Hoofdstuk 35
Locatie onbekend
Rapp legde het slappe lichaam van de vrouw wat stabieler op zijn schouder en duwde de deur van Eric Jesems appartement open. Hij was heel voorzichtig geweest toen hij haar keel dichtkneep, zodat ze alleen rustig zou zijn en niet helemaal door het lint zou gaan als hij tussen alle mensen door met haar terug naar huis liep. Op dat moment wist hij bijna zeker dat ze maar deed alsof ze bewusteloos was en geduldig haar kans afwachtte om hem de keel door te snijden.
‘Hallo!’ riep hij.
Geen antwoord. De vrouw die hem had verzorgd was vast van iemand anders.
Rapp liep meteen naar de slaapkamer – zoals het meisje dat over zijn schouder hing had verwacht – maar nadat hij haar op het bed had laten vallen, liep hij meteen naar de keuken. Hij kon zich niet herinneren wanneer hij voor het laatst iets had gegeten, en het zou fijn zijn om wat calorieën binnen te krijgen voordat ze hem door het appartement achterna zou zitten.
De keuken was piepklein, dus hoefde Rapp niet lang te zoeken voordat hij een paar pakjes Arabische noedelsoep vond. Het was prima voor een noodgeval, maar niet bepaald zijn eerste keuze. Een nadere zoektocht beloonde hem met een stapel Amerikaanse kant-en-klaarmaaltijden, die verstopt waren achter het kapotte fornuis. Gewoonlijk werd hij pisnijdig als hij Amerikaanse voorraden in handen van terroristen zag, maar deze keer zag hij het door de vingers. Hij bekeek de pakken en vond de Mexicaanse kip die hij zocht.
Tot zijn verbazing deed de kraan het, dus deed hij wat water in het zichzelf verwarmende zakje en smeerde hij terwijl het zakje opwarmde een boterham met pindakaas en jam. Voorzichtig kauwend om niet nog meer tanden te verliezen, liep hij terug naar de woonkamer. Het meubilair was beperkt tot een paar krakkemikkige stoelen en een televisie zonder aansluiting, die op de grond stond. Rapp haalde een schakelaar over en zoals hij al had verwacht, gebeurde er niets. Er stonden twee lampen in een hoek; de ene werkte op batterijen en de andere was aangesloten op een gasfles. Wat interessanter was, was de mobiele telefoon die in de vensterbank van het enige raam in het appartement lag, aangesloten op een zonne-oplader.
Hij zette hem aan en zag dat hij geen verbinding had. Door alle gevechten was een groot deel van de mobiele communicatie onmogelijk geworden, en het Amerikaanse leger blokkeerde de rest. Een snelle scan van Jesems e-mails en sms-berichten leverde niets interessants op. Waarschijnlijk kon Marcus Dumond in Langley wel allerlei interessante informatie van het apparaat peuteren, maar Rapps technische vaardigheden waren beperkt tot het hoognodige.
Onder een van de stoelen stond een doos, en toen Rapp die opende, vond hij Jesems Amerikaanse paspoort, een paar persoonlijke bezittingen en wat porno. Niet bepaald een schatkist vol bruikbare inlichtingen. Niets over zijn leven, zijn missie in Pakistan of de plannen van ISIS met de gestolen splijtstof. En nog steeds wist Rapp niet waar hij in godsnaam was.
In de lades in de badkamer zat niet veel meer dan een tandenborstel en een tube tandpasta. Hij sloot de scheef getrokken deur van de badkamer zo goed mogelijk en keek in een gebarsten spiegel. Daarin zag hij precies wat hij had verwacht: gebarsten lippen, blauwe ogen en een gebroken neus onder een gehecht voorhoofd.
Het was echter niet zo erg als direct na Maslicks aanval. Een van Rapps sterkste kanten was dat hij snel genas. In dit geval was dat talent in zijn nadeel. De cartoonachtige zwelling om zijn ogen was al flink afgenomen, en de verkleuringen op zijn wangen boven zijn baard werden al minder.
Het ergste was zijn neus. Die leek in de verste verte niet op die van Jesem, en Maslick had hem moeten breken om dat te verbergen. Helaas had de vrouw Rapps wonden erg goed verzorgd en ook zijn neus goed rechtgezet. Over een paar dagen zou iedereen die Jesem kende zijn vermomming doorzien.
Rapp had niet veel ervaring met het verwonden van zichzelf, en hij keek om zich heen in de badkamer of er iets was wat hij kon gebruiken. De wc-bril leek in eerste instantie een goed idee, maar die was te licht en te breekbaar. Ook de wasbak trok zijn aandacht even, maar de muur boog eroverheen, zodat hij te weinig ruimte had om een echt harde klap uit te delen. En dan zou hij nog een reden moeten bedenken waarom zijn verwondingen erger waren geworden in plaats van te genezen.
Even later trapte de oplossing van zijn problemen de badkamerdeur open. Rapp dook in een reflex omlaag en de lamp op batterijen suisde over zijn hoofd en knalde tegen een leeg handdoekenrek. De jonge vrouw rende weg om een ander wapen te halen, en Rapp begon te beseffen hoe geweldig deze kans was.
Toen ze weer uithaalde, blokkeerde hij de klap maar half, zodat de onderkant van de andere lamp pijnlijk tegen de rechterkant van zijn gezicht vloog. Het was niet zo’n adembenemende klap als die van Maslicks vuisten, maar het was een stap in de goede richting.
Rapp glipte langs haar heen de woonkamer in om zichzelf wat ruimte te geven. Ze aarzelde niet, maar kwam hem achterna en haalde weer fel naar hem uit. De haat en woede veranderden haar knappe gezicht in iets wat zelfs Stan Hurley – een man die beter was dan wie ook wat betreft haat en woede – nog bang zou maken.
In plaats van weg te duiken liep Rapp juist naar haar toe. De lamp raakte hem tegen zijn linkeroog, waardoor hij een paar stappen achteruit wankelde. Hij knipperde een paar keer om te controleren of hij nog met dat oog kon zien, en meteen kwam ze, met een oorverdovende schreeuw, weer op hem af. Nu zou de genadeklap komen, en hij moest toegeven dat hij zich er niet op verheugde. Een stoot adrenaline gierde door zijn lichaam toen hij zich omdraaide en hij de lamp zijn gebroken neus liet raken.
‘Fuck!’ riep hij terwijl hij achteruit strompelde en het bloed in zijn baard begon te stromen.
Ze maakte gebruik van de gelegenheid en dacht ongetwijfeld dat ze aan het winnen was. Deze keer ving hij de lamp echter op en trok hij haar benen onder haar uit. Ze landde plat op haar rug op de betonnen vloer en hapte even naar adem.
Rapp gooide de lamp in een hoek en liep terug naar de badkamer om zijn gezicht te bekijken. Niemand zou meer zien dat zijn neus niet hetzelfde was als die van Jesem. Het was al moeilijk om dat geval midden in zijn gezicht te herkennen als neus. Als hij lang genoeg kon overleven om terug te komen in de VS, zou Irene Kennedy een flinke cheque moeten uitschrijven aan de plastisch chirurgen van de CIA.
Hij propte wat wc-papier in zijn neusgaten om het bloed tegen te houden en liep terug naar de kamer. De vrouw was op haar knieën gaan zitten en keek naar hem op. Haar aanval had haar brandende haat duidelijk niet kunnen temperen.
‘Spreek je Engels?’ vroeg hij, hoewel hij zijn moedertaal eigenlijk liever geheim had gehouden.
‘Als je me ook maar met één vinger aanraakt, maak ik je af.’
Ze sprak Engels, en goed ook.
‘Zullen we een staakt-het-vuren afkondigen? Het eten is vast al klaar.’
Hij liep naar de keuken en kwam terug met de Mexicaanse kipschotel. Ze stond op maar leek niet te weten wat ze moest doen. Ze vroeg zich vast af waarom ze niet was verkracht toen hij haar op het bed had gegooid.
‘Er zit een verdovend middel in,’ zei ze wantrouwend.
Hij stak een hap in zijn mond en hield de zak toen in haar richting. Aarzelend stapte ze vooruit en toen graaide ze hem uit zijn hand. Rapp keek zwijgend toe terwijl ze het eten naar binnen schrokte alsof ze al een week niet had gegeten – wat waarschijnlijk ook zo was.
‘Hoe heet je?’ vroeg hij.
‘Ik hoef je niets te vertellen,’ zei ze terwijl ze probeerde het laatste stukje kip onder uit de zak te krijgen.
‘Misschien moet je nog eens nadenken over de situatie waarin je je hier bevindt.’
‘Als je in de buurt komt, vermoord ik je.’
‘Dat zei je net ook al. Weet je wat? Ik zag ook nog een pakje Aziatisch rundvlees. Als je een paar eenvoudige vragen beantwoordt, maak ik dat ook voor je klaar. Vertel: hoe heet je?’
Ze deed een paar stappen achteruit. ‘Laleh.’
‘Kom je uit deze buurt, Laleh?’
‘Ja.’
‘Waar zijn we?’
‘Ik begrijp je vraag niet.’
‘In welke stad? In welk land?’
Ze kneep haar ogen halfdicht omdat ze dacht dat het de een of andere truc was. ‘Al-Shirqat, Irak.’
Rapp knikte zwijgend. Midden in het noorden van Irak. Midden in het territorium van ISIS.