38
Verslaggevers mengden zich onder de aanzienlijke gasten aan boord van de snelle klipper, die juist herdoopt was in 'Lady Francesca' en een magnum champagne was zojuist door signorina di Paoli zelf tegen de wand stuk gegooid. De ceremonie was het begin geweest van feestelijkheden, die tot het ochtendgloren zouden duren, wanneer de laatste slaperige gasten naar de kust gebracht zouden worden vóór het schip met het tij mee uitzeilde.
Di Paoli was vanavond briljant, haar donkere ogen fonkelden als sterren, die boven het door lampen verlichte dek hingen en ze glansde met hetzelfde geheime vuur als de enorme smaragd, die haar ene slanke vinger naar beneden scheen te trekken.
Luigi Rizzo, de manager van Francesca, zag er uit als een ongelukkige walrus met zijn hangsnor en hij koesterde talloze glazen wijn. Bertram Fields, die meevoer, behield zijn gewone onverstoorbare houding en gaf geen commentaren aan de verslaggevers, die hem ondervroegen; maar voor deze keer was di Paoli heel gracieus toen de verslaggevers haar omringden en haar indringende persoonlijke vragen stelden.
'Signorina, die werkelijk prachtige ring - dat is toch geen verlovingsring, is het wel?'
Francesca schonk de man haar mysterieuze Botticelli-glimlach.
'O, nee! Dat is - nog ... niet.'
Ze vielen op die laatste kleine aarzeling aan.
is het waar, dat de smaragd een cadeau is van een heer uit Californië?'
'Het was het cadeau van een ... vriend.'
'Zal meneer Morgan u de gehele reis naar Austin vergezellen, signorina?'
De glimlach van di Paoli krulde omhoog, toen ze een ogenblik haar ogen neersloeg.
'Waarom vraagt u het hem zelf niet?'
Steve Morgan, lang, met een ontspannen uiterlijk in een donker pak van onberispelijke snit, een rijk-geborduurd brokaten vest onder zijn jas, vertoonde zijn gebruikelijke tamelijk cynische glimlach aan de verslaggevers.
ik ga voor zaken naar Texas, heren.'
'Zaken voor meneer Gould?' waagde één verslaggever, brutaler dan de rest, te vragen.
Steve trok een wenkbrauw op.
'Heren, meneer Gould behandelt zijn eigen zaken en ik de mijne. En, als u me nu wilt excuseren ...'
'Wanneer wordt uw vrouw in de Verenigde Staten terugverwacht, meneer?' De vraag was afkomstig van een jongeman met een verwarde haardos en een brutale grijns.
'Wanneer ze klaar is om terug te komen.'
Het gezicht van Steve Morgan was niet veranderd; zijn toon klonk nog steeds lichtelijk geamuseerd. Met een beleefde buiging van zijn hoofd, ging hij weg en liet de verslaggevers gegroepeerd rond de stralende prima-donna, die het object was van zoveel nieuwsgierigheid.
'Signorina di Paoli - neemt u me de vraag niet kwalijk ...' een tamelijk verlegen journaliste, die vlak bij de zangeres stond, liet haar stem dalen. 'U bent overal in het openbaar met meneer Morgan gezien — is het waar dat u verliefd op elkaar bent?'
Francesca wierp de vrouw een bedeesde, half-sensuele glimlach toe.
'Toevallig stellen we erg veel prijs op elkaars gezelschap.'
'Maar is hij... er gaan geruchten, dat hij van plan is van zijn vrouw te scheiden,' hield de vrouw aan en herinnerde zich de instructies van haar hoofdredacteur.
'Een heer laat zijn vrouw de echtscheidingsprocedure beginnen.' De stem van de signorina was lichtelijk verwijtend, toen ze overeind kwam en hen allen gracieus wegzond.
Niet alleen de verslaggevers maar ook de schandaalmakers en de roddelaars beleefden een grote dag.
'Heb jij gezien hoe hij haar arm vasthield, alsof hij haar eigenaar was?'
'Aha, maar de manier waarop hij naar haar kijkt! Lieve, ik moet bekennen dat die donkerblauwe ogen van hem in dat gebruinde gezicht me uitgesproken rillingen bezorgen ...'
'Wat een goddelijk mooi, wat een goddelijk geknipt paar vormen die twee, dat is wel zeker!' zuchtte een sentimentele vrouw; en haar buurvrouw, minder sentimenteel, fluisterde vol betekenis: 'Maar heb jij gezien, dat zijn schoonvader - senator Brandon; je hebt hem natuurlijk ontmoet - vanavond niet aanwezig is? Nogal raar, vind je niet?'
Senator Brandon, die al eerder op de dag afscheid van Steve had genomen, was opzettelijk weggebleven van die doopceremonie, om door zijn aanwezigheid de zeereis, die Francesca en Steve gingen ondernemen, niet te sanctioneren. Wat zou Ginny, en vooral, wat zou Sonya zeggen?
'Wanneer Ginny verwacht, dat ik me als een echtgenoot gedraag, dan kan zij maar beter beginnen zich als vrouw te gedragen,' was het nogal dubbelzinnige commentaar dat Steve met een onverschillig optrekken van zijn schouders, geuit had. En met een gevoel, dat hij zijn plicht gedaan had door een laatste, halfzachte protestuiting, had de senator verder niets meer gezegd.
'La Francesca' begon haar zeereis. Het feest aan boord was nog steeds aan de gang toen Brandon zich in zijn studeerkamer terugtrok met een glas whisky om een volgende brief aan zijn vrouw te sturen. Hij had de plattegrond van het schip bestudeerd en hij wist, wat de enkele selecte gasten, die uitverkoren waren om de reis mee te maken, eveneens opgemerkt hadden. De luxueuze staatsiehut van de signorina di Paoli, speciaal gedecoreerd in haar geliefkoosde kleuren, lag vlak naast de meer sobere hut van de eigenaar ...
De deinende, zacht wiegende beweging van het schip leek een nieuwe dimensie toe te voegen aan hun vrijerij, terwijl het schip de Sound uitvoer en haar elegante lijnen van haar boeg naar de open zee wendde.
Beweging volgde op beweging, terwijl hun lichamen samenkwamen en zich weer verwijderden en weer opnieuw zich bijeenvoegden. Het licht van de open patrijspoorten viel over het bed en de vingers van Steve trokken langs de omtrek van haar gezicht, heel lichtjes, alsof hij het in zijn geheugen wilde prenten.
'Je hebt het meest volmaakte, mooiste gezicht, dat ik ooit gezien heb, mi amore. Als een madonna, vervaardigd uit porselein. En je haar is als zijde.’
Het klonk alsof hij haar voor de eerste keer ontdekte - of dat hij afscheid nam - en Francesca voelde een plotselinge steek van angst, gemengd met enige wrevel, dat hij - na hun liefdesspel - zich zo gemakkelijk van haar kon losmaken. Langzaam liet ze haar ogen opengaan om in de zijne te kijken.
'En jij? Ik heb iemand horen zeggen, dat je een piraat bent, een zeerover. Ga je me ontvoeren? Ik geloof, dat ik dat prettig zou vinden ... Waarom neem je me niet mee naar Mexico?' Ze begon hem te kussen, plagend, smekend.
'Je gaat me niet tot iets overhalen door die achterbakse vrouwelijke trucjes van je,' zei hij ruw, maar zij voelde zijn vingers langs haar blote schouders omhoog kruipen om zich vast te grijpen in de dikte van haar haren.
Ze bewoog haar lichaam naar het zijne in een beweging, die tegengesteld was aan de deining van de oceaan, die hen beiden wiegde en fluisterde: 'Alsjeblieft?' vóór ze hem kuste.
Hij kuste haar bijna ruw terug en smoorde haar protesterende uitroep. Hij kuste en kuste haar tot ze amper meer kon ademen en ze een gevoel kreeg of ze verdronk. En ze klemde zich aan hem vast, blindelings, ze vergat alles behalve het gevoel dat zij zou krijgen, wanneer zijn lichaam het hare in bezit nam ...
Senator Brandon verzond weer een brief naar zijn vrouw, de krantenknipsels, die hij deze keer insloot betreffende het feest aan boord, maakten het pakje nog dikker dan het vorige. De 'Lady Francesca' voer in volmaakt weer langs de kust en maakte een recordtijd.
Bertram Fields zag hoe Francesca van dag tot dag meer en meer begon te stralen en innerlijk begon hij zich zorgen te maken, ofschoon het uiterste, dat hij zich veroorloofde tot Francesca te zeggen, een gemompeld: 'Wees voorzichtig, Principessa. Jouw bandiet houdt zich niet aan de regels.'
Maar Costanza durfde tegen haar 'bambina' wél ronduit te praten. 'Je gaat verliefd worden. Nee - dat kun je niet ontkennen, niet tegenover mij, die jouw kindermeisje geweest ben, sedert je zó groot was! Denk je soms, dat ik je niet gadegeslagen heb met de anderen en nu gezien heb dat het heel anders is? Je moet voorzichtig zijn, cara mia!'
'Hij begint me te waarderen - we praten met elkaar, Costanza! Hij respecteert het feit, dat ik verstand heb en dat ik mijn eigen weg in het leven gevonden heb. Ik geloof...'
'Jij bent verliefd,' zei de oude vrouw vlakweg en Francesca schudde haar hoofd, sloeg haar handen rond haar knieën, iets, dat ze al deed toen ze nog een kind was en een standje kreeg.
'Nee! Nee, ik ben niet verliefd! Dat wil zeggen ... we spelen een spel, wij tweeën, en ik geloof, dat het gaat om te ontdekken wie van ons sterker is en wie het eerst zal toegeven ... En ik vraag me af, Costanza, wanneer dat gebeurt, wat dan? Begrijp je? Mijn muziek, die mijn leven geweest is, die mijn leven is! En hij is een man, die eisen stelt en zijn eigen manier van leven wil leiden - hoe moet dat eindigen? Als het bij ons ooit zou beginnen? Die liefde, waarvoor ik zo bang ben.'
Ze spreidde haar armen uit in een gebaar van onzekerheid.
'Ach, Costanza, maak me geen verwijten! Het is nu genoeg, dat we plezier met elkaar hebben, misschien is het een beetje meer dan dat. Zie je, ik wil hem hebben en ik zal hem niet laten gaan ... nog niet!'
'En zijn vrouw, met wie hij in de kerk getrouwd is? Ben je vergeten, dat hij haar toebehoort, wanneer jij praat over hem niet te laten gaan?'
De stem van de oude vrouw klonk onverzoenlijk; haar zwarte ogen keken vurig in die van haar beschermelinge, en zagen daarin de verraderlijke flitsen van woede oplichten.
'Zijn vrouw? Bah!' Francesca knarste op haar tanden. 'Ze verdient geen man, wanneer ze die niet kan houden! Waarom is ze naar Frankrijk gegaan? Waarom is ze daar nog steeds? Als Stefano haar echt terug zou willen, zou hij haar achterna gegaan zijn om haar terug te halen, in plaats van hier bij mij te blijven. En hij is dat soort man, weet je.'
'Dus nu denk je aan een huwelijk, is het niet? Wanneer hij zich voor jou van zijn vrouw laat scheiden, wat zul je dan doen? Denk jij, dat hij jou zal trouwen? Jij dwaze stijfkop? Ben jij bereid om alles op te geven en dik te worden en veel bambini te krijgen?'
Wild zei Francesca: 'Wie praat er over trouwen? Ik denk aan nu, nu! Wat we nu in elkaar gevonden hebben is genoeg!'
Het werd heet en vochtig in de Golf van Mexico en toen de snelle China-klipper zijn passagiers aan wal zette even buiten Matamoros - want Francesca had, verbluffend genoeg, Steve weten over te halen om een kleine omweg naar Mexico te maken - voelde Francesca zich alsof zelfs haar kleren gekrompen waren.
'Ik heb je gewaarschuwd, cara. Van hier uit is het een ongemakkelijke reis over land naar de haciënda van mijn vriend bij Monterey. Weet je wel zeker, dat je niet liever wilt omkeren en teruggaan naar New Orleans?'
'Ik ben de hitte gewend. En Costanza ook. Zolang jij maarzeker weet, dat je genoeg wagens kunt huren om al mijn koffers te vervoeren.'
Meneer Fields was in New Orleans van boord gegaan om voorbereidselen te treffen voor haar optreden in die stad en Francesca was daar blij om, want ze kon zich maar al te gemakkelijk voorstellen hoe hij zijn wenkbrauwen zou optrekken, terwijl hij zich over de hitte beklaagde of over de accommodatie in deze vervloekte stad. Maar ze was vastbesloten om Steve te bewijzen, dat zij het soort vrouw was, die alle ongemak en noodtoestanden onder het oog kon zien. 'Is dit echt ons land, Stefano? Is heel Mexico zo?'
'Matamoros ligt te dicht bij de grens om werkelijk representatief te zijn voor Mexico, schat. Daarom dacht ik, dat je het prettig zou vinden om eerst een poosje een bezoek te brengen aan de haciënda van mijn vriend.'
En plotseling kreeg ze spijt dat ze hem overgehaald had tot deze verandering in hun plannen. Toen hij zich kleedde in de ruwe kledij van het Westen en een revolver op zijn heup droeg, had ze het gevoel alsof hij zich moedwillig in een vreemdeling veranderd had. Hij had gezorgd voor een passende accommodatie - de beste, die in deze smerige stad te vinden was - maar hij was in gedachten verzonken geweest sedert ze onverwacht tegengehouden waren door een grijnzende kapitein van de Rurales, die Steve als een oude vriend begroette - en hij had haar gedurende het gehele snelvuur- gesprek, dat ze niet kon begrijpen - volslagen geïgnoreerd.
Francesca was nog meer verstoord, toen ze de volgende morgen heet en transpirerend wakker werd en tot de ontdekking kwam, dat Steve al heel vroeg weggegaan was met diezelfde Capitan Altamonte.
'Hij was gekleed als een banditti, met twee revolvers in plaats van één,' had Costanza gemopperd. 'Wat is dit een verschrikkelijke plaats!'
'O, houd op!' Haar eigen boosheid maakte Francesca scherper van toon dan anders. 'Heel Mexico is niet zo - en hij zal gauw terugkomen!'
Hij kwam echter pas laat in de middag terug en had hetzelfde donkere gefronste voorhoofd, dat Francesca had leren vrezen.
Maar tegen die tijd was ze zelf erg boos en onderbrak haar koortsachtige ijsberen door de kleine kamer om hem aan te staren met haar flitsende zwarte ogen.
'Ik ben over de grens geweest, naar Brownsville,' zei hij en voorkwam daarmee haar woedende vragen. 'Het spijt me, 'Cesca. Ik heb een paar mensen ontmoet die ik vroeger gekend heb.'
'Jij - spijt het jou? Nou, ik ...'
Hij onderbrak kortaf haar woorden en zei effen: 'Het spijt me, dat ik je hier gebracht heb. Het was onvergeeflijk van me om niet eerst geïnformeerd te hebben. Er heerst overal tyfus.'
Hij was door de zon verbrand en zag er vermoeid uit, zijn stem had afwezig en nadenkend geklonken, alsof hij in zichzelf praatte.
Francesca vergat haar woede, gooide zich tegen hem aan, maar hij hield haar ongeduldig op een afstand en zijn stem werd ruwer.
in godsnaam! Ik heb vandaag iemand gesproken die tyfus had en hij stierf - alleen, verdomme, ik wist niet waaraan hij stierf tot heel veel later. Blijf van me weg tot ik een bad genomen heb en me verschoond heb, wil je?'
Ze trok zich onwillig terug naar het andere einde van de kamer en keek hem hongerig aan, terwijl hij de stoffige kleren van zijn lichaam trok, ze in een slordige hoop op de vloer gooide en de jonge vrouw negeerde, die giechelend heet water binnenbracht om zijn zinken badkuip te vullen.
'Laat me je helpen - ik kan je rug schrobben. Stefano, dit is allemaal zo dwaas! Al die voorzorgen, alleen omdat je met een man gepraat hebt ...'
'Die dood is door de tyfus. Blijf van me vandaan tot ik schoon ben, 'Cesca. Ik meen het.'
Ze staarde hem ongelovig aan.
'Maar je ... we gaan toch niet weg? Zo vlug nadat we aangekomen zijn? We kunnen ergens anders heen gaan.'
'We gaan vast en zeker weg, zo gauw jouw kamenier ingepakt heeft!'
Zijn stem was weer hard geworden, onbuigzaam. 'Je kunt met mij argumenteren zolang je wilt, de hele weg terug naar het schip en tot we in New Orleans zijn, als je dat leuk vindt. Maar we gaan hier weg vóór zonsondergang.'
Hij stapte uit de badkuip, het water droop van zijn lichaam en Francesca gooide hem werktuiglijk een handdoek toe, terwijl haar geest nog steeds bezig was om in zich op te nemen wat hij gezegd had en wat hij vast van plan was.
Tot haar ergernis constateerde zij, dat ze zich afvroeg hoe zijn vrouw gereageerd zou hebben.