1 augustus 1905
Ik heb gezegd dat ik niet elke dag in dit dagboek zou schrijven, maar dat doe ik toch, want er valt niets anders te doen Hansine heeft het heft in handen genomen, ze bestiert het huishouden en zorgt voor de jongens Ik wacht af Vandaag is de dag dat ze volgens mijn berekening geboren zou moeten worden, maar alles is rustig, verwachtingsvol Ik ga niet meer naar buiten, ik ben sinds afgelopen donderdag de deur niet meer uit geweest
Hansine brengt me de kranten De keizer is naar kasteel Bernstorff gegaan, als gast van koning Christiaan Hij noemt zich nu weer een zoon van het Deense koningshuis, al begrijp ik niet op welke gronden Het zou afschuwelijk zijn als een prins uit het huis Hohenzollem koning van Noorwegen werd terwijl er Zweden en Denen voor de troon in aanmerking komen Maar ze zeggen dat ze het Noorse volk zullen laten kiezen, en zo hoort het ook, dat begrijpt toch iedereen
Nog meer nieuws over de Georg Stage Niet uit de krant, maar uit een brief van mevrouw Holst Dat was een grote verrassing voor me, want ik ken haar nauwelijks, ik heb haar maar een paar keer ontmoet en ze was niet uitgenodigd voor ons huwelijk, iets waar tante Frederikke zeer misnoegd over was Ik denk dat tante haar mijn adres heeft gegeven
Ze houdt er heel vreemde ideeën over geografie op na als ze denkt, en dat schijnt zo, dat Leith dicht bij Londen ligt Ze vraagt niet veel, moet ik zeggen! Alleen of ik het adres van kapitein Mitchell opzoek, want ze wil contact met hem opnemen om hem te bedanken voor het feit dat hij haar zoon het leven heeft gered
Waarom heeft ze hem niet bedankt toen hij in Kopenhagen was voor het gerechtelijk onderzoek? In elk geval bestaat er volgens mij gerede twijfel of Mitchell wel zovelen heeft gered, en in hoeverre het ongeluk zijn schuld was Hij heeft beweerd dat de Georg Stage abrupt van koers is veranderd en dat hij haar bel niet heeft gehoord, terwijl kapitein Malte Brun van het opleidingsschip heeft gezegd dat de twee schepen bijna evenwijdig lagen tot de Ancona haar koers wijzigde en hij inzag dat een botsing onvermijdelijk was De president van het hof hechtte geloof aan de woorden van kapitein Brun, daarover bestaat weinig twijfel, ofschoon kapitein Mitchell heeft gezegd dat hij een koers volgde die hij al eens eerder, met een loods, had gevaren