48

 

Toevallig was rechter Benoit de eerste burger van Baroque, die voorgesteld werd aan de nieuwe eigenares van de plantage van Desmoulins. 'De inboorlingen,' noemden de soldaten van de Noordelijken de ingezetenen van de provincie, maar de rechter, die in het Oosten opgevoed was, nam een bijzondere plaats in en zelfs de immigranten waren gedwongen hem, zowel als de beslissingen die hij in de rechtszaal nam, te accepteren.

Er was niets ongewoons in het feit, dat Nicholas Benoit te dineren gevraagd werd bij de Belmonts. Hij was dikwijls hun gastheer geweest tegelijk met de andere hoofdofficieren en hun vrouwen in zijn magnifiek gemeubileerde huis. Maar zoals hij kwaadaardig aan Toni had uitgelegd, was dit een speciale gelegenheid; en de Belmonts, door hem uit te kiezen, maakten hem daarmee openlijk een compliment. Benoit besloot dat, wanneer zich een gelegenheid zou voordoen, hij de gastvrijheid van de kolonel zou belonen met het laten vallen van enkele wenken - heel discreet, dat zeker; maar misschien zou kolonel Belmont, een geharde, door de wol geverfde officier van West Point, hem de kosten besparen van het huren van het bureau Pinkerton.

'Aha, bent u daar, rechter! Blij u te zien!' De begroeting door kolonel Belmont was uitbundig en vriendelijk. 'U kent iedereen hier neem ik aan? Behalve dan senor Ortega - een neef van mevrouw Morgan.'

Een lange man met een blanke huid, met een scheiding in het midden van zijn blonde haar, bracht zijn hakken bij elkaar en boog ernstig toen hij de kennismaking bevestigde in foutloos Engels. 'Er gaan geruchten, dat senor Ortega de volgende Mexicaanse ambassadeur in Washington zal zijn, is het niet?' Kolonel Belmont kwam in zoverre uit de plooi, dat hij Nicholas Benoit een discrete oogknip gaf, terwijl Renaldo Ortega een afwerende beweging met zijn lange, goedverzorgde hand maakte.

'U bent buitengewoon complimenteus, kolonel. Maar werkelijk - ik ben alleen maar hier om iets van uw cultuur en gebruiken in me op te nemen en als escorte voor mevrouw Morgan dienst te doen.'

'Ik weet zeker, dat u benieuwd zult zijn om onze eregast te ontmoeten, rechter. Ik heb al gememoreerd, dat u een grote hulp zoudt kunnen zijn - indien u althans de tijd ervoor zoudt hebben. Uw advies is voor mij altijd zeer waardevol, evenals het dat was voor mijn voorganger. Ze komt zo meteen beneden. Ze is even met mijn vrouw en de andere dames naar boven om zich op te frissen na de rit hierheen.'

Naderhand kon Nicholas Benoit zich niet meer indenken welk beeld hij zich eigenlijk van Virginia Morgan gevormd had. Hij herinnerde zich zijn vage mededeling aan Toni, dat hij meende dat ze rood haar zou hebben en kon zich om de oren geslagen hebben wegens zijn eigen gebrek aan opmerkingsvermogen, want hij was een man die er prat op ging bijzonderheden op te merken, die andere mensen ontgingen - afgezien nog van het feit, dat hij een vrouwenkenner was. Misschien had Toni zelf hem van zijn stuk gebracht met haar snijdende commentaren, dat een vrouw die door haar man genegeerd werd, lelijk en slonzig moest zijn.

Rood haar, inderdaad! Hoe had hij zich zó kunnen vergissen? Haar haren hadden de kleur van bleek-glanzend, nieuw aangemunt koper en waren modieus opgemaakt - het kapsel liet de oren vrij, waarin smaragden fonkelden - om in dikke, glanzende krullen neer te vallen op haar schouders en haar rug. Hij vermoedde, dat wanneer dat haar geborsteld werd, het dik en zwaar tot op haar middel zou hangen. Gewend aan mooie vrouwen kon Nicholas niettemin niet beletten, dat hij zijn adem inhield, toen hij haar naar beneden zag komen, één gehandschoende hand op de leuning, haar gezicht licht afgewend toen ze lachte om iets wat mevrouw Belmont gezegd had.

Later merkte hij haar ogen op, toen zij aan elkaar werden voorgesteld. Licht omhooggetrokken aan de hoeken, kwamen ze precies overeen met de kleur van haar smaragden en waren even fonkelend. Had hij het opnieuw mis of droeg haar stem werkelijk een spoortje van een accent?

Mijn God, wat was ze mooi! En die hartstochtelijke sensuele mond - hij vroeg zich af of Ortega haar minnaar was. Toen hij over de hand boog die zij hem toestak, voelde Nicholas Benoit voor de eerste keer iets meer dan een gewone nieuwsgierigheid omtrent de echtgenoot van deze vrouw, wiens naam in verband gebracht werd met die van prinses di Paoli. Waarom verkoos zij haar schoonheid en elegance te verbergen in dit afgelegen deel van Texas?

>Zijn zorgvuldig verhulde vragen leverden een korte zucht op en haar groene ogen werden donkerder.

'Maar hebt u dan nooit het verlangen gehad naar afzondering? Om alleen te zijn, om te kunnen denken en om besluiten te nemen? Ik heb genoeg gehad van grote steden en een beleefd gezelschapsleven, meneer Benoit.' Ze schonk hem een weemoedige glimlach. 'En ik geloof, dat u het begrijpt of ik zou niet zo openlijk tot u spreken!'

Ginny was opzettelijk van plan geweest om Nick Benoit te verblinden ofschoon ze een nog groter hekel aan de man had dan vóór ze hem ontmoette. Het was een krachttoer, maar ze glimlachte en vleide hem zonder dat het merkbaar was. Hij was ook zo ijdel!

Meneer Bishop had haar gewaarschuwd om rechter Benoit in geen geval te onderschatten en daarom paste ze zorgvuldig op, dat ze niet met hem flirtte, maar beurtelings weemoedig en bezadigd deed, terwijl ze hem tegelijkertijd toonde dat ze geen hersenloze pop was.

Door bemiddeling van de alomtegenwoordige meneer Bishop hadden ze tevoren afgesproken, dat Ginny en de vrouw van kolonel Belmont, Persis, verondersteld werden elkaar al eerder gekend te hebben uit de tijd, dat de kolonel gestationeerd was aan de Presidio te San Francisco. En Nick Benoit geloofde dat, vooral toen hij zag hoe vriendelijk de beide vrouwen tegen elkaar waren.

Later, na het diner, toen de laatste gasten vertrokken waren, vroeg Persis Belmont lachend: 'En ... wat vind je van hem?'

'De plaatselijke Machiavelli? Hij ziet er wel naar uit!' antwoordde Ginny, die zich van de spiegel afwendde. Ze zag de spottend opgetrokken wenkbrauw van mevrouw Belmont en moest ondanks zich zelf lachen. 'Jij mag hem ook niet erg graag, is het wel?'

'Maar jij hebt hem betoverd! Maar wees voorzichtig, alsjeblieft! Rodney zal nooit tot generaal bevorderd worden, wanneer er met jou iets zou gebeuren!'

'O, maar dat gebeurt ook niet. Ik zal doorgaan charmant te zijn tot, ik erbij neerval. Ik ben ook al gewaarschuwd door meneer Bishop, zie je.'

Het was voor de beide vrouwen gelukkig erg gemakkelijk om elkaar te mogen. Persis Belmont was de dochter van een professor en ze was op latere leeftijd getrouwd, na de dood van haar vader. Ze was geestig, had een droog gevoel voor humor, dat ze terwille van haar man trachtte te onderdrukken; en omdat ze bovendien een intelligente vrouw was, kon de kolonel haar absoluut vertrouwen en op haar discretie rekenen. Persis hield niet van Toni Lassiter en ook hier troffen Ginny en zij elkaar op gemeenschappelijk terrein.

'Zij is het soort vrouw, die andere vrouwen niet kunnen uitstaan!' zei mevrouw Belmont heftig. 'En ze heeft voor vrouwen ook geen tijd - ze concentreert haar charmes op mannen. Ze is natuurlijk heel mooi - maar ze slaat er geld uit. En zelfs wanneer ze glimlacht, blijven haar ogen kil. Rodney zegt, dat ik meer werk van haar zou moeten maken, maar ik ... ik kan het gewoon niet! Misschien komt het, omdat ik haar op dezelfde manier naar hem heb zien kijken als ze naar kolonel Vance keek, en die had ze om haar pink gewonden!'

Persis Belmont was uitgehongerd naar conversatie met een vrouw van haar eigen achtergrond en opvoeding en bovendien: men had haar niet alles verteld. Vandaar dat Ginny heel terloops kon zeggen: 'Maar is die mevrouw Lassiter de enige presentabele vrouw van de plaatselijke bevolking? Er zijn toch ...'

'Natuurlijk zijn er nog meer vrouwen. Maar de meesten zijn heel rustig, onelegant en ze zijn bang. Vriendelijk zijn ze ook niet. Ik vrees, dat ze ons beschouwen als bezetters. Ofschoon: je hebt dat meisje van Carter. Haar moeder was een Lassiter, maar de oude heer onterfde haar toen ze wegliep. Het grootste lopende schandaal is, dat de uitvoerder van Toni Lassiter belangstelling voor Missie Carter toont, ofschoon ze net zeventien is en in veel opzichten nog een kind. Hij had Toni zelfs overgehaald om rechter Benoit zover te krijgen, dat hij de Carters toestemming gaf zich weer op hun vroegere boerderij te vestigen. Op een of andere manier betaalden zij de achterstallige belasting en er waren mensen, die daarmee niet al te gelukkig waren. Maar wij zijn alleen maar hier om de orde te handhaven. Rodney zegt, dat we ons niet met de zaken van die mensen moeten bemoeien, behalve de orde bewaren. Ofschoon ik moet zeggen,' Persis Belmont beet even op haar onderlip, 'deze uitvoerder, een man, die ze Manoio noemen, is een hele lastpost. Hij is gemeen - ook veel te vlug met een revolver. En ik heb horen vertellen, dat hij een halve Comanche is. Hij ziet eruit - angstaanjagend! Rodney zegt, dat hij achter de tralies thuishoort als een wild dier. Juist het soort man dat aantrekkelijk is voor Toni Lassiter, denk ik. Maar het verbaast me, dat Joseph Carter hem in de buurt van zijn dochter toelaat.'

De volgende dag gingen ze rijden, Persis Belmont en haar nieuwe vriendin. Geëscorteerd door tien soldaten, dacht zelfs kolonel Belmont dat ze veilig genoeg waren. Het was de licht ontvlambare Joe Junior, die te paard toezicht hield op de paar stuks vee, die ze uit de eilanden in het moeras gehaald hadden, die hen het eerst zag; en toen zijn eerste wrevel bij de aanblik van de blauwjassen, die op hun gemak door hun land reden, voorbij was, stond hij met stomheid geslagen door de schoonheid van de jonge vrouw, die naast mevrouw Belmont reed.

'Het spijt me - zijn we op verboden terrein?' riep zij uit nog vóór hij woorden had kunnen vinden. 'We zochten alleen maar naar een kortere weg naar de rivier - het spijt me, dat die niet op mijn land loopt.' Toen glimlachte ze tegen hem zodat de zweetdruppels uit elke porie van zijn gezicht kwamen en voegde er verontschuldigend aan toe: 'Ik ben Virginia Morgan. Ik kom een poosje wonen op het land, dat eerst van meneer Pierce was. En daarvoor was het de plantage van Desmoulins. Ik vermoed, dat wij buren zijn - denkt u, dat u ons kun excuseren en dit als een formeel bezoek beschouwen?'

Zo, dat was zij dus! De geheimzinnige vrouw van de miljonair, waarvoor ze door Manoio gewaarschuwd waren. Joe trok zijn hoed van zijn hoofd, zijn gezicht was nog steeds rood. Met de mond vol tanden zocht hij naar woorden en had slechts verwarde gedachten: 'Maar ze is zo jong! En zo mooi, dat het onmogelijk lijkt, dat ze getrouwd zou zijn - en het is een dame, helemaal niet wat zij dachten, dat ze zou zijn.'

Eindelijk kreeg Joe zich weer genoeg in de hand om hen uit te nodigen mee naar huis te gaan. Hij wist niet wat hij anders moest doen, zoals hij later aan Pa en Matt uitlegde. Niet dat Pa veel te vertellen had: en zelfs Matt, ofschoon hij binnensmonds wat sputterde, kon het feit niet verbergen, dat hij onder de indruk was. Missie was nog het meest opgewonden, de sproeten tekenden zich duidelijk in haar gezicht af ondanks alle komkommer en karnemelk, die ze de laatste tijd gebruikte. En het was Missie, die niet de toestemming van Pa afwachtte, maar aanbood om de dames naar de rivier te begeleiden, - zodat mevrouw Morgan kon zien hoe die eruit zag.

Missie wist voldoende om ze ook niet verder te brengen - en in elk geval was Missie toch al helemaal opgewonden en haar groene ogen leken meer en meer op die van een kat, sedert Manoio haar die gekke ring gegeven had, die hij aan zijn vinger droeg. Die hing nu aan een lint om haar hals en ze speelde er zenuwachtig mee, terwijl ze met de dames sprak.

'Och, wat is het hier mooi en vredig!' zei mevrouw Morgan toen ze de rivier voor het eerst zag.

'Vind jij dat werkelijk vredig en mooi?' vroeg Persis Belmont met een lichte huivering, ik moet bekennen dat ik de woeste bergrivieren van Colorado en Californië prefereer. Deze knoestige, grotesk uitziende bomen, ze jagen me bijna schrik aan. En daarginds zijn gevaarlijke moerassen.'

Zonder aan haar manieren te denken, zei Missie snel: 'Maar de moerassen zijn helemaal niet zo verschrikkelijk, niet als je weet waar je moet lopen!' Toen bloosde ze opnieuw en haar vingers trokken nerveus aan het lint rond haar hals en de ring, die hij haar gegeven had, juist alsof ze zijn geliefde was.

En het was niet allemaal verbeelding, hield ze zich trots voor. Sedert die avond, dat hij Dave Madden en die andere arme kerels bevrijd had en ze zich tegen hem aan geworpen had en zijn stoppelige gezicht gekust had, omdat ze zo blij was hem veilig terug te zien en omdat ze de goede woorden niet kon vinden om te zeggen hoe gelukkig ze was - had hij haar anders aangekeken! Dat had hij! De lichte verandering in zijn manier van doen had Missie in het begin raadselachtig en verwarrend toegeschenen, tot ze op een goede dag, terwijl ze aan het praten waren, het als een vreugdevolle ontploffing tot haar doordrong, dat Manoio opgehouden was haar als een vervelend, achterlijk kind te behandelen.

Hij bracht boeken voor haar mee, waarvan sommige, afkomstig uit de oude Lassiter nederzetting, aan haar moeder hadden toebehoord.

'Toni zal ze nooit missen,' zei hij en haalde zijn schouders op; en toen, met blauwe ogen die onbegrijpelijk en hard werden: 'Ze maakt zich niet moe met lezen.'

Missie las de boeken gretig - in het begin alleen omdat ze die van Manoio gekregen had en later omdat ze lezen prettig vond. En hij - Manoio - hielp haar met de moeilijke woorden en zinnen, die ze niet begreep. Hij was zelfs begonnen haar Frans te leren - echt Frans - dat totaal verschilde van het dialect uit Louisiana dat Pa en haar broers gebruikten. Hij leunde dan met zijn rug tegen zijn geliefde boom, zijn ogen vertoonden kraaienpootjes, wanneer ze een woord verkeerd uitsprak.

Op dit soort ogenblikken lachte hij tegen haar - waarbij de lach tot zijn ogen reikte in plaats van een smadelijk optrekken van zijn lippen - zodat Missie alles vergat wat ze over hem zeiden, dat hij een vogelvrijverklaarde was en een moordenaar zonder geweten en zelfs het feit, dat hij de minnaar van Toni was. Ze merkte dat zij verliefd op hem werd, hoewel ze hem eigenlijk niet kende; en de gedachte joeg haar angst aan, ondanks dat het haar een ademloos, zweverig gevoel gaf.

Hij had de ring aan zijn vinger gehad, toen Teresita en zij hem vonden. De Indiaanse vrouw had haar later verteld, dat het een symbool van de Comanchen was - het Slangenvolk. Het was vervaardigd van een vreemd roodachtig goud, dat er bijna uitzag als koper, gemaakt in de vorm van een slang, met twee kleine groene stenen als ogen, waarvan Manoio haar later verteld had, dat het smaragden waren. Ze was door de ring gefascineerd en op die bepaalde dag, toen hij bij de rivier gekomen was met twee nieuwe boeken, had ze de verleiding niet kunnen weerstaan om de ring aan te raken - zich tegelijkertijd afvragend waarom de aanraking van haar vingers met die van Manoio, plotseling een rilling over haar rug deed lopen. Om haar verwarring te verbergen, zei ze snel: 'Het ziet er uit als een echte slang, is het niet? Zelfs de kleine, gesneden schubben.'

Plagend zei hij, dat het hem meer herinnerde aan een roodharige, groenogige vrouw.

Missie staarde hem met grote ogen aan.

'Bedoelt u iemand als ik? U hebt me groenoog genoemd, weet u. De eerste keer dat u mij ooit hebt gezien. Maar ik weet niet of ik het leuk vind om vergeleken te worden met die oude slang of niet!'

Hij grinnikte tegen haar. 'O, dat weet ik niet! Jij hebt hetzelfde puntige, driehoekige gezicht natuurlijk - maar ik moet toegeven, dat jij mooier bent!'

En toen, vóór ze nog een antwoord had kunnen verzinnen, had hij haar overbluft door de ring van zijn vinger te trekken en die achteloos in haar schoot te gooien alsof die niets voor hem betekende. De ring was nog warm van zijn vinger.

'Hier, kleine meermin van het moeras, houd jij die maar. Ik heb gemerkt dat ik er last van heb en dat hij in mijn overhemden blijft haken.'

Missie had zich de gewoonte aangewend om aan het groene lint rond haar hals te trekken, wanneer ze zenuwachtig was - en af en toe de ring aan te raken om er zeker van te zijn, dat die er nog was. Nu deed ze het weer en werd er zich verwarrend van bewust, dat zij weer verzonken raakte in een van haar dagdromen over Manoio en dat midden in een zin, die mevrouw Belmont zei. Wat zouden ze van haar denken?

Haar gezicht werd vuurrood. Missie keek van de een naar de ander, maar zag alleen twee lachende gezichten.

'Het... het spijt me, maar ik denk, dat ik niet goed geluisterd heb,' en bij elk woord dat zij stotterde, besefte ze, dat ze het alleen nog maar erger maakte. O, als de grond zich maar wilde openen en haar opslokken, nu, op dit ogenblik!

'Het is helemaal niet erg, wanneer je af en toe in dagdromen verzeild raakt, weet je,' zei mevrouw Morgan zacht. 'Ik herinner me, dat ik precies hetzelfde deed. In de achtertuin van het huis van mijn oom was mijn geliefkoosde appelboom, waar ik me verborg en alles droomde wat ik maar wilde, tot iedereen wist waar ze me moesten zoeken!'

Missie keek de glimlachende jonge vrouw dankbaar aan, zij kon maar een paar jaar ouder zijn dan Missie, al was ze dan ook getrouwd.

'In mijn geheime plek staat ook een grote oude boom. Maar mijn broers komen me altijd opzoeken ...' Missie snakte even naar adem toen de knoop die ze in het lint gelegd had, los ging. Ze lette niet op wat de dames zouden denken en greep met een zucht van verlichting de ring.

'Hier,' zei mevrouw Morgan en strekte haar kleine, gehandschoende hand uit om haar te helpen, waarbij ze zich voorover uit het zadel boog. 'Het is alleen de knoop maar - laat mij die maar weer even vastmaken.'

De ogen van Persis Belmont bleven nieuwsgierig op de ring rusten, die Missie zo zorgvuldig vasthield.

'Wat een prachtig vakmanschap!' zei ze plotseling. 'Hij is antiek, is het niet?'

Missie wist niet waarom ze zich gedwongen voelde een verklaring te stamelen, waarbij haar gezicht weer rood aanliep.

'Ik ... het is ... een vriend heeft me die gegeven. Het is het mooiste cadeau dat ik ooit gehad heb ... ik zou het niet kunnen verdragen, wanneer ik hem verloren zou hebben!'

'Ginny, ik geloof dat ze in het geheim verloofd is!' lachte mevrouw Belmont plagend maar toch vriendelijk; haar ogen twinkelden. 'Maak je maar geen zorgen, ik beloof je, dat we het aan geen mens zullen zeggen. Ik vind, dat elk meisje minstens een keer in haar leven in het geheim verloofd moet zijn.'

'O! O ja, hij is mooi en heel ongewoon van ontwerp.' Maar Missie was veel te opgelucht, terwijl ze de ring terug in haar blouse liet glijden om op te merken hoe zwijgzaam Virginia Morgan plotseling was geworden en hoe merkwaardig schril haar stem geklonken had.

Als Persis Belmont zich al afvroeg, waarom Ginny plotseling zo stil geworden was en zo graag hun rit wilde bekorten, stelde ze tactvol geen vragen. Maar sedert Ginny die ring gezien had ...

Smaragdjes gezet in het rode goud van de Zwarte Heuvels. Een ongewone ring, bedoeld voor een man om aan zijn pink te dragen. En het wasje reinste ondeugende impuls geweest, dat ze die voor Steve gekocht had, hoewel ze wist dat hij een hekel aan ringen had. Wanneer was hij begonnen die te dragen? En welke impuls had hem ertoe gedreven om die aan Missie Carter te geven?

'Het is nog een kind!' dacht Ginny boos. 'Zelfs hij zou toch nog een beetje fatsoen moeten hebben,' en toen herinnerde zij zich, dat hij helemaal geen fatsoen getoond had waar het haar betrof; en toen hij haar voor de eerste keer genomen had, was ze maar twee jaar ouder geweest dan Missie nu was. Ze herinnerde zich ook wat Persis haar gisteravond verteld had. Dat was een van de redenen geweest, waarom zij Missie Carter zelf had willen zien. Missie - die zij zelf had kunnen zijn toen ze zeventien was, nog steeds naïef en kinderlijk, haar hoofdje gevuld met romantische dromen. Tot ze door de tijd, en door Steve, veranderd was in de vrouw die ze nu was.

Voor de eerste keer keek Ginny de gedachte recht in het oog, dat Steve haar misschien niet eens zou herkennen, wanneer hij haar zag. En als hij zich haar herinnerde - zou hij haar nog willen hebben?