15

Datum:

10 juni 2003, 14:10 uur

Locatie:

Haven van Brindisi, Italië

MICHEL

Het is net na tweeën als we in Brindisi aankomen. “Ik meende me toch echt te herinneren dat de haven in het centrum lag,” mompel ik nog. We volgen de borden en rijden een groot industrieel havengebied in. We passeren een aantal verlaten wisselkantoortjes. Het is verdacht stil. We volgen de borden FERRY TO GREECE en rijden een enorme parkeerplaats op. Aan de rechterkant zien we een aantal kleine kantoortjes en parkeren de bus ervoor. Het is buiten meer dan vijfendertig graden, zodra we de bus geparkeerd hebben breekt het zweet ons uit. We kijken even rond en zien dat alles dicht is. “Er zullen toch wel boten varen,” vraag ik aan Elles, al weet ik dat ook zij het antwoord niet kan geven. “Laten we hopen dat ze niet aan het staken zijn.” We lopen een tijdje rond en zien in de schaduw een slapende man. We lopen naar hem toe en twijfelen of we hem wakker moeten maken. Ik besluit de kuch-truc uit te halen. Ahum! We kijken gespannen naar de man maar zien geen reactie. Elles kijkt me lachend aan. “Laat mij maar. Excuse me. Hello!” Verschrikt kijkt de man op en springt overeind. “Excuse me, sir. Are there any boats going to Greece today?

Ahaa, Greece. Fivee uuh oclock yu canne buye tickets.” Duidelijk verstoord door de onderbreking van zijn middagdutje gaat de man weer liggen, draait zich een paar keer om en valt weer in slaap. We geven elkaar een knipoog en sluipen zachtjes weg. Aangezien we nog wat tijd over hebben, gaan we op zoek naar een supermarkt in het centrum om wat laatste Italiaanse inkopen te doen. Het centrum, vroeger ‘s zomers vol interrailers die de boot naar Griekenland wilden nemen, ligt er verlaten bij. Tot een paar jaar geleden vertrokken de boten hier. We internetten even, doen snel de geplande inkopen en rijden daarna terug naar de haven. Achter de loketten hebben ondertussen kaartjesverkopers plaatsgenomen, zodat er wat leven in de brouwerij komt. Van passagiers is, op ons en een ander stel na, geen spoor te bekennen. Al vrij snel vinden we het juiste loket en lukt het ons zelfs om korting op de kaartjes te krijgen. We hebben nog een uur voor de boot vertrekt, dus we maken nog wat foto’s. Onder toeziend oog van de staf en de kapitein poseren we voor de enorme veerboot. Het uur vliegt voorbij.

De kapitein vertelt dat het rond deze tijd van het jaar altijd zo rustig is. We vragen ons af of het wel rendabel is om te varen, want we zien welgeteld vijf vrachtwagens en drie auto’s naar binnen rijden. Gewone passagiers zijn in geen velden of wegen te bekennen, op een Zwitser op een scootertje na. En dan te bedenken dat deze boot op duizend mensen is berekend.

Net voor zonsondergang rijden we Hippie de boot op. Nadat hij en de paar andere auto’s zijn vastgegrendeld horen we de harde stoomtoeter die het sein van vertrek geeft. Het mooie van deze boottocht is dat je in je camper mag slapen. Dat scheelt weer geld en is een leuke belevenis. De frisse wind maakt plaats voor een zilte zeelucht, vermengd met de dieseldampen van de boot. Als we een halfuur onderweg zijn, gaat de zon onder. Hangend over de reling nemen we afscheid van Italië en maken we ons op voor een overtocht naar Griekenland die de hele nacht zal duren. De boot is nog leger dan we verwacht hadden. Het bovenste dek is zelfs afgesloten. We zien meer personeel dan passagiers. Ook de eerder gespotte Zwitser loopt een beetje verdwaasd rond. Veel entertainment op deze loveboat is er niet, dus gaan we lekker terug naar de bus om een pastaatje te koken. Nog voor tienen maken we de bus klaar voor de nacht en duiken we heerlijk onder de wol.

De zoute zeelucht en het geronk van de boot zorgen ervoor dat we diep slapen. Als we ‘s-morgens eindelijk wakker worden van de scheepshoorn en naar buiten kijken, zien we de kust van Griekenland al liggen. Een wazige ochtendzon verschijnt aan de horizon. We hebben zin in Griekenland. We kijken uit naar mooie stranden, Griekse souvlaki en de prachtige natuur van de binnenlanden. Een uurtje later varen we de haven van Patras binnen. Greece, here we come!