83
Later op de ochtend keerden Rocci en Forgione samen terug op het bureau en legden vier grote tassen vol partituren op het bureau van hun baas. Daarna hielden ze zich weer met Giacomo Lanci bezig, die nog steeds nergens te vinden was. Conti haalde de boeken uit de tassen en was bijna een kwartier bezig om er met potlood de namen van de jongeren op te zetten. Ze konden makkelijk door elkaar gehaald worden, want er zaten veel dezelfde tussen: de jongeren waren bezig met de voorbereidingen voor het examen, en blijkbaar was het programma min of meer voor iedereen gelijk. Daarna stopte hij ze weer terug en vertrok met alle tassen.
Om kwart over één stond hij voor Matteo’s school. Clara arriveerde even later en bleef verrast staan toen ze hem tegen de muur zag leunen.
‘Mijn auto staat hier vlak om de hoek,’ zei Conti, die haar tegemoet liep. ‘Kom even mee.’
‘Maar Matteo komt over vijf minuten naar buiten en...’
‘Dat is genoeg,’ antwoordde hij, en hij stak zijn arm door de hare.
De auto stond slordig geparkeerd, half op de stoep en met de neus bijna in de etalage van een kantoorboekhandel die gelukkig al gesloten was. Conti maakte de kofferbak open en haalde de vier tassen eruit. ‘Ik heb werk voor je,’ zei hij glimlachend.
Clara keek ernaar, maakte er lukraak een open en rommelde tussen de partituren. ‘Waar heb je die vandaan?’ vroeg ze met een verbijsterde blik.
‘Ze zijn van die vermoorde jongeren.’
Op slag trok Clara haar hand uit de tas.
‘Het zijn de stukken die ze voorbereidden voor het examen. Ik wil dat jij ze een voor een bestudeert.’
Clara schudde haar hoofd. ‘Maar ik...’
Conti keek om zich heen alsof hij bang was dat ze werden afgeluisterd. Op straat was het een komen en gaan van ouders. Iemand groette Clara, maar die leek het niet te horen.
‘Help me, alsjeblieft...’ zei hij met smekende ogen. ‘Als je niets vindt, geef ik me over. Dan zie ik me genoodzaakt er een muziekexpert bij te halen en het nieuws door de pers te laten oppikken. En god mag weten wat er dan gebeurt. Lanci, de architect die op de vlucht is geslagen, heeft geen flauw benul van muziek. Over de rest zal ik het maar niet hebben, want de tijd dringt en ik wil mijn dag niet verdoen.’
Clara keek op haar horloge. ‘Matteo komt naar buiten. Ik moet gaan.’
Hij pakte haar bij de pols. ‘Clara...’
Ze stak haar hand in haar tas en gaf hem een bos sleutels. ‘Mijn auto staat daar,’ zei ze, wijzend naar een plek vlakbij. ‘Leg die tassen maar in de kofferbak, dan ga ik nu Matteo halen.’
‘Dank je.’
Ze draaide zich om en ging de hoek om.