61
Eindelijk waren ze gestopt om te rusten - om haar te laten rusten, alsof ze een paard was, maar iets minder belangrijk dacht ze opstandig, en ze vroeg zich af of ze ooit weer op adem zou komen, zodat ze hem kon zeggen hoe ze over hem dacht.
'De achterdeur naar de moerassen,' had hij iets eerder gezegd met een stem, die even sarcastisch en temerig klonk als hij vroeger al tegen haar gebruikt had en die haar zenuwuiteinden raspten. 'Het oude Indiaanse voetpad ...'
Ze zaten opgesloten in een donkergroene, ongezond uitwasemende kooi - zo leek het althans voor Ginny, toen ze haar hoofd oplichtte.
Toen hij haar eindelijk losliet, was ze dankbaar op de grond gevallen, die hoofdzakelijk uit mos en modder scheen te bestaan; ze was te uitgeput en te ademloos gedurende de volgende ogenblikken om aan iets anders te denken, dan om haar adem weer op gang te krijgen. Elk bot in haar lichaam deed pijn, elke spier ook - maar gedurende enkele ogenblikken, toen ze daar lag, trillend van snikken en reactie, was het enige dat ze voelde: opluchting. En toen kwamen de onaangename gedachten langzaam bij haar terug. Waarom had hij haar hier gebracht, in plaats van haar terug te brengen naar huis, naar veiligheid. Ze dacht aan Nick Benoit, die daar stond met een touw om zijn hals, terwijl hij snakte naar adem en riep om genade. Nick Benoit mocht dan al om genade roepen. Maar ze werd liever verdoemd vóór zij dat zou doen! Vervloekt met hem! Ze was zijn vróuw!
Steve Morgan zag de furie stijgen in de ogen van Ginny en de manier waarop haar modder besmeurde gezicht strak werd en opzette van boosheid. Ondanks haar besmeurde en meer dan halfnaakte voorkomen, ondanks alles, was ze nog steeds in staat om hem uit te dagen. En, eveneens ondanks alles, begeerde hij haar nog steeds. Ginny. Dat groenogige serpent. Gevaarlijke sirene. Zijn fatale, verdomde hartstocht, ondanks alles van wat ze was en alles wat ze gedaan had.
Ginny kon niets van zijn gedachten lezen achter de spottende, flitsende blauwe ogen, die haar van top tot teen bekeken.
'Naaktheid past even goed bij je als je ongewone stilzwijgen. Zonder kleren en met een afgesneden tong zou je bijna een volmaakte vrouw zijn.'
Je reinste woede verdreef elke vrees en ze kwam overeind op haar handen en knieën als een wild schepsel, en vloekte hem uit in Frans en het Mexicaanse dialect dat ze opgepikt had toen ze soldadera was, tot zijn klap haar achterover sloeg.
'Ik zie wel, dat je geen barst geleerd hebt in al die maanden, dat je in Europa ronddoolde - of misschien heb je niet de juiste man ontmoet, die wist hoe hij vrouwen van jouw soort moest aanpakken.'
'En denk jij, dat jij dat wél bent?'
Haar ogen spoten haat en uitdaging naar hem en hij grinnikte, hatelijk.
'Ik heb bij me zelf nog niet besloten, mevrouw, of u de moeite waard bent.'
'Mevrouw! Waarom ...'
'Ik had je natuurlijk bij andere namen kunnen noemen, maar dat zou je misschien niet zo leuk vinden.'
Deze keer was ze iets voorzichtiger, toen ze met moeite weer op haar knieën kroop en hem net felle ogen aankeek.
'Ik zie wel, dat er niets overblijft om nog tegen elkaar te zeggen," zei ze koel en deed een poging om waardig te klinken. 'En wanneer je klaar bent met mij te beledigen, wil je me misschien wel terugvoeren.'
Hij trok één wenkbrauw op en keek nog steeds op haar neer met die nieuwe, onpeilbare blik, die ze pas begonnen was te haten.
'Terug? Waarheen? Tenslotte ben je nog steeds mijn vrouw, of een van ons dat nou leuk vindt of niet en het komt me voor, dat je heel veel moeite gedaan hebt om mij te vinden. En weet u, mevrouw, ik vraag me verwonderd af: waarom?' Plotseling was er een gevaarlijke klank in zijn stem, die haar, heel ongewild, deed verbleken. '
is het mogelijk, dat je nog steeds een soort restant van een geweten hebt? Of misschien wilde je alleen maar zeker weten, hoeveel of hoe weinig ik me nog herinnerde - voor jij je kleine plannetjes ten uitvoer bracht!'
' Plannetjes!' Ginny's stem schoot omhoog. 'Durf jij me te beschuldigen van plannetjes, terwijl jij...'
'Je zou er goed aan doen mij je gebruikelijke hysterische ontkenningen en herinneringen te besparen, Ginny. En nu we het toch over dit onderwerp hebben' - hij pauzeerde opzettelijk en toen, met een ijzig zachte stem, waarbij elk woord apart als een kogel op haar afkwam - 'hoe kwam het, dat jij ettelijke maanden geleden vergat om mij op de hoogte te stellen, dat jij moeder ging worden? Vond jij dat een feit, waarover de meeste vrouwen zeer verheugd zouden zijn, dat niet de moeite waard was om vermeld te worden? Ik heb gehoord, dat jij - of liever gezegd wij, omdat ze mijn naam dragen - in het bezit zijn van een tweeling. Hebben ze namen? En hoe komt het dat jij vergeten hebt om je moederlijke plichten waar te nemen en die te vermengen met politieke intriges, waarmee jij niets te maken hebt?'
Hij wist het dus - hij wist het! En hoe lang had hij het geweten? Waarom kwelde hij haar nu?
'Het is ongewoon, mevrouw, dat u niet weet wat te zeggen. Nou?'
Razende woede kwam Ginny te hulp, ofschoon ze wel zorgde dat ze op een afstand van hem bleef, omdat ze de gevaarlijke gloed in zijn ogen maar al te goed herkende.
'Waarom zou ik proberen me te verdedigen? Waarom zou ik? Je wilde toch altijd het slechtste van me denken? Ik heb mijn kinderen achtergelaten - in de steek gelaten, als je dat liever hebt - omdat ik gek genoeg was om me zorgen over jóu te maken, vooral nadat ik een bezoek van meneer Bishop ontvangen had! Maar jij was altijd even onredelijk en oneerlijk en een - een harteloze bruut op de koop toe! En - en - ' Ginny haalde diep adem vóór ze hem toespuwde: 'Ik wou dat ik een mes bij me had. Déze keer zou ik dat zwarte, samenzwerende hart van jou zeker niet missen!'
'Weet jij, wat altijd je grootste fout geweest is, en nog steeds is, afgezien van je talent voor gemakkelijke leugens? Jij hebt nooit geleerd wat de juiste plaats voor een vrouw is - evenmin, naar ik vrees, de plichten van een echtgenote en moeder. Het is jammer dat ik niet getrouwd ben met die aardige kleine Ana Dos Santos, als ik al gek genoeg was om überhaupt te trouwen.' Zijn stem dreef de spot met haar. 'Zij was althans fatsoenlijk opgevoed, ze kende haar plaats, terwijl u, mevrouw, rond schijnt te waren om verkrachtingen of verleidingen uit te lokken van elke man die u ontmoet.'
'Ohh!'
'Feitelijk ben ik tot de conclusie gekomen, dat jij het soort vrouw bent, dat geregeld een pak slaag moet hebben! Mijn fout was om jou een veel te grote vrijheid toe te staan.'
'Toestaan!' Ginny knarste haar tanden, wrok en woede deden haar bijna stikken, Dat hij durfde te praten alsof ze een stuk eigendom was, dat hij tegen zijn zin verworven had. Dat hij, na alle blaam op haar geworpen te hebben, hij haar hier naar toe gesleept had, ongeacht haar pijn en ongemak - haar geslagen en bedreigd had ...
Hij ging in dezelfde spottende, sarcastische toon verder - net alsof ze niets gezegd had. 'En alleen omdat ik me zelf schuldig acht, tot zekere hoogte, heb ik besloten om je nog een kans te geven. Maar slechts één, ik waarschuw je, want veel geduld heb ik niet meer!'
'Ze ziet er uit als een doordrenkte kat uit een slop met die vuurspuwende groene ogen,' dacht Steve en vroeg zich af of hij haar vergenoeg gedreven had. En toen, alsof hij haar besluit voelde, deed hij een greep naar haar pols, toen ze zich wilde omdraaien om weg te lopen.
'Je doet me pijn!' fluisterde ze met een klein, gekwetst stemmetje en toen hij onwillekeurig zijn greep verslapte, werd ze weer een wilde kat - sproeide ze weer haar woede toen haar nagels zijn ogen zochten.
'Jij schoft! Ik hoop dat ik je blind gemaakt heb!'
En dat had gekund, indien hij niet net op tijd zijn hoofd afgewend had.
'Zo lang hij mij moet vasthouden, kan hij me niet beletten om te schreeuwen, verdomme!' fluisterde haar verstand haar sluw in en ze bleef schreeuwen tot hij haar zó dicht tegen zich aantrok, dat ze zich ternauwernood kon bewegen - de kracht van zijn mond kwam op de hare even hard en pijnlijk als een slag.
Ginny bleef doorvechten, probeerde hem te schoppen, waarbij de plooien van haar gescheurde rijkleed in de weg zaten, tot ze voelde dat ze zwakker werd; haar hoofd zakte achterover, ze hoorde een gezoem in haar hersens, terwijl ze naar adem snakte en tevergeefs haar hoofd van de ene naar de andere kant bewoog.
Ze was half en half flauw gevallen, toen hij haar losliet met een boze duw waardoor ze bijna viel; ze probeerde zich te redden met haar armen, maar slaagde er niet in. Haar lippen waren gekneusd en bloedden, het kostte haar heel wat moeite toen ze probeerde om weer te ademen.
Toch hoorde ze ergens in de verte een schreeuw - en daarna een schot, ver weg maar duidelijk, de echo rolde als tromgeroffel over het water. 'Het lijkt alsof je het klaargespeeld hebt om hen te alarmeren,' hoorde ze hem knarsetandend zeggen en ze werd weer overeind getrokken, heen en weer geschud met vingers, die in haar schouders beten, tot haar hoofd hulpeloos heen en weer bungelde - haar verwarde haren, die om haar gezicht vlogen, verblindden haar.
'Wat dacht je voor de duivel hiermee te winnen? Wanneer ze beginnen te schieten, is het heel waarschijnlijk, dat jij ook een verdwaalde kogel opvangt of had je daaraan nog niet gedacht? Verdomme, jij, Ginny ...'
'Laat me gaan - laat me gaan!' begon ze wild te hijgen. 'Waarom laatje me niet hier? Ik loop liever risico's met verdwaalde kogels dan met jou!'
Het leek niet te geloven, maar had er werkelijk een trilling van een lach in zijn stem geklonken? Of was het alleen maar woede?
'Mijn God! En dan te bedenken dat ik echt vergeten was, wat een feeks jij kon zijn!' En toen, zonder verder nog een woord te zeggen, begon hij haar weer voort te trekken; hij bleef alleen even staan wachten om de flarden van haar rijkleed van haar rug te trekken, toen ze zich maar steeds bleef verzetten en achteruit trekken.
'De kleren die jij altijd wilt dragen zitten alleen maar in de weg - en je zult sneller opschieten en misschien gewilliger zonder die, schat!'
Waarom had zij zich niet gerealiseerd hoe hulpeloos ze was tegen zijn kracht. Precies zoals ze altijd geweest was ... En na een poosje, toen het al donker begon te worden en haar boze, opstandige bui gezakt was tot een doffe onverschilligheid, ontdekte Ginny, dat ze nergens anders meer aan dacht dan om de ene voet voor de andere te zetten terwijl ze verder en verder het moeras binnendrongen - dat nu versluierd was door lange slierten mos, die tegen haar gezicht en haar terugschrikkende lichaam streken; bomen die zich ongelooflijk knoestig en oud over hen heen bogen, die de hemel verborgen evenals de oude loerende heksen van vroeger. Ze was zelfs vergeten om bang te zijn of om zich af te vragen waar hij haar naar toebracht. Wat deed het er toe? Hij nam haar mee ...
Hij vond zijn weg bijna geheel door instinct, met Ginny, die zich moeizaam aan zijn riem vastklemde, met slepende voeten, hij nam haar mee naar het eiland in het moeras, waar Teresita hem ooit naar toe gebracht had.
Steve was zo onvoorspelbaar! Na de wrede en harteloze manier waarop hij haar behandeld had, had hij haar nu zijn overhemd gegeven, had haar geholpen haar verstijfde armen in de mouwen te steken, die veel te lang waren, gedurende een van hun korte rustpauzen. En nu - nu ze eindelijk een plek bereikt hadden, waar haar voeten niet tot haar enkels in de modder en de viezigheid wegzakten, waar een soort schuilhut was, droeg hij haar naar binnen en schudde de dekens uit vóór hij haar toedekte.
Versuft, dacht Ginny hoe rustig het hier was - de zwarte nacht rondom haar leek op haar te drukken, nadat hij haar verlaten had. En toen begon ze alle geluiden van het moeras te horen - het sjirpen van miljoenen krekels stak schril af tegen het gekwaak van de kikkers; het ruisende geluid van water, dat ergens zacht stroomde en het gekraak van de oude bomen, die overal waren. Nachtelijke geluiden van nachtdieren - wegvluchtende geluiden en zwak gepiep en geritsel; van dichtbij, zodat ze schrok, de roofzuchtige kreet van een uil, die een kleine prooi te pakken nam. De moerassen waren wakker en levend en toen haar ogen geleidelijk aan de duisternis begonnen te wennen, kon Ginny plotseling de oneindige kleine speldenprikjes van sterren zien afgetekend tegen een ebonieten fluwelen hemel. Zó hoog - zó ver weg en zo kil onpersoonlijk. Wat had ze ooit ook weer ergens gelezen? Dat elk van hen een zon was, opgeslorpt in een prachtig verwijderd isolement
Hij gaf haar iets te drinken en ze liet de brandende, vurige vloeistof gehoorzaam door keel lopen. Zelfs indien het een beker vergif was geweest, zou ze die even goed hebben aangenomen, zonder vragen en zonder belangstelling.
Ze had het koud gehad, maar nu was ze plotseling warm met de gloed van zijn naakte vlees tegen het hare, toen hij zijn armen om haar heen sloeg en haar vasthield en dat alles zonder woorden. De tijd viel weg en alle hindernissen opgeworpen door de maanden en door woorden - veel te veel woorden! Wat had hij ook weer gezegd op een nacht, die tot nu toe, veel, veel jaren geleden leek?
'Lichaamswarmte is het beste om gedurende een nacht als deze warm te blijven, baby ...' En toen, net als nu, had er een enkele dunne deken over hen heen gelegen - een deken, die weggleed, heel veel later gedurende de nacht, toen hij haar bemind had; nog steeds als deel van een droom, waarin ze zich verloren had.