69
Letizia Baratti kwam korte tijd later terug, geflankeerd door de agenten. Haar handen waren leeg. De gele jas lag niet op haar kamer en was boven nergens te vinden. Het meisje deed de gangkast open en inspecteerde die grondig, nerveus zoekend tussen de mantels, jacks en regenjassen die er aan de haken hingen. Uiteindelijk wendde ze zich tot haar tante.
‘Hij is er niet,’ zei ze toonloos. Haar gezichtsuitdrukking hield het midden tussen wanhoop en verwarring.
‘Heb je al in de zitkamer gekeken?’ opperde Cora.
Letizia liep mechanisch naar de deur van de zitkamer. Toen ze langs de bank kwam waar haar oma op zat, keek ze haar vluchtig aan. Luisa’s blik was ondoorgrondelijk; die van Rocci was grimmig en argwanend.
Terwijl de geüniformeerde agenten haar in de gaten hielden, zocht Letizia tussen de fauteuils en banken in de zitkamer, waarna ze terugkeerde naar de hal.
‘En?’ vroeg Conti.
Verstard liet ze haar armen langs haar lijf hangen en gaf geen antwoord.
‘Misschien heb je hem in de auto laten liggen!’ riep Cora plotseling uit. ‘Ik herinner me ineens dat je hem hebt uitgetrokken toen we terugreden vanaf het station, en...’
Conti keek haar streng aan. ‘Mevrouw Baratti, daar bent u een beetje laat mee en ik vind het weinig overtuigend.’
‘Luister, ik...’
‘Het spijt me, maar u moet mee naar het bureau. Jullie alle drie.’
Cora’s mond viel open van verbazing. ‘Ook... ook mama?’
De commissaris keek steels naar de bank, waar Luisa Baratti zwijgend zat, met opeengeklemde lippen en haar handen in haar schoot. Ze leek ervan af te zien haar zegje te doen, en dat was voor het eerst sinds hij haar kende.
‘Ook uw moeder, ja. Van al uw verklaringen moet proces-verbaal worden opgemaakt. Maar eerst moeten we in huis rondkijken, en daar mag u, mevrouw Cora, ons bij begeleiden.’
Op dat moment stond Luisa Baratti op. Rocci deed een stap naar voren om haar te helpen, maar ze hield hem met een handgebaar op afstand. Haar ogen spuwden vuur, maar haar stem klonk kalm en gezaghebbend.
‘Doe maar, commissaris Conti. Kijk maar waar u wilt, we hebben niets te verbergen. Haal alles maar overhoop en sla niets over. Maar zeg wel tegen uw mannen dat ze onder geen beding aan mijn vleugel mogen komen.’
‘Dat is onmogelijk, mevrouw,’ antwoordde Conti al net zo kalm. ‘Zo nodig kijken we daar ook in.’
‘Prima. In dat geval eis ik wel dat ik daarbij aanwezig mag zijn. Ik sta niet toe dat het instrument beschadigd wordt door iemand die niet eens weet wat het is.’
Conti verstijfde. Hij was die beledigingen spuugzat. ‘Ik kan u verzekeren dat alle hier aanwezige mannen weten wat een vleugel is en dat die kwetsbaar kan zijn,’ antwoordde hij koel. ‘En wat die beschadigingen betreft: wij zijn hier juist om te voorkomen dat anderen nog meer schade wordt berokkend.’
Mevrouw Baratti protesteerde niet, maar stemde ook niet in. Ze keek hem zwijgend en uitdrukkingsloos aan.
‘Maar als het u geruststelt...’ vervolgde de commissaris na even nadenken, ‘... heb ik er niets op tegen als u erbij blijft terwijl wij het huis doorzoeken.’
Luisa Baratti boog haar hoofd bij wijze van dank. Daarna wendde ze zich tot de agenten en wees met een pompeus gebaar naar de deur van de zitkamer. ‘Komt u maar, heren. Deze kant op.’