55
'Die neef van haar - of wat hij dan ook is - schijnt een oogje op Missie te hebben. Morgen komt hij haar halen om te rijden, heeft hij gezegd. En je weet hoe Pa is - veel te gemakzuchtig. Maar zij, het kwam me voor, dat ze te veel belangstelling had in waar jij zou kunnen zijn. Ik zag hoe ze gisteravond danste en het kwam bij me op ...'
Manoio was tot de kraal gereden om Matt te ontmoeten, die alleen maar scheen te willen praten over hun bezoekers en daarbij zijn sluwe insinuaties ten beste gaf.
'Ga je mee naar het huis?' stelde Matt voor. 'Pa heeft een kruik aangebroken van die oude brandewijn, die hij jarenlang bewaard heeft als een vrek en Missie, die erg kwaad werd om de manier waarop hij er maar van bleef drinken, is pruilend naar haar kamer gegaan. Zij vertelde ons, dat ze eerst naar het oude huis van Ma gegaan waren - het huis van miss Lassiter - om naar haar te informeren en dat er iemand thuis was.
'Soms, Matt, praat jij verdomd te veel,' zei Manoio tussen zijn tanden en wachtte tot Matt razend zou worden, omdat, broer van Missie of niet, dat de soort stemming was waarin Manoio nu verkeerde.
Maar Matt grinnikte slechts, hetgeen voor zijn doen verwonderlijk was.
ik dacht alleen maar, dat je geïnteresseerd zou zijn in het feit dat ze zoveel belangstelling voor je hebben - vooral als de geïnteresseerde persoon een verdomd goed uitziend vrouwmens is. Ik zou die best zelf wel eens willen proberen, op de juiste tijd en de juiste plaats.'
Hij bleef grinniken, toen Manoio zijn paard keerde en verdween. Hij had nooit veel opgehad met het idee, dat een dergelijke man achter zijn zuster aanzat, en, ondanks de lessen van Pa, Mex of Indiaan, wat was het verschil? Zus was te goed voor hem en wanneer Toni genoeg van hem kreeg, zou ze misschien uitkijken naar een man van haar eigen soort om haar te helpen bij de leiding van het bedrijf. Een man, die er altijd al geweest was ...
Op haar ranch had Toni Lassiter het diner besteld en wachtte - ze dwong zich om in haar grote bed te blijven liggen, waarvan het schone linnen keurig door haar kamermeisje was opengeslagen.
In het huis van Desmoulins zat Renaldo in de bibliotheek met een sigaar en keek, zonder iets te zien, naar een boek dat hij zo maar had uitgepikt, terwijl Ginny sliep, haar deur gesloten en haar venster open. Ze werd zelfs niet achtervolgd door dromen, terwijl de middag overging in de avond. Ze sliep zwaar, wilde ook helemaal niet wakker worden, zelfs toen iemand haar ruw bij haar schouder schudde.
Nog steeds versuft en met zware oogleden had ze haar mond geopend om te protesteren, toen hij er een prop induwde door heel handig een opgevouwen zakdoek tussen haar kaken te wringen vóór hij de sjaal gebruikte, die hij rond zijn hals gedragen had om het karwei te voltooien; hij knoopte die achter in haar nek vast ondanks haar plotselinge wanhopige worsteling.
'Het spijt me, dat het geen zijde is,' opperde hij bijtend als antwoord op haar gekronkel, terwijl haar ogen vuur spetterden. 'Maar ik had geen tijd om aan kleine details te verspillen.'
Geheel instinctief klauwde ze naar hem en gilde achter de prop, toen hij haar polsen greep, die boven haar hoofd dwong, terwijl het gewicht van zijn lichaam haar vastpinde.
Waar was hij vandaan gekomen? Hoe? Het waarom van zijn onverwachte aanwezigheid was maar al te duidelijk, want hij bond nu haar polsen stevig en pijnlijk aan de bedstijlen.
ik heb er nooit van gehouden om een zaak onafgemaakt achter te laten. En ik heb gehoord, dat u zich over mij iets afgevraagd had - en dus dacht ik, dat ik maar even aan moest komen om een bezoek te brengen, zodat u zich niets meer zou behoeven af te vragen.'
Hij was precies even hatelijk als hij altijd geweest was. En hij maakte aanstalten, in koelen bloede, om haar te verkrachten, zonder enige herkenning van wie zij was of wat ze voor elkaar geweest waren. Waarom moest hij haar muilkorven?
Haar ogen schreeuwden haar haat en haar frustratie uit en hij grinnikte, ondanks zijn eigen vreemde spanning en vroeg zich ook niet meer af om welke reden hij hier was. Zij wist het. Hij kon dat aflezen uit de manier waarop haar ogen donkerder van kleur leken te worden, toen ze de zijne ontmoetten en haar plotselinge onbeweeglijkheid, toen hij de lakens van het bed trok en de brede ceintuur losrukte, die haar dunne nachtjapon bij elkaar hield. Hij had het gekke gevoel, dat dit allemaal al eens eerder gebeurd was, keek neer op haar naakte lichaam en de kleine, volmaakt gevormde borsten, die op en neer gingen met haar versnelde ademhaling.
Even tevoren had ze nog tegen hem gevochten. Waarom was ze nu zo stil?
Hij was van plan geweest om haar snel en bruut te nemen, voor hij haar zou achterlaten zoals ze was. Maar nu, zonder het te willen, boog hij zich voorover en plaatste zijn mond in de kleine, kloppende holte onder aan haar hals en voelde het gesmoorde geluid, dat ze maakte.
Ze had een huid zo zacht als zijde en elk deel daarvan had dezelfde zoete parfum, die hij al had opgemerkt toen hij, ondanks zich zelf, zijn gezicht begroef in de overvloedige massa van haar haren.
En vandaar, dat hij, in plaats van haar te verkrachten, nu bezig was haar te verleiden. Helemaal opnieuw, dacht Ginny verdoofd, ze vergat hoe hij haar behandeld had en wat hij gedaan had onder de wilde bekende aanraking van zijn handen en lippen op haar lichaam.
Zo lang ze leefde, zou hij altijd die macht over haar blijven bezitten - o, verdomme, verdomme! En toen raakten haar gedachten verward en onsamenhangend, toen hij eindelijk zijn lichaam over het hare liet zakken en de woeste, maar al te bekende behoefte bevredigde, die hij in haar had opgewekt ondanks dat ze eerst niet wilde.
Het speet hem, dat hij haar moest achterlaten. Er was iets in dat zachte, meegevende, zoet-hartstochtelijke lichaam van haar, dat hem de hele nacht had kunnen bezighouden, als hij maar tijd genoeg had gehad. Wat eigenlijk zijn wraak had moeten zijn, evenals een waarschuwing, liep volkomen anders uit en later verbaasde hij zich over zijn eigen zwakheid. Maar dan - Toni was er ook nog. Een wit gezicht, een teef uit amberkleurige ogen met haar al te zachte lichaam en haar begerige tuitende mond.
Toni, die wachtte en wilde - en de ziel van een man opeiste, evenzeer als zijn geslachtsorganen, als ze kans zag. En hij had haar niets te geven, vooral vanavond niet, behalve dan enkele minuten van zijn stuurse aanwezigheid.
'Wat bedoel je, dat je niet kunt blijven? Jij bastaard, ik heb je gezegd ...
'Je hoeft me alleen maar te zeggen, Messalina, waar ik je kan ontmoeten, en ik zal er zijn. Maar misschien krijg je eerst nog wel bezoek van de jongens van kolonel Belmont, als althans Ginny Morgan gek genoeg is om te praten over het bezoek, dat ik haar juist gebracht heb.'
'Jij hebt wat?' De stem van Toni schoot omhoog, sloeg over en toen ze zijn harde, beslist niet-lachende blik zag, begon ze hysterisch te giechelen. 'Heb je dat echt gedaan? O, God, je bent een wonder! Hoe was het? Stribbelde ze erg tegen? Heb je haar moeten slaan? Ik hoop dat je overal op haar lichaam littekens hebt achtergelaten, de teef! O, maar hierna zal ze niet meer zo hoog en machtig doen, zou ze? Denk je, dat je haar daardoor weggejaagd hebt, Comanche?'
Plotseling was hij erg moe en Toni vervulde hem met afkeer. Het speet hem, dat hij haar iets gezegd had. Hij was haar geen verklaringen schuldig - niet het minste goddommese ding!
'Ik zal je de details wel vertellen wanneer we in Dallas zijn - dan heb je iets om naar te kijken. Maar nu - nu kan ik beter teruggaan, het moeras in, alleen voor het geval dat...'
'Maar ik wil alles nu horen! Ik kan je wel voor de soldaten verbergen, als ze mochten komen - in de kelders! Vertrouw je me niet, Comanche?'
Hij wist van het bestaan van haar kelders af - vooral die onder het ijshuis, die de oude Lassiter had laten maken, precies als een ondergrondse kerker in een Engels kasteel, om zijn weerbarstige slaven in toom te houden. En hij vertrouwde Toni niet, geen centimeter.
'Hel! Nee! Ik vertrouw jou niet!' vertelde hij haar rauw en onmeedogend. Toen reed hij weg, negeerde haar glinsterende ogen en haar nog veel glanzender lippen, die ze altijd met het puntje van haar tong bevochtigde, wanneer ze opgewonden was - en liet haar achter, half en half met de belofte, dat hij haar zou treffen vóór ze naar Shreveport ging en haar de rest van de tocht zou begeleiden.
En nu reed hij dus in de richting Dallas, notabene! Half en half tegen zijn wil, want hij bleef maar terugdenken aan die vrouw met dat koperkleurige haar en vroeg zich af, wat er gebeurd zou zijn als hij naar haar zou zijn teruggegaan. Hij bleef maar de zachte geluidjes horen die ze maakte, achter de prop in haar mond - hij voelde de plotselinge, verrassende overgave van haar lichaam aan het zijne, de groene ogen half gesloten, haar dijen gingen langzaam uiteen, gretig, tot ze haar benen rond zijn lichaam geslagen had, toen dat naar het hare toeschoof, nog steeds haar genietend, nog steeds haar begerend, en het antwoord, dat ze hem gegeven had. Het was geen verkrachting geweest - toen niet meer. En tegen alle waarschuwingen van zijn brein in, had hij de strikken losgemaakt die hij gebruikt had om haar polsen vast te binden aan de bedstijlen, zodat ze dus zonder veel moeite vrij kon komen. Hoe zou ze gereageerd hebben, indien hij teruggegaan was? Hij moest gek zijn, alleen maar door eraan te denken. Momenteel zou ze waarschijnlijk hysterisch zijn en proberen de gedachte uit haar geest te wissen, niet alleen dat ze toegegeven had, maar zijn invasie in haar lichaam zelfs beantwoord had. Vrouwen van haar soort, waren alleen maar goed in plagen en beloven, wat ze nooit van plan waren te geven. Maar wist hij eigenlijk wel wat voor soort vrouw zij was?
Het was verstandig om weg te gaan, al betekende dat dan ook weer een ontmoeting met Toni en alle intriges, waarop ze zo verzot was. Hij herinnerde zich Dallas niet, althans niet precies en duidelijk als iemand met een normaal geheugen zich zou kunnen herinneren, maar hij had het gevoel, dat hij er al eerder geweest was. In plaats van maar tevreden te zijn met te bestaan en te handelen naar gelang de omstandigheden, werd Manoio nieuwsgierig omtrent zich zelf - omtrent de man, die hij geweest moest zijn vóór hij zijn ogen opende in het bezorgde gezicht van Teresita, niet een brein waaruit het verleden was weggevaagd als het krijt op de lei van een schooljongen. Hij geloofde niet langer dat hij de zwager was van Teresita. Maar een vriend van haar echtgenoot? Misschien? Een Comanchero? Dat zou kunnen, want hij kende de taal der Comanchen. Een Comanchero die ook nog Frans en Spaans kende? Veel te dikwijls kreeg hij, terwijl hij zich de dingen bewust trachtte te herinneren, hoofdpijnen, als een soort waarschuwing die hem de ene kant opdreven, terwijl zijn vreemde, half onthouden dromen hem de andere kant opduwden.
Dallas, zo ontdekte hij toornig, was volgeplakt met biljetten over een optreden van een Italiaanse operazangeres in de plaatselijke opera, maar ook met aanplakbiljetten die de ongehoorde som van dertigduizend dollar beloning in het vooruitzicht stelden voor zijn eigen gevangenneming en voorgeleiding in Baroque - levend, stond er nog bij - om ondervraagd te worden. Voor veediefstallen 'en andere misdrijven'. Een veel te gedetailleerd signalement volgde ... Hij had haar moeten blinddoeken!.
Hij had het kreng verkeerd beoordeeld dacht hij woedend. Ze was kennelijk slimmer dan hij haar had toegedacht. Er was natuurlijk geen sprake van verkrachting, maar wie zou aan haar woord twijfelen, wanneer zij onder ede verklaarde, dat er vee van haar gestolen was? Of wanneer ze zou zeggen, dat ze de man herkende, die het gedaan had? Slim - of was het die 'neef geweest, die dit bedacht had? Het betekende wel, dat hij zich schuil moest houden en vervloekt voorzichtig zijn zolang hij in Dallas verbleef. En wat hij eigenlijk moest doen, was teruggaan en Ginny Morgan een lesje leren - iets harder deze keer.
Hij ging naar een armzalig hotel en met zijn stoppelbaard en zo smerig mogelijke kleren kon hij toch nog bewondering opbrengen voor haar wijze van handelen. Gelukkig was Dallas groot genoeg en dicht genoeg bij Fort Worth, zodat hij onherkenbaar was tussen de cowboys, veedrijvers en boeven, die deze en dergelijke steden bezoeken. De veehandel bloeiden en dus Dallas ook, ofschoon het momenteel maar een rustplaats was voor het vee dat naar de grote stations in Kansas gedreven werd.
Steve was erg voorzichtig. Die biljetten met die beloning hingen natuurlijk overal in elke stad van enige betekenis en zonder enige twijfel zouden alle premiejagers van de omgeving naar hem op zoek zijn, om nog maar niet te spreken van Nick Benoit, die hem in elk geval dolgraag zou willen hebben. En Toni - die lieve, hebzuchtige Antoinette Lassiter, bij wie de zucht naar geld en macht zelfs zwaarder woog dan haar seksuele begeerten. Hij fronste zijn wenkbrauwen, terwijl hij aan die complicatie dacht. En, helemaal afgezien van het geld, Toni en Benoit zouden zich beginnen af te vragen hoeveel van hun plannen hij zou kunnen verraden, wanneer hij gevangen genomen werd - vooral omdat de biljetten er de nadruk op legden, dat hij levend gepakt moest worden.
De frons werd een grimas, toen hij zijn door de reis besmeurde kleren begon uit te trekken en zich afvroeg hoeveel tijd hij nog over had. Kennelijk was Ginny Morgan op bloed belust en wilde ze niet het persoonlijke plezier mislopen van hem te zien ophangen. Vrouwen waren vreemd, dikwijls veel boosaardiger dan mannen, vooral wanneer zij zich vernederd of in het nadeel voelden.
Wat, voor de duivel, deed hij dan eigenlijk hier in Dallas, terwijl hij al lang in het Indianenterritorium had moeten zitten, waar hij zich kon verschuilen? Beneden had hij zich laten inschrijven als Sam Whittaker bij een verveeld uitziende bediende, die ternauwernood van zijn krant opkeek. De naam kwam zo maar bij hem op zonder enige reden - tenzij hij die al eens eerder gebruikt had? Maar hij wilde nu niet weer in zijn geheugen gaan graven, waardoor hij weer hoofdpijn zou krijgen. Hij was verdomd moe en had slaap nodig, zodat hij helder kon denken, wanneer hij wakker werd en tot een plan van actie kon komen.
De kamer was maar klein - eigenlijk niet meer dan een grote kast boven aan de trap. Maar er was een venster dat toegang gaf tot het dak, voor het geval hij snel zou moeten vluchten en hij had de enige stoel al als een wig onder de deurknop gezet. Een voorzorg die aantoonde, dat hij dit soort leven gewend was - vluchten en verbergen.
Met afschuw keek hij naar het bed. Het enige katoenen laken was gescheurd, bevlekt met tabakssap en kleine bloedplekjes, die aantoonden, dat de vorige gebruiker succes had gehad met het doden van het ongedierte, waarvan het ongetwijfeld wemelde. De deken was zó dun, dat hij op verscheidene plaatsen helemaal doorgesleten was, vooral aan de onderzijde, waar gespoorde laarzen gerust hadden. Hij had beter bij zijn paard in de stal kunnen blijven en hij snakte naar een bad, maar hij had geen zin om het vuile, lauwe water te gebruiken, dat een of andere koeienjongen al gebruikt had. En hij was blut, met uitzondering van een paar dollar en de smaragden oorbellen, die hij van de tafel van Ginny Norgan had meegenomen - meer om te pesten dan iets anders; toentertijd dacht hij dat Toni het misschien leuk zou vinden om ze te zien. Maar het kleine, slimme kreng had ook melding gemaakt van de oorbellen, zodat er geen sprake van was dat hij ze kon verkopen. Later, wanneer hij terugging, dan zou hij haar laten betalen - en hij was plotseling boosaardig en wraakzuchtig vastbesloten, dat hij terug zou gaan, al was het alleen maar dat ze deze keer echt iets zou hebben om moord en brand over te schreeuwen.
Hij sliep op de smerige vloer, gewikkeld in zijn zadeldekens, omdat hij de voorkeur gaf aan de lucht van zijn paard dan aan de zurige zweetlucht van het bed - hij sliep onrustig, bij vlagen, elk geluid in de gang maakte hem wakker. Hoeveel tijd had hij? Hij moest Benoit vinden en ontdekken, wie hij bezocht...
Nicholas Benoit had een kamer genomen in het beste hotel van de
stad en door een gelukkig toeval lag die op dezelfde verdieping als
de kamers, die gebruikt werden door de heren, met wie hij
verondersteld werd zaken te doen: McGregor, een Schot, en lord
Lindhaven, een Engelsman die verlegen was met zijn titel. Ze waren
financiële vertegenwoordigers uit Groot-Brittannië en hadden de
opdracht gelden te beleggen in de veehandel in de Verenigde Staten.
De dagen van de individuele veekoningen waren snel aan het
verdwijnen om vervangen te worden door enorme maatschappijen, zoals
de Matador en de XIT-veehouderijen. De Prairie Cattle Company Ltd.
had juist de fabelachtige som van 350 000 dollar betaald voor de
betrekkelijk kleine ranch van een zekere Thomas Bugbee - geld was
geen beletsel als er land gekocht kon worden. En Nick Benoit had
uitgesproken belangstelling - niet zozeer in hun eerste
proefaanbod, maar in hun terloops verstrekte stukjes inlichting
over Ginny Norgan.
Lord Lindhaven, een lange, slungelachtige man met blond haar en dichte bakkebaarden, bekende dat hij tot haar bewonderaars behoord had, toen ze haar spoor door Europa trok.
'Ik had gehoord dat zij zich min of meer teruggetrokken had in uw deel van Texas, meneer Benoit. Begrijp het niet. Misschien heeft het iets te maken met die afwezige echtgenoot van haar. Heb heel wat over zijn scherpe manier van zakendoen gehoord, toen ik in New York was. Raar, dat hij niet bij haar is, wat? Prachtige vrouw! Tsaar Alexander van Rusland was erg met haar ingenomen - nam haar in het openbaar overal mee naar toe en gaf haar prachtige juwelen. Iedereen stomverbaasd, dat ze besloot naar Frankrijk terug te gaan.' Lindhaven trok afkeurend aan zijn bakkebaarden. 'Moet toegeven, dat ik zelf ook helemaal van de kaart was. Heb haar een paar keer ontmoet, weet u. Heb haar op mijn buitengoed in Surrey uitgenodigd. Maar ze had altijd zoveel andere kerels achter haar aan lopen - vroeger is ze in de hofhouding van die arme Maximiliaan in Mexico geweest. Dat heb ik later pas gehoord, maar ik denk dat ze toen nog niet getrouwd was.' Onder de invloed van een goede sigaar en uitstekende port had Lindhaven zowaar sluw geknipoogd. 'Heb gehoord, dat ze openlijk leefde als de maitresse van de comte D'Arlingen, vóór ze hem liet schieten voor een Mexicaanse kolonel. Dezelfde die de arme aartshertog voor de wolven gooide. Daarna was ze getrouwd met een Russische prins - ben zijn naam nu vergeten - maar dat duurde niet lang. Toen trouwde ze met die vent Morgan, die uit het niets verscheen, met een massa geld. Hij moet ook een goede vriend van di Paoli geweest zijn - ik hoorde dat ze getrouwd zouden zijn als hij al niet een vrouw gehad had, die hij heel handig naar Europa gestuurd had! Maar ik begrijp niet, beste kerel, waarom hij zo'n verdomd stom iets zou uithalen! Die mooie Virginia - hét onderwerp van gesprek in Europa! Kon kiezen uit zoveel bewonderaars als ze maar wilde. Jammer, dat ze zo onverwacht moeder werd. Vraag me af wat ze met de kinderen gedaan heeft?'
Nick Benoit was zó geïnteresseerd geraakt in de onthullingen van zijn nieuwe vriend, dat hij zijn sigaar had laten uitgaan, maar nu kwam McGregor ferm tussenbeide: ik weet niet hoe het met jou staat, Algernon, maar ik ben hier voor zaken. Ik ben zelf getrouwd - en gelukkig, als ik dat mag zeggen. Mijn vrouw heeft geen behoefte om door Europa te zwalken en - dat zeg ik er nog even bij - ze was niet al te zeer ingenomen met mijn reis daarheen. Nu, meneer, wat zei u ook weer over dat weiland?
'Ja, ik heb het uitgesproken gevoel dat mevrouw Morgan haar land zal willen verkopen,' zei Benoit gladjes. 'Zoals Lord Lindhaven aangeduid heeft, is zij nu niet het type dame, die zich voor altijd hier zou willen begraven. En wat de rest betreft: sommige Mexicanen zijn ingezetenen, maar die zullen veel te blij zijn om hun belangen te verkopen en terug te gaan, de grens over. Het is jammerlijk, maar in Texas zijn Mexicanen nu niet direct nodig. Mijn schoonzuster heeft mij gemachtigd om namens haar te spreken, ik heb haar volmachten natuurlijk ...'