42
De volgende ochtend deden de kranten verslag van de arrestatie van Alvaro Gravini en maakten ze melding van de feiten die tot zijn aanhouding hadden geleid. Veel meer was er niet. Het nieuws van acht uur was al net zo laconiek: de verslaggever die voor het politiebureau stond, sprak over de strikte terughoudendheid van de rechercheurs, en zijn pogingen om de in- en uitgaande politiemensen informatie te ontfutselen, liepen op niets uit.
Cora, die in de keuken naar het nieuws op de televisie zat te kijken, zag Riccardo Conti met een paar van zijn mannen snel achter de journalist langs glippen tot hij buiten beeld was. Toen het item was afgelopen en ze in de studio overgingen op de plaatselijke politiek, stond Cora op en zette de tv uit. Het werd koud binnen, dus trok ze huiverend haar peignoir strakker om zich heen.
Op de marmeren tafel stond het ontbijt voor haar moeder klaar: melk, sinaasappelsap en zelfgemaakte koekjes. Cora schonk dampende espresso in een kannetje en liep met het dienblad in haar handen de trap op. De stilte in huis werd alleen doorbroken door de krakende traptreden onder haar voeten. De deur van Luisa’s kamer stond op een kier en liet een streep daglicht door. Letizia zat op het bed van haar oma en hield haar hand vast.
Cora schrok toen ze haar nichtje zag. ‘Wat is er met haar?’ vroeg ze met een snelle blik op haar moeder, die rechtop tegen haar kussen zat. ‘Voelt ze zich niet goed?’
Letizia glimlachte geruststellend. Door de half openstaande luiken scheen een straal zonlicht op haar haar, dat daardoor de kleur van koper kreeg. ‘Jawel hoor, tante. Alles is in orde. Ik had alleen zin om even met oma te kletsen.’
Cora liep naar het bed en bleef vlak voor hen staan. ‘Heb je honger, mama?’
‘Honger!’ Luisa sloeg wanhopig haar ogen ten hemel. ‘Ik zit hier op bed na een afschuwelijke nacht, die ik heb doorgebracht in gezelschap van mijn dode leerlingen en van alle overledenen uit mijn leven, en jij vraagt of ik honger heb!’
Cora keek haar met het dienblad in haar handen lange tijd roerloos aan. ‘Het spijt me,’ zei ze uiteindelijk, en ze zette het blad op het nachtkastje. ‘Een beetje koffie, dan...’
Luisa volgde haar bewegingen met haar ogen, tot die via de spiegel de blik van haar dochter kruisten. ‘Dat wel,’ mompelde ze iets milder.
‘Ze hebben een man gearresteerd,’ verkondigde Cora effen. ‘Een dakloze met een strafblad.’
Letizia draaide zich met een ruk om. ‘Wanneer?’
‘Gisteren.’
Luisa Baratti fronste haar voorhoofd. ‘Wat heeft een dakloze delinquent met mijn kinderen te maken?’
‘Dat weet ik niet.’
‘Wat zeiden ze?’ vroeg Letizia.
‘Hij schijnt hier meermalen gesignaleerd te zijn. En hij was in het winkelcentrum toen Giulio Pareti...’
Cora gaf het kopje espresso aan haar moeder, die het mechanisch aannam, met haar blik op oneindig. ‘Letizia, neem jij ook een kopje.’
‘Dank je, oma, maar ik heb liever thee,’ zei het meisje met een zucht.
Het viel Cora op dat ze heel bleek zag en dat haar ogen gezwollen waren, met donkere kringen eromheen. Het leek of ze net gehuild had.
‘Toe, ga beneden ontbijten,’ zei Luisa tegen haar kleindochter, en ze gaf haar een klopje op haar knie. ‘Je hebt energie nodig; je moet vandaag veel oefenen.’
Letizia zuchtte. ‘Vandaag heb ik geen zin.’
‘Je móét. Je moet je niet laten beïnvloeden door de sfeer hier in huis. Je hebt geen tijd om je in zwaarmoedigheid te wentelen.’
‘Ja, maar juist vandaag...’ Het meisje aarzelde. ‘Het lijkt zo respectloos.’
‘Respectloos? Tegenover wie?’ informeerde Luisa schamper. ‘Tegenover Giulio? Die zou het juist waarderen. Voor hem ging de piano voor alles. Spelen is de beste manier om zijn herinnering te eren, zeg ik je. En dat zou hij ook zeggen, als hij kon. Waar Giulio op dit moment ook is, hij is het met me eens, dat weet ik zeker. Ik kende hem beter dan wie ook.’
‘Gebruik het demppedaal,’ opperde Cora. ‘Dan is de piano buiten niet te horen en kan niemand er iets van zeggen.’
‘Mag ik je eraan herinneren dat de dennenbomen geen oren hebben, Cora. En verder is er hier goddank niemand. Jullie hebben geen idee wat een geluk we hebben dat we hier wonen.’
Letizia’s blik kruiste die van haar tante, die echter uitdrukkingsloos keek. ‘Ja, oma, maar...’
‘Ga oefenen, Letizia, ik neem alle verantwoordelijkheid op me. De mening van conformisten zal me worst wezen. Ik heb in mijn hele leven nog nooit aan iemand rekenschap hoeven afleggen, en dat zou ook voor jullie moeten gelden. Duidelijk? En jij, Cora, mag iedereen opbellen om te zeggen dat de lessen dinsdag weer beginnen. Maar iedereen die me eerder nodig heeft, kan komen wanneer hij wil.’
Luisa Baratti keek hen na toen ze met neergeslagen ogen de kamer uit liepen, en pas toen de deur dichtging, liet ze haar hoofd op het kussen ploffen. Het ging helemaal niet goed met haar hart, dacht ze. Ze had het de hele nacht horen bonzen, het bonkte in haar borst op de maat van een vreemde melodie, die een veranderlijk ritme en een gejaagd tempo had. De hele nacht had ze trommels horen roffelen en hypnotische, repeterende deuntjes horen klinken als stammengezang. En onder haar raam had ze het gejank van vreemde dieren, het gehuil van kinderen in de verte en het dreigende geklots van de golven van de zee tegen de muren van haar huis gehoord.
Het had niet geholpen dat ze de stilte had aangeroepen. De hallucinaties waren machtiger dan haar wil en zelfs nu het dag was, gonsden haar oren nog, alsof de nachtelijke wind zich erin had genesteld in een jammerende spiraal.
Luisa Baratti richtte zich op van het kussen en zwaaide haar magere benen met bovenmenselijke kracht over de rand van het bed. Een zwerver... Belachelijk. Beledigend, zelfs. Geen van haar leerlingen zou ooit met zo iemand te maken kunnen hebben! Ze schudde haar hoofd, terwijl haar hart in haar borst bleef bonzen. Maar nu wel in een constant ritme, als het tikken van een metronoom.
Ze zou eerst haar bloeddruk opmeten, bedacht ze. Daarna zou ze, zoals altijd, haar toevlucht nemen tot Chopin, die haar, zoals altijd, zou troosten.