Hoofdstuk 53
Rapp lag bewegingloos op zijn buik in het zand.
Er was geen teken van leven in of rond de fabriek, die vierhonderd meter verderop net zichtbaar was. Maar dat was te verwachten. Zijn gevoel zei hem dat de ISIS-mannen er wel degelijk waren. De vraag was alleen hoeveel, hoe goed bewapend en op welke van de duizend mogelijke tactische posities.
Een plotselinge sterke windvlaag trok over het land en Rapp sprong overeind en rende bijna vijftig meter tot hij zich weer op de grond moest laten vallen omdat het opgestoven zand weer ging liggen.
Wachtend op de volgende kans om het gebouw te naderen, onderzocht hij het. Van deze afstand maakten de omvang en de complexiteit een serieuze indruk. Talloze tonnen staal waren gevormd tot een doolhof van buizen, ladders en platformen. Het zand was aan één kant tegen het gebouw opgewaaid, maar verder zag de fabriek eruit alsof hij nog in werking was.
Zijn oortje ruiste, maar de grote radio die aan zijn riem vastzat, was niet sterk genoeg om het hele signaal op te vangen. Hij zette het volume op zijn hardst, en toen hoorde hij een paar verstaanbare woorden boven het ruisen uit. Bazzi vroeg zijn mannen hoe het ging. De antwoorden waren moeilijk te begrijpen door Rapps zwakke apparatuur, maar de rustige klank van de stem van de kapitein maakte duidelijk dat de andere helikopters nog steeds in de lucht zaten.
‘Hier Scout Zes,’ zei Rapp in zijn keelmicrofoon. ‘Leiding, hoort u mij?’
‘Zeg he…’ klonk Bazzi’s stem, maar toen viel hij even weg. ‘Ik herhaal: zeg het maar, Scout Zes.’
‘Ik moet te ver lopen en ik heb niet genoeg tijd, kapitein. Als ik te snel ga, zien de terroristen me, en dan is de hele operatie naar de sodemieterij.’
‘Begrepen, Scout Zes. Ik begrijp dat u in positie blijft tot ik het bevel geef om aan te vallen. Bevestigen, alstublieft.’
‘Dat klopt, leiding. Succes.’
‘Allah zij met je, Scout Zes.’
‘Hoelang nog?’ vroeg kapitein Bazzi in zijn headset.
‘De aankomsttijden op uw scherm kloppen zo ongeveer,’ antwoordde Mason. ‘Iets minder dan vijf minuten.’
‘Het wordt krap, meneer Mason.’
‘Ik kan de wetten van de aerodynamica niet veranderen, kapitein. Tenzij God u een gunst verschuldigd is, kunnen we niet sneller.’
Bazzi had geen reden om de man onder druk te zetten. Hij had met de beste piloten uit Saoedi-Arabië gewerkt en geen van hen kon zich meten met deze man. De motoren draaiden zo hard ze konden – misschien nog wel harder – en Mason leek weinig rekening te houden met veiligheid. Buiten de deur links van hem schoot de woestijn veel te snel aan hem voorbij onder deze omstandigheden, en het zicht was van slecht naar rampzalig gegaan.
Op het scherm van de laptop gloeiden de stippen nog steeds, dus blijkbaar hadden de terroristen niets door. De CIA updatete de informatie continu en op dat moment stond de geschatte eerste aankomsttijd op over zeven minuten.
‘Status?’ vroeg hij in de headset.
Elk van zijn mannen antwoordde dat hij in positie was en een minuut bij zijn doelwit vandaan was.
Bazzi veegde het zanderige zweet van zijn voorhoofd en bleef naar het scherm staren. Uiteindelijk was er maar één realistische optie: Mitch Rapps aanwijzingen precies opvolgen. De man had meer ervaring met dit soort operaties dan wie dan ook, en zijn lijst missers was verbazingwekkend kort. Bovendien zou hij, als het allemaal misging en als zijn reputatie terecht was, de verantwoordelijkheid op zich nemen en een onbelangrijke kapitein uit Saoedi-Arabië verdedigen. Mannen als hij – en dat gold over het algemeen voor alle Amerikaanse soldaten – zouden nooit een trouwe bondgenoot de rug toekeren.
‘Blijf waar je bent en wacht op mijn bevel,’ zei Bazzi, die tegelijk besefte dat dit waarschijnlijk de belangrijkste woorden waren die hij ooit zou uitspreken. ‘We vallen over ongeveer twee minuten aan.’
Die honderdtwintig seconden leken een eeuwigheid te duren. Bazzi staarde zwijgend naar de stoel waarvan hij wenste dat Mitch Rapp er nog steeds op zat. Uiteindelijk klonk Masons stem in zijn headset.
‘Nog een minuut, kapitein.’
Bazzi activeerde zijn eigen microfoon. ‘Aanvallen. Ik herhaal: aanvallen.’
Hij nam zijn positie in achter het geweer in de deuropening terwijl zijn teams bevestigden zijn bevel gehoord te hebben.
Even later klonk de stem van Mason weer. ‘Ik zie het doelwit. Iets ten noordwesten. Hou je vast!’
Bazzi werd eerst tegen de wand gesmeten en toen tegen het wapen toen de piloot probeerde het toestel in de juiste positie te manoeuvreren. De helikopter vloog naar het oosten, en toen zag Bazzi het voertuig plotseling van richting veranderen. Ze waren gezien.
Mason trok dezelfde conclusie en draaide het toestel zo dat de deur met de mitrailleur voor was. De wind raakte hem tegen de zijkant en de helikopter schokte wild terwijl Bazzi de trekker overhaalde.
De eerste kogels raakten de motorkap van de SUV en hij moest moeite doen om te richten op de passagier. De CIA vermoedde dat de terroristen militaire C-4 gebruikten, een stabiel explosief dat niet snel ontplofte, ook niet als het werd geraakt door een kogel. Het gevaar was dat een van de mannen de ontsteker in zijn hand hield, klaar om de knop in te drukken.
De helikopter schokte weer en Bazzi had veel moeite om het doelwit in het vizier te houden. Er verscheen een rij gaten midden in het voertuig voordat de kogels het zand raakten.
‘Naar beneden!’ riep hij. ‘Dalen!’
Mason deed wat hem was gezegd en Bazzi richtte op de voorruit van de auto. Toen hij het vuur opende, vloog de auto naar rechts en sloeg over de kop, waarna hij van een steile helling af rolde.
Mason probeerde weer te stijgen, maar het ging niet. De rotors lieten nu een dichte wolk zand opstuiven, waardoor Bazzi verblind werd toen hij probeerde bij de deur vandaan te lopen.
‘Het is zover, kapitein! Hou vol! We gaan naar buiten!’
Hij zette zich schrap toen Mason probeerde de landing uit te voeren. Het zachte zand ving de klap op, maar vormde ook een onvoorspelbaar oppervlak, wat de landing nog moeilijker maakte. Bazzi werd achteruit gesmeten toen de zijkant van de helikopter wegzakte en de rotors zich in het zand groeven.
Toen hij overeind krabbelde, merkte hij dat zijn rechterarm gebroken was. Het was echter niet zo erg dat hij hem niet kon gebruiken om weg te komen. Hij klom de open deur uit, lette niet op de pijn, en rende naar de SUV die vijftig meter verderop op zijn kant lag.
De man in de passagiersstoel had zijn gordel nog om, maar de rechterkant van zijn hoofd was weg. De chauffeur was uit het voertuig gesmeten en lag tien meter verderop op zijn buik.
Hoewel geen van hen in staat leek om het wapen te laten afgaan, was het gevaar van een ontsteking op afstand nog steeds groot. De portieren en de achterklep van de SUV waren nog steeds dicht en het lukte Bazzi niet ze open te krijgen. In plaats daarvan sloeg hij met zijn goede hand het al gebarsten achterraam eruit en probeerde de grote gereedschapskist door de opening te sleuren.
Het ging allemaal tergend langzaam, maar hij slaagde erin de kist er half doorheen te krijgen voordat hij achter zich schoten hoorde. Hij voelde een felle pijnscheut achter in zijn rechterdij en zijn been begaf het. Toen hij op de grond lag, zag hij dat de chauffeur overeind was gekomen en nu met een pistool in zijn handen op hem afkwam. De volgende kogel raakte de auto op een paar centimeter van Bazzi’s hoofd terwijl hij probeerde met zijn goede hand zijn eigen wapen te pakken.
Een snelle reeks kogels volgde voordat hij zijn pistool uit de holster had, en Bazzi ging plat in het zand liggen. Toen het geluid verstomde, keek hij op, verbaasd over het feit dat hij nog leefde. De verwarring werd nog groter toen hij de chauffeur bewegingloos in het zand zag liggen. Uiteindelijk keek hij achterom en zag Fred Mason met een geweer in zijn handen op zijn knieën vallen.
Bazzi hinkte terug naar het raam en wurmde de gereedschapskist helemaal uit het voertuig. Het leek uren te duren, maar uiteindelijk lukte het hem de kist leeg te krijgen en de valse bodem te vinden. Wetend dat de explosieven elk moment konden afgaan, vocht hij om zijn handen te laten stoppen met trillen.
Het was niet moeilijk om uit te maken hoe de valse bodem losging, en tot zijn opluchting zaten de explosieven minder ingewikkeld in elkaar dan hij had verwacht – niet meer dan een digitaal paneeltje met knoppen, dat was verbonden met een blok C-4. Daarnaast zat de grote metalen kist waarvan hij aannam dat daar het radioactieve materiaal in zat.
Bazzi verwijderde de ontsteker en haalde opgelucht adem voordat hij een hand op zijn gewonde been legde en naar Fred Mason hinkte. De piloot lag in het zand en stak een duim op, dus liep de kapitein eerst naar de helikopter. Hij zette een headset op en wilde contact maken met de anderen, maar er was geen verbinding.
Na een paar nutteloze pogingen om weer verbinding te maken, liep hij naar voren, naar Masons bewusteloze copiloot. Hun rol in deze operatie was afgerond. De rest was aan God.
‘Leiding,’ zei Rapp. ‘Hier Scout Zes. Hoort u mij?’
Opnieuw hoorde hij niets.
Hij had anderen horen melden dat er twee mannen gedood waren, maar de rest was onverstaanbaar. Hadden Bazzi en de anderen hun missie uitgevoerd? Of hing er nu een enorme radioactieve wolk boven Saoedi-Arabië?
Het maakte eigenlijk weinig uit. De scouts waren hoe dan ook klaar met hun missie. Die van hem begon net.
Rapp was nog steeds driehonderd meter bij het gebouw vandaan – een afstand die hem veilig leek. Als een paar extremisten van ISIS hun operatie vanuit dit gebouw leidden, zouden ze de bommen meteen laten afgaan zodra ze beseften dat hun kameraden werden aangevallen. Dat was echter niet gebeurd. Het complex was nog steeds intact en er was nog steeds geen teken van leven. Of de analisten van de CIA hadden maar wat geluld en de fabriek was leeg, of de man met zijn vinger op de knop had geen zin om martelaar te worden.
Azarov.