30

‘Vertel eens over die incisies,’ zei Rocci.

Het viel Conti op dat hij sinds ze in de auto zaten – nu toch zeker tien minuten – nog geen sigaret had opgestoken. Een record.

‘Vertel eens over je gezondheid,’ zei Conti op zijn beurt. ‘Wat zeiden ze in het ziekenhuis?’

‘Dat ik over een tijdje dood ben als ik mijn levensstijl niet aanpas,’ antwoordde de inspecteur laconiek.

‘Dus? Verklaar je nader.’

‘O, de gewone dingen. Het moet afgelopen zijn met roken, alcohol, onregelmatig eten en gebrek aan lichaamsbeweging. Kortom, ik moet leven op droge salades, gymnastiek en onthouding. Op het gebied van eten dan, geen seksuele onthouding. Daar hebben ze het niet over gehad, misschien uit beleefdheid. Ze dachten vast dat iemand met een buik zoals ik alleen maar aan eten en drinken denkt, niet aan neuken...’

Conti grinnikte en toeterde vervolgens herhaaldelijk naar een busje dat in een steegje bleef staan en de doorgang blokkeerde. ‘En het bloedonderzoek?’

‘Beter dan ze hadden verwacht nadat ze me die preek hadden gegeven. Cholesterol en triglyceride bijna normaal. Volgens mij baalden ze daarvan. Natuurlijk heb ik ze niet verteld dat ik al bijna twee dagen niets gegeten heb. En de ct-scan was negatief. Mijn hersenen zitten nog op hun plek. En mijn hart ook.’

‘Waarom viel je dan flauw?’

‘Zwakte. Ik had twee dagen niet gegeten, dat zei ik toch?’

Conti keek hem aan. Rocci hield zijn ogen onverstoorbaar op de weg gericht.

‘Wat, gelooft u me niet?’

‘Zei ik dat?’ Conti drukte nog tweemaal op de claxon en eindelijk zette het busje zich in beweging.

De inspecteur stak zijn hand in de zak van zijn regenjas en haalde er een pakje sigaretten uit. Maar hij speelde er alleen wat mee en legde het daarna op het dashboard. ‘Die incisies. Vertel daar eens wat over,’ zei hij weer.

Conti zuchtte. ‘Ditmaal was hij in de keel gemaakt. Maar door dezelfde hand, daarover bestaat niet de minste twijfel. Er kan geen sprake zijn van imitatie. Niemand weet dat er ook een op het voorhoofd van het meisje zat en niemand hoeft iets over deze te weten. Als het gerucht wordt verspreid dat het om een seriemoordenaar gaat, is de paniek niet te overzien.’

‘Maar als er een maniak rondloopt, moeten de mensen dat misschien wel weten. Het gaat hier om pubers...’

Conti haalde zijn schouders op. ‘Dat zegt Lorenzi ook. Hij is in paniek en wil alles aan de kranten doorspelen. Maar ik heb een soort... moratorium afgesproken.’

‘Hoe lang?’

‘Een paar dagen. Daarna komt er een persconferentie en moeten we het uit handen geven.’

‘En die zwerver? Hoe staat het daarmee?’

‘Daar heb ik Forgione achteraan gestuurd en die heeft Lunigiani erop gezet. Maar op dit moment is hij spoorloos. Volgens mij houdt hij zich ergens in een hol schuil. Misschien is hij er wel achter gekomen dat we hem zoeken. Maar goed, we kunnen ook moeilijk iedereen de mond snoeren die we ondervragen: de barman, die kameraad van hem die in de bak zit, iemand in de mensa...’

‘En die pastoor? Weet die niets?’

‘Blijkbaar niet. Sterker nog, hij heeft hem laatst wel in de mensa gezien, maar ze hebben elkaar niet gesproken. Die vent komt daar alleen om te eten, niet voor geestelijke steun. En de pastoor moedigt hem ook niet aan; er wordt gezegd dat hij heel wat meisjes heeft gemolesteerd...’

‘Wat een engerd,’ huiverde Rocci.

‘Hoe minder hij zich in de parochie laat zien, hoe beter de pastoor het vindt. Het zit daar vol met scouts en kinderen die naar de zondagsschool gaan.’

Rocci pakte zijn sigaretten van het dashboard, bekeek de inhoud van het pakje en legde het weer terug.

‘Maar volgens mij...’ hervatte Conti sceptisch, en hij deed het raampje open. De avondlucht was aangenaam mild en verrassend droog.

Rocci draaide zich om en keek naar de commissaris, die zijn handen om het stuur geklemd hield en naar het verkeerslicht keek. ‘Ik geloof het eerlijk gezegd ook niet,’ zei hij. ‘Het profiel lijkt niet te kloppen. Die pubers waren allang niet meer klein en er waren geen tekenen van seksueel geweld. Bij Cecilia Rossi in elk geval niet. En bij die jongen...’

‘Op het eerste gezicht lijkt het ook niet het geval,’ bevestigde Conti.

‘Precies.’ Rocci had hem goed bekeken voor hij flauwviel. Broek dichtgeknoopt, geen zichtbare organische sporen.

‘Maar Lorenzi heeft zich erin vastgebeten.’ Conti’s mond vertrok zich tot een geërgerde streep. ‘Hij wil hem koste wat kost oppakken, en vroeg of laat moeten we hem zijn zin geven.’

Rocci zuchtte. ‘Moet u niet vragen waar ik de afgelopen twee dagen ben geweest?’

‘Dat wilde ik net doen.’

‘Ik heb behoorlijk wat tijd doorgebracht met het schaduwen van Francesco Maggi. Ik wilde weten wat hij deed, waar hij naartoe ging, met wie hij omging...’

‘Waarom juist hij en niet de andere twee? Alleen maar omdat hij de zoon is van iemand die je niet mag?’

Rocci keek verrast op. ‘Van wie hebt u dat?’

‘Doet dat er iets toe, inspecteur?’

‘Die advocaat heeft me inderdaad een hoop ellende bezorgd, maar dat staat los van mijn beslissing om zijn zoon te schaduwen.’

Conti zette de auto op het parkeerterrein van het ziekenhuis en maakte zijn veiligheidsgordel los. Rocci volgde met een tevreden zucht zijn voorbeeld. ‘Ik heb besloten alleen hem te volgen omdat hij ons het minste heeft verteld over wat hij op het vermoedelijke tijdstip van het misdrijf aan het doen was,’ verklaarde hij.

‘Dat klopt niet helemaal,’ wierp de commissaris tegen. ‘Hij kon ons dat niet vertellen, omdat de andere twee heel vaag waren over de bevestiging van zijn versie van het verhaal. En bedenk wel dat die vaagheid ook opgaat voor wat zijzelf op dat tijdstip aan het doen waren.’

‘Daar heb ik ook steeds rekening mee gehouden. Net zoals ik er rekening mee heb gehouden dat ik ook de gangen van die andere twee moest nagaan. Daar wil ik u nou juist over spreken.’

Conti wachtte zwijgend, terwijl de inspecteur eindelijk voor de verleiding bezweek en een sigaret opstak. Met een schuldbewuste blik blies hij de rook van het eerste trekje uit het raampje en keek de rookwolk na terwijl die oploste in duisternis op de parkeerplaats. ‘Gisteravond...’ zei hij langzaam, ‘... kreeg ik het eerste bewijs van hun leugens.’

‘En dat was?’

‘Als ik het me goed herinner, commissaris, legden de twee jongens een soort wederzijdse venijnigheid aan de dag. Hun ruzie op het schoolplein was het enige deel van hun verklaringen waarover ze het volledig met elkaar eens waren. Geen van tweeën was daarover ook maar enigszins terughoudend.’

Conti knikte instemmend.

‘Maggi zei zelf dat hij de zitkamer van mevrouw Baratti is uit gelopen terwijl Pareti speelde. Hij had geen zin om naar hem te luisteren, zei hij. Weet u nog?’

‘Dat weet ik nog heel goed.’

‘Maar wat heb ik ontdekt?’

Conti keek hem alleen maar aan en nam niet de moeite om te antwoorden. Hij beschouwde het als een retorische vraag en het antwoord zou tijdverspilling zijn.

‘Gisteravond kwam Maggi uit de sportschool waar hij elke dag naartoe gaat, en hij bleef op de stoep staan,’ vervolgde Rocci. ‘Hij wachtte op iemand. En ik was erbij. Na een paar minuten kwam er een zware motor met twee mensen erop, een man en een vrouw, allebei met integraalhelmen op. De berijder heeft enkele minuten met Maggi gepraat, waarna de motor wegreed en de jongen de andere kant op liep. Toen moest ik een beslissing nemen: ik kon de zoon van de advocaat blijven volgen, maar iets in me zei dat ik achter die motor aan moest. Gelukkig stond mijn auto vlakbij.’

‘En toen?’

Rocci haalde diep adem en blies weer een rookwolk uit. ‘Toen liet het geluk me in de steek. Ik raakte hem kwijt.’

Conti schoof heen en weer op zijn stoel. ‘Ik raak de draad ook kwijt, inspecteur. Terwijl ik tot nu toe echt mijn best heb gedaan je te volgen.’

Rocci fronste zijn voorhoofd, maar toen hij verder sprak, klonk zijn stem rustig. ‘Ik ben teruggegaan naar het bureau en heb de nummerplaat van de motor gecontroleerd. Raad eens van wie hij is...’

‘Van Giulio Pareti.’

‘Precies. Nu moest ik er alleen nog achter zien te komen wie die vrouw was die bij hem achterop zat. En daarbij had ik wel geluk.’

‘Want?’

‘Ik ben weer weggereden en ben voor het huis van Roberta Crisostomi gaan staan. Het was een uur of negen. Een kwartier later stopte de motor voor de deur van haar huis. De vrouw achter de berijder stapte af en zette haar helm af. En ja hoor, zij was het: Roberta Crisostomi. Ze ging naar binnen, Pareti keerde om en reed naar zijn eigen huis.’

‘Het is niet de eerste keer dat ze samen op de motor zaten. Dat was ook zo op de avond dat Cecilia Rossi vermoord is,’ zei Conti. ‘En Maggi?’

‘Vanochtend vroeg ben ik hem weer gaan volgen. Hij ging naar school, zoals altijd, en liep via dezelfde weg terug. Waar ook die hond zit, bedoel ik.’

‘Ja.’

‘In de middag is hij weer vertrokken. Hij slenterde rustig naar het centrum en bleef hangen bij bar Rosini in de hoofdstraat.’

‘Vlak bij het huis van Pareti...’ mompelde de commissaris.

‘Precies. Vanaf mijn positie kon ik zowel de bar als de voordeur van het appartementengebouw in de gaten houden. Door die deur kwam na enkele minuten Giulio Pareti naar buiten, die de bar in liep.’

Rocci pauzeerde even, slikte wat speeksel weg en knoopte zijn jas open. Opeens zag hij heel bleek en parelde er zweet op zijn voorhoofd.

‘Voel je je wel goed?’ vroeg Conti gealarmeerd.

‘Niet echt...’

‘Je moet direct iets eten. We stappen uit. In het ziekenhuis is een bar die tot laat geopend is; daar hebben ze vast wel een broodje.’ Conti deed het portier open en maakte aanstalten om uit te stappen.

‘Wacht even,’ zei Rocci. ‘Dat broodje kan wel even wachten. Ik moet mijn verhaal afmaken.’

‘Goed, maar doe het snel. Ik wil niet dat je op een brancard uit de auto wordt gehaald.’

Rocci schudde geruststellend zijn hoofd. ‘De twee jongens praatten even met elkaar en gingen toen uiteen. Pareti liep terug naar huis en Maggi ging weg. Ik dacht dat hij rechtstreeks naar de sportschool zou gaan en daar een tijdje zou blijven.’

‘Hoe wist je dat zo zeker?’

‘Hij had zijn sporttas bij zich. En hij gaat er elke dag naartoe, dat heb ik uitgezocht.’

Conti dacht aan advocaat Maggi. Als hij wist dat zijn zoon werd bespied en geschaduwd, zou hij een flinke scène geschopt hebben.

‘Ik hoop dat je het discreet hebt gedaan.’

‘Geen zorgen, commissaris. Die klootzak van een vader komt het niet te weten. Nog niet, tenminste,’ besloot Rocci.

‘Ga verder.’

‘Ik ben omgekeerd en ben achter een groepje jongeren aan het gebouw van Pareti binnengegaan. Toen zij de lift namen, ben ik de trap op gelopen.’

‘Naar de vierde verdieping!’ riep Conti streng. Hij dacht aan Rocci’s hart en aan diens aderen, die verstopt waren door het vet en de rook.

‘De motor doet het nog prima, dat zei die arts op de Eerste Hulp ook. En ik heb het al een keer gedaan, weet u nog?’

‘Ja, oké, zoals je wilt.’

‘Ik heb mijn oor tegen de deur gedrukt en...’

‘En als iemand op dat moment de deur had opengedaan? Hoe had je je daaruit gered, als ik vragen mag?’ Vol afschuw begon Conti steeds hoger te praten. Toen schudde hij zijn hoofd. Er klonk iets van berusting in zijn stem. ‘Rocci, je mag me niet, hè? Je wilt me in een kwaad daglicht stellen bij Lorenzi omdat je zelf hoofd van de recherche wilt worden.’

De inspecteur barstte in een vette, gorgelende lach uit, die uitmondde in een hevige hoestbui. Hij kalmeerde enigszins toen Conti hem bars aankeek. ‘Ik mag u niet? Ga toch weg! U denkt toch niet dat ik gek ben? De moeder was met de dochter de deur uit gegaan, ze kwamen vlak voor mijn neus langs. De vader is om die tijd altijd in het ziekenhuis.’

‘Dus dat had je ook uitgezocht?’

Rocci depte zijn ogen, die nog altijd traanden. ‘Wat denkt u, dat ik mijn salaris niet waard ben? Dat ik de hele dag op straat loop te lanterfanten?’

‘Het zou niet bij me opkomen, stel je voor.’

‘Goed, de jongen was aan het spelen. Hij speelde piano, begrijpt u?’

Bij die laatste woorden sloeg Rocci’s stem over. Hij lachte niet meer. Sterker nog, hij leek diep geraakt. ‘Kijk, commissaris, ik snap niks van muziek. Ik snap niks van een heleboel dingen, trouwens. Maar ik kan u verzekeren dat wat ik achter die deur hoorde iets was wat... iets... Nou ja, ik heb er geen woorden voor, maar ik had daar wel uren kunnen blijven luisteren. Maar toen bedacht ik dat ik niet betaald werd om mijn tijd te verdoen en dat die jongen daar nog wel weet ik hoe lang kon blijven spelen. Hij had immers examens? Dat had die oude dame zelf gezegd!’

Conti vertrok geen spier.

‘Dat zei ze toch?’ vroeg Rocci op hoge, smekende toon. ‘Ja of nee?’

Conti’s hart kromp ineen. Eindelijk begon het hem te dagen. ‘Ja. Dat zei mevrouw Baratti inderdaad,’ antwoordde hij geruststellend.

‘Ziet u wel? Dus dacht ik: die jongen heeft examens, hij is net gaan oefenen, wie weet hoe lang hij achter die piano blijft zitten.’ Rocci knipperde met zijn druipogen en probeerde door de voorruit iets te zien in het donker. ‘Dus nam ik nog een besluit, ditmaal precies het tegenovergestelde. Ik besloot achter Maggi aan te gaan om te controleren of hij inderdaad naar die verdomde sportschool was gegaan. Dus ben ik weggegaan. Ik ben weggegaan, verdomme...’

Conti zweeg. Toen hij van opzij naar Rocci keek, zag hij dat die huilde.

‘Rocci, als het niet gaat, kan ik...’

‘Het gaat wel, Conti.’ Het was de eerste keer dat hij hem zo noemde. Heimelijk droogde hij zijn tranen af. ‘Het was weer mijn schuld. Net als bij mijn broer. Die was depressief, het ging niet goed met hem en dat had ik niet door. Toen ben ik ook weggegaan. Ik liet hem alleen thuis en hij pleegde zelfmoord. Het was allemaal mijn schuld.’

Conti was zich volkomen bewust van het dramatische karakter van die onthulling. Waarschijnlijk gaf Rocci dit voor het eerst aan zichzelf toe.

‘We zijn niet altijd zo goed op de hoogte dat we kunnen weten wat de juiste beslissing is,’ zei hij slechts.

De inspecteur veegde met zijn hand over zijn gezicht. ‘Als ik daar was gebleven om naar de muziek te luisteren, was dit niet gebeurd.’

De muziek, dacht Conti. Daar kwam ze weer om de hoek kijken.

Rocci haalde diep adem, alsof hij zijn zelfbeheersing probeerde te hervinden. ‘Maar nu wil ik hem zien,’ zei hij, en hij stapte de auto uit. ‘Laten we gaan.’

De uitvoering
titlepage.xhtml
De_uitvoering_split_000.html
De_uitvoering_split_001.html
De_uitvoering_split_002.html
De_uitvoering_split_003.html
De_uitvoering_split_004.html
De_uitvoering_split_005.html
De_uitvoering_split_006.html
De_uitvoering_split_007.html
De_uitvoering_split_008.html
De_uitvoering_split_009.html
De_uitvoering_split_010.html
De_uitvoering_split_011.html
De_uitvoering_split_012.html
De_uitvoering_split_013.html
De_uitvoering_split_014.html
De_uitvoering_split_015.html
De_uitvoering_split_016.html
De_uitvoering_split_017.html
De_uitvoering_split_018.html
De_uitvoering_split_019.html
De_uitvoering_split_020.html
De_uitvoering_split_021.html
De_uitvoering_split_022.html
De_uitvoering_split_023.html
De_uitvoering_split_024.html
De_uitvoering_split_025.html
De_uitvoering_split_026.html
De_uitvoering_split_027.html
De_uitvoering_split_028.html
De_uitvoering_split_029.html
De_uitvoering_split_030.html
De_uitvoering_split_031.html
De_uitvoering_split_032.html
De_uitvoering_split_033.html
De_uitvoering_split_034.html
De_uitvoering_split_035.html
De_uitvoering_split_036.html
De_uitvoering_split_037.html
De_uitvoering_split_038.html
De_uitvoering_split_039.html
De_uitvoering_split_040.html
De_uitvoering_split_041.html
De_uitvoering_split_042.html
De_uitvoering_split_043.html
De_uitvoering_split_044.html
De_uitvoering_split_045.html
De_uitvoering_split_046.html
De_uitvoering_split_047.html
De_uitvoering_split_048.html
De_uitvoering_split_049.html
De_uitvoering_split_050.html
De_uitvoering_split_051.html
De_uitvoering_split_052.html
De_uitvoering_split_053.html
De_uitvoering_split_054.html
De_uitvoering_split_055.html
De_uitvoering_split_056.html
De_uitvoering_split_057.html
De_uitvoering_split_058.html
De_uitvoering_split_059.html
De_uitvoering_split_060.html
De_uitvoering_split_061.html
De_uitvoering_split_062.html
De_uitvoering_split_063.html
De_uitvoering_split_064.html
De_uitvoering_split_065.html
De_uitvoering_split_066.html
De_uitvoering_split_067.html
De_uitvoering_split_068.html
De_uitvoering_split_069.html
De_uitvoering_split_070.html
De_uitvoering_split_071.html
De_uitvoering_split_072.html
De_uitvoering_split_073.html
De_uitvoering_split_074.html
De_uitvoering_split_075.html
De_uitvoering_split_076.html
De_uitvoering_split_077.html
De_uitvoering_split_078.html
De_uitvoering_split_079.html
De_uitvoering_split_080.html
De_uitvoering_split_081.html
De_uitvoering_split_082.html
De_uitvoering_split_083.html
De_uitvoering_split_084.html
De_uitvoering_split_085.html
De_uitvoering_split_086.html
De_uitvoering_split_087.html
De_uitvoering_split_088.html
De_uitvoering_split_089.html
De_uitvoering_split_090.html
De_uitvoering_split_091.html
De_uitvoering_split_092.html
De_uitvoering_split_093.html
De_uitvoering_split_094.html
De_uitvoering_split_095.html
De_uitvoering_split_096.html
De_uitvoering_split_097.html
De_uitvoering_split_098.html
De_uitvoering_split_099.html
De_uitvoering_split_100.html
De_uitvoering_split_101.html
De_uitvoering_split_102.html
De_uitvoering_split_103.html
De_uitvoering_split_104.html
De_uitvoering_split_105.html
De_uitvoering_split_106.html
De_uitvoering_split_107.html
De_uitvoering_split_108.html
De_uitvoering_split_109.html
De_uitvoering_split_110.html