37
'Dit is al de tweede avond, dat jij me zegt dat je vroeg weg moet en vanavond ga je kaartspelen!' Francesca pruilde. Maar ze klonk niet al te boos en ze wriegelde haar lichaam met elegante katachtige bewegingen. Ze steunde op een elleboog en staarde naar de man, die naast haar lag. 'Waarom vinden jullie mannen het toch zo leuk om samen te kaarten? Spelen jullie om hoge inzetten? Die man - die oude vriend van je, die we gisteren in het Park ontmoet hebben? Hij zag er niet uit of hij rijk genoeg was om dat te kunnen betalen!'
Toen Steve met opzet zijn ogen gesloten hield, boog ze zich met een plagerig lachje voorover en raakte met haar vingertoppen lichtjes zijn oogleden aan, de enorme vierkante smaragd van haar ring glansde in het gouden licht als het oog van een heidense godheid.
'Wat een lange wimpers voor een man - het is gewoon niet eerlijk! En het is evenmin eerlijk, dat jij doet of je slaapt, wanneer je mijn vragen niet wilt beantwoorden. Misschien kan ik je weer eens klaar wakker maken?'
'Je weet, dat je dat kunt en ik weet dat je het kunt, het is dus helemaal niet nodig om je macht over mij te bewijzen, jij wilde Italiaanse kat!'
Met een beweging, die te snel voor haar was om erop verdacht te zijn, sloeg Steve de ondersteunende elleboog onder haar weg en rolde zijn lichaamsgewicht over haar wriegelende lichaam en klemde haar onder zich vast. Zijn ogen, die nu open waren en half toegeknepen, keken zonder te lachen in de hare vóór hij zijn hoofd boog, zijn lippen tegen haar oor. 'Ik moet gaan, 'Cesca en dat weet je verdomd goed. Al je listen zullen me vanavond niet tegenhouden.'
'Je zou niet in staat zijn om je los te scheuren, wanneer ik echt iets voor je zou betekenen!'
Haar vingers begonnen zijn schouders te masseren en de achterkant van zijn nek en streken iets van de spanning weg, die hem de hele dag al bezeten had en één ogenblik was Steve in de verleiding om bij haar te blijven en zijn afspraak te vergeten. Francesca was een gecompliceerd en temperamentvol schepsel - gedeeltelijk katachtig en gedeeltelijk kille berekening. Maar op een bepaalde manier begreep hij haar, vooral sedert hij haar had aangemoedigd om over zich zelf te praten, over de manier waarop ze grootgebracht was, haar besluit om zich naar de top van de ladder te vechten. Ze was begaafd - daar bestond geen twijfel over. Ze was intelligent en een boeiende, heerlijke metgezel met wie een man zich niet gauw zou vervelen. Hij was beslist niet verliefd op haar, evenmin - zoals hij vermoedde - dat zij op hem was. Maar op dit ogenblik, hadden ze elkaar nodig.
Het was echter een feit, dat op een bepaalde niet te omschrijven wijze, Francesca hem aan Ginny herinnerde. Ze hadden dezelfde veerkracht, dezelfde slag om te overwinnen zelfs terwijl ze zich overgaven. En het was de gedachte aan Ginny en de opkomende woede, die deze gedachte altijd met zich mee bracht, die hem wegtrok uit de armen van Francesca en haar al te comfortabele bed, dat vergetelheid kon brengen.
Op haar rug liggend met de moedwillig gespreide stand van haar benen als een hoer, keek Francesca hoe hij zich aankleedde.
'Zo, dus je gaat echt kaartspelen? Maar kom je voor het ontbijt terug? En moet je me zo kwaad aankijken? Je ziet, dat ik niet probeer om je tegen te houden.'
'Dat zie ik,' zei hij droogjes. Maar zijn gedachten waren al bij de afspraak, waarvoor hij al te laat was en hij hoorde amper het gekeuvel van Francesca terwijl zij zich uitrekte als een luie kat en doorging met hem gade te slaan.
'Omdat je me zo weinig over je zelf wilt vertellen: vind je het dan erg wanneer ik ernaar raad? Je hebt in de gevangenis gezeten, vandaar al die littekens, je was een banditti - dat had ik al geraden, de eerste keer dat ik je zag. Misschien heb je ook wel moorden gepleegd. Is dat wat je nu van plan bent? Wanneer je een vrouwelijke medeplichtige nodig hebt, dan zou ik je helpen, weet je! En dan zouden we samen naar Texas kunnen ontsnappen ...'
'Jij moest romannetjes schrijven in plaats van ze te lezen, cara.'
Voor de spiegel trok Steve zijn jas aan. Francesca liet een gorgelend lachje horen.
'Alles is mogelijk, geloof ik - en speciaal met jou! Waarom draag jij bijvoorbeeld altijd een revolver? Ik zal nooit vergeten hoe snel jij die arme cowboy raakte - die, met wie je later zulke goede maatjes werd. En ik herinner me die meneer Pierce, die zei dat je in Texas je brood verdiende met je revolver. Het was toch in Texas, was het niet? Maar ik heb een bewonderaar in Texas, een rechter, een erg belangrijke man, dat zegt hij althans. Hij schrijft me brieven en zend me cadeautjes. Misschien kan ik, wanneer je ooit in moeilijkheden bent, hem overhalen zijn invloed te gebruiken.'
Halverwege de kamer werd het gezicht van Steve plotseling gespannen en eventjes dacht ze dat ze te ver gegaan was.
Steve echter boog zich over haar heen en streek met zijn lippen over de hare.
'Je moet me eens meer vertellen over die geheimzinnige bewonderaar van je. Maar nu niet. Ik ben al te laat.'
In het rijtuig dacht hij: toeval of geen toeval? De manier waarop de stukken van de legpuzzel in elkaar pasten, vormden een patroon. Jim Bishop had het natuurlijk van het begin af al gezien. Waarom moest Jim in zijn leven opdoemen op alle verkeerde momenten? Net zoals hun ontmoeting vanmiddag in het park. Hoe had Bishop geweten, dat hij Francesca mee uit rijden zou nemen? Hij twijfelde eraan of dat wel een vermoeden geweest was - zijn eerste impuls was dan ook woede geweest, enkel in toom gehouden door de aanwezigheid van Francesca naast hem.
Na zorgvuldig alle beleefdheden uitgewisseld te hebben, had Bishop Steve geïnviteerd om hem op te zoeken. 'Alleen een paar oude kennissen weet je. De meeste ken je wel. Ik was al van plan geweest om je op te zoeken, maar je bent dezer dagen nogal moeilijk te bereiken. Toch - ik denk niet dat je het verloren tijd zult vinden ...'
Had de zorgvuldig effen stem van Bishop een bedreiging ingehouden of een waarschuwing? Was hij het doelwit geworden van de geheime, onbekende organisatie, waarvan Bishop het hoofd was of had het iets te maken met zijn nieuw verkregen kennissen? Zijn zaken? Laat het maar aan Bishop over om hem te benaderen als Francesca aanwezig was, waardoor hij niet te veel vragen kon stellen.
Toen ze eenmaal rond de tafel gezeten waren, de kaarten rondgedeeld en de gebruikelijke flessen whisky en wijn te voorschijn gehaald waren, leek alles erg vertrouwd. Bishop was ogenschijnlijk de enige man, die zich op zijn kaarten kon concentreren en tegelijkertijd over zaken praten. Er waren vijf mannen, behalve Draper, die Steve nooit eerder gezien had en Bishop zelf. De andere vier kende hij, dat waren ook lieden uit het Westen, deze keer buiten het hun vertrouwde territorium. Eén bekend gezicht ontbrak: en Steve, die nu kwaad genoeg was om de aanloop maar te vergeten, stelde de vraag, waarvan hij voelde, dat ze zaten te wachten tot hij die zou stellen. 'Waar is Paco?'
Iemand schraapte zijn keel. Zonder stembuiging antwoordde Bishop: 'Hij ligt in het ziekenhuis. Hij werd nogal zwaar gewond, maar de dokter zegt dat het weer in orde zal komen. Alleen - het zal wel een tijdje duren. Ik heb natuurlijk iemand anders gestuurd, maar het schijnt dat de brave burgers van Baroque, vooral een weduwe, genaamd Lassiter en haar zwager, rechter Nicholas Benoit, niet erg op vreemdelingen gesteld zijn. Paco heeft geluk gehad, wat dat betreft. Hij eindigde althans niet als lijk, zoals de anderen.'
'Baroque?' Steve stak een sigaar op; zijn ogen ontmoetten de koele grauwe blik van Bishop over de vlam van de lucifer.
'Ik dacht dat de naam je bekend zou voorkomen. Shanghai Pierce heeft daar juist een van de grootste bezittingen van de streek gewonnen in een spelletje poker. Een paar weken later verloor hij het weer in een weddenschap met jouw schoonvader. Naar ik begrepen heb, heeft senator Brandon dat land aan jou overgedaan, omdat hij dacht, dat jij het voor hem gewonnen had.'
'Jij bent goed op de hoogte. Om je verdere moeite te besparen: ik heb het land nog niet gezien, ofschoon ik dat wel van plan ben en al wat ik weet, heb ik van horen zeggen. Het kan misschien geschikt zijn voor de spoorwegen en ik ga dat ook onderzoeken. Is er iets illegaals met de eigendomsrechten ? Gaat het daarover?'
'Wat dat betreft is alles in orde. Het land is van jou door een speling van het noodlot. En daarom hebben we vanavond deze ontmoeting gearrangeerd.'
Bishop spreidde zijn kaarten en smeet er een op tafel. Zijn stem was effen. 'Herinner jij je Dave Madden?'
De blauwe ogen van Steve Morgan werden donkerder.
'Ik herinner me Dave. Maar hij trok zich toch terug, lang geleden, nadat hij getrouwd was. Of laat je niemand terugtrekken?'
Bishop klont onbewogen, ofschoon zijn ijskoude blik eventjes botste met die van Steve.
'Dave woonde in dat gedeelte. Zelf had hij een kleine bezitting. En toen kwamen de immigranten uit het Noorden. En de soldaten. En toen kwam hij in conflict met de bende van Benoit-Lassiter. Dave was goed. Hij merkte dat iets fout was, zodra hij het zag. En in dit geval vocht hij voor zijn eigen bestaan. Ik veronderstel dat hij daarom zo lang gewacht heeft voor hij contact met ons opnam.'
Kieskeurig veegde Bishop de as van zijn jasje, zijn grijze ogen werden harder toen zij de voorzichtige, plotseling waakzame blik van Steve Morgan ontmoetten. Op vlakke toon zei hij:
'Dave Madden zit in de gevangenis. Wegens moord. Hij werkt in een ploeg kettinggangers. Zijn boerderij werd in beslag genomen wegens het niet betalen van belasting en in het publiek verkocht. En zijn vrouw ... Misschien herinner jij je Renate nog? Blond, van Duitse afkomst, heel knap. Ik geloof dat jij en Dave haar in dezelfde tijd ontmoet hebben.'
Bishop vroeg zich af hoe goed Steve Renate gekend zou hebben vóór ze verkoos om met Dave te trouwen.
'Wat is er met Renate gebeurd?'
'Ze werkt in een bordeel in Matamoras. Daarvóór was het Baroque. En daarvoor was het dat mooie huis van rechter Nicholas Benoit in Baroque. De geruchten willen, dat zij naar hem toeging om te proberen het leven van Dave te redden. Toen hij genoeg van haar kreeg ...'
'Waarom?'
'Een interessante plaats, Baroque,' antwoordde Bishop dubbelzinnig. 'Bijzonder vruchtbaar land. Strategisch, zou je kunnen zeggen, als je in spoorwegtaai praat. Niet ver van de grens met Louisiana - aan de ene kant moerasland; geïrrigeerd door de Red River. Daar graast het beste vee van Texas - als je van vee houdt. Boeren en tuinders noemen het verdomd goede grond, akkergrond. Werd voor de oorlog door een paar families bezeten; maar sedertdien... je hebt het zo vaak zien gebeuren! De wet op het privébezit. De gewone gevolgen van elke oorlog. Texas werd gestraft wegens steunverlening aan de verkeerde partij en de immigranten worden rijk. Het is hard voor de mensen, die vochten voor dat, waarin ze geloofden. Maar ...'
Zacht ging hij door: 'Maar als je een vrouw bent, een weduwe, die vriendelijk deed tegen de Noordelijken toen ze voor het eerst binnentrokken? En wanneer jij een zwager had, die toevallig in het Noorden woonde toen de oorlog uitbrak - een man van enige betekenis, nu is hij een federale rechter misschien zou dat de zaken veranderen, het zou misschien zelfs een voordeel kunnen zijn! En plotseling, heren, was er een toevloed van immigranten, onder de wet op het privébezit. Kleine boeren, de vroegere bewoners, werden eruit gegooid wegens het niet-betalen van belastingen of verschillende andere redenen. Een paar van hen verdwenen of hebben hun gezinnen meegenomen. Het is verbluffend hoe snel dit land opgevuld en bebouwd werd. Maar nog steeds lieten de plantage-eigenaren en de veebaronnen hun vee op al dit vruchtbare land grazen ... En, zoals ik al gereleveerd heb, hebben vreemdelingen, die niet kunnen bewijzen, dat ze bijzondere zaken in dit deel van de wereld hebben, het klaargespeeld om onaangename "ongelukken" te krijgen - begrijp je wat ik bedoel? Je begrijpt nu natuurlijk wel, waarom ik hm - je vanavond geïnviteerd heb? Het land van Pierce - het land, dat hij precies op tijd gewonnen had vóór een onzalig ongeluk de vroegere eigenaar doodde - is tot nu toe met rust gelaten, omdat iedereen Shanghai Pierce kent en zijn reputatie. Rechter Benoit heeft onderhand ook gehoord van de verandering van eigenaar - voor zoverre hij en dat mens Lassiter zien, ben jij gewoon maar een van die miljonairs uit het Oosten, benieuwd om te zien wat je gewonnen hebt, maar niet al te geïnteresseerd. Je hebt natuurlijk een pracht van een voorwendsel om Baroque te bezoeken. En ze zullen je niet durven benaderen. Je kunt een excuus verzinnen om daar een poosje te blijven. Al wat we nodig hebben is een paar feiten, om die te koppelen aan wat we al weten. Een paar antwoorden op zekere raadselachtige vragen. En dan, wanneer ik alles aan de president uiteengezet zal hebben, kunnen wij binnentrekken.'
'En wat heb jij verdomme voor Dave gedaan? Of ben je niet van plan om iets te doen? Renate ... Je bent een verdomd koelbloedige bastaard, Jim! Ik vermoed, dat ik alleen maar geluk gehad heb, gedurende al de tijd dat ik voor je werkte, dat ik ...'
En toen herinnerde Steve zich het gevoel van de zweep op zijn blote rug en daarna de 'gevangenis' waarheen hij gezonden was - een zilvermijn die diep in de ingewanden van een berg reikte, waar hij vergeten was hoe daglicht eruit zagen gelijk een dier werd. Hij had toen geweten en was gewaarschuwd - juist als zij allemaal - voor de risico's die zij liepen. Het beroerde was, dat Dave zich teruggetrokken had omdat Renate dat wilde, maar zelfs daarom ... kon een man zich ooit terugtrekken uit dit bijzondere beroep, dat hij ooit aanvaard had? Werd hem dat toegestaan ? Er was die tijd geweest, niet zo lang geleden, dat Bishop hem in Mexico bezocht had; waar hij op zijn slinkse manier begon te vertellen wat er sedertdien allemaal gebeurd was. En dat alles had geleid, dat hij hier nu zat vanavond en luisterde naar wat Bishop te vertellen had.
'Het zijn slimme lui en ze hebben de plaatselijke justitie, wat die dan ook is, in hun zak. Er is een zekere kolonel Vance, hij is de commandant van het fort. Een man die op zijn carrière uit is, tot dusver heel zuinig op zijn reputatie; maar geld speelt een grote rol, vooral wanneer je de pensioengerechtigde leeftijd nadert. Zoals de meeste mannen daar, eet hij uit de hand van Antoinette Lassiter. Voor een weduwe is ze tamelijk jong en buitengewoon aantrekkelijk. En ofschoon Nick Benoit de hersens heeft, geloven wij, dat zij de ware macht en stuwkracht is achter alles wat daar aan de gang is. Benoit is de halfbroer van haar overleden echtgenoot. Ze zeggen bovendien dat hij méér dan half verliefd op Toni is. Zij vormt zowat zijn enige zwakheid - behalve nog een ...'
Dat ene, dat op het laatst nog was overgebleven, maakte de oppervlakkige coïncidentie bijna te veel om te geloven. Want Nicholas Benoit, de plaatselijke bolleboos, was toevallig gek op opera's. En in het bijzonder was hij weg van een zekere signorina Francesca di Paoli. De man aanbad haar. Hij bombardeerde zijn afgod met brieven en bloemen en kostbare cadeaus. Door grote bedragen uit te geven en gebruik te maken van zijn niet onaanzienlijke invloed, was hij erin geslaagd meneer Fields over te halen om zijn protegee te contracteren om in de opera van Texas te komen zingen.
Zoals Steve al wist zou haar reis door het Zuiden haar enorme bedragen opleveren - de enige reden waarom Francesca zich had laten overhalen om in zulke buitenplaatsen te zingen als: San Antonio, Austin, Houston, New Orleans en Natchez; daarna weer in Texas alvorens ze naar Californië vertrok en de betrekkelijke civilisatie van San Francisco.
Steve keek op van zijn spel kaarten en ontmoette de ogen van Bishop.
'Ik zal het je laten weten,' zei hij kortaf en vroeg zich af waarom hij eigenlijk niet meteen geweigerd had.
Met een nietszeggend gezicht begon Bishop op de bijzonderheden in te gaan. 'Alleen voor het geval dat,' zei hij. En voor iemand, die er niet genoeg van af wist, wist hij genoeg. Hij gaf een overzicht van de stad Baroque en de naburige steden. En namen - méér namen! En dan meer achtergronden.
'Dan heb je de Carters. Vroeger heetten die Cartier, maar de oude heer veranderde dat, nadat hij met de zuster van Benoit getrouwd was. De oudste zoon, Matthew, is zo'n onaangepaste opstandeling. Vogelvrij, sedert hij uit de oorlog terugkwam. Maar het is een feit, dat hij voor Toni Lassiter - mevrouw Antoinette Lassiter - bijna alles zou doen. Zij is geboren in Louisiana, niemand weet precies waar en wanneer. Ze kwam zo maar opdagen; blond, erg mooi, lachend - de oude John Lassiter had haar mee teruggebracht van een tocht, die hij vlak voor de oorlog gemaakt had. Toen ging hij mee de oorlog in en dat duurde niet lang. Zij nam de leiding over alsof ze ervoor geboren was. Ze zegt, dat haar familie vroeger een grote plantage had en dat ze weggelopen was van een klooster, waar ze haar in gestopt hadden en van het huwelijk, dat ze voor haar gearrangeerd hadden.'
'Het lijkt me, dat je al genoeg van die mensen afweet!' Tot verbazing van Steve was het Greg Porter, voor zijn vrienden Port, die de opmerking maakte met samengetrokken wenkbrauwen. Hij herinnerde zich ook, tamelijk laat, dat Port en Dave Madden heel lang kameraden geweest waren - ongeveer even lang als hij en Paco. En Paco lag in een ziekenhuis, vol kogelgaten.
'Maar we weten niet genoeg over wat ze nu van plan zijn. We vermoeden wel iets, maar we hebben geen bewijs.'
'En in de tussentijd is Dave aan het wegrotten in zo'n verdomde troep kettinggangers en zijn vrouw... zeg me eens, Jim, weet hij wat er met zijn vrouw gebeurd is?'
Denk je zelf maar eens in de plaats van Dave, dacht Steve bitter. En Ginny in plaats van Renate. Alleen was er toentertijd een revolutie aan de gang en misschien - maar dan ook maar misschien - wist Bishop het niet. Maar dat vervloekte koelbloedige brein van hem!
Wanneer hij zich in de plaats van Bishop indacht, veronderstelde Steve dat hij het wel kon begrijpen. Bishop kon Dave niet vrij krijgen, zonder dat er heel wat vragen gesteld zouden worden - waardoor mensen dingen zouden camoufleren, die ze van plan waren te gaan doen. En Renate was zo maar een vrouw, die de moeilijkheden waarin ze nu verkeerde zelf op haar hals had gehaald. Zonder twijfel zouden ze haar ook gadeslaan.
'Wanneer ben je klaar om te vertrekken?'
'Volgende week,' zei hij aan Bishop. 'Over zee. Je zult er nog wel van horen. Geef me alleen de namen van de contactpersonen en je kunt de opmerking, dat ik helemaal op eigen houtje werk, wel overslaan.' Zijn stem werd zachter en werd bijna achteloos. 'Ik zal dat feit heus wel in gedachten houden - en ik zal jou de feiten bezorgen die je nodig hebt. Maar jij moet er ook aan denken, Jim, dat ik op eigen verantwoordelijkheid werk.'