63

Datum:

8 oktober 2003, 8:25 uur

Locatie:

Islamabad, Pakistan

ELLES

‘s Morgens vroeg krijgen we een telefoontje van Safia. De kust is veilig; we kunnen naar de Himalaya. De fantastische Karakoram Highway zal ons direct naar onze eindbestemming China brengen.

Het gevoel van onveiligheid van de afgelopen dagen heeft ons nogal humeurig gemaakt. Eigenlijk zijn we voor het eerst tijdens deze reis echt chagrijnig. Het lukt ons niet om lekker te communiceren. We begrijpen elkaar voor geen meter. Als we weer eens de weg kwijtraken als we de stad uit proberen te komen, gaat het mis. We vloeken en schelden over en weer en ik laat mijn tranen de vrije loop. Aan de voet van de Himalaya stopt Michel de bus om zijn verontschuldigingen aan te bieden. Ik schrik me rot als ik hem opeens in huilen zie uitbarsten. Hij voelt zich schuldig omdat hij me heeft meegesleept in dit avontuur en dat hij me daarmee in gevaarlijke situaties heeft gebracht. Zelfs mijn normaal zo koele kerel blijkt het breekpunt te hebben bereikt. Hij wil geen ruzie maken en alleen maar genieten en samen met mij Beijing bereiken. In eerste instantie weet ik me geen raad met de situatie, omdat ik juist altijd op hem kon vertrouwen. Hij is er altijd voor me.

We kletsen een tijdje en besluiten in de Himalaya een paar rustdagen in te lassen. China zal een zware klus worden, helemaal omdat we straks niet meer met zijn tweet jes zullen zijn, maar er een Chinese gids op de achterbank zal zitten. Een voordeel is wel dat iedereen ons vertelt dat de wegen er perfect zijn. We eten een broodje en voelen ons weer wat beter. China, here we come!

Zodra we buiten Islamabad zijn rijden we de heuvels in. Deze heuvels veranderen al snel in bergen. De weg is perfect en de vergezichten erg mooi. Het groene landschap met rijstvelden en palmbomen wordt afgewisseld met rode bergen en scherpe pieken. Soms is de weg wat steil, maar Hippie brengt ons zonder hapering naar de volgende bestemming. We rijden lekker rustig aan, genieten af en toe van het landschap en komen niet verder dan Abbottabad.

Tijdens het ontbijt de volgende dag kijken we gefascineerd naar het straatleven van Abbottabad, met ruig uitziende mannen en volledig in burka gehulde vrouwen. We filmen wat en maken een heleboel foto’s. Daarna is het tijd voor de volgende etappe van de Karakoram Highway. De wegvoert ons tussen prachtige groene landschappen en de eerste echte bergen van formaat door. Af en toe zien we schaapherders langslopen, dan weer passeren we een heldere waterval. Ook zien we de eerste besneeuwde toppen. De uitzichten zijn echt adembenemend.

Maar we zien ook donkere wolken in de lucht. Het ene moment is het nog volop zomer, het volgende moment breekt de hemel open en komt de regen met bakken naar beneden. Ook de temperatuur daalt opeens sneller dan we hadden verwacht. Voor het eerst sinds tijden moeten we ons zomertenue verwisselen voor iets warmers. De regen gaat al snel over in hagel en dat baart ons zorgen. We zitten pas op twaalfhonderd meter hoog. Dit zou kunnen betekenen dat er boven in de bergen al sneeuw valt, veel eerder dan gedacht. We hopen dat de Khunjerab Pass met een hoogte van rond de vijfduizend meter nog niet dicht is vanwege sneeuwval. Dit is de enige verbindingsweg met China en als ze die afsluiten, kunnen we China niet in. Begin november zal de pas voor vier maanden worden gesloten, maar door zware sneeuwval kan deze datum vervroegd worden. Wij hopen dat de sneeuwval mee zal vallen, zodat we de tijd kunnen nemen om de hoogste snelweg ter wereld rustig mee te maken.

Vanaf Besham, waar we overnachten, is het nog een paar dagen rijden naar China. Een ding valt nooit te plannen, en dat is het weer. We besluiten het weer de komende dagen even goed in de gaten te houden.

We verlaten Besham rond negenen om richting Gilgit te rijden. Het slechte weer heeft plaatsgemaakt voor een heerlijk zonnetje dat net boven de bergtoppen uitkomt. De weg is tot onze verbazing nog steeds in een goede conditie.

Op sommige plekken worden we gewaarschuwd voor landslides, oftewel landverschuivingen. Dat zijn een soort lawines van stenen die soms de hele weg kunnen wegslaan. Nogal vervelend, aangezien deze weg een levensader voor het vervoer van goederen tussen China en Pakistan is. Zodra er een kleine landverschuiving heeft plaatsgevonden, proberen ze de weg binnen drie dagen vrij te maken, maar zodra er echt een stuk asfalt is weggeslagen of is bedekt met meters stenen, zal de weg voor langere tijd gesloten zijn.

We rijden door kleine dorpjes en volgen de rivier de Indus. Tien kilometer voor Shilas stoppen we de bus midden in een dal langs de kant van de weg. We klimmen op het dak om van het fantastische uitzicht te genieten. Omringd door de bergtoppen van meer van zevenduizend meter vergeten we al snel alle problemen en spanningen van eerder die week. Maar als we in Shilas uitstappen krijgen we een nieuw probleem voorgeschoteld. We ontdekken dat er olie uit de versnellingsbak loopt. Binnen een paar minuten komt er iemand aangesneld om te helpen. De uitkomst is niet echt positief. Het rubber dat lekkage van olie in de versnellingsbak moet zien te voorkomen, is kapot. We weten dat dit voorlopig niet gerepareerd kan worden omdat dat zou betekenen dat de gehele motor eruit zou moeten. Terugrijden naar Lahore, naar Mister Daniels, is geen optie omdat we dan te laat aankomen bij de grens van China en het land niet meer in kunnen. Terugrijden naar Islamabad zien we ook niet zitten. Het enige dat we eraan kunnen doen, is om de paar honderd kilometers de olie bijvullen. We vragen even na of er autosleutelaars te vinden zijn in Gilgit, de volgende grote stad op onze route. We krijgen tot onze opluchting te horen dat ze er zelfs met Volkswagens kunnen werken en dat repareren geen probleem zou moeten zijn. Dit geeft ons weer een beetje een rustig gevoel.