar en haar tegenstander.
'Het geeft niet... het geeft niet!' fluisterde haar verstand en Steve voelde haar plotselinge overgave in de bijna losbandige manier waarop zij zich tegen hem aandrukte. Maar was ze werkelijk de zijne? Haar lichaam gaf toe, zoals altijd. Maar hoe stond het met haar geest? Wat was er met haar, de essentie van al wat Ginny was, zijn vrouw - zijn gekmakende, veerkrachtige, onvoorspelbare maïtresse? Het was al te gemakkelijk om al die vragen maar te vergeten, zolang ze in zijn armen lag, haar mond zich opende onder de zijne, en de gewelfde contouren van haar lichaam alles gaven, wat ze maar te geven had. Het ene ogenblik een wilde kat, belust op zijn bloed, en het volgende ... Wat kon een man in 's hemelsnaam daarmee beginnen? Wat viel er te doen dan haar maar tot stilzwijgen te kussen en hen beiden in vergetelheid laten verzinken?
Waarom moest er altijd nog tijd achteraan komen? Een ogenblik van terugkeer van het hoge plateau van gedeelde passie en vervulling?
Steve had zich half op zijn zijde gekeerd en haar met zich meegenomen, zijn armen hielden nog steeds haar hoofd geklemd tegen zijn schouder.
Liggend in Steve's armen hoorde ze de versnelde ademhaling langzamer en regelmatiger worden. Ginny sloot haar ogen en probeerde het verraderlijke serpent in bedwang te houden, dat zich in haar brein ontrolde - vragend, afwegend, twijfelend, vrezend. Wat nu? Wat volgt? Hoe zal het deze keer aflopen?
Een verwijderd geluid - ze kon niet precies zeggen wat het geweest was - maakte, dat elke spier in Ginny's lichaam opsprong.
'Wat is er, rusteloos dier?' Hij had in het Spaans gesproken; een half gefluister - dus misschien had hij zich ook van alles herinnerd!
Maar nee - ze wilde niet weg uit de veilige, vaste ring van zijn armen; evenmin wilde ze zijn lichaam van het hare voelen wegtrekken.
ik dacht - ik dacht, dat ik - ik hoorde ...'
'Een schot? Geschreeuw? Het doet er niet toe, querida, ze zijn nog heel ver weg.' Zijn stem bracht haar opwinding weer tot bedaren, zoals bij die eerste gelegenheid, toen ze ook op deze manier samen geweest waren - onder een huifkar, met het gevaar van een aanval door Apachen tegen de dageraad, die hun zintuigen en hun bewustzijn van elkaar gevoeliger maakte. Plotseling was hij weer, helemaal opnieuw, de door de zon gebruinde, blauwogige schurk, die haar ontvoerd had en haar in een nacht van maagd tot vrouw gemaakt had.
'Maar Steve ...'
'Wanneer zul jij ooit leren om stil te zijn, vrouw?' Zijn armen sloten steviger om haar heen en waren in tegenspraak met de hardheid van zijn stem. 'Een poosje geleden, was jij aan het praten over vertrouwen. Waar ben je nu weer bang voor?'
Ergens haalde ze de moed vandaan om te antwoorden: 'Van jou! En om jou ook, omdat jij soms zo - zo roekeloos bent. En omdat...' Ze hief haar hoofd op om in zijn ogen te kunnen kijken, die nu hard waren, als het donkere meedogenloze blauw van de hemel in Mexico.
'Omdat wat, Ginny?'
Ze staarde terug en weigerde grond prijs te geven.
'Omdat ik van je houd, verdomme! Waarom anders ? En omdat ik weet, dat dat niet genoeg is; moet er meer zijn, Steve - begrijp je dat niet? We worden veel te gemakkelijk vreemdelingen - zelfs vijanden - voor elkaar en dat komt, omdat we echt geen tijd genoeg gehad hebben om elkaar te leren kennen en begrijpen; Ik heb jouw kinderen gebaard - en ze zijn van jou, Steve - maar weet je, bijna heb ik.... ik heb bijna - o God, je moet er niet aan denken. Omdat ik altijd bang was, wat jij zou denken en hoe jij me naderhand zou kwetsen, juist zoals ik nu ben ...'
'Ginny!' Zijn lippen waren maar een paar centimeter afstand om de hare te verpletteren, maar hij hield zich in, gevangen in de val van haar wanhopig uitgebrachte woorden en zijn eigen schuld. Hij was te veel gewend aan de omgang met andere vrouwen, maar niet met Ginny. Het was veel te gemakkelijk geweest om haar te veroordelen teneinde zijn eigen zonden te verbergen en ja, verdomme, zijn eigen stommiteit om haar vast te houden toen hij het had moeten doen. Waarmee hij geen rekening gehouden had, was het simpele onontkoombare feit, dat hij van haar hield.
En hij was van haar blijven houden, zelfs gedurende die donkere dagen, toen hij aan haar getwijfeld had, er dicht aan toe geweest was om haar te haten; en zelfs toen bleef hij haar begeren. Het verleden had hem toch iets moeten leren. Hij was hier met haar omdat hij helemaal niet van plan was haar ooit weer los te laten.
Hij moest toegeven, toen hij haar blik uit haar ver opengesperde ogen zag, dat hij van plan geweest was haar eerst een beetje te straffen - voor alle moeilijkheden die ze hem bezorgd had. Hij had gewild, dat ze zou lijden, vóór hij haar op zijn voorwaarden terug zou nemen. Maar zoals gewoonlijk, had ze kans gezien de rollen om te draaien en hem te ontwapenen door haar volkomen gemis aan reserve en uitvluchten. En haar vasthoudendheid, zelf nu...
'Ik wil niet terug naar de manier van leven van vroeger, Steve.' Zijn fronsende, peinzende stilzwijgen dwong Ginny tot spreken, voor ze helemaal de moed verloor. 'Beleefde, beschaafde vreemdeling, die afzonderlijk kamers hebben in grote luxueuze huizen, omringd door andere vreemdelingen. Ik wil jóu en ik wil, dat jij mij wilt, niet jouw - jouw operazangeressen en zigeunerdanseressen en ...'
Hij begon te lachen en rolde zijn lichaam over het hare om haar stil te krijgen.
'Jij gek, onverzadigbaar schepsel! Is er geen grens aan jouw eisen? Wat moet ik je nog meer geven om jou gelukkig te maken?'
'Niets.' Haar stem, met zijn lippen tegen haar hals gedrukt, klonk als gefluister. 'Niets, behalve dan, dat je me ... dat je me misschien af en toe zou kunnen zeggen, dat je van me houdt. Maar alleen wanneer je het echt meent. Alleen als...'
'Jij kleine duivel! Wil je ophouden jouw voorwaarden te dicteren? Wat denk jij, dat ik hier aan het doen ben, met de opsporingsploeg van een sheriff en het halve leger van de Verenigde Staten op mijn hielen? Moet je dan een serie romantische woorden hebben om jou te overtuigen?'
'O! O, Steve - ik heb het vergeten!'
'Ik ben blij, dat ik in staat geweest ben om je iets te laten vergeten.' Zonder te letten op haar plotselinge, verschrikte bewegingen onder hem, liet hij zijn vingers lichtjes over haar vlees lopen. 'Het moederschap staat je. Jouw lichaam is even stevig en mooi als altijd. En wanneer je me de volgende keer tot vader maakt, zal ik vast en zeker zorgen, dat ik in de buurt ben, om te zien hoe jouw kleine, platte buik opzwelt... Misschien mag ik de volgende een naam geven, jij sluw, wantrouwend nest!'
Ze bloosde schuldig.
'Steve, ik ...'
'Bewaar maar tot later. Heb je de sheriff en de soldaten vergeten? En mijn neef waarschijnlijk ook, die natuurlijk barst van de zorgen. Allemaal jouw schuld natuurlijk.' Met de terugkeer van zijn vroegere ongeduld stond hij al overeind en trok haar naar boven.
'Maar ze zoeken je. Wat ga je doen? Wanneer zij het eerst beginnen te schieten ...'
'Waarom laat je voor de verandering niet een paar dingen aan mij over? Jij bent veel te onafhankelijk geworden, Ginny, en ik ben van plan om daar iets aan te doen.'
Naakt, haar voeten uiteen, begon ze uitdagend haar kin naar voren te steken, tot hij haar gezicht in zijn handen nam en haar kalmeerde.
'Luister groenoog, en ga niet met me redeneren of ik verlies mijn humeur weer misschien. Zo gauw jij dat overhemd aangetrokken hebt, gaan we op zoek. Ik twijfel er niet aan of ik zal heel veel moeten uitleggen, maar Renaldo zal wel helpen. En daarna..."'
Al haar resolute, reeds halfgeformuleerde argumenten verstierven tot stilte, toen hij zijn hoofd boog en zijn mond over de hare streek. Al wat ze kon doen was om te herhalen, buiten adem: 'En daarna?'
'Daarna ga ik je weer met me meenemen - wat denk jij wel, jij opwindende kleine verleidster? En dan gaan we een boel tijd verspillen om je te zeggen, hoeveel ik van je houd, als je althans lang genoeg je mond kunt houden om te luisteren.'
De lippen van Ginny weken uiteen en sloten zich toen weer vastberaden. Maar haar groene ogen fonkelden als smaragden. Zonder een woord, alsof ze terug waren in een of andere elegante salon, stak ze haar armen naar hem uit en precies even plechtig, met spottende lippen, liet hij het met mos bedekte overhemd over haar schouders glijden.
Het lange moerasgras golfde in een plotselinge bries en de waterhyacinten dansten over een langzaam golfje. Maar waar zij liepen, met Steve's hand stevig over de hare, was de bodem stevig en het zonlicht wachtte achter de bomen.