28 juni 1905
Ik ben uitgerekend op 31 juli Zo, op welke dag ze ook komt, het staat nu zwart op wit dat 31 juli de dag is dat ze werd verwacht Ik schrijf 'ze' Hansine zou zeggen dat ik daarmee het noodlot tart Gelukkig kan ze niet lezen Ze kletst met mensen die ze tegenkomt wanneer ze boodschappen doet; ze spreekt abominabel maar vlot Engels en vindt het niet erg om voor schut te staan Ik wel, en waarschijnlijk maak ik daardoor zo langzaam vorderingen Maar lezen kan ze niet, in geen enkele taal Als dat wel zo was, zou ik niet in het Deens durven schrijven, wat betekent dat ik helemaal niet zou schrijven, want in het Engels krijg ik geen zin op papier 'Ze' - ik wil een meisje Dat durf ik aan niemand te vertellen Trouwens, er is hier niemand die het ook maar iets zou kunnen schelen Stel je voor dat ik zoiets zei tegen de vrouw die me dat van die ijsberen vroeg!
De vorige keer wilde ik graag een meisje, voor zover ik graag een baby wilde tenminste, maar toen kwam die arme kleine Mads Hij heeft nog geen maand geleefd Zo, dat heb ik nu ook op schrift gesteld Dit kind wil ik graag en ik hoop dat het een dochtertje is Zelfs als Rasmus nooit meer terugkomt, zelfs als het ergste gebeurt en we met hangende pootjes terug moeten naar Korsetr om ons heil te zoeken bij tante Frederikke en Farbror Holger, dan nog wil ik een dochter hebben Bewoog ze nou maar eens Ik weet dat baby's de laatste weken niet zo woelig meer zijn En ik kan het weten, want ik heb er drie gebaard Ik wou dat ik nog wist hoe het met Mads was gegaan Heeft hij tot het laatst toe bewogen? En de anderen? Zijn meisjes anders en wijst deze kalmte er soms op dat het een meisje is? De volgende keer, en ik neem aan dat er een volgende keer komt, want dat is nu eenmaal het lot van de vrouw, dan zal ik het weten Ik hoef het niet te onthouden, want ik heb mijn dagboek, en het opschrijven van dit soort dingen geeft me een prettig gevoel