Hoofdstuk 56
Rapp schuifelde naar voren over het plaatgaas en draaide toen de hoek om met de Glock in zijn uitgestrekte handen voor zich uit. Het platform liep door een gang van buizen voordat hij verdween achter iets wat eruitzag als een klein kantoortje.
Hij was vlak bij het hoogste punt van het gebouw aangekomen via een route die de verstopplekken vermeed waar Azarov hem zou kunnen opwachten. Hoe langer hij de onvermijdelijke confrontatie kon uitstellen, hoe beter.
Hoewel Rapp niet goed was in het onthouden van namen of telefoonnummers, had hij een fotografisch geheugen voor strijdperken en tactische situaties. Hij had op de middelbare school een hoop geld verdiend door bij weddenschappen te bewijzen dat hij van elk moment in een lacrossespel kon vertellen wie er op welke plek had gestaan. Nu maakte hij gebruik van dat unieke talent om een gedetailleerde plattegrond van de fabriek in zijn hoofd op te slaan.
Helaas vormden de omvang en complexiteit van de fabriek zelfs voor zijn geheugen een flinke uitdaging. Het gebouw was verdeeld in drie delen, met nauwelijks verbindingen ertussen – waarschijnlijk om brand of explosies tegen te houden. Er waren grofweg drie verdiepingen te onderscheiden, die bereikt konden worden via ladders, trappen en bruggen. Plaatgazen paden van verschillende groottes liepen alle kanten op, tot ze onzichtbaar werden in de stoffige lucht.
Hij liep naar voren en keek goed om zich heen om alles in zijn hoofd te prenten. Ongeveer halverwege het kantoor kroop hij onder een platform. De laarzen die hij had gekregen waren perfect voor in het zand, maar een ramp op het dunne staal waarover hij nu liep. Ze waren niet alleen zwaar, maar veroorzaakten ook een doffe klap bij elke stap. Rapp wilde ze liever niet achterlaten, maar besloot dat het de beste van twee slechte mogelijkheden was.
Hij liep op zijn sokken over het platform en merkte dat zijn voetstappen nu onhoorbaar waren en zijn grip niet eens zoveel verslechterd was. Het minpunt was dat het staal zo heet was dat het zijn voetzolen door zijn sokken heen verbrandde.
Rapp glipte door de open deur van het kantoor en dook onder een van de lege raamkozijnen. De ruimte was maar drie meter lang en drie meter breed, en lag vol met rommel die niet de moeite waard was geweest om mee te nemen toen de fabriek werd gesloten. Precies het soort plek waar Azarov Scott Coleman had uitgeschakeld. Hopelijk was dat geen voorteken van wat er ging gebeuren.
Hij zocht tussen de dossiers, de meubels en het gereedschap op de grond naar iets bruikbaars. Er lag geen ijskoude cola of geluiddemper, maar hij vond wel een stapel oude werkkleding die heel interessant was. Net als zijn achtergelaten laarzen, was zijn beige uniform in het zand heel handig geweest, maar niet optimaal in een gebouw dat hoofdzakelijk van ongeverfd staal was. De grijze overall die in een hoek was gesmeten, zou hem beter camoufleren, en kon misschien zijn vijand in verwarring brengen. Hij bleek zelfs de goede maat.
Nog beter was het paar versleten sokken dat hij over die van hemzelf aantrok. Ze boden hem bescherming tegen de hitte van het metaal en eventuele scherpe randen.
Rapp begon net terug naar de deur te kruipen, toen hij een grote moersleutel onder een Arabische krant zag liggen. Hij wikkelde hem in de broek die hij net had uitgetrokken en stak hem achter in de overall. Het was niet het handigste wapen voor de strijd, maar hij had wel het idee dat hij het extra gewicht waard zou blijken.
Rapp hield zich zo klein mogelijk toen hij de loopbrug weer op liep en links afsloeg. De volgende vijftig meter legde hij binnen een minuut af terwijl hij de plattegrond in zijn hoofd bleef uitbreiden. Hij liep net naar een paar treden toe die twee loopbruggen met elkaar verbonden, toen hij in zijn ooghoeken rechts boven zich iets zag bewegen. In een reflex sprong hij achteruit en schoot in de richting van de beweging. Op dat moment ketste er een kogel af op een buis net links van de plek waar zijn hoofd een fractie van een seconde eerder nog was geweest.
Grisja Azarov dook automatisch omlaag toen een kogel op minder dan een meter afstand langs suisde. Zijn eigen schot was perfect gericht, maar Rapp had zich vlak voordat hij hem had kunnen raken ineens op de grond laten vallen.
De Rus analyseerde de zeldzame misser meteen. Zoals verwacht was Rapp ontzettend snel en had hij razendsnelle gevechtsreflexen, maar die gave was er niet de oorzaak van dat hij nog leefde. Dat was Azarovs eigen schuld. Hij had gezocht naar een man in legerkleding, en door de verandering had hij geaarzeld – een fractie van een seconde, die in een gewoon gevecht niet van betekenis zou zijn geweest. Tegen Mitch Rapp kon dit soort fouten echter fataal blijken.
Nu kon de CIA-man geen kant op – hij zat vast op een lagere verdieping, met maar weinig dekking boven zich. Azarov rende naar een ladder en klom tot halverwege, waar hij op een enorme buis sprong en landde met een enorme dreun die tot in de verre omtrek te horen moest zijn. Hij liet zich vooruit glijden naar een gat van drie meter doorsnee, waar hij doorheen sprong. Nadat hij zich op zijn buik had laten vallen, stak hij zijn pistool over de rand van het smalle platform waarop hij was geland. Rapp rende een verdieping onder hem over de enige loopbrug die voor hem bereikbaar was. Zijn rug was naar Azarov gericht. Het was een gemakkelijk schot, zelfs voor een beginner.
Hij richtte, maar voordat hij kon schieten, sprong Rapp over de leuning boven op een opslagtank van niet meer dan twee meter breed. De oorzaak van het feit dat hij zo stilletjes kon rennen, werd meteen duidelijk toen hij landde. Zijn sokken hadden geen grip op het gladde metaal, dus gleden zijn voeten onder hem vandaan. Een tel later was hij over de rand verdwenen. Azarov hoorde de doffe dreunen van een lichaam dat onderweg naar de grond van de ene buis op de andere viel. Hoewel het vanaf deze plek moeilijk te zien was, wist hij dat het in elk geval dertig meter naar beneden was gevallen. Onmogelijk om te overleven, zelfs voor de beruchte Mitch Rapp.
De Rus hield zijn geweer over de rand van het platform gericht. Hij kon zich niet herinneren dat hij de afgelopen jaren tijdens zijn operaties zo’n hoge hartslag had gehad. De man moest wel zijn gevallen. Het kon niet anders. Zijn laarzen uittrekken was een verstandig risico geweest, maar in dit geval was het verkeerd afgelopen. Mitch Rapp was dood of stervende, en zijn verwoeste lichaam lag te bloeden in het zand.
Waarom was hij dan nog steeds bang voor de Amerikaan? De kans dat Rapp het had overleefd, was onmeetbaar klein, maar tot Azarov het lichaam met eigen ogen had gezien, bestond die kans nog altijd. Hoe graag hij ook in de SUV wilde stappen en door de woestijn ontsnappen, hij kon zich er niet toe zetten. Niet voordat hij zeker wist wat er met de CIA-man was gebeurd.
Rapp sprong van de loopbrug, bijna zeker dat het willekeurige schot dat hij op de Rus had afgevuurd mis was. Hij rolde meteen door, kwam overeind en rende naar de leuning, waar drie meter verderop een rij tanks stond.
Als hij Azarov was, zou hij de ladder links van hem op klimmen tot halverwege en via die grote buis naar een platform springen dat in de openlucht uitkwam. Het was een perfecte positie om naar beneden te schieten, waar Rapp bijna onbeschermd was geweest.
Hij was ongeveer halverwege toen hij iemand op de buis die hij in gedachten had hoorde landen – een seconde eerder dan Rapp had berekend. Hij rende zo snel dat hij zijn slechte knie met elke stap leek te verbrijzelen.
De tweede dreun klonk toen hij nog drie meter bij de leuning vandaan was. Azarov zou nu direct op hem kunnen richten, en deze keer zou hij niet missen.
Rapp sprong eerder dan gepland over de leuning, maar het lukte hem om de afstand te overbruggen en op de tank te landen voordat hij ongecontroleerd over het staal naar de andere kant zou glijden. Hij viel over de rand, anderhalve meter naar beneden, voordat hij zich vastpakte aan een metalen rooster dat, godzijdank, precies daar was waar hij het zich herinnerde. Hij hield de Glock nog steeds in zijn linkerhand en de val breken met alleen zijn rechterarm vereiste een onelegante manoeuvre waarbij zijn schouder bijna uit de kom raakte.
Zodra hij zijn voeten weer onder zich had, trok hij de sleutel uit zijn overall en gooide hij die naar de buizen onder zich. Doordat de sleutel in stof gewikkeld was, klonk er geen scherp metalig gekletter, maar klonken er doffe dreunen, die in het huilen van de wind redelijk overtuigend moesten overkomen.
De Rus zat in een ander deel van het gebouw, en het was niet gemakkelijk om deze kant op te komen. Daardoor kon Rapp de tijd nemen om naar beneden te klimmen om een loopbrug zes meter onder hem te bereiken. Wat zou Azarov nu doen? Zou hij erop vertrouwen dat Rapp dood was en naar zijn voertuig gaan om te vluchten? Of zou hij eerst met eigen ogen willen zien dat zijn vijand inderdaad was uitgeschakeld?
Dat tweede, besloot Rapp. De vraag was wat hij eraan moest doen. Hoewel hij en Azarov elkaar niet gemakkelijk konden bereiken, had de Rus wel toegang tot een uitkijkpunt vanwaar hij kon zien dat er geen lijk van zijn vijand in het zand lag. Daardoor had Rapp maar een korte tijd om gebruik te maken van het voordeel van de verrassing. Het probleem was dat de enige weg die hij kende naar Azarovs deel van het gebouw, de open loopbrug op de bovenste verdieping was. Tegen de tijd dat hij die had bereikt, zou de Rus al doorhebben dat zijn tegenstander nog leefde, en naar hem op zoek was.
Rapp liep over de brug, beschermd door een brandmuur rechts van hem. Anderhalve meter van de muur was van plaatgaas gemaakt, en hij bekeek het gebied daarachter goed voordat hij erlangs rende. Drie meter verderop kwam hij met een ruk tot stilstand en draaide zich om. De onderste hoek van het gaas was losgeraakt en dertig centimeter naar achteren gekruld.
Hij liep ernaartoe en duwde met zijn voet tegen de losse hoek. Hij moest zo hard duwen als hij kon, maar toen kwamen er nog twee lasnaden los. Zou de rest even zwak zijn?
Rapp kroop over de loopbrug, op zoek naar iets wat hij als breekijzer kon gebruiken. Uiteindelijk vond hij een kraan met een lange hendel die alleen met een pin vastzat. Het kostte wat kracht, maar hij wist hem los te krijgen.
Rapp stak de stang in het gat in het gaas en zette zijn hele gewicht ertegen. Even later werd hij beloond met het zachte kraken van losschietende lasnaden.
Toen de opening groot genoeg was, stak hij zijn Glock achter in zijn overall en wurmde hij zich door de opening. Aan de andere kant was niets om op te staan, dus pakte hij een buis boven zijn hoofd vast, en slingerde hij hand over hand verder. De pijn in zijn geblesseerde schouder was ondraaglijk, maar hij kon hem onmogelijk ontzien. Als zijn bezwete handen losgleden, zou Azarov alsnog vinden wat hij had verwacht.
Rapp bereikte de volgende loopbrug, liet zich vallen en maakte zich klein. Hij moest nu blind te werk gaan, want er was geen tijd geweest om dit deel van de fabriek te doorzoeken.
Hij bleef in de schaduwen en stopte elke paar seconden om te luisteren naar geluiden die niet door de wind konden worden veroorzaakt. Uiteindelijk werd zijn werk beloond; hij hoorde het zachte ritme van voetstappen rechts onder zich.
Hij ging plat op zijn buik liggen en liet zijn Glock over de rand hangen. Even later kon hij voorzichtige bewegingen door het gaas zien. De man was iets minder dan dertig meter bij hem vandaan.
Het was geen gemakkelijk schot, maar hij wist dat hij geen tweede kans zou krijgen. Hij moest Azarov naar de open linkerkant van de loopbrug zien te lokken. Eén of anderhalve meter maar. Hij wachtte op het juiste moment en schoot. De kogel raakte een elektriciteitsbuis rechts van Azarov.
In plaats van naar links te gaan, sprong de Rus echter juist naar rechts, tegen de buis die Rapp net had geraakt, en verdween uit het zicht.
‘Shit!’ mompelde Rapp. Die man was niet alleen goed, hij was verdomme een wonderkind.
Desondanks zat de Rus nu opgesloten. Hij kon het niet riskeren terug te gaan, want dan zou Rapp hem zien. Aan de andere kant lag echter een open buis van twee meter doorsnee, en alleen de bovenste meter was vanuit Rapps positie te zien. Dat was Azarovs enige uitweg, en het was nog een goede ook. Ongetwijfeld wist hij ook nog waar de buis uitkwam, en daarvan had Rapp geen idee.
Een langwerpige schaduw verscheen bij de ingang van de buis en Rapp schoot zijn hele magazijn in een willekeurig patroon leeg in de kleine ruimte. Toen trok hij zich terug en stopte een vol magazijn in het wapen voordat hij weer omhoogkwam. De schaduw was verdwenen, maar er was iets aan de rand van de buis wat Rapp niet eerder had gezien. Het zou roest kunnen zijn, maar toen hij naar een plek ging vanwaar hij het beter kon zien, zag hij een bekende kleur.
Bloed.
Azarov liep verder door de buis en stopte niet tot hij een scherpe bocht naar rechts maakte. Pas toen trok hij zijn doorweekte mouw omhoog om het gaatje in zijn biceps te bekijken. Het bloedde hevig, maar de kogel was door zijn arm gevlogen zonder het bot te raken. Hij trok zijn T-shirt uit, bond dat om de wond en ging even tegen de gebogen muur zitten om op adem te komen.
Hoe had Rapp die val van die tank kunnen overleven? En, nog belangrijker, hoe had hij die brandmuur over kunnen komen zonder de hooggelegen loopbrug te gebruiken? Het enige antwoord was dat de CIA-man het gebouw op de een of andere manier beter kende dan hij. Als dat zo was, wist hij waar deze buis uitkwam en dat er maar één plek was vanwaar je beide uiteinden tegelijk kon zien. Was hij op dat moment bezig aan de moeilijke klim daarnaartoe of zou hij het risico nemen en zijn gewonde prooi volgen?
Speculatie was zinloos. Azarov had geprobeerd te voorspellen wat de man zou doen, maar had gefaald. De vraag die al zo lang door zijn hoofd had gespeeld, was nu beantwoord. Rapp was de beste. De zwakkere, oudere Amerikaan zou hem doden.
Nee!
Niet nu. Niet nu hij op het punt stond om te ontsnappen aan Maxim Kroepins macht en een eigen leven op zou gaan bouwen. Een eigen identiteit.
Azarov haalde het T-shirt van de wond en legde het in het bloed dat uit zijn arm was gevloeid. Toen de stof doorweekt was, trok hij een strook van de stof af en verbond zijn arm daarmee. Daarna trok hij zijn T-shirt weer aan. Het bloed achterop zou het laten lijken alsof hij ernstiger gewond was dan hij echt was. Hopelijk was het genoeg om Rapp te verleiden tot wat onzorgvuldigheid.
Azarov liep verder door de buis, en omdat de ruimte kleiner werd, moest hij voorovergebogen lopen. Zelfs als Rapp het gebouw beter kende dan hij, zou het moeilijk zijn om het uiteinde van de buis op tijd te bereiken om vervolgens goed te kunnen richten.
Azarov zei tegen zichzelf dat als hij zich maar concentreerde – en als hij alles perfect timede – hij nog steeds een kans had om degene te zijn die dit overleefde.
Rapp bleef op de hoogste verdieping en liep van de ene naar de andere loopbrug, terwijl hij probeerde te bedenken waar de buis kon uitkomen waarin Azarov was verdwenen. Na een paar minuten besefte hij dat hij, als hij veel verder zou lopen, de ingang van de buis niet meer zou kunnen zien. Het was mogelijk dat de buis doodliep en dat de Rus een paar meter verderop zat te wachten tot hij kon ontsnappen. Hij kon ook dood zijn. Of – even waarschijnlijk als de eerste twee scenario’s – hij kon door de buis rennen, op zoek naar een uitweg.
Rapp bleef even staan en had een zeldzaam moment van besluiteloosheid. Het enige wat hij zeker wist, was dat hij niet achter de man aan wilde gaan. Daarbinnen was veel te weinig ruimte. Dus moest hij verdergaan of terug? Zijn gevoel zei verder, en hij besloot dat te volgen. Hoewel zijn intuïtie hem best een aantal keren in de steek had gelaten, was hij er veel vaker bij gebaat geweest als hij die volgde.
Hij sprong op een paar naast elkaar liggende buizen voordat hij op een andere loopbrug kon stappen. Toen hij de ingang van de buis uit het oog verloor, ging hij zo snel rennen dat Azarov hem onmogelijk kon bijhouden als hij achter hem aan zou komen. Zelfs met die snelheid had hij bijna vijf minuten nodig om de plaats te bereiken waar de buis verdween in een enorme opslagtank. Het luik bovenop was open en Rapp vertraagde en richtte zijn Glock omhoog toen hij beweging zag.
Azarov was de tank uit gekomen en rende over een loopbrug meer dan vijftig meter verderop. De man hinkte en aan de hoeveelheid bloed op zijn T-shirt te zien, was hij er niet al te best aan toe.
Rapp zocht een positie recht achter de man en bleef wat achter om niet opgemerkt te worden. Uiteindelijk kwam hij weer dichterbij en hij versnelde toen hij zijn omgeving goed had bekeken en zijn nog steeds gevaarlijke tegenstander goed kon zien.
Azarov bloedde zo hevig dat hij een zichtbaar spoor achterliet, en zijn bewegingen zagen er steeds moeizamer uit. Bovendien was hij onderweg naar een terrein waarop hij in het nadeel zou zijn omdat het lichamelijk meer inspanning vergde en hij aan de rand van de fabriek zou uitkomen, waar Rapp gemakkelijk boven hem kon komen. Pijn, bloedverlies en wanhoop konden iemands denken ernstig beïnvloeden – zeker bij iemand die zo getalenteerd was dat hij waarschijnlijk nog nooit met dit soort uitdagingen te maken had gekregen. Hij rende op een schaakmat af.
Of niet? Rapp stopte onder aan een korte trap.
Hoewel het eruitzag alsof Azarov nauwelijks nog een voet voor de andere kon krijgen, was hij wel heel snel door die buis gekomen. En het bloedspoor was wel genoeg om te volgen, maar niet zo dik dat de man leek dood te bloeden.
De Rus wilde de confrontatie forceren als hij dacht in het voordeel te zijn. Nu was dat voordeel echter verdwenen. Hij was slim genoeg om dat te weten – en om een uitweg te zoeken.
Rapp draaide zich om en rende in de tegenovergestelde richting, liet zijn wapen vallen en sprong over een gat van drie meter breed naar een ladder. Hij pakte de leuningen vast en liet zich daarlangs naar beneden glijden. Vanaf de loopbrug waarop hij nu stond kon hij de oostkant van de fabriek voor zich zien, en hij rende vooruit, waarbij hij elke kans aangreep om lager te komen. Hij was nog maar een paar meter bij de muur vandaan toen de explosie hem raakte.
Door de klap vloog hij over de leuning, maar hij deed geen moeite om zich vast te houden. Het zand en de lucht zagen er precies hetzelfde uit toen hij in de lucht een paar keer over de kop ging, zodat hij de oplaaiende vlammen als oriëntatiepunt moest gebruiken. Hij viel over een betonnen vloer en landde met zijn voeten in het zand, waar hij zich voorover liet vallen om mee te gaan in de beweging van de klap.
Hij was zo versuft dat het een paar seconden duurde voordat hij besefte dat zijn haar in brand stond. Zodra hij de vlammen uit had geslagen, bleef hij even op de grond liggen kijken naar de brokstukken die door de lucht vlogen. Azarov was naar de noordkant gerend voordat hij de bom had laten afgaan en volgde nu de wind naar het radioactieve niemandsland dat was bedoeld om een achtervolging te ontmoedigen.
Even overwoog Rapp tegen de verwachtingen van de man in te gaan en hem te volgen, maar dat idee verdween al snel. Hij had voor vandaag genoeg van Grisja Azarov.