72
De zoon van de oude advocaat Robini was pas tweeëndertig, maar had voldoende ervaring om de situatie meteen te overzien en te weten wat hem te doen stond. Eén blik op Letizia Baratti, die als een offerlam in elkaar gedoken op de stoel voor de verhoortafel zat, vertelde hem dat ze heel erg geschrokken was. Haar opgetrokken schouders en ontwijkende blik deden vermoeden dat ze geïntimideerd was.
De jonge advocaat meende onmiddellijk tot in de details te weten hoe de aanklacht tegen zijn cliënte luidde. Om vertrouwen te wekken en tegelijkertijd aan de politiemannen duidelijk te maken dat het nu uit was met de pret, had Robini junior gekozen voor de klassieke cocktail van stelligheid, nonchalance en arrogantie.
Maar toen de omstandigheden die tot Letizia Baratti’s aanhouding hadden geleid volledig uit de doeken werden gedaan, werd hij aanmerkelijk voorzichtiger. Hij merkte slechts op dat er geen enkel bewijs was dat Letizia op de middag in kwestie het huis had verlaten en in haar auto was weggereden. Sterker nog, haar tante en haar oma hadden eensgezind verklaard dat het meisje de hele dag ziek op bed had gelegen. Conti en Rocci lieten hem weten dat geen van de twee vrouwen had kunnen bevestigen dat ze Letizia die middag in bed hadden zien liggen.
De advocaat haalde zijn schouders op. De politiemannen wisten heel goed dat zij dat mochten bewijzen, niet de verdachte. En op dat moment was het feit dat Roberta Crisostomi was aangereden met Letizia’s auto slechts een aanwijzing voor haar schuld, maar meer ook niet.
Om elf uur werd Conti de kamer uit geroepen en werd er een korte pauze ingelast. Robini ging in gedachten verzonken naar de bar voor een kop koffie. Conti haastte zich meteen naar Mancini.
Zijn collega van de technische recherche wachtte bij de deur op hem. ‘Er is nieuws,’ zei hij, waarna hij hem binnenliet en hem meenam naar een computer achter in de kamer. Daar zat een technicus in een witte jas achter te werken.
‘Leg jij het maar uit,’ zei Mancini tegen zijn collega.
‘Dit is een vergroting van de foto van een schoenafdruk die genomen is op de plaats delict,’ verduidelijkte de technicus. ‘Het is een gedeeltelijke afdruk, maar toch duidelijk genoeg vanwege het bloed dat het slachtoffer op het asfalt heeft achtergelaten. We hebben geluk gehad.’
Conti knikte. ‘Is het model te achterhalen?’
Mancini wees een punt op het scherm aan. ‘Kijk hier maar eens...’
Conti boog zich voorover naar de monitor en kneep zijn ogen toe. Er was een soort slangetje te zien, omringd door andere, nogal onduidelijke tekens. ‘Is het een S?’ vroeg hij aarzelend.
‘Goed zo, Conti!’ riep Mancini uit. ‘Het is inderdaad een S.’
‘En die streepjes eromheen?’
‘Dat zijn puntjes. De S staat in een ster.’
Conti kneep zijn ogen tot spleetjes. Dus het logo van een merk stond op de zool. Na even nadenken kwam hij echter tot de slotsom dat hij geen idee had welk merk dat dan was.
‘Starsfeet,’ zei Mancini, alsof hij zijn gedachten kon lezen.
‘Wat is dat voor iets?’
‘Engels. Het staat voor sterrenvoeten of zoiets.’
‘Nooit van gehoord.’
‘Uiteraard niet. Het is nieuw spul, de nieuwste mode, voor een jong publiek. En jij bent oud, Conti.’
‘Niet zo oud als jij.’
‘Nee, maar ik heb een puberdochter.’
‘En die heeft schoenen van Stars...’
‘... feet. Helaas wel, ja.’
‘Hoezo, helaas?’
‘Omdat ze honderdnegentig euro kosten, daarom. Dat vertelde ze me een paar minuten geleden aan de telefoon en ik kreeg bijna een hartverzakking. Het is allemaal de schuld van haar moeder, die haar stiekem geld geeft. Als het aan mij lag...’
Conti werd ongeduldig. ‘Zijn die schoenen bekend?’
Mancini haalde zijn schouders op. ‘De laatste trend. Mijn dochter zegt dat haar vrienden er een moord voor zouden doen. Begrijp jij dat nou?’
‘Hoeveel zijn ervan in omloop?’
‘Een heleboel, volgens mij. Al is de prijs volgens mij echt belachelijk. Met alle hongersnood in de wereld en dat soort dingen...’
Conti dacht zwijgend na. Hij vroeg zich af of het mogelijk was de schoenmaat van degene van wie de afdruk was te achterhalen. Dat vroeg hij aan de techneut achter de computer.
‘Vanochtend zijn de winkels dicht, dus hebben we alleen de afstand tussen de vermoedelijke voorkant van de schoen en het logo kunnen analyseren en die vergeleken met soortgelijke schoenen,’ antwoordde hij. ‘We kunnen met redelijke zekerheid zeggen dat het maat negenendertig, hooguit veertig is. Voor de zekerheid hebben we Rivelli naar het huis van Mancini gestuurd om de schoenen van zijn dochter op te halen. Zij heeft achtendertig, maar als vergelijking is dat prima. Vanmiddag kopen we een nieuw paar en dan kunnen we het tot op de millimeter nauwkeurig bepalen.’
‘Misschien hoeft dat niet,’ zei Conti, en hij draaide zich om en liep de deur uit.
‘Waar ga je naartoe?’ vroeg Mancini, die hem door de gang achternaliep.
‘Jou honderdnegentig euro besparen. Vanwege de honger in de wereld...’
‘Niet zo lollig doen, Conti. We hebben nog meer te bespreken. Die haar, bijvoorbeeld. Waar ga je naartoe, als ik vragen mag?’
‘Die sterrenschoenen zoeken in huize Baratti. Als ik ze vind, ben je de eerste die het hoort.’
Mancini bleef midden in de gang staan. Hij draaide zich om en liep terug naar het laboratorium, waar hij de deur achter zich dichtdeed.