2

In het holst van de nacht was commissaris Riccardo Conti bezig zijn vrouw in elkaar te slaan. Of eigenlijk zijn ex-vrouw, al waren ze tot het moment waarop de rechter hun echtscheiding zou uitspreken nog altijd getrouwd, op papier althans.

Hij had al heel lang geen gelegenheid meer gehad om ruzie met haar te maken; minstens drie maanden, sinds de dag dat ze officieel van tafel en bed waren gescheiden. Het was een venijnige ochtend geweest vol stiltes, beschuldigingen en verwijten. De advocaten hadden er nog een schepje bovenop gedaan door als vechthonden tegen elkaar te staan blaffen. De rechter had opdracht gegeven het op papier te zetten. Daarna waren ze ieder hun eigen weg gegaan.

Sindsdien was de communicatie stilgelegd, of liever gezegd: tot het hoogstnoodzakelijke beperkt. Als hun kind er niet was geweest, als hun zoon nooit op de wereld was gezet, was zelfs dat niet nodig geweest.

Maar nu was hij haar hardhandig aan het meppen. Ze ging met een van woede vertrokken mond tegen hem tekeer en het leek wel of ze met elke klap die ze kreeg – op haar gezicht, haar hoofd, haar borst, haar benen – krachtiger werd, zoals in een videogame waar omgekeerde regels golden. Ze viel en kwam bliksemsnel overeind, furieuzer dan eerst, terwijl hij woest met zijn armen zwaaide in de onthutsende wetenschap dat hij haar nooit klein zou krijgen.

Het kind zat, bleek en mager als altijd, aan de rand van de ring met een notitieboekje in de ene en een pen in de andere hand.

‘Wat doe je nou?’ vroeg Conti. ‘Je hoort op school te zitten.’

‘Ik maak aantekeningen,’ antwoordde hij kauwgom kauwend, zonder een spier te vertrekken. ‘Ik schrijf alles op, zodat ik het niet vergeet.’

En hij schreef inderdaad onmiddellijk iets op, waarna hij met de concentratie van een scheidsrechter de wedstrijd opnieuw volgde.

Ergens heel dichtbij rinkelde een bel ten teken dat de eerste ronde voorbij was.

Door die bel werd de commissaris wakker. Met de raadselachtige gezichtsuitdrukking van zijn zoon nog vers in zijn geheugen stak hij zijn hand uit en zocht op de tast naar de telefoon op zijn nachtkastje.

‘Commissaris? Met Rocci.’

In het donker gaf de verlichte display van zijn wekker aan dat het 02:03 uur was. Conti plantte zijn elleboog in zijn kussen en richtte zich half op. Zijn buikspieren waren nog aangespannen, alsof hij zich voorbereidde op een stomp in zijn maag.

‘Wat is er?’

‘Een lijk aan de noordkant van het naaldbos. Ze hebben een halfuur geleden gebeld. We zijn nu ter plaatse.’

‘Wie is het?’

‘Een puber. Een meisje.’

‘Hoer?’

‘Atheneumleerling. Al geïdentificeerd. Haar lerares Italiaans heeft haar gevonden.’

Conti trok het laken van zich af en ging op de rand van het bed zitten. ‘Hoe is ze overleden?’

‘Vermoord.’ De inspecteur aarzelde, alsof hij naar woorden zocht om de gruwelen een paar meter achter hem te beschrijven. ‘Doodgestoken. Het is hier een en al bloed. Een slachtpartij.’

Met de telefoon tussen zijn oor en zijn schouder geklemd trok de commissaris zijn broek aan.

‘Waar zijn jullie?’

Op blote voeten liep hij vloekend door de gang. Een vermoorde leerling. Daar zat hij niet op te wachten. In de keuken zette hij water op voor de koffie. Op de kalender aan de muur stond er bij die dag een groot rood kruis met vijf uitroeptekens erachter. Vijf onuitgesproken vermaningen, de ene nog belangrijker dan de andere. Pas op, gevaar, hinderlaag! Waag het niet de verjaardag van je zoon te vergeten! Vandaag moet je hem uit school halen! Eerst moet je een cadeau voor hem kopen en dan moet je hem tussen de middag ophalen voor de lunch! Als je het vergeet, ben je er geweest!

Nee, hij zou het niet vergeten. Wat hem die nacht ook te wachten stond, de volgende ochtend zou hij als een Zwitserse gardist kaarsrecht voor de school van zijn zoon staan te wachten tot de bel ging.

Toen hij in de badkamer kwam, constateerde hij moedeloos dat zijn gezicht er afgetobd en grauw uitzag, alsof hij aan een ernstige ziekte leed. Hij wilde zich al automatisch gaan scheren, maar zag ervan af; hij had er geen tijd voor en bovendien was zijn uiterlijk nu wel het laatste waar hij zich druk om maakte. Misschien zou hij later nog wel tijd hebben om zich te scheren, op het bureau of in de toiletten van de bar tegenover de school, zodat zijn zoon hem in een minder deplorabele toestand zou zien, die beter bij de gelegenheid paste. Zijn tiende verjaardag.

Conti zuchtte. Er waren tien jaar verstreken sinds de dag dat hij hem voor de eerste keer zag en ze hem, in een blauw dekentje gewikkeld, in zijn armen hadden gelegd. Tien jaar sinds de kus die hij Clara had gegeven toen ze uitgeput in haar ziekenhuisbed lag, een kus die zo innig en intens was dat ze daarna diep had moeten zuchten, alsof ze even geen lucht had gekregen, waarna ze hem op een bepaalde manier had aangekeken. Hij voelde die blik nog steeds op zich rusten, als een laag opgedroogde modder. Hij had er meteen een ongemakkelijk gevoel bij gekregen, dat wel, maar op dat moment was de achterliggende betekenis ervan hem ontgaan.

De commissaris grabbelde in zijn jaszak naar zijn autosleutels, maar tevergeefs. Hij liep weer door de gang, keek even in de badkamer en ging ten slotte de slaapkamer weer binnen. Ongeduldig trok hij de dekens van het bed. Hoe was het toch mogelijk dat hij altijd zoveel tijd kwijt was aan het zoeken naar zijn spullen? Waarom kon hij toch nooit zijn aandacht bij de kleine dingen houden en eens en voor altijd afrekenen met die chaos?

Zijn sleutels lagen onder een stapeltje ongeopende post op het tafeltje bij de voordeur; dat had hij min of meer kunnen weten. Weer tien minuten in rook opgegaan dankzij zijn verstrooidheid.

Toen hij in het trappenhuis stond, keek hij zoals altijd argwanend om zich heen en inspecteerde de rij identieke deuren. Hij vroeg zich weleens af of hij dit beroep had gekozen om zijn neiging tot paranoia te versterken, of dat die gewoon het gevolg was van het feit dat hij jarenlang over zijn schouder had moeten kijken. Als hij tijd had gehad, was het interessant geweest daar verder over na te denken, evenals over de oorzaak van zijn ziekelijke onvermogen om bepaalde dingen te doen: planten verzorgen, spaghetti koken, een knoop aan zijn overhemd zetten of de kraan repareren. Met zijn zoon spelen. Een vrouw en een gezin onderhouden.

Hij zou er wel nooit achter komen hoe dat toch kwam, dacht Conti terwijl hij het gebouw uit liep en naar zijn auto ging, die ertegenover geparkeerd stond. Nou ja. Hij kon alleen maar bij de politie werken, en dat was vanuit zijn optiek meer dan voldoende.

Het was koud in de auto, en er hing een weerzinwekkende rooklucht. Om die te verdrijven, stak hij meteen een sigaret op en reed weg in noordelijke richting.

Op dat tijdstip was de stad vrijwel verlaten. Er was niemand op straat, afgezien van twee naast elkaar rennende honden; uit de kluiten gewassen zwerfhonden op jacht naar eten. Op de kustweg was er bijna geen verkeer en Conti reed geconcentreerd maar plankgas. Ze hadden al bijna zes maanden geen moord meer gehad. De laatste was die op een veroordeelde crimineel geweest, die tijdens een opstootje buiten een bar was gedood. Hij was pas zevenentwintig en had acht jaar van zijn leven achter de tralies doorgebracht. De dader was een jongen van negentien die al eens eerder in de problemen was gekomen wegens belediging van een ambtenaar in functie. Op het moment van de arrestatie had hij echter geen praatjes meer; hij leek zich erbij neer te leggen dat hij het zwaar verbruid had.

Maar verder, afgezien van de gebruikelijke steekpartijtjes tussen dronkenlappen op zaterdagavond, helemaal niks. Zes lange maanden lang niet. Een record, dacht de commissaris, zelfs voor zo’n klein provinciestadje als dit.

Aan de linkerkant doemden in de verte de donkere omtrekken van het naaldbos op, en even later ook de witte buitenkant van Hotel Poseidon, zeven verdiepingen vol kamers voor toeristen en vertegenwoordigers, met uitzicht op zee en redelijke prijzen. Daar was het.

Tussen de dennenbomen door meende hij zwakke lichtflitsen te zien. Er trok een rilling van onbehagen over Conti’s rug. Een symptoom dat hij maar al te goed kende.

Hij sloeg links af en reed tussen de bomen door.

De uitvoering
titlepage.xhtml
De_uitvoering_split_000.html
De_uitvoering_split_001.html
De_uitvoering_split_002.html
De_uitvoering_split_003.html
De_uitvoering_split_004.html
De_uitvoering_split_005.html
De_uitvoering_split_006.html
De_uitvoering_split_007.html
De_uitvoering_split_008.html
De_uitvoering_split_009.html
De_uitvoering_split_010.html
De_uitvoering_split_011.html
De_uitvoering_split_012.html
De_uitvoering_split_013.html
De_uitvoering_split_014.html
De_uitvoering_split_015.html
De_uitvoering_split_016.html
De_uitvoering_split_017.html
De_uitvoering_split_018.html
De_uitvoering_split_019.html
De_uitvoering_split_020.html
De_uitvoering_split_021.html
De_uitvoering_split_022.html
De_uitvoering_split_023.html
De_uitvoering_split_024.html
De_uitvoering_split_025.html
De_uitvoering_split_026.html
De_uitvoering_split_027.html
De_uitvoering_split_028.html
De_uitvoering_split_029.html
De_uitvoering_split_030.html
De_uitvoering_split_031.html
De_uitvoering_split_032.html
De_uitvoering_split_033.html
De_uitvoering_split_034.html
De_uitvoering_split_035.html
De_uitvoering_split_036.html
De_uitvoering_split_037.html
De_uitvoering_split_038.html
De_uitvoering_split_039.html
De_uitvoering_split_040.html
De_uitvoering_split_041.html
De_uitvoering_split_042.html
De_uitvoering_split_043.html
De_uitvoering_split_044.html
De_uitvoering_split_045.html
De_uitvoering_split_046.html
De_uitvoering_split_047.html
De_uitvoering_split_048.html
De_uitvoering_split_049.html
De_uitvoering_split_050.html
De_uitvoering_split_051.html
De_uitvoering_split_052.html
De_uitvoering_split_053.html
De_uitvoering_split_054.html
De_uitvoering_split_055.html
De_uitvoering_split_056.html
De_uitvoering_split_057.html
De_uitvoering_split_058.html
De_uitvoering_split_059.html
De_uitvoering_split_060.html
De_uitvoering_split_061.html
De_uitvoering_split_062.html
De_uitvoering_split_063.html
De_uitvoering_split_064.html
De_uitvoering_split_065.html
De_uitvoering_split_066.html
De_uitvoering_split_067.html
De_uitvoering_split_068.html
De_uitvoering_split_069.html
De_uitvoering_split_070.html
De_uitvoering_split_071.html
De_uitvoering_split_072.html
De_uitvoering_split_073.html
De_uitvoering_split_074.html
De_uitvoering_split_075.html
De_uitvoering_split_076.html
De_uitvoering_split_077.html
De_uitvoering_split_078.html
De_uitvoering_split_079.html
De_uitvoering_split_080.html
De_uitvoering_split_081.html
De_uitvoering_split_082.html
De_uitvoering_split_083.html
De_uitvoering_split_084.html
De_uitvoering_split_085.html
De_uitvoering_split_086.html
De_uitvoering_split_087.html
De_uitvoering_split_088.html
De_uitvoering_split_089.html
De_uitvoering_split_090.html
De_uitvoering_split_091.html
De_uitvoering_split_092.html
De_uitvoering_split_093.html
De_uitvoering_split_094.html
De_uitvoering_split_095.html
De_uitvoering_split_096.html
De_uitvoering_split_097.html
De_uitvoering_split_098.html
De_uitvoering_split_099.html
De_uitvoering_split_100.html
De_uitvoering_split_101.html
De_uitvoering_split_102.html
De_uitvoering_split_103.html
De_uitvoering_split_104.html
De_uitvoering_split_105.html
De_uitvoering_split_106.html
De_uitvoering_split_107.html
De_uitvoering_split_108.html
De_uitvoering_split_109.html
De_uitvoering_split_110.html