45
'Telkens wanneer die meneer Bishop "toevallig langs komt" gebeurt er iets. Het frappeert me, dat hij het soort man is die onvermijdelijk ontsporingen aanricht in onze overigens zo kalme levens.' De stem van don Francisco klonk droog en met opzet uitdrukkingsloos. 'Weet je zeker, dat je hem wilt spreken, Genia?' Hij voegde eraan toe, meer voor zich zelf dan voor de jonge vrouw, wier gezicht plotseling erg bleek was geworden: 'Ik vraag me af hoe hij ontdekt heeft, dat jij hier bent! Misschien kan ik beter Renaldo eerst met hem laten praten, om te ontdekken wat hij deze keer weer in zijn schild voert.'
Ondanks het feit dat hij het deed voorkomen alsof hij zo maar wat converseerde, was het de oude man toch opgevallen, dat zijn aangetrouwde kleindochter toch tekenen van agitatie vertoonde.
'U hebt hem toch niet weggestuurd? Is hij echt hier? Hij heeft nieuws van Steve - o, ik weet het! Waar is hij?' En toen, alsof ze zich iets herinnerde: 'Het spijt me, don Francisco. Maar wanneer meneer Bishop hier is, dan heeft dat een reden. En u hebt zich ook zorgen gemaakt, is het niet?'
Borstelige witte wenkbrauwen trokken zich fronsend samen boven blauwe ogen, die Ginny maar al te heftig aan Steve herinnerden.
'Die schurkachtige kleinzoon van me! Wanneer zal hij ooit eens tot rust komen? Hij had me bijna overtuigd dat hij veranderd was - en dan verdwijnt hij ineens zonder een woord te zeggen tegen wie dan ook ... Dus jij denkt, dat die meneer Bishop enig idee kan hebben over zijn verblijfplaats? Ik zie wel, dat je erg veel haast hebt om hem te spreken ... goed, ik zal je niet tegenhouden. Jaime heeft hem in mijn studeerkamer gelaten. Daar kun je ongestoord praten. Maar denk erom, ik geef je maar vijftien minuten alleen met hem! En je laat me weten wat zijn echte boodschap is - ik wil geen verder mysteries en geheimzinnigheden, is dat duidelijk?'
Ondanks zijn kortaangebondenheid en zijn voorgewende boosheid, had Ginny don Francisco voldoende leren kennen om te weten hoe ongerust hij was over de onverklaarde afwezigheid van Steve. In het begin had ze gedacht dat hij alleen maar trachtte haar te ontlopen maar zelfs Sam Murdock ontkende enige kennis van Steve's verblijfplaats of waar hij uithing of van zijn plannen. En nu, nu kwam Jim Bishop zo maar uit de lucht vallen. Of was dat geen toeval?
Ze stond al op, terwijl haar hart angstaanjagend bonsde en Ginny's eerste impuls was om van de kleine patio weg te gaan, waar ze had zitten rusten onder het voorwendsel een boek te lezen, zonder een bladzijde te zien.
Nu de scherpe blauwe ogen van don Francisco haar gadesloegen onder zijn neergeslagen oogleden, deed ze een vastberaden poging om zich in te houden. Het ging niet aan om Jim Bishop te laten merken, hoe ellendig en verward ze zich gevoeld had sedert ze met de tweeling in Mexico was aangekomen, zonder te weten waarin ze terechtkwam of wat de toekomst haar brengen zou. Sedert haar vader geschreven had dat Steve plotseling uit het gezicht verdwenen was nadat hij prinses di Paoli op een zeereis had meegenomen, had ze niet geweten wat ze moest denken.
De argumenten van haar tante Celine en van Pierre, die gewild hadden dat ze in Frankrijk bleef, hadden geen invloed op Ginny's besluit uitgeoefend. Ze zeilde van Frankrijk naar Vera Cruz en had een toevlucht gezocht in de kleine haciënda, waar ze voor het eerst met Steve herenigd was na de angstige maanden, waarin ze hem dood gewaand had en ze was nu weer gegaan ondanks de smekende brieven van Sonya en haar vader om naar huis terug te keren.
Maar ze herinnerde zich Mexico - althans dit gedeelte van Mexico - met liefde, toen ze aan Sonya schreef: ik wil niet dat mijn kleintjes blootgesteld worden aan kletspraatjes, aan al die smerige rommel, die ze in de kranten drukken en de oude vrouwen, die op hun vingers zitten na te rekenen. Nee, het kan me niet schelen als de mensen zich afvragen waarom ik naar Mexico gegaan ben. Het spijt me, Sonya. Maar ik ben te zeer gewend om mijn eigen zin te doen!'
Beide kinderen herinnerden haar, op hun miniatuurmanier, aan Steve. Haar zoon had donkerbruin haar, doorschoten met koper, zodat het bijna brons leek en haar ogen. En haar dochter, Laura Louise, had de kleur van Steve, zowel de ogen als het haar. Zou Steve dat zien?
Ze was verhuisd naar de grote estancia van don Francisco op diens aandringen. Zij verzoek werd haar overgebracht door haar vriend, Renaldo Ortegea en als ze de tweeling niet gehad had om haar eraan te herinneren, had ze bijna het gevoel kunnen hebben dat de tijd teruggedraaid was en blijven staan. Ze had dezelfde suite, die ze al eerder gebruikt had, de kamers, die van Steve's moeder geweest waren. De tweede slaapkamer werd nu in beslag genomen door de kinderen en hun kinderjuffrouw in plaats van door een duena. Ze herkende de bedienden nog, die vroeger in het huis gewerkt hadden en precies zoals het vroeger geweest was, zat ze in zekere zin op de terugkeer van Steve te wachten.
Tevergeefs probeerde zij zich wijs te maken, dat ze nu de kinderen had om voor te zorgen - de tweeling waarvan ze zich nog steeds niet kon voorstellen, dat zij die geproduceerd had, al was ze ook enorm opgezet geweest gedurende de twee laatste maanden van haar miserabele zwangerschap.
'Eén van elk, madame! Wat een geluk!' had de vroedvrouw gezegd, toen Ginny haar ogen weer opende en zich afvroeg waarom die helse pijn haar niet gedood had. 'Hun vader zal erg trots zijn.'
Steve. Zou hij trots zijn? Zou hij zelfs geloven, dat de kinderen van hem waren?
Don Francisco althans twijfelde niet aan het vaderschap van de kinderen! Hij had haar een miniatuur van zijn eigen dochter gegeven, de moeder van Steve, geschilderd toen ze nog een baby was en dat had haar Laura Louise kunnen zijn met inbegrip van de donkerblauwe ogen.
Ze zou het Steve laten zien, wanneer hij terugkwam. Maar zóu Steve terugkomen? Waar was hij heengegaan toen hij zijn minnares verliet? Die vragen bleven haar kwellen en gaven haar het gevoel, dat ze alle wilskracht en energie, die haar in het begin naar de haciënda gevoerd hadden, verloren had; die vragen zouden misschien vanmiddag beantwoord kunnen worden! Er kon geen andere reden zijn voor het bezoek van meneer Bishop.
Jim Bishop, in zijn gewone conventionele zwarte pak, leek niet helemaal op zijn gemak in de donkere studeerkamer, ondanks het glas wijn, dat Jaime Perez zorgzaam bij zijn elleboog geplaatst had. Hij zat rechtop in een rijk gebeeldhouwde stoel en Ginny meende, dat ze bijna een blik van verlichting op zijn gezicht kon zien, dat hij gewoonlijk goed in bedwang had, toen hij opstond bij haar binnenkomst.
'Ik mag dus met haar alleen spreken,' dacht Bishop, terwijl hij zich beleefd over de toegestoken hand boog. Hij merkte hoe koud haar vingers waren en vermoedde de innerlijke beroering, die de jonge vrouw kennelijk trachtte te verbergen onder haar kalme uiterlijk. Tot zijn eigen verbazing betrapte Bishop zich op de overweging, dat zij een van de weinige vrouwen scheen te zijn, die na haar bevalling nog mooier geworden was. Haar figuur had niets van de vroegere slankheid verloren. Hij vroeg zich af of ze nog steeds zo. wispelturig en stijfhoofdig was, zoals hij zich haar van vroeger herinnerde. Ze leek wel onveranderd, behalve dan een zekere rijpheid in haar manier van doen, toen ze hem begroette. Ze kwam rechtstreeks tot de zaak.
'Meneer Bishop! Hebt u nieuws van mijn man?'
De stem van Bishop was zorgvuldig zonder enige uitdrukking.
'U bent nooit het soort vrouw geweest, met wie iemand omzichtig moest omspringen, is het wel? Maar misschien wilt u eerst gaan zitten vóór ik begin uit te leggen, waarom ik hier ben. Ik ben bang, dat het een lang verhaal is en ik behoef u er niet aan te herinneren, dat wat hier tussen ons beiden besproken wordt, absoluut vertrouwelijk moet blijven. Het beste zou zijn dat ook don Francisco niet te veel te weten komt. U zult het wel begrijpen, wanneer ik het u vertel.'
Voor meneer Bishop was dit een lange toespraak en Ginny, die de man ternauwernood kende, voelde dat. Ze kreeg een week gevoel in haar knieën, zodat het een opluchting was om zich in de stoel te laten zakken, die hij beleefd aanbood. O, God! Wat ging hij haar nu vertellen ? Er was iets in de zorgvuldig bewaakte, uitdrukkingsloze trekken van zijn gezicht, dat haar meer schrik aanjoeg dan zijn openingswoorden al gedaan hadden.
Ze vergat al haar eerdere voornemens en Ginny boog zich voorover, haar ogen leken ongewoon helder in de halfdonkere kamer.
'Het is geen ... geen slecht nieuws?'
Meer op zijn gemak, leunde Bishop achterover, zijn kille grijze ogen bestudeerden haar gezicht.
'Hij leeft. Daarover behoeft u zich geen zorgen te maken. Maar...' hij pauzeerde opzettelijk, waarbij hij zijn voorhoofd licht fronste. 'Mag ik vragen, dat u mij zonder onderbrekingen aanhoort tot ik klaar ben? Mevrouw, ik geef toe, dat ik het buitengewoon moeilijk vind om te weten hoe ik moet beginnen! En dit is niet een bekentenis, die ik gewoonlijk tegenover iemand afleg.'
'Meneer Bishop!'
Bishop keek haar onderzoekend aan, merkte geheel objectief de licht koperen glans van haar haren op, de zachte zwelling van haar boezem onder de eenvoudige katoenen jurk en de ongewoon zinnelijke uitdrukking van haar mond. Bishop was een man, die elke inlichting, die hij verkreeg, opsloeg voor later, wanneer die nog eens van pas zou kunnen komen; hij had ook de dingen niet vergeten die Paco Davis hem verteld had. Ja, Ginny Morgan was het bijzonder type vrouw, die voor zich zelf kon vechten, wanneer de nood aan de man kwam. Hij veroorloofde zich zelfs een geheim lachje, toen hij zich afvroeg hoe zij zou reageren op een ontmoeting met Toni Lassiter. Ja, hij had gelijk gehad om hier te komen. En nu, wanneer hij haar zou kunnen overhalen ...
'Eén ogenblik, mevrouw. Ziet u, wat het voor mij zo ... zo moeilijk maakt, is het feit dat uw man, toen hij naar Texas vertrok, erin toegestemd had om bepaalde inlichtingen voor mij in te winnen. Hij ging naar Baroque zoals u misschien weet. Om een terrein te inspecteren, dat uw vader met pokeren had gewonnen en aan Steve had overgemaakt. Hij werd daar ettelijke maanden geleden verwacht, maar toen we niets hoorden en toen - hm, zelfs uw vader of zijn compagnon Sam Murdock niets van hem gehoord had, werden we ... Natuurlijk werd ik ietwat bezorgd.'
Enkele keren tijdens het botte en opzettelijk onaangedaan verhaal dat volgde, kreeg Ginny het gevoel of ze flauw zou vallen. Hoe durfde meneer Bishop aan te nemen, alsof Steve nog steeds voor hem werkte? En Steve zelf - welke duivel verleidde hem altijd tot het nemen van risico's? Niet dat er verondersteld werd, dat er enig risico aan zat, maar zoals meneer Bishop haar grimmig herinnerde, had Steve de slechte gewoonte om te 'improviseren', wanneer hij verondersteld werd orders letterlijk uit te voeren. En Bishop gaf toe, dat hij zelf er niet op gewezen behoefde te worden, dat Steve Morgan er altijd plezier in gevonden had om de uitdaging van het gevaar te aanvaarden.
De stemming van Ginny veranderde van boosheid in angst en wanhoop en dan weer terug tot kwaadheid, naarmate ze verder luisterde. Het was allemaal te ongelooflijk. Indien het iemand anders dan Bishop geweest was, die haar een dergelijk onmogelijk verhaal opdiste - zijn kleurloze stem liet het ene na het andere feit in haar schoot vallen - zou ze geweigerd hebben er iets van te geloven.
'Ik vond het zelf ook zo moeilijk te geloven,' zei Bishop, alsof hij de gedachten van Ginny geraden had. 'Maar er is geen andere verklaring voor de merkwaardige handelingen van uw man in de laatste tijd. Dat wil zeggen, toen hij plotseling opdaagde, zich Manoio noemde en meer onrust in Baoque zaaide dan ze al hadden, om mee te beginnen! Pas toen we die kolonel Vance naar een ander commando overgeplaatst hadden gekregen, en kolonel Belmont, die toevallig een oude kennis van mij is, militair commandant van dat district werd, hoorde ik de feiten. En om helemaal zeker te zijn heb ik gesproken met een aantal zeer geleerde doktoren, een van hen een beroemde psychiater uit Wenen, die momenteel lezingen houdt in dit land en deskundig is op het gebied van geestesstoornissen. Niet, dat ik op een of andere manier beweer, dat Steve gek is!' voegde hij er haastig aan toe, toen hij de uitdrukking op het gezicht van Ginny zag. 'Het is mogelijk, dat hij tyfus heeft opgelopen. Capitan Almonte van de Rurales releveerde, dat hij er in Matamoros aan blootgesteld is geweest. Een abnormaal hoge koorts - zelfs een slag op het hoofd - of iets van dien aard kan een tijdelijk geheugenverlies veroorzaken. Dat heeft die beste dokter me althans verteld. We weten ook, van kolonel Vance zelf, dat die Manoio het feit niet verbloemd heeft, dat hij zich niets van zijn verleden herinnert, zelfs zijn eigen naam niet. Waardoor het voor zekere ... hm ... belangstellende groepen moeilijk werd om te achterhalen of hij misschien door de justitie gezocht werd of niet! De Indiaanse vrouw, over wie ik u verteld heb, beweerde dat hij de broer van haar overleden man was, maar kapitein Almonte zelf had Steve aangeraden om contact te zoeken met die Chucho - zijn echte naam was Refugio Orta. Begint u het te begrijpen?'
En hoe ongeloofwaardig het ook allemaal geklonken had toen meneer Bishop begon te spreken, Ginny moest toegeven dat het allemaal te goed in elkaar paste om niet waar te zijn. De man die meneer Bishop had horen beschrijven moest Steve zijn. Steve - zonder herinnering aan het verleden; geen herinnering aan haar: denkend dat hij een halve Indiaan is en er naar handelen. Steve, die voor een niets ontziend, geldgierig vrouwmens werkt, die om het geld een gemene moordenaar is geworden. Steve had altijd al een ondergrond van koude meedogenloosheid - had ze dat zelf al niet lang geleden ontdekt? En wat verwachtte Bishop van haar? Waarom had hij haar, merkwaardigerwijze, zoveel over zijn operaties verteld?
'Hij moet tegengehouden worden vóór ze daar een tweede burgeroorlog beginnen!' zei meneer Bishop met ongewone heftigheid. 'Vóór dat vervloekte land losbarst in een monumentale oorlog, die meer levens zal kosten - en dat niet alleen; die Texas achteruit zal zetten in zijn gevecht om weer een van de Verenigde Staten te worden. Wanneer het in Baroque begint kan het zich overal heen verspreiden - als een bosbrand of als een serie explosies. En, mijn God, als het niet snel ophoudt, loopt mijn eigen baan gevaar. De president wordt al ongedurig - er zijn al te veel klachten geweest. En ik ben de man geweest die uw man daarheen gestuurd heeft om een mogelijke oorlog tussen de boeren te voorkomen en om bepaalde ongewone gebeurtenissen te onderzoeken. In plaats daarvan zet hij de boel aan de gang - hij en dat Lassiter-mens. Zelfs haar zwager, rechter Benoit, maakt zich zorgen. Hij is voorzichtig, ofschoon we redenen hebben om te denken dat hij er ook tot over zijn oren in zit. Maar op zijn aandringen werd een deputy-marshal van de V.S. naar Baroque gestuurd, nog niet zo lang geleden. Een geheim agent - ik wilde, dat ze mij tevoren op de hoogte gebracht hadden. Hoe dan ook, hij werd neergeschoten en stierf.' De stem van Bishop werd harder en Ginny wachtte misselijk op het vervolg. 'Steve had het natuurlijk gedaan. Ze raakten in een van de kroegen in een twistgesprek en in die stad zijn er nooit getuigen als er een schietpartij heeft plaatsgevonden! Maar in dit geval was het enige, dat hem van de galg redde - of althans als "gezocht moordenaar" aangeplakt te worden - het feit dat marshal Purdue niemand had laten weten wie hij was of wat hij was. En dat is, naar ik vrees, niet de enige moord die daar onlangs heeft plaatsgevonden. Er zijn nog meer moorden geweest - er is geen ander woord voor om die te omschrijven. Iedereen die oppositie voert tegen de Lassiter-groep. Ik heb u al verteld, hoe haar andere uitvoerder zo toevallig verdween juist voordat uw echtgenoot, mevrouw, bij Toni Lassiter in loondienst kwam.'
'Probeert u mij te vertellen ...' de stem van Ginny kwam niet verder dan een gefluister en ze moest slikken vóór ze duidelijk kon spreken - 'probeert u me te vertellen dat Steve een ... dat hij vogelvrijverklaard is? Dat hij zich bij die vrouw gevoegd heeft ook - maar hoe kunt u dat zéker weten? Meneer Bishop ... misschien speelt Steve een of ander spelletje en geeft voor aan hun kant te staan, zodat hij meer te weten kan komen. Dat is de manier waarop hij vroeger werkte, is het niet? U hebt vroeger nooit enige scrupules gehad over zijn methoden - en u kunt niet ontkennen, dat u hem aangezet hebt om het goud van mijn vader te stelen! Of dat u hem een berisping gegeven hebt omdat hij mij ontvoerd heeft! Of, wat dat betreft, voor al die andere vreselijke dingen die hij gedaan heeft! Steve is opgeleid tot moordenaar, is het niet? Alleen wanneer hij iemand doodt ten behoeve van uw groep dan noemt u het waarschijnlijk executie!'
Bishop was nooit helemaal zeker geweest hoeveel Steve Morgan eigenlijk gaf om de vrouw, die hij getrouwd had, omdat Steve even slim was in het verbergen van zijn gevoelens - als hij die al had, dacht Bishop cynisch - als Bishop zelf. Maar de emoties van Virginia Morgan waren duidelijk zichtbaar. Zonder op haar woede in te gaan zei Bishop rustig: 'Als ik gedacht zou hebben dat Steve overgelopen was of dat hij in flagrante tegenspraak met mijn orders, probeerde om een of ander plan van zich zelf te verwezenlijken, zou ik hier nu niet zo open met u zitten praten, mevrouw. Zoals u zo juist gezegd hebt, zijn de mensen in mijn afdeling volkomen meedogenloos. Daarvoor zijn ze opgeleid en dat moeten ze ook zijn. En allemaal kennen ze de risico's en de regels. Wanneer ik zou denken, dat Steve moedwillig de regels overtrad, zou ik een federale marshal gestuurd hebben, of een van mijn eigen mensen, om hem achterna te zitten. Het was misschien voor ons allemaal erg gelukkig, dat Dave Madden wist los te breken van de kettinggangers, waartoe ze hem veroordeeld hadden. En dat hij de grens overstak, op zoek naar zijn vrouw.
'Dave Madden?' Ginny voelde zich meer beduusd dan ooit tevoren.
'Dat vergat ik. U zult hem niet kennen. Hij is een man, die vroeger voor mij werkte. Hij trok zich terug toen hij trouwde. Maar hij en Steve kenden elkaar erg goed. Het interessante hiervan is, dat het Steve was, die Dave bevrijdde - en wie weet waarom? Omdat Dave bezwoer dat Steve hem niet herkende.'