46

Het was op verzoek van Missie, de voortdurende verwijten van Missie, die hem er uiteindelijk toe overhaalden; en toch, toen hij eenmaal het dwaze plan had opgevat om vijf mannen te bevrijden, die met hun benen aan elkaar geketend waren als beesten en die werkten onder toezicht van twee bewakers met geweren, was het een soort uitdaging tot een avontuur geworden.

De mannen werkten aan een van de wegen die weggespoeld waren door de sporadische overstromingen, die de dijken overspoelden en toen Manoio hen voor het eerst zag, had hij zich verwonderd over het vreemde onbehaaglijke gevoel, dat hem zijn paard deed inhouden en een grotere omweg maken dan gewoonlijk naar het huis van de Carters. Misschien had het iets te maken met de diepe littekens op zijn eigen polsen en enkels. Hij wist hoe het voelde om als een dier geketend te zijn en de bijtende zweepslag te voelen, wanneer die in het blote ineenkrimpende vlees sneed - en ook die herinnering zweefde op de rand van zijn brein als een vage vlek, die nooit helder werd. Wanneer? En waarom? En hoe was hij ontsnapt? Zoals gewoonlijk werd hij kwaad en voelde zich gefrustreerd omdat hij niet in staat was zich iets te herinneren en het hielp helemaal niet toen Missie direct begon met te vragen, met tranen in haar ogen, of hij die arme mannen gezien had.

'Eén daarvan is Dave. Hebt u hem niet gezien? Hij is degene met de bruine baard en zijn haar heeft blonde strepen. Kan het u niet langer iets schelen? Hoe zou u het vinden om zo aan elkaar geketend te worden en gedwongen om in de gloeiende zon te werken en in de regen en ...'

'Nou nou, Missie!' De waarschuwende stem van haar vader deed haar ophouden, ze beet een ogenblik op haar lippen, draaide zich toen om, vloog de kamer uit en gooide de deur met een klap achter zich dicht.

'Missie is op een leeftijd, dat alles haar opwindt,' zuchtte Joe Carter en wreef met zijn hand langs zijn bakkebaarden. 'Ze is overgevoelig, precies haar moeder. En ze had ongelofelijk veel op met Renate Madden. Ik liet dat zo, omdat Renate haar bemoederde en Missie had altijd al heel veel moederhulp nodig.'

Joe had Manoio geaccepteerd, evenals al het andere, dat hij sinds de oorlog had leren te aanvaarden, zelfs de dood van zijn vrouw. Een instinct, dat even diepgeworteld primitief was, als dat waardoor Manoio gedreven was om op zoek te gaan naar Billy-Boy Dozier, nadat Teresita zelfmoord gepleegd had, zei hem dat Missie van deze man geen kwaad zou ondervinden. En vandaar dat Joe Carter zijn zoon Matt met een handgebaar tegenhield, toen Manoio na nog een paar beleefde zinnen, eveneens vertrok.

'Maar hij is de laatste minnaar van Toni Lassiter, Pa! Bent u gek geworden of zoiets. Om hem alleen te laten met Missie ...'

'Hij zal Missie geen kwaad doen. En je kunt er maar beter aan denken, mijn zoon, dat het door hem komt, dat we genoeg geld hadden om de achterstallige belasting op onze oude boerderij te betalen. Laatje niet verblinden door jouw jaloezie. Al heb je dan nog zo achter die vrouw Lassiter heen gezeten, denk jij, dat zij en rechter Beniot ons toegestaan zouden hebben om de boerderij terug te eisen, als hij haar niet had omgepraat? Laat je zuster met rust. En wees dankbaar voor wat we gewonnen hebben.'

Manoio wist waar hij Missie kon vinden - ze zou nu halverwege haar geliefkoosde boom zijn, hoewel dat betekende dat ze het moeras moest oversteken. Op blote voeten reisde ze snel en even licht als een bang dier van het woud.

'U had me niet achterna behoeven te komen! Waarom zouden de gevoelens van iemand anders u iets kunnen schelen? U bent net als de rest, achter haar aanzitten, opspringen wanneer ze maar met haar vingers knipt. Soms denk ik, dat u niet echt wilt ontdekken wie u eigenlijk bent. U wilt niet weten wie vroeger uw vrienden waren en daarom doet u niets aan ... aan ...'

'Jouw pa zou je een keer over zijn knie gelegd moeten hebben en de scherpte van je tong eruit geslagen moeten hebben! Eigenlijk heb ik wel zin om het zelf te doen. Er zijn twee dingen, die een man in een vrouw nooit kan verdragen en dat is een scherpe tong en een kwaadaardig humeur en je kunt dat maar beter onthouden, als je hoopt ooit nog een echtgenoot te vangen.'

'En hoe zou u dat weten? Ik wil erom wedden, dat u zich nooit door een vrouw zult laten vangen - behalve als ze zo'n serpent en zo boosaardig is als die Toni!' Missie stampte met haar voet, wat een zuigend geluid in de modder veroorzaakte. 'O, hoe kon u? Toen ik u over haar vertelde en hoe ze is, dacht ik, dat u haar zou doorzien. Maar u bent even slecht als oom Nick. Of als Matt.

U kan niemand wat schelen, is het wel?'

'Verdomme!' Hij snauwde haar bijna toe, wanneer hij kwaad was leken zijn blauwe ogen nog donkerder. 'Wat verwacht je van me voor de donder? Die knul Madden, die ik verondersteld word te kennen en me niet kan herinneren, zo maar uit die mooie openluchtgevangenis te pikken, waar ze hem vasthouden? En de blauwjassen achter me aan krijgen? Ik moet wel gek zijn om jou achterna te gaan en nog meer van dat gezanik aan te horen.'

Haar stem trilde, maar ze bleef op haar stuk staan en keek hem moedig aan met tranen, die nog in haar ogen glinsterden.

'Waarom bent u dan achter me aan gekomen? Het kan u evenmin wat schelen, hoe ik over u denk en ik hoor genoeg zedenpreken van de anderen die me zeggen hoe dwaas ik doe. Waarom laat u me niet met rust en gaat u naar haar terug?'

Zijn stem veranderde zó plotseling van kwaadheid tot kalmte, dat daardoor de woede van Missie zakte en haar met een leeg gevoel achterliet, enigszins beschaamd over haar uitbarsting.

'Is het werkelijk zo belangrijk voor je, kleine groenoog? Wil je die Dave Madden echt vrij hebben?'

En nu, plotseling, veranderde haar stemming en werd ze bang voor hem; bang genoeg om zijn arm te grijpen.

'Niet voor mij- begrijpt u dat niet? Maar om Dave en om Renate en om ... omdat ik wil dat uw geheugen terugkomt. Ziet u dat niet?'

Maar niettemin, nadat hij Missie gekalmeerd had, bleef hij in een peinzend bijna stuurs humeur; en de tweede keer, toen hij die gevangenen zag, reed hij met Toni zelf, omdat de gevangenen nu op haar land werkten.

Ze hield halt om met een van de bewakers te spreken en vanmorgen waren er ook nog twee soldaten in blauwe jassen van de dichtstbijzijnde legerpost, die ook op wacht stonden; ze hadden hun tuniek losgeknoopt wegens de hitte. Ze lagen op hun gemak in de schaduw en slobberden als varkens water uit hun veldflessen, terwijl de vijf miserabele misdadigers in de zon zwoegden met hijgende adem. Toni hield in - natuurlijk bleef ze staan; hij kende haar goed genoeg om dat nu wel te kunnen raden. En zonder te kijken wist hij, dat haar ogen glansden met die typische glans, die ze altijd hadden wanneer ze opgewonden was.

'Dus jullie gaan eindelijk die oude weg repareren. Ik moet er aan denken om die vriendelijke kolonel Belmont te zeggen, hoe dankbaar ik ben! Nu kan ik weer mensen inviteren zonder excuses te maken over die weggespoelde brug. Hebben ze enige moeite gegeven? Moeten jullie die grote oude zweep dikwijls gebruiken?'

Zonder het te willen keek Manoio naar de gevangenen in hun gestreepte gevangeniskleding. Ze zagen er meer als vogelverschrikkers dan als mensen uit, nu ze hun overhemden uitgedaan hadden en hun ribben zich aftekenden in hun door de zon verbrande vlees. Wie van hen werd hij verondersteld te kennen? Lichte ogen keken een enkel ogenblik in de zijne vóór een haardos, met blonde strepen doorlopen, weer naar beneden zonk. Dave Madden? De vriend van Missie, die ook zijn vriend zou moeten zijn?

Later, toen hij zich tegenover zich zelf trachtte te rechtvaardigen om zijn stommiteit, zei hij, dat het die wellustige klank geweest was in de schrille, ademloze toon waarop Toni Lassiter met de bewakers sprak, die hem overhaalde om te doen wat hij deed. Of het nu dieren of mensen waren, die gekweld werden: Toni keek het altijd met plezier aan. En afgezien daarvan: Missie was er ook nog met haar verwijtende blikken.

Nog méér zelfs: hij gaf het zich zelf toe met een wrang soort van innerlijk vermaak, hij beleefde werkelijk plezier aan het risico dat hij gelopen had; zelfs het doden van de dikke bewaker, die hij voor zijn rekening genomen had; hij was van achteren op de dikke man toegeslopen, die met gekruiste benen bij het vuurtje zat, en had zijn keel afgesneden. En toen hij dat gedaan had en de man zonder een enkel geluid voorover zag vallen, had hij het allervreemdste gevoel, dat hij dit soort dingen al eens meer gedaan had en maar al te vaak. In elk geval: die bewaker diende te sterven - iets eerder, in aanwezigheid van Toni, had de man moedwillig een van die miserabele gevangenen bewusteloos geslagen, omdat de gevangene te intens had durven kijken.

Nee - spijt had hij er niet van. Zelfs niet van het feit, dat de dood van de twee soldaten toegeschreven zou worden aan die 'nog niet heropgevoede rebellen, die zich in de moerassen verborgen', hetgeen nog meer soldaten zou oproepen, die door de moerassen zouden zwermen als een zwerm boze bijen. Er zou geen positief bewijs zijn, dat een van de gevangenen het hele geval in elkaar gezet zou hebben en terwijl de soldaten bezig waren het moeras te doorzoeken, zouden hun gedachten afgeleid worden van die kudde vee, die juist bij elkaar gedreven was op de oude bezittingen van Desmoulins.

Het enige dat hem lichtelijk stoorde, was, dat Dave Madden gedaan had alsof hij iets tegen hem wilde zeggen, nadat het allemaal voorbij was - maar er was geen tijd om te blijven staan en praten of zelfs om te luisteren naar dankbetuigingen, indien de halfverdwaasde mannen daartoe al in staat geweest zouden zijn.

Manoio en de twee Indianen die hij bij zich had, hadden de vijf man, die zij gered hadden in een kleine boot gestopt, die hen stroomafwaarts zou voeren, de veiligheid tegemoet, indien ze niet verdwaalden.

Dave Madden, zijn ogen raadselachtig, had de leiding bijna automatisch overgenomen, toen Manoio hun ruwweg zei dat ze nu op weg moesten gaan.

'Ik ken deze kreken tamelijk goed. We spelen het wel klaar. Maar, in godsnaam, man, hoe heb je ...'

'Je hebt geen tijd om te praten, wanneer je wilt blijven wat je bent - levend en vrij. Schiet op!' De stem van Manoio was laag, maar had een klank van rauwheid, zelfs van bedreiging, die onmiskenbaar was, vooral toen hij eraan toevoegde: 'En denk eraan, wanneer ze je te pakken krijgen, dat je op je zelf bent aangewezen - jullie allemaal. Omdat ik iedereen de keel zal afsnijden, die zijn mond voorbij praat - is dat duidelijk?'

Zelf zette hij de boot van de oever af en duwde zo hard, dat het ranke bootje bijna omsloeg.

'Christus!' mompelde een van de mannen binnensmonds, 'eventjes dacht ik, dat hij ons allemaal zou vermoorden en zou lachen, terwijl hij ermee bezig was! Ik was banger voor hem dan voor de bewakers .. .'

Dave Madden had maar even tijd om een blik achterom te werpen, omdat hij onmiddellijk moest beginnen hun koers te bepalen, maar Manoio was al op weg naar huis en het grote bed, waar Toni zelf zou wachten - zonder enige twijfel kwaad, haar nagels gekromd en klaar om zijn ogen uit te krabben. Maar hij had geleerd, dat er methoden waren om Toni tam te houden ...

Ze was nog steeds in een goed humeur, twee dagen later, toen ze een beetje kwaadaardig glimlachte om de woede van haar zwager.

'Maar Nicky, schat, waarom ter wereld ben je zo kwaad? Ik heb je gezegd en nog eens gezegd, dat die Comanche de hele nacht hier bij mij geweest is en bovendien, waarom zou hij zijn hals riskeren om die geketende beesten te bevrijden? Ik wil wedden dat die vent Madden er iets mee te maken had die, van wie jij de kleine Duitse frau een tijdje gestolen hebt. Ben je bang, dat hij terug zal komen en je keel afsnijden, Nicky?'

De stem van Nicholas Benoit, die even tevoren nog schril van boosheid geweest was, werd plotseling zacht en dodelijk.

'Begin jij nou ook niet de fout te maken door mij te onderschatten, Toni, mijn liefste. En vergeet niet, dat we lang geleden overeen gekomen zijn om eerlijk tegenover elkaar te wezen. Denk je nu heus dat je tegen mij kunt liegen? Dat ik niet zou weten hoe jij en de manier, waarop jouw kronkelend, roofzuchtige brein, werken? Je wordt die halfbloed-gigolo van je even snel beu als je kans zag om het lot van de ongelukkige Dozier te vergeten en mijn advies aan jou, is, beste schoonzuster, om een begin te maken met te denken dat hij... laten we zeggen, dat hij het soort man is, die voorbestemd is voor een geweldadig uiteinde?' Nog vóór Toni, die al kwaad begon te pruilen, kon uitbarsten met een weerwoord, ging Benoit rauw verder: 'Luister naar me. Toni! Hij is niets anders dan een krankzinnige hondenmepper, zie je dat niet? Ik vermoed dat hij bezeten is door geweld - hij is voorbestemd om elk ogenblik uit de band te springen en alles te ontwrichten, wat wij in jaren hebben opgebouwd! De truc die hij die avond uithaalde om die verdomde gevangenen te bevrijden en de helft van het regiment van kolonel Belmont op ons losliet, zodat ze nu overal rondneuzen - hoe noem jij een dergelijk gebaar? Waarom deed hij dat?'

'Dat deed hij niet! Ik blijf het maar zeggen, schat, maar je wilt niet luisteren. En in elk geval ...' Toni trok pruilend aan een losse rafel in het brokaat van de sofa - 'wie je ook denkt die het gedaan kan hebben, hij was nogal uitgeslapen, vind je niet? Tenslotte was het een soort afleiding - en wie dan ook een duizend stuks rundvee verzamelde van het land van Desmoulins, zal waarschijnlijk eindigen met behoorlijk rijk te zijn, is het niet?'

De stem van rechter Benoit werd bedrieglijk mild.

'Is dat zo? Je moet me iets meer vertellen over dat hypothetische genie, en wel heel binnenkort, zodat ik kan gissen wat er gebeurd zou kunnen zijn met de verdiensten van een dergelijk magnifiek uitgevoerde operatie! Maar intussen ben ik hier gekomen om een andere boeiende informatie te verstrekken - en een waarschuwing, terwille van de goede oude tijd!' Zijn eerst zijdeachtige toon maakte plaats voor wat bijna een snauw leek. De amberkleurige ogen van Toni vernauwden zich.

'Nicky, nu ben je akelig en haatdragend! Je weet, dat ik er niet van houd ...'

'Naar de hel met wat jij al of niet mag, indien je mij mijn grofheid wilt excuseren, natuurlijk! Het was verdomd stom om zo iets te doen - om zo'n grote kudde vee op uitgerekend dit moment bij elkaar te drijven! Ben jij vergeten wie tegenwoordig de eigenaar is van het landgoed van Desmoulins? Een miljonair uit het Oosten, Steve Morgan genaamd, een hele zakenman volgens iedereen en een harde, taaie tegenstander. Toevallig is hij ook nog de schoonzoon van een senator van de Verenigde Staten, niet minder dan dat. Weet je wat dat kan betekenen? Federale agenten, regeringsambtenaren die overal gaan rondneuzen! Om de zaak nog erger te maken: vanmorgen was er een telegram van de dochter van de senator, mevrouw Morgan. Het schijnt dat ze op weg hierheen is, op vakantie, kun jij je dat voorstellen? Haar echtgenoot is ergens op rondreis en ze heeft besloten om zijn laatste aanwinst te bezoeken. Heb jij enig idee, wat voor wespennest die vrouw kan loslaten en vooral als ze te horen krijgt, dat het merendeel van haar vee gestolen is?'

'Ik wou dat je ophield met al die zorgen en al dat gedoe, Nicky! Je bent wel heel plotseling een oude juffrouw geworden, weet je dat?' Toni was overeind gesprongen en haar stem klonk bestudeerd zorgeloos. 'O, in 's hemelsnaam!' voegde zij er snel aan toe, toen ze de uitdrukking zag op het gezicht van haar zwager. 'Waarom houd je niet op met zo verduiveld bang te zijn, alleen omdat een of andere stomme oude koe van een dochter van een senator, het in haar hoofd krijgt, dat het een prachtig idee zou zijn om de wildernis van Texas te bezoeken?' Plotseling begon ze te giechelen. 'Man, ik zeg je dat ze het hier helemaal niet leuk zal vinden! Ik geloof dat ze rechtsomkeert maakt en terug naar het Oosten gaat, waar het veilig en beschaafd is. En misschien besluit ze wel om het bezit van Desmoulins te verkopen. Aan mij. En jij, Nicky, mijn schat, jij moet al je charme aanwenden.'

De luchtige manier waarop Toni zijn waarschuwing had ontvangen en haar afscheidswoorden, droegen er niet toe bij om de stemming van rechter Benoit te verbeteren, toen hij naar de stad terugreed. Die kleine Toni was veel te gulzig en ze werd ook té zeker van zich zelf - hij mocht het niet. En vooral mocht hij niet en vertrouwde ook niet de man, die hij minachtend bestempelde als haar indiaan met de blauwe ogen'. Wie was die man? Waar kwam hij vandaan en wat bracht hem hier? Het was vreemd, dat geen enkele van zijn zorgvuldige nasporingen enig resultaat had opgeleverd. Er bestond geen mens zonder verleden en iemand, die zo snel met een revolver was als deze Comanche en die zo volkomen gespeend was van scrupules, had toch ergens sporen achter moeten laten. De vraag was alleen: waar?

'Ik zal me in verbinding moeten stellen met het bureau "Pinkerton", dacht Benoit somber. 'Eigenlijk had ik dat al veel eerder moeten doen.'

Thuisgekomen overhandigde zijn bediende hem de brief, die met de laatste postkoets meegekomen was en toen vergat Nicholas Benoit alles waarover hij zich zorgen gemaakt had. Hij staarde naar de kleine vierkante envelop van velijnpapier, die nog steeds een spoor droeg van een uitmuntend, kostbaar parfum.

Francesca! De onvergelijkelijke di Paoli, voor hem reeds zo lang een voorwerp van verering. Ze had hem eindelijk geschreven! De brief kwam helemaal uit San Francisco, waar hij de duurste bloemen van het seizoen besteld had om na elke voorstelling bij haar bezorgd te worden.

De envelop bevatte een vel dik schrijfpapier met in reliëf het oude wapen van di Paoli's.

'Ik zal in uw stad Dallas zingen over ongeveer twee maanden en ik hoop, dat u de gelegenheid zult hebben met mij te souperen ...' Eindelijk! Te langen leste!

Met een zucht liet Benoit zich zakken in de met fluweel beklede waaierfauteuil die zijn voorkeur had; de brief, die zijn hele leven veranderde had hij nog steeds in zijn hand.

Reeds begon rechter Benoit plannen te maken voor zijn reis naar Dallas. Plotseling leken Toni en haar intrigerende geest - zelfs haar Indiaanse minnaar en de roekeloze daden, waarvoor hij haar toestemming had weten te krijgen, veel minder belangrijk dan ze enkele uren geleden waren. Twee maanden had ze gezegd. Hij begon te overleggen welk antwoord hij zou geven. Hij liet in gedachten elk woord de revue passeren. En hij moest Toni zien over te halen om - hetzij onder dreigementen, hetzij met beloften - een deel van het geld af te staan, dat de verkoop van dat gestolen vee opgebracht moest hebben. Di Paoli moest onderhouden worden in een stijl, die haar zou verbazen en haar voor hem zou doen wegsmelten. Ze was gewend aan Europese koningshuizen en miljonairs uit het Oosten. Nu, hij zou wel zorgen dat ze hem opmerkte - niet alleen wegens zijn lange toewijding, maar ook om zijn vrijgevigheid. En uit de kranten wist hij, na zorgvuldige studie, dat ze op het moment zonder minnaar zat.

Omdat hij alleen was en de deur van zijn studeerkamer zorgvuldig was afgesloten, permitteerde Benoit zich om luidkeels te lachen. Het was een coïncidentie, waarvan hij niet de moeite genomen had om Toni erop te wijzen, dat de laatste minnaar van di Paoli juist dezelfde miljonair was, die nu eigenaar van de plantage van Desmoulins was met al de bijbehorende hectaren! Wat een ironie! Maar Toni zou dat toch niet geapprecieerd hebben.

Deze Steve Morgan had natuurlijk van de prinses zijn congé gekregen - natuurlijk had ze genoeg van hem gekregen niettegenstaande zijn uitdagende en al te openlijk vertoonde goedgevigheid inzake juwelen en andere kostbaarheden. Vandaar dat hij zijn gebroken hart mee naar Europa genomen had, terwijl zijn vrouw afzondering zocht! Later misschien, wanneer hij en Francesca elkaar beter hadden leren kennen en begrijpen, konden ze delen in de humor van de situatie. Hij had op een of andere manier het gevoel, dat met of zonder de machinaties van die lieve, onscrupuleuze, kleine Toni, mevrouw Morgan niet veel prijs zou stellen op een al te lang verblijf in haar laatste huis.