81
Om halfelf ging Matteo, die zijn vader had verslagen en zijn orks naar de overwinning had geleid, naar bed en viel meteen in slaap. Conti verliet op zijn tenen de kamer van zijn zoon, deed zachtjes de deur achter zich dicht en liep met grote passen naar de zitkamer. Clara, die hem bijna rennend langs de keuken zag komen, dacht dat hij misschien een dringend telefoontje van het bureau had gekregen. In plaats daarvan vond ze hem voor de piano, waar hij de partituur van Für Elise bij het licht van de pianolamp stond te bestuderen. Clara kwam behoedzaam dichterbij.
Hij keek haar koortsachtig aan. ‘Je moet me helpen,’ zei hij.
Later, om één uur ’s nachts, zaten ze zwijgend op de bank, nog steeds in de zitkamer. Clara stond op en liep naar de bar. Ze schonk twee glazen whisky in en gaf er een aan haar man.
‘Sinds wanneer drink jij?’ vroeg hij nieuwsgierig.
‘Ik drink niet,’ antwoordde ze met een onschuldig lachje, waarna ze ging zitten en een slok nam.
‘Maar nu wel...’
‘Bij wijze van hoge uitzondering.’
Hij nam haar niet erg overtuigd op, maar hief zijn glas naar haar en bracht het naar zijn lippen.
‘Ik ben geen pianiste,’ zei Clara voor de derde keer in nog geen twee uur tijd. Ze keek mistroostig naar de stapel partituren aan hun voeten. Die waren van toen ze aan het conservatorium piano als bijvak volgde en had ze achter in een kast gevonden. Twintig jaar oud spul. Ze hadden ze allemaal opengeslagen en nagekeken, in elk geval de eerste bladzijden. ‘Op dit moment kan ik niet meer voor je doen.’
Hij leek haar niet gehoord te hebben. ‘Ik had er eerder aan moeten denken. Ik ben een idioot geweest...’
‘Je kon het niet weten. Je weet niets van muziek.’
Conti dacht aan zijn geïmproviseerde cd-collectie, aan de muziekwinkel, aan meneer Toppi en aan Manzi.
Ze zijn hetzelfde, maar toch anders.
Noten. Die incisies waren muzieknoten.
Een uur lang had Clara hem uitgelegd hoe het werkte. Ze was gaan zitten en had de notenbalk getekend, die bestond uit vijf evenwijdige lijnen. E, g, b, d en f waren de noten op de lijnen. F, a, c en e waren de noten tussen de lijnen in. Conti had ze geteld en had gevraagd waarom er bijvoorbeeld van de f twee waren. Clara had het hem op het klavier laten zien. De één was lager, de ander hoger. Ze had hem gevraagd ze met zijn wijsvinger aan te slaan. Klonken ze volgens hem hetzelfde? Conti had ja geantwoord. Alleen was die aan de rechterkant hoger dan die aan de linkerkant.
Het waren twee verschillende octaven, had ze gezegd. Maar het was wel allebei dezelfde noot. De f.
Hetzelfde, maar toch anders.
Conti had haar gevraagd ook de noten buiten de notenbalk op te schrijven. Met eindeloos geduld was Clara bij de c begonnen. Die had ze onder de onderste lijn getekend. Een rond bolletje met een horizontaal streepje in het midden. Een snee dwars door de bol.
Daarna was ze verdergegaan met de b. Zo’n zelfde bolletje, maar deze keer trok ze het streepje er vlak onder. Een snee onder de bol. En als het bolletje het hoofd was, was dit de keel.
‘Laten we verdergaan...’ had Conti opgewonden gezegd.
Ze was doorgegaan met de a – een streep dwars door het bolletje en een eronder – en de g – twee strepen eronder.
Op dat punt had hij een woeste kreet geslaakt. In een impuls had ze haar hand op zijn mond gelegd. ‘Stil, je maakt Matteo wakker!’
Hij dacht dat hij de oplossing gevonden had. Die opeenvolgende noten waren een melodie. C, b, a, g... Je hoefde ze alleen maar te spelen en te herkennen, dan was het spel uit.
Natuurlijk was het niet zo eenvoudig. Toen Clara hem vertelde dat het bolletje met de streep erdoor ook boven de notenbalk kon staan, keek Conti argwanend. Wat was dan het probleem?
Het probleem was dat het dan geen c was, maar een a.
Conti fronste zijn voorhoofd. Daarmee werd het probleem lastiger, maar niet onmogelijk. Het was alleen moeilijker om de juiste notencombinatie te vinden, meer niet.
De genadeslag was gekomen toen zijn vrouw hem het mysterie van de sleutels had onthuld. Een c onder de notenbalk, om maar wat te noemen, was alleen een c in de vioolsleutel. In de bassleutel werd het een e. De b werd een d, de d werd een f, enzovoort. En er bestonden zeven sleutels! Wanhopig had Conti met zijn hand over zijn gezicht gestreken. Clara had medelijden met hem gekregen en was maar niet over kruisen, mollen en herstellingstekens begonnen.
‘Laten we het eerst eens proberen met de noten onder de notenbalk in de vioolsleutel,’ had Conti koppig gezegd.
Ze was achter de piano gaan zitten en had achtereenvolgens de c, de b, de a en de g gespeeld.
In de bassleutel werden diezelfde noten e, d, c en b.
‘Zegt het je iets?’ had hij gevraagd.
Clara had de noten nogmaals gespeeld en er willekeurig kruisen en mollen van gemaakt, waarna ze haar hoofd had geschud. ‘Ik ben geen pianiste,’ had ze verontschuldigend gemompeld. Toen was ze opgestaan en de zitkamer uit gelopen, hem alleen op de bank achterlatend.
Ze was teruggekomen met een stapel partituren. ‘Deze heb ik lang geleden gespeeld. Laten we eens naar de eerste maten kijken...’
Ze hadden ze een uur lang doorgespit, maar zonder resultaat. Conti was op het idee gekomen om ook de partituren van hun zoon te bekijken, maar daar hadden ze evenmin iets in gevonden. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg.
‘Mevrouw Baratti zou je kunnen helpen,’ opperde Clara.
Conti sperde ontsteld zijn ogen wijd open. ‘Maak je nu een grapje? Ik kan toch niet aan de oma van de hoofdverdachte vragen om met de politie mee te werken zodat wij haar kleindochter in staat van beschuldiging kunnen stellen? Bovendien kan deze ontdekking door de verdediging worden gebruikt om de boel in het honderd te schoppen.’
‘Wil je het dan geheimhouden?’ vroeg Clara perplex.
‘Voorlopig wel, ja. In elk geval tot ik erachter ben om welk muziekstuk het gaat.’
‘Als het om een muziekstuk gaat...’ merkte Clara op.
‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Dat het ook gewoon willekeurige noten kunnen zijn. Die jongeren speelden toch allemaal piano? De verwijzing naar muzieknoten kan ook een doel op zich zijn, zonder dat er een specifiek stuk mee bedoeld wordt. Een soort merkteken, eigenlijk.’
Conti knikte naargeestig. Dat was geen gekke veronderstelling. Hij zag Clara geeuwen en stond op.
‘Je bent moe. Ik ga.’
Ze zei niets. Ze ging hem alleen voor door de gang en deed de deur voor hem open.
In het trappenhuis keek hij haar aan. ‘Ik vond het leuk vanavond.’
‘Ik ook.’
‘Mag ik je morgen bellen?’
Ze hief haar hoofd en knikte.
Conti boog zich voorover en gaf haar na enige aarzeling zachtjes een kus op haar wang. ‘Dank je wel voor alles.’