16
Datum:
11 juni 2003, 11:40 uur
Locatie:
Patras, Griekenland
ELLES
Naarmate we verder naar het zuidoosten rijden wordt de verkeerssituatie slechter. Bij de grens van België ondervonden we al dat de wegen minder goed onderhouden waren en de wegwijzers een stuk minder duidelijk. De Fransen en de Italianen zijn van een heel andere orde; die houden gewoon van snelheid. De Fransen blijven dan nog netjes op hun eigen weghelft, waar de Italianen de middenstreep volledig negeren.
In Griekenland maakt men het nog bonter. De Griek lijkt het concept ‘weghelften’ niet te kennen, snelheidsbeperkingen zijn slechts adviezen die in de wind geslagen kunnen worden en de claxon is verreweg het meest populaire onderdeel van de auto. Er wordt druk getoeterd bij stoplichten, onoverzichtelijke kruisingen, op rustige wegen en vooral naar alle mooie dames. En het gebruik van de vluchtstrook is helemaal speciaal. Langzame auto’s, zoals die van ons, rijden op de vluchtstrook, zodat snelle auto’s gemakkelijk kunnen inhalen. Zo verandert een tweebaansweg in een driebaansweg. Dit zorgt af en toe voor spannende momenten wanneer de vluchtstrook volgens de oorspronkelijke bestemming gebruikt wordt, bijvoorbeeld door een auto met pech. We passen ons graag aan, maar hier moesten we toch wel even aan wennen.
Parkeren is net als in Nederland, Frankrijk en Italië een drama en in die landen ook nog eens onbetaalbaar. De Grieken hebben daar iets op gevonden. In Patras hoef je niets te betalen en parkeer je je auto daar waar er ruimte is. Overdwars op de stoep, dubbel op straat, op de raarste plaatsen staan auto’s. Heb je in Nederland meteen een bon of een wielklem te pakken, hier loopt de politieagent rustig door, op zoek naar echte criminelen.
In Patras krijgen we het ineens benauwd van de olietemperatuurmeter. Deze meter, die we in Nederland nog speciaal hebben aangeschaft, blijkt niet goed te werken en is misschien zelfs kapot. Ook al rijden we in een enorme hitte (tegen de veertig graden) in de tweede versnelling een berghelling van meer dan tien procent op, de naald beweegt geen millimeter. Het is geen prettig idee dat de motor ieder moment kan vastlopen, zonder dat we het doorhebben. Nadat we een steile helling krampachtig hebben genomen, gaan we toch maar op zoek naar vervanging voor de meter. Daarnaast heeft de bus nog een mankementje dat ons zorgen baart. De originele sleutel van het contactslot is afgebroken en de overgebleven reservesleutel werkt niet goed. Het is dus iedere keer wrikken, draaien, sleutel iets omhoog, opnieuw draaien en dan, met een beetje mazzel, start de motor. Soms duurt het startproces vijf minuten, soms wel een kwartier. Heel vervelend als de motor uitslaat op een druk plein en er mensen achter ons staan te toeteren.
Voordeel van het rijden in dit klassieke oldtimertje is dat er wel veel onderdelen te vinden zijn. We kunnen ons dus even helemaal te buiten gaan aan alle sloopbusjes die in Griekenland langs de kant van de weg staan. Met wat hulp van handige Grieken hebben we voor een appel en een ei de olietemperatuurmeter vervangen en is er een nieuw contactslot ingezet. Wel een prettig idee dat ze hier beter overweg kunnen met de ouderwetse techniek van ons luchtgekoelde motortje dan met de moderne elektronica.
Vanuit Patras rijden we over de Peloponnesos naar het drukke Athene. Tot even voor het centrum rijden we netjes met de stroom mee. Dat klinkt stoerder dan het is, want we zagen gewoon geen kans om uit de massale stroom te ontsnappen. Het was ons nadrukkelijk afgeraden om in Athene te rijden. Regel nummer één van reizen is dat je meestal kunt vertrouwen op het advies van plaatselijke bevolking. Maar avontuurlijk als we zijn én omdat we de Akropolis willen zien, negeren we de waarschuwingen. Onderweg rijden we langs het indrukwekkende kanaal van Corinthe en zingen hard mee met de onverstaanbare Griekse liedjes op de radio. De lol houdt op als de weg zonder enige vorm van waarschuwing van driebaans in tweebaans verandert. Het fenomeen ritsen heeft de Grieken nog niet bereikt en allemaal schuiven ze gewoon een stuk dichter naar elkaar zonder in te voegen. Als verkeersbarbaren verdedigen ze hun stukje weg en blijven ze gewoon met z’n drieën naast elkaar rijden, uiteraard onder begeleiding van luid getoeter. De borden zijn onleesbaar maar met behulp van het kompas op Michels horloge en een minimaal kaartje in de Lonely Planet rijden we de stad in.
Het is moeilijk om de camping te vinden. We hebben slechts twee aanwijzingen:
- de camping is zeven kilometer van het centrum,
- de camping ligt aan de snelweg.
MICHEL
Het verkeer wordt drukker en drukker en door de enorme hoeveelheid reclameborden zien we door de bomen het bos niet meer. Met het zweet in de handen rijden we verder tot we toch opeens de camping zien. Er is één klein probleempje: de camping ligt links aan de andere kant van de weg en wij rijden helemaal rechts. Op dat moment blijken Elles en ik een perfect team. Raampjes open, zwaaien, knipperlichten uit en gaan met die banaan! Het oversteken van de weg is pittig, vanwege de voorbijrazende vrachtwagens en de grote hoeveelheid toeterende Grieken die we hinderen met onze manoeuvre. Maar we halen het zonder schade.
De camping is niet bepaald een oase van rust. De voorbijrazende auto’s zorgen voor een onafgebroken stroom herrie. Maar een alternatiefis er niet. We settelen ons op de camping en halen bij een naastgelegen supermarkt wat eten. De stad laten we even voor wat hij is.