77
Voordat ze een besluit nam, had Clara eerst uren zitten nadenken. Vanaf het moment dat ze Matteo naar school had gebracht – zijn eerste dag na een week afwezigheid – had ze alleen maar lopen piekeren over wat haar te doen stond en wat daarvan de mogelijke consequenties waren.
Ze was naar huis teruggekeerd, maar in plaats van naar boven te gaan, was ze even door het centrum gaan wandelen, waarbij ze af en toe stil bleef staan om verstrooid in de etalages te kijken. Intussen dacht ze na. Die ochtend had Matteo gevraagd of hij ’s avonds bij zijn vader mocht eten, maar daar was ze fel op tegen geweest. Hij was net hersteld van een lelijke bronchitis en was nog behoorlijk zwak, en door de vochtige avond zou hij zo weer ziek kunnen worden. Onverwachts had het kind een woede-uitbarsting gekregen die haar aan Riccardo deed denken: hij had de boeken die ze in zijn rugzak wilde stoppen uit haar handen gegrist en tegen de muur gesmeten. Na de geschrokken uitroepen van zijn moeder was hij nerveus en gefrustreerd in snikken uitgebarsten. De hele weg naar school had hij geen woord tegen haar gezegd.
Na een uur nutteloos op straat rondgehangen te hebben, besloot Clara naar de gehate supermarkt te gaan om boodschappen te doen. Terwijl ze haar karretje in het wilde weg vulde, probeerde ze te begrijpen wat er met haar zoon aan de hand was en wat ze verkeerd had gedaan. Sinds zijn geboorte was hij altijd het middelpunt van haar gedachten geweest: ze had hem verzorgd en vertroeteld, geholpen en gesteund, aangemoedigd en geknuffeld. Al haar energie was op hem gericht en de rest was bijzaak geweest, maar dat had ze nooit erg gevonden.
Haar viool, bijvoorbeeld. Ze had geen ogenblik getreurd om de carrière die ze als musicienne had kunnen hebben. Die vond ze niet belangrijk. Alles wat ze wilde, was bij haar kind zijn en ieder moment van haar leven aan hem wijden. Maar nu veranderde er iets.
Clara twijfelde over een pak chocoladekoekjes en vroeg zich af of Matteo die lekker zou vinden. Zijn smaak was sinds enige tijd aan het veranderen. Vaak weigerde hij voedsel dat hij altijd zonder problemen had gegeten en stelde hij buitensporige eisen. Paprikachips, chocola, popcorn. Allerlei dingen die ze hem nooit had gegeven en waar ze zelfs nooit over had gerept. Blijkbaar had hij die verboden geneugten bij zijn vriendjes geproefd: kinderen die in hun eentje in het park mochten zwerven of die hele middagen voor de televisie geparkeerd werden in gezelschap van een ongeïnteresseerde oppas die met andere dingen bezig was.
Clara keurde dat soort uitspattingen af, maar stond hem zo nu en dan iets toe, uit angst dat Matteo het gevoel zou krijgen dat hij anders was. De laatste tijd deed haar zoon weleens brutaal tegen haar (Nou en?) en maakte hij haar zelfs belachelijk vanwege haar overbezorgdheid (Kom op, mam, ik ga er heus niet dood aan!). En hoe erg ze het ook vond, ze moest toegeven dat hij de laatste tijd liever bij zijn vader leek te zijn dan bij haar.
Somber rekende Clara af en verliet de supermarkt. Negen jaar lang was Riccardo Conti een onachtzame, oppervlakkige vader geweest, al zou Clara nooit zeggen dat hij niet van zijn zoon hield. Maar de verandering die hij nu liet zien, was verbijsterend.
Het was goed en positief dat haar man het afgelopen jaar de relatie met zijn zoon had hersteld, maar dat er daardoor nu enige afstand ontstond tussen háár en haar zoon, was een stuk minder prettig.
Ze ging naar huis en beging daar haar eerste fout van die dag. Ze belde haar moeder.
‘Wat? Die smeris uitnodigen voor een etentje? Ben je wel goed bij je hoofd?’
‘Matteo wil zijn vader zien...’
‘En jij? Wil jij hem zien?’
‘Daar gaat het niet om.’
‘Pas op, Clara. Je speelt met vuur...’
Giovanna Rastrelli had er nooit een geheim van gemaakt dat ze haar schoonzoon niet mocht. Als briljante academica en verstokte snob was ze er altijd van overtuigd geweest dat Clara een luxe huwelijksleventje zou gaan leiden, passend bij haar niveau, haar mogelijkheden en de verwachtingen van de familie. Haar dochter was mooi, rijk, gevoelig en beschaafd. Ze was ook een getalenteerd violiste, voorbestemd voor een schitterende carrière. Ze had alles in zich om iedere man te krijgen die ze zich maar wenste; ze had ze voor het uitkiezen in een van de salons die ze dankzij haar vader en moeder mocht bezoeken.
Maar het lot had hun een ongelofelijke streek geleverd. Het had Riccardo Conti op haar pad gebracht, een armoedzaaier die nergens voor deugde, met een doctoraal dat hij via avondcursussen bij elkaar had geraapt, een verderfelijk paardenstaartje en een hongerloontje bij een provinciaals politiebureau.
Vanaf dat ogenblik was Giovanna Rastrelli’s persoonlijke vocabulaire suggestief verrijkt: het huwelijk van haar dochter met die vent werd ‘Clara’s dwaze gril’ en haar man heette voortaan ‘die smeris’. Dat die smeris vervolgens commissaris was geworden en nu zelfs aan het hoofd van het rechercheteam stond, liet haar volkomen koud. Al werd Riccardo Conti president van Italië, zij zou nooit een greintje waardering voor hem opbrengen. Dit was tomeloze, onomkeerbare vijandigheid. Uiteraard was Clara’s moeder groot voorstander van hun scheiding geweest. Op de dag van de hoorzitting had ze zelfs een overdadig feest voor haar hartsvriendinnen gegeven om te vieren dat de nachtmerrie ten einde was.
Boos op zichzelf hing Clara op. Het was stom van haar geweest om haar moeder in vertrouwen te nemen. Die had het hele gesprek alleen maar herhaald hoe gelukkig ze moest zijn dat ze nu voor altijd van die oneerbiedige bruut af was, die verwachtte dat hij zomaar weer bij haar thuis de dienst uit kon komen maken.
Ze zette koffie en bracht het uur erna door met het opruimen van de kamer van haar zoon en het ijsberen door haar huis. Ze voelde zich bedrukt en vreselijk gespannen. Om één uur zette ze de tv aan en zag haar man met gebogen hoofd voor de camera langslopen en in een auto stappen. De microfoon van de journalist kwam bijna tussen het raampje terecht, dat snel omhoog werd gedaan om elk contact te vermijden.
Ze hadden een vrouw gearresteerd, en dat was niemand minder dan Luisa Baratti’s kleindochter.
Clara, die al een paar dagen het nieuws niet had gevolgd, was met stomheid geslagen. Ze liet zich op een keukenstoel vallen en luisterde aandachtig. Toen besloot ze iets te doen wat haar moeder zou beschouwen als haar tweede stommiteit van de dag. Ze pakte de telefoon en toetste het nummer van het politiebureau in.