67
De bankdirecteur was niet de enige die die nacht van zijn bed werd gelicht. Ook de technici van de beveiliging, Mancini van de technische recherche en zijn meest deskundige computerexperts werden gewekt. Ze dromden allemaal samen rondom de monitor van het surveillancekantoor op de tweede verdieping van de bank en speelden de beelden die de camera’s de afgelopen vierentwintig uur hadden opgenomen versneld af. Toen onder in beeld het tijdstip 19.00 uur verscheen, werd de registratie op gewone snelheid afgespeeld.
Vanaf dat moment daalde er over de mannen rondom het scherm een gespannen stilte neer. Conti en Rocci vervuilden de lucht met hun sigaretten, maar niemand durfde er iets van te zeggen. Dat wat ze verwachtten te zullen zien, kwam na ongeveer een halfuur, toen de display 19.27 uur aangaf en de klok aan de muur van het kantoor op tien voor vier ’s ochtends stond. Lorenzi en de officier van justitie, die in de kamer ernaast zaten, werden er onmiddellijk bij gehaald.
De beelden waren redelijk scherp, ondanks de schaarse verlichting op straat en de vele schaduwen van de gebouwen. Ze bekeken ze minstens vier keer. De auto stopte naast een wit busje dat daar geparkeerd stond. Het portier aan de passagierskant werd van binnenuit geopend en de zak werd eruit gegooid, naast de afvalcontainer. De chauffeur, die de hele tijd op de bestuurdersstoel was blijven zitten, trok het portier weer dicht en reed weg. Door de capuchon en de weerspiegeling in de ruit was identificatie onmogelijk. Maar het nummerbord van de auto werd vergroot en ontcijferd.
De officier van justitie ondertekende het huiszoekingsbevel ter plekke. De auto’s vertrokken om 4.45 uur van de plaats waar het lijk was gevonden, en omdat de rest van de stad sliep, bereikten ze hun bestemming in slechts elf minuten.
Toen Conti bij villa Baratti aanbelde, was het precies vijf uur.