15 september 1954

Toen Rasmus nog leefde, heb ik tegenover niemand mijn nood over hem geklaagd Daar had ik geen behoefte aan, want ik had mijn dagboek om tegen te klagen Zelfs niet tegenover Harry, al had ik het hem kunnen vertellen zonder dat hij het aan iemand overbriefde

Als je gedurende een periode van vele jaren geregeld een dagboek bijhoudt, is het niet alleen maar een neerslag van je leven en je gedachten, het wordt een personage Je dagboek is de enige tegen wie je alles kunt zeggen, je hoeft niets achter te houden, je kunt al je gedachten op papier zetten, hoe slecht ze ook zijn Tenminste, wat de wereld dan slecht noemt Er is geen sterveling tegenover wie ik dat zou kunnen doen, zelfs niet tegenover Harry Nee, nu ik erover nadenk zijn er talloze gevoelens die ik ook tegen Harry nooit heb durven uitspreken Aan de andere kant heb ik in dit dagboek alles genoteerd, op één ding na

Hoewel ik nooit over Rasmus heb geklaagd, heeft dat de mensen er niet van weerhouden tegen me te zeggen dat ik hem erg zou missen als hij er niet meer was Misschien zagen ze wel dat ik nooit veel om hem heb gegeven Zelfs Marie, die beter zou moeten weten, zei in die laatste maanden dat hij zo ziek was aldoor dat ik me zijn dood meer zou aantrekken dan ik nu dacht Welnu, hij is er niet meer en het is niet zo Ik mis hem niet Eindelijk ben ik vrij, en dat bevalt me goed Toen Harry's vrouw overleed, dat zal een jaar of drie geleden zijn, kreeg ik de indruk dat hij haar vreselijk miste Ik wist nog wat hij had gezegd, dat hij eigenlijk niet met haar had willen trouwen, en soms had ik zin hem aan zijn uitspraak te herinneren, maar dat heb ik nooit gedaan Als je zoiets zegt, kan iemand een hekel aan je krijgen - een paar woorden zijn genoeg, ze blijven voorgoed hangen Zij overleed en hij treurde en ik was jaloers Indertijd heb ik erover geschreven, maar ik heb geen zin de dagboeken te herlezen, dat doe ik nooit Ik weet niet meer wat ik heb opgeschreven, maar ik herinner me wel mijn jaloezie jegens een overleden vrouw

Bij welk kind trek ik in? Bij Swanny natuurlijk Daar heeft nooit twijfel over bestaan, en dat weten ze allemaal We speelden maar een spelletje toen we het na de begrafenis bespraken Dan woon ik iets verder bij Harry vandaan, dat is alles, maar dat geeft niet, want hij heeft een eigen auto