59

Datum:

4 oktober 2003, 12:15 uur

Locatie:

Peshawar, Pakistan

ELLES

Peshawar, in de deelstaat North Western Frontier, heeft veel Afghaanse invloeden. Dit komt door de miljoenen Afghanen die de afgelopen jaren hun eigen land zijn ontvlucht en zich net over de grens van Pakistan hebben gevestigd. Aangezien de Pakistaanse regering de vluchtelingen wel wilde opvangen, maar ook onder controle wilde houden, ontstonden er hier enorme vluchtelingenkampen.

SOS-Kinderdorpen heeft verschillende noodhulpprojecten in de Afghaanse vluchtelingenkampen opgezet. Aangezien de vluchtelingen onder barre omstandigheden en met weinig voorzieningen moeten leven, is de behoefte aan medische hulp erg groot. Een van die SOS-projecten, een kinderziekenhuis, willen we graag bezoeken. We nemen contact op en worden dezelfde dag nog bij ons hotel opgepikt door een van de medewerkers. Samen met een beveiligingsbeambte rijden we naar het ziekenhuis. Onderweg zien we een markt waar Afghaanse paarden worden verhandeld. Uit nieuwsgierigheid vragen we of we er even mogen filmen. We lopen het terrein op, op de voet gevolgd door de bewakingsbeambte. Op het moment dat er een man met een enorm wapen naast me gaat staan, geeft Michel me onopvallend een hint dat ik door moet lopen. Ik schrik me rot, maar durf het niet te laten merken. Dan zie ik dat ook de bewakingsbeambte, die aan de andere kant naast me staat zijn wapen in zijn hand heeft genomen en de man goed in de gaten houdt. Ik draai me om en loop regelrecht naar de auto. Michel volgt me op de voet. Vanaf nu ga ik de auto pas uit als we op de plek van bestemming zijn aangekomen. Met de beveiligingsman bij ons zouden we veilig moeten zijn. Maar ook zijn enorme pistool geeft mij een rotgevoel. Ik moet erg wennen aan al die wapens. Wanneer we bij het ziekenhuis aankomen en we de eerste kinderen zien, schrikken we toch wel even. Het zijn beelden die je normaal gesproken alleen op de televisie ziet. Bolle buikjes van de ondervoeding, tranen in hun ogen. Hulpeloos staren de kleintjes ons aan. Hepatitis en malaria zijn naast ondervoeding veel voorkomende problemen bij de kinderen uit het vluchtelingenkamp. We zien een jongetje van anderhalfjaar oud dat net zoveel weegt als een pasgeboren baby. We moeten echt even slikken. SOS-Kinderdorpen probeert deze kinderen extra voeding te geven zodat ze weer wat kunnen aansterken, en probeert daarnaast de moeders te leren wat goed voor hun kinderen is.

Vrouwen, zo horen we, raken aan de lopende band zwanger. Zodra het ene kind is gebaard, zijn ze alweer zwanger van de volgende. En dan stopt de borstvoeding voor de pasgeboren baby. De vrouwen denken namelijk dat het slecht is voor de baby in de buik als ze de pasgeborene borstvoeding blijven geven. Zo’n kindje krijgt dan te eten wat de pot schaft en dat is natuurlijk niet goed. SOS-Kinderdorpen probeert de vrouwen te begeleiden.

Tevens geven ze voorlichting over ‘family planning’ om de aantallen een beetje onder controle te houden. Een van de vrouwen heeft al twintig kinderen op de wereld gezet. Ze was op een gegeven moment oma, en liep samen met haar dochter met een dikke buik, in afwachting van de volgende kleine. Het is een onwerkelijke wereld waar we ons in begeven. We kunnen de indrukken en emoties moeilijk verwerken.