24
Datum:
10 juli 2003, 16:40 uur
Locatie:
Pamukkale, Turkije
MICHEL
Als je naar Turkije op vakantie gaat is de kans groot dat je een bezoekje brengt aan Pamukkale. Het staat samen met Istanbul en Cappadocië hoog op het toeristenlijstje. Pamukkale is een eersteklas natuurwonder. Doordat het gebied op een breuklijn in een aardbevingsrijksgebied ligt, wordt er kalkrijk water met kracht naar de oppervlakte geperst. Het water stroomt vervolgens van de heuvels af, het kalk achterlatend. In de loop der eeuwen zijn er zo natuurlijke baden met kalkrijk water ontstaan. Dit water en de modderige kalksubstantie moeten een helende werking hebben. En dat laatste heeft een enorme aantrekkingskracht op toeristen. Vroeger werden er dagelijks duizenden mensen vanuit de toeristische kustplaatsen naar de baden van Pamukkale vervoerd. Door de massale stroom toeristen die deze plek bezochten, was het bijna gedaan met dit natuurwonder. Daarom zijn er nu speciale baden aangelegd, waarin het nog steeds zalig badderen en scrubben is, maar die niet meer op de natuurlijke wijze zijn ontstaan. De natuurlijke baden zijn verboden voor de toeristen, maar blijven prachtig om naar te kijken. Als we een plekje hebben gevonden om te overnachten, gaan we te voet naar de baden.
In het dorpje is het verdacht rustig. Bij de winkeltjes en restaurantjes zien we slechts een enkele verdwaalde toerist. We worden continu aangesproken door wanhopige restauranteigenaren die op zoek zijn naar klanten. De oorlog in Irak blijkt ook zijn invloed te hebben op Turkije. Veel vakantiegangers mijden Turkije vanwege de instabiele situatie in Irak en de angst voor aanslagen. Een van de inwoners die we aanspreken vertelt ons dat er normaal gesproken tien keer zoveel mensen zijn rond deze tijd van het jaar. Als we verder het dorpje in lopen, zien we in de verte de baden liggen. Zo van een afstand zien ze eruit als een paar heuvels die aan de bovenkant met poedersuiker zijn bestrooid. Hoe dichter we bij de heuvels komen, hoe meer vorm de baden krijgen. Ze liggen trapsgewijs tegen de witte heuvel aan en zijn zo helder dat het lijkt alsof je het water zo kunt drinken.
Twee gezette dames van in de vijftig, de een gekleed in een rood, de ander in een blauw badpak, staan elkaar gretig in te smeren met de kalkklei. Verderop liggen een man en een vrouw lekker te badderen in het heilzame water. We gaan eerst op verkenning uit voordat we zelf de werking van de baden proberen. De baden waren eeuwen geleden al een trekpleister voor toeristen, waardoor er vroeger een stad is ontstaan op loopafstand van de baden. Er is niet veel meer van over dan de ruïnes van een amfitheater. We lopen er een tijdje rond, genieten van het uitzicht en vooral van de badderende toeristen. Aan het eind van de dag, tegen zonsondergang, gaan we het zelf proberen. Elles heeft er in eerste instantie meer zin dan ik. Ze springt in een van de baden en begint zich enthousiast in te smeren met de kalkmodder. “Het is heel glibberig onder je voeten!” roept ze me toe. Die opmerking maakt het voor mij niet veel aantrekkelijker om het bad in te gaan. En inderdaad, zodra ik een stap in het water heb gedaan weet ik wat ze bedoelt. Ik zak zo’n tien centimeter weg in de glibberige derrie. Ik weet niet of het door het ijskoude water of door de slijmerige ondergrond, maar het kippenvel staat op mijn rug. Het idee dat er dagelijks honderden mensen met hun vieze voeten in dit badje van tien bij drie meter staan en dat ik die smurrie zo op mijn huid ga smeren, vind ik helemaal niets. Elles heeft er blijkbaar minder moeite mee, want geen stukje huid is nog onbedekt. “Hé, meneer de twijfelaar, moet ik het voor je doen?” En voor ik het door heb, belandt er een flinke klodder kalkmodder op mijn borst. “Even lekker scrubben, Michel, dan voel je je straks als herboren!”
Met tegenzin smeer ik me in. Rebirthing is niets voor mij. Ik weet niet hoe snel ik me in de richting van de natuurlijke watervallen moet begeven om het geheel er weer af te spoelen. Het zal wel een vrouwending zijn.
De volgende dag is het tijd om de bus zijn vijfduizend-kilometer-beurt te geven. De kleppen moeten gesteld worden. We vinden even buiten Pamukkale een Volkswagen-oldtimergarage met een man die verstand blijkt te hebben van ons busje. Ook al is het een makkelijke klus, de man doet er erg lang over en kijkt behalve de kleppen ook de rest van de motor na. Hij draait wat losgetrilde schroeven aan, ververst de olie en weet de motor weer op scherp te zetten. Als we klaar zijn en omgerekend tien euro afgerekend hebben voor drie uur sleutelen, stappen we in de bus om naar de volgende bestemming te rijden. Na een hele morgen zwetend om de bus te hebben rondgehangen en zonder onze zwembehoefte in Pamukkale goed te hebben kunnen bevredigen, willen we eigenlijk maar één ding: lekker naar het strand.
De snelste route naar de kust brengt ons naar het beruchte plaatsje Antalya. Antalya kan net als Alanya worden omschreven als een Turkse versie van Benidorm. Toeristen van over de hele wereld komen hier om van de zon te genieten en vermaakt te worden door de lokale bevolking. We zijn wel benieuwd waarom dit plaatsje zo intens populair is. Als we tegen de avond aankomen willen we niets liever dan snel een klein hapje eten en naar bed gaan. Het is rustig in de straten. Nou ja, technisch gezien, want de straten zijn leeg, maar stil kunnen we het niet noemen. Elk restaurant probeert met zijn radio die van de buren te overstemmen. En ook hier worden we door iedere restauranteigenaar aangeklampt in de hoop dat we in zijn tentje neerstrijken. Bij ons werkt het alleen averechts. We nemen dan ook plaats bij een klein tentje waar niemand voor de deur staat om ons naar binnen te praten.
Maar zodra we hebben plaatsgenomen blijkt dat de eigenaar alsnog van alles met ons van plan is. De radio wordt een standje harder gezet, zodat Nirvana met grof geweld de boxen uit komt zetten:
Here we are now
Entertain us
We’re so stupid
Entertain us!
Elles werpt me een vermoeide blik toe. We houden het erop dat we te moe zijn van een lange dag rijden om dit te kunnen waarderen.
Omdat het aantal toeristen dit seizoen tegenvalt en er geen andere gasten zijn, besluit de eigenaar ons zo lang mogelijk in het restaurant te houden om andere gasten aan te trekken. Want als er eenmaal klanten zijn, trekt dat vaak meer klanten aan. Hij maakt het ene flauwe grapje na het andere. Het duurt een halfuur voordat hij onze simpele bestelling van twee kipkebab heeft genoteerd. TMJ, ZOALS HIJ ZICHzelf noemt, is een (sl)echte entertainer. Hij serveert een zelfgemaakt voorgerechtje en geeft een kwartier lang uitleg over de inhoud ervan, zodat het koud is voordat we een hap hebben kunnen nemen. Als hij vervolgens met veel bombarie het hoofdgerecht presenteert, waagt hij het ook nog eens om verschillende stukjes kip van mijn bord te eten. Omdat hij er niet vanaf kon blijven, grapt hij. Ik kijk beteuterd naar mijn bord. Het smaakt ineens een stuk minder lekker. Maar TMJ heeft nog meer in petto. In plaats van de gebruikelijke eau de cologne over onze handen te sprenkelen na de maaltijd, besluit TMJ ME IN EEN soort houdgreep te vatten en me van top tot teen in te masseren met het spul. Elles kan er nog om lachen. Als ik me uiteindelijk uit zijn houdgreep heb weten te werken, vraag ik snel de rekening. TMJ KIJKT beteuterd, maar de boodschap is duidelijk. We willen weg.
Helaas blijkt TMJ NOG EEN LAATSTE VERRASSING IN PETTO TE HEBBEN. WE moeten nog even wachten, roept hij vanuit de keuken. Mijn god, wat nu weer. Dan komt TMJ TERUG MET EEN HALVE WATERMELOEN, GENOEG OM ons nog een halfuurtje in het restaurant te houden onder een begeleidende stroom perverse grappen. Als hij vraagt of we getrouwd zijn en ik ontkennend antwoord, heeft hij ineens de grootste plannen. Waar Elles bijzit probeert hij mij over te halen om vanavond mee te gaan naar een discotheek, want hier in Antalya heb je pas echt mooie vrouwen. Dat Elles mijn vriendin is interesseert hem niet, want zegt TMJ, ZOLANG JE NOG NIET GETROUWD BENT IS ER NIETS AAN DE HAND. ELLES KIJKT HEM VOL ONBEGRIP AAN. IK KAN HAAR GEDACHTEN LEZEN. WAT EEN eikel. We dringen aan op de rekening en neeee, we willen niet nog een kebabsi! Een kleine vijf minuten later lukt het ons eindelijk om te betalen.
We hadden nog één vraagje: waar staat TMJ VOOR?
Aaaah! Turkish Michael Jackson…
We ontvluchten snel de zaak voordat hij begint te zingen.
Na een goede nachtrust rijden we snel weg uit Antalya. De kustroute naar het oosten moet prachtig zijn, dus volgen we het water richting Kiskalesi. Kiskalesi is een klein badplaatsje waar op honderdvijftig nieter voor de kust een fort ligt. Het klinkt sprookjesachtig, dus besluiten we om daar onze welverdiende strandbestemming van te maken. De weg is van redelijke kwaliteit maar wel erg kronkelig, omdat het een kustroute door de heuvels is. Hierdoor halen we maar een gemiddelde snelheid van veertig kilometer per uur en zitten we langer in de bus dan we gepland hadden. Door de haarspeldbochten worden we van links naar rechts geschud en we moeten ons goed concentreren op de smalle weg. Halverwege de rit schrikken we ons rot. We rijden een berg af met zo’n zeventig kilometer per uur en zien dan opeens een enorme plas water op de weg liggen. In Turkije staan in sommige gebieden enorme ‘autodouches’ langs de kant van de weg. Auto’s kunnen onder die douches doorrijden om het vele stof kwijt te raken. Ze worden ook gebruikt door vrachtwagens die vee vervoeren, om de dieren op een makkelijke manier koel te houden. Het is een prima methode als het water gewoon wegstroomt, maar niet echt prettig als het op de weg blijft staan. Ik heb maar een fractie van een seconde om te beslissen: hard op de rem trappen met de kans dat we in de slip raken of rechtdoor blijven rijden en hopen dat het geen extreem diepe plas is. Ik besluit het laatste en terwijl we ons schrap zetten, klappen we hard op het water. Met mijn handen verkrampt om het stuur probeer ik de klap op te vangen. De golf die opspat is bijna net zo hoog als de bus. Elles zet haar benen schrap tegen het dashboard en houdt haar handen voor haar gezicht. Het zweet breekt me uit. Gelukkig doen de Pirelli-bandjes hun werk perfect. Met minimale aquaplaning surfen we over de plas. Gelukkig blijven we rechtuit rijden en raken we niet van de weg. Vijftig meter verderop stoppen we even om bij te komen van de schrik. We stappen uit om op adem te komen. Ik kruip even onder de bus voor een snelle inspectie en zie niets vreemds. Maar als we weer gaan rijden, zien we dat de klap toch iets te heftig is geweest. De in Griekenland aangeschafte olietemperatuurmeter heeft het begeven. We controleren de rest van de auto en zien dat de kleine koplampjes het ook niet meer doen.
We rijden rustig door en hopen gevrijwaard te blijven van avonturen. Maar we krijgen geen rust. Overal, en dan ook overal in Turkije vind je benzinestations, soms wel om de twee of drie kilometer. Maar niet op de kustweg van Antalya naar Kiskalesi. De meter daalt en bereikt het reservegebied. We hebben twee reservetanks achterop voor dit soort situaties, maar die hebben we tot nog toe niet gevuld omdat er toch overal tankstations te vinden zijn. Dom! We besluiten zuinig te rijden en de auto zoveel mogelijk uit te laten rollen. Al durven we dat laatste ook weer niet voluit te doen vanwege ons surfavontuur. Kortom, stress in de auto!
Gelukkig rijdt er achter ons een auto met Nederlands kenteken. We stoppen even en de inzittenden, Rama en Mirsa, besluiten achter ons te blijven rijden voor het geval we geen tankstation vinden. De meter zakt bijna tot het nulpunt. Na een halfuur staren naar het wijzertje in het rood komen we gelukkig bij een tankstationnetje. We blijken nog minder dan een liter in de tank te hebben! Om dit de volgende keer te voorkomen, vullen we meteen de twee jerrycans. We bedanken Rama en Mirsa en na samen wat te hebben gedronken gaan we weer onze eigen weg.