26
Concepción was uitgegaan met haar vurige en toegewijde bewonderaar, de jonge viscount Marwood; 'Rode Snor', de lijfwacht, vergezelde hen.
'Jij mag haar niet, is het wel?' fluisterde Sonya naderhand tegen Ginny. Verbazingwekkend voegde ze eraan toe: 'Er is iets - iets heel vulgairs aan haar! Ik zal blij zijn, wanneer het huis van meneer Murdock klaar is.' Ze gaf Ginny een onderzoekende, bijna begrijpende blik. ik moet zeggen, dat je er beter uitziet sedert we in San Francisco zijn teruggekomen.' Ze voegde er niet aan toe, wat ze er verder bij dacht: 'En vooral wanneer jouw man op een van zijn geheimzinnige zakenreizen is.'
Later in de morgen bracht een boodschapper in uniform bloemen en een lang rechthoekig langwerpig pakje voor Ginny. Sonya zelf spoedde zich naar de kamer van Ginny, waar het meisje lag te rusten.
'Ginny - kijk eens! De boodschapper staat te wachten, anders zou ik je niet gestoord hebben.'
De bloemen waren rozen met lange stelen, elk een bed van vuurrood fluweel. Er was een kaartje bij met fors geschreven initialen. 'S.M.'
'Meneer Murdoch! O, Ginny, denk je dat hij terug is?'
Ginny keek nog steeds slaperig, haar haren hingen op haar rug, met bijna lusteloze bewegingen begon ze het mooi verpakte geschenk open te maken.
Ze hoorde Sonya naar adem snakken.
Vurige opalen - die uit hun bed van fluweel naar haar opsprongen. Halssnoer, armbanden, en lange oorbellen, die tot haar schouders zouden reiken. En een ring - een enkele enorme opaal, omringd door parels en diamanten. Opalen brachten ongeluk. Hoe kon ze de laatste keer vergeten, toen ze opalen gedragen had? Een opgevouwen briefje - dezelfde krabbels als die van de initialen en daaronder: 'Eén uur. Smith zal je halen. Vergeet je sleutel niet.'
Niet Murdock, maar Steve - die dezelfde initialen had en gewetenloos genoeg was om van dat feit gebruik te maken.
'O, hoe durft hij - hoe durft hij?' dacht ze. En dan, terwijl de ene gedachte de andere verdrong: 'Hoe kan hij dat betalen? Wat doet hem denken, dat ik..
Maar zelfs terwijl ze dat dacht, wist Ginny dat ze wél...
Deze keer legde Sonya haar geen beletselen in de weg en evenmin herinnerde zij haar eraan, dat ze ongechaperonneerd niet uit mocht gaan.
Toen het lichte rijtuigje aankwam, bleef ze tactisch boven en hielp haar bij het toiletmaken. Tot haar grote verbazing was er een vrouw meegekomen - een eerbiedwaardige chaperonne. Een vrouw met een olijfkleurige huid, haar kapsel bijna compleet verborgen door een donker gekleurde kapothoed. Ze zei, dat haar naam mevrouw Mary Pleasants was.
'Wat is hij toch een heer! Maar Ginny, je moet voorzichtig zijn. Wanneer Ivan het ontdekt...'
'Ivan respecteert meneer Murdock. Ik weet zeker, dat hij geen bezwaren zal maken.'
'Wel...' en toen werd de weifelende stem van Sonya zachter. 'Je ziet er schattig uit. Ik vraag me af, waar hij je mee naar toe wil nemen?'
Sonya had het opgevouwen briefje niet gelezen natuurlijk. En maar goed ook, dacht Ginny cynisch.
Het was Steve zelf, die de gloednieuwe victoria reed, nog steeds 'vermomd' als een van de onpersoonlijke lijfwachten van Sam Murdock. Hoe durfde hij dergelijke risico's te lopen? Wat voor geheimzinnig spel speelde hij eigenlijk?
Zelfs zijn stem was onpersoonlijk toen hij haar in het rijtuig hielp.
'U ziet er buitengewoon goed uit, prinses.'
Het bleef de taak van mevrouw Pleasants om een lichte conversatie gaande te houden tot het rijtuig stopte voor een opzichtig uitziend stadshuis in Washington Street.
'Wilt u me nog eens opzoeken, u allebei? Prinses, het is een groot genoegen geweest u te ontmoeten.' En toen was mevrouw Pleasants verdwenen en zat ze alleen in het rijtuig.
Nu echter, op het laatste ogenblik, zei Steve over zijn schouder: 'We gaan zeilen, ik hoop, dat je het niet erg vindt.'
'Sedert wanneer heb jij me gevraagd of ik bezwaar had tegen iets al of niet te doen?'
'Daarmee had ik dóór moeten gaan.' Zijn blauwe ogen, zo donker onder de schaduw van de grote zwarte hoed, die zijn voorhoofd bedekte, bleven kort op haar rusten. 'Je wordt toch niet zeeziek, is het wel?'
Ze hielden in vóór Ginny de kans had om te antwoorden. Een grote, goedgebouwde zwarte man stapte naar voren om de teugels vast te pakken, terwijl hij grijnsde.
'Dacht, dat u niet meer zou komen. Maar nu u hier bent, het is een prachtdag. Precies genoeg wind en geen mist. Veel plezier ...'
Ondanks zich zelf, alsof ze inderdaad een vreemdeling gadesloeg, moest Ginny de manier opvallen, waarop Steve zich bewoog. Hij had zijn lange benen op de grond laten zakken en tilde haar uit het rijtuig. Zijn nabijheid, de manier waarop zijn handen om haar middel sloten, brachten haar in de war. Ze voelde zich zonder adem, niet langer in staat om de snijdende antwoorden te geven die ze van plan was. Laat alles maar gebeuren. De middagzon scheen warm op haar schouders en de achterkant van haar nek en ze voelde zich belachelijk luchthartig.
Ze bleef dat gevoel houden, toen het kleine jacht met de witte zeilen de haven verliet en koers zette naar de baai waar het water de zon weerkaatste in myriaden kleine rimpeltjes.
'Christus - zet die stomme hoed af! Gooi hem overboord - ik zal je een dozijn nieuwe kopen, wanneer je die met alle geweld wilt dragen. Maar hier niet.'
Lachend deed ze wat hij gezegd had en zag de kraaienpootjes bij zijn ogen waarvan het blauw in het zonlicht nog helderder leek.
Onmiddellijk wapperden haar haren in de wind, koperen lokken die haar bijna verblindden, tot ze haar gehele kapsel losmaakte en er vlechten in begon te maken, doorlopend kijkend naar de manier waarop Steve naar haar keek; hij stond met gespreide benen, zelf nu ook zonder hoed, zijn zwarte jas had hij uitgedaan en zijn witte overhemd stond tot zijn middel open. Een zeerover. Ja, hij zag er als een piraat uit. Had ze dat al altijd niet gedacht?
'Is het zo beter?' Haar stem klonk met opzet uitdagend en ze zag hoe de groeven ter weerszijden van zijn mond dieper werden.
'Veel beter, jij verdomde groenogige sirene. Ik moest je eigenlijk overboord gooien.'
'Nu? Maar ik zou jou waarschijnlijk met me mee trekken.'
'Ik twijfel er niet aan of je dat zou doen. Houd je vast, nu.'
Ze deed het en een windvlaag ving de boot en ze helde over.
Ze hoorde Steve lachen en het schuim beet in haar gezicht en doorweekte haar. Wat deed het ertoe? Zelfs wanneer hij van plan was om haar later overboord te zetten, viel de blik in zijn ogen nu niet te miskennen. De hele middag was als een droom, toen Ginny zich later de bijzonderheden trachtte te herinneren. Het kleine jacht lag nu in de schaduw van een klipper, die voor anker lag, de zeilen opgerold; over het dek zwermden mannen, die met verschillende taken bezig waren.
'Kun je een touwladder beklimmen, denk je, of zal ik je laten ophijsen als oorlogsbuit?'
Zich vastklemmend, haar natte rokken wapperend tegen haar lichaam, zag Ginny toch kans om de eerste methode te verkiezen, maar ze durfde niet naar boven en niet naar beneden te kijken. Ze was zich er maar al te zeer van bewust, dat Steve vlak achter haar was, hij stak zijn hand uit om haar steun te geven wanneer ze leek te aarzelen of naar een voetsteun tastte. Boven waren er andere handen, die haar op het dek trokken en een man die een pet met een klep droeg en gouden galons op zijn mouw had. Was Steve van plan haar te ontvoeren, als een zeerover? Kon het haar iets schelen?
'Meneer Morgan. Ik vroeg me af of u soms van gedachten veranderd was. Mevrouw...'
'Het was goed van u om op ons te wachten, kapitein. Ginny, dit is kapitein Benson.'
Hoe oppervlakkig waren die introducties van Steve! Vóór ze het wist werd ze naar een hut gebracht, waarvan de luxe haar verbaasde, zelfs al had ze bij zich zelfde eed afgelegd, dat niets haar nog zou verbazen op deze wonderlijke middag.
De deur sloeg achter haar dicht en ze merkte, dat ze op een vreemde manier buiten adem was. De tijd kwam weer terug, toen Steve tegen de deur leunde en zijn ogen over haar liet dwalen.
'Je bent helemaal nat. Je ziet er halfverdronken uit. Ik vind dat je je maar eerst moet verkleden, voor we weer naar buiten gaan.'
Ginny dacht, dat ze het schip onder zich kon voelen bewegen. Maar misschien waren dat ook haar plotseling wankele knieën toen Steve de kleine ruimte tussen hen overstak.
'Het wordt tijd voor je, prinses, om te betalen. En, mijn God, ik heb lang genoeg gewacht.'
Op een of andere manier lag ze op bed. Zijn handen pakten de hare - zijn lippen - en tenslotte, met haar armen vast om hem heen geslagen: zijn lichaam het hare. Beukend, onvermijdelijk, leek de hele wereld te schokken en te zwaaien en ze riep en ze riep tot zijn mond haar kreten stopte.
Naderhand was het moeilijk om je weer tot de realiteit te dwingen. Ginny zou graag hebben willen blijven in de gelukkige, veilige beslotenheid van haar droomwereld. Ze had half en half gehoopt en ook gedeeltelijk verwacht, dat Steve van plan was haar te ontvoeren, ergens heen, en haar bij zich zou houden - het kon haar niet schelen onder welke voorwaarden. Maar hij was haar althans blijven begeren, ondanks alles wat hij gezegd had. Dat was althans onveranderd gebleven: de reactie van hun wederzijdse lichamen. Ze voelde zich slaperig en bevredigd, ze wilde niet denken, maar ze werd hardhandig tot de werkelijkheid teruggeroepen, toen Steve zich van haar verwijderde en zich begon aan te kleden. Zijn ongevoelige, ietwat onhartelijke manier van doen verdreef het dromerige voldane gevoel, dat nog enkele ogenblikken tevoren bezit van Ginny had genomen.
Boos richtte zij zich op een elleboog op en beet hem toe: 'En wat word ik verondersteld aan te trekken? Ik vermoed, dat je de kleren van een van de matrozen voor me zult lenen.'
'We zwerven niet langer in de woestenijen van Mexico, schat. Waarom kijk je niet eens rond, vóór dat je je humeur verliest? Deze kajuit is opzettelijk ingericht voor vrouwelijke gasten en ik weet zeker dat je wel iets van je gading zult vinden.'
Ongeduldig schoof hij een paneel opzij, waarvan zij gedacht had, dat het alleen maar een ornament was en onthulde een verrassend diepe hangkast, gevuld met vrouwenkleren.
'O!' De plotselinge verrassing en haar woede maakten Ginny bijna sprakeloos, tot ze de geamuseerde stand van zijn wenkbrauwen zag.
'Je gaat toch niet tegen me vloeken, is het wel, schat? Dat zou niet passen bij je koninklijke status. En afgezien daarvan, geen enkele van deze japonnen is ooit gedragen en ze zijn allemaal op jouw maat gemaakt - zo goed en zo kwaad als ik me die kon herinneren. Voel je je nu wat beter of ga je liever aan dek, zoals je nu bent? Niet, dat ik je niet uitzonderlijk aantrekkelijk vind.'
'Jij bent de meest - de meest harteloze en berekenende ...'
'Maar je hebt altijd geweten wat voor schurk ik was, is het niet? En ik dacht dat we samen een overeenkomst hadden?' Half gekleed, zijn duimen achter zijn riem, deden de harde blauwe ogen van Steve haar blozen, ondanks haar verzet. 'Ginny, we hebben geen tijd genoeg waarin jij voor kuis wilt doorgaan, als dat je bedoeling was. We zijn al op de helft van de route naar Benicia en wanneer we daar aankomen, is het beter dat je gekleed bent en de grote dame kunt uithangen.' Ginny zag de oude duivel weer eventjes oplichten in zijn ogen, wat haar frustratie deed ontnemen. 'Het spijt me dat ik er niet aan gedacht heb een kamenier aan boord te brengen, maar wanneer je hulp nodig hebt, zal ik je graag van dienst zijn. Ik heb in mijn tijd nogal wat ervaring opgedaan.'
Hij had haar slechts hier gebracht om haar te vernederen! Waarom was ze zo blind en dwaas geweest om zich zo aan hem toe te vertrouwen?
Eindelijk gekleed in een japon, die Steve voor haar had uitgezocht, moest ze zich knarsetandend onderwerpen aan de verdere vernedering dat hij haar een halsketting moest omleggen - een enorme hanger van smaragd, die hangende aan een dunne gouden ketting, tussen haar borsten moest hangen.
'Wat doe je nu, in godsnaam? Welk spelletje speel je nu weer? Weet meneer Murdock dat? Hoe ...'
'Een paar van die vragen zal ik later beantwoorden, Ginny. Maar op het ogenblik: waarom kom je niet tot kalmte en ga je met mij mee naar buiten? Uit de opschudding, die ik buiten hoor, vermoed ik dat we de haven van Benicia al bereikt hebben - en in een recordtijd ook.
Allemaal spraken ze over de tijd, die het nieuwe schip gemaakt had, waardoor Ginny de moeilijkheid bespaard bleef om een conversatie te beginnen. Kapitein Benson glimlachte en zijn eerste officier keek triomfantelijk.
'Ik wist wel, dat die ijzeren platen tegen haar casco geen invloed op de snelheid zouden hebben, meneer Morgan! Dit wordt het beste en snelste schip van de Lady Line, let u maar eens op mijn woorden!'
'En een van de veiligste,' opperde de eerste officier. Zijn ogen bleven even op Ginny rusten en gleden toen snel weer weg, alsof hij een onbescheidenheid begaan had.
'Wat kon ik ook anders verwachten?' dacht Ginny ongelukkig. 'Ik ben nu ook in feite zijn maïtresse.'
Ze luisterde naar het gepraat van de bemanning en keek naar Steve, ondanks het feit dat ze boos op hem was. Kennelijk bevatte de kajuit, die in werkelijkheid een hut was ten behoeve van de eigenaar, ook een afdeling herenkleding. Hij had een keurig uitziend donker pak aangetrokken, de somberheid daarvan onderbroken door een brokaten vest met saffieren knopen, die pasten bij zijn manchetknopen. Hij zag er uitgesproken knap uit, op een flamboyante, lichterlijk duivelse manier, en toen zijn ogen de hare ontmoetten, zoals dat een of twee keer gebeurde, voelde Ginny de slapte in haar benen omhoog kruipen.
'Niet eerlijk ... het is niet eerlijk, en ik haat hem,' dacht ze opstandig. 'Kijk eens wat hij mij aangedaan heeft, wat hij me heeft laten doormaken!'
En het zag er naar uit dat hij besloten had, dat ze binnenkort nog veel meer zou doormaken.
Op de Straat van Carquinez verschenen steeds meer boten, allemaal bestemd voor de klipper, die een beetje uit de bochtige kustlijn voor anker lag. Steve was naast haar komen staan en nam haar arm.
'Ik vrees dat we geen tijd hebben om aan land te gaan, omdat ik je op een redelijke tijd terug moet brengen naar het huis van je ouders. Maar desondanks zullen we aan boord een klein feestje houden. Houd jij nog steeds van champagne?'
Eén enkel ogenblik leken zijn ogen warmer te worden en herinnerden haar aan gezamenlijke intimiteiten - die keer, dat ze van champagne echt dronken geworden was in dat kleine Mexicaanse dorp en Steve geholpen had om Paco Davis uit de gevangenis te halen. Waarom, waarom moest hij haar daar nu aan herinneren?
Op een deemoedige toon, waaruit ze alle sporen van emotie trachtte te weren, zei ze: 'Feestje? Wat bedoel je? Hoe lang ben je nog van plan om zo geheimzinnig te doen?'
Zijn vingers sloten zich steviger rond haar arm ofschoon zijn toon spottend bleef.
'Helemaal geen geheimzinnigheid. Ik dacht dat je daarnet naar onze gesprekken geluisterd had. We zijn hier om het schip te dopen. Ze moet de "Lady Benicia" genoemd worden, maar ik ben van gedachten veranderd, zoals ik zo juist aan kapitein Benson zei. Ze moet de "Green-Eyed Lady" genoemd worden en jij, mijn schat, zult haar dopen.'