Hoofdstuk 37
Al-Shirqat
Irak
Rapp probeerde op een comfortabelere manier op de versleten matras te gaan liggen, maar moest uiteindelijk toegeven dat er geen hoop was. Met de brandwonden op zijn rug en alle schade die Maslick had toegebracht, kon hij waarschijnlijk nog het beste staand slapen.
Niet dat de pijn het enige was wat hem wakker hield. Het was ook de gedachte aan wat er in Pakistan was gebeurd en hoe hij daar had gefaald. De splijtstof was gestolen doordat hij zich had laten afleiden en zich naar Zuid-Afrika had laten lokken. De vraag was nu wat hij eraan moest doen.
Hij had niet veel mogelijkheden. Hij zou alleen een kans hebben als hij de Iraakse generaal wist over te halen hem weer een plek in het team te geven. Helaas was dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Rapp zou zijn lichamelijke capaciteiten moeten bewijzen met getuigen erbij, en de enige manier waarop hij dat dacht te kunnen doen was de grootste, gemeenste klootzak van de stad opzoeken en met hem vechten.
Maar nee, bedacht Rapp. Dat was een belachelijk plan. Voor zover hij wist, kon Eric Jesem nog geen deuk in een pakje boter slaan. Als hij won, verraadde hij zichzelf, en zou hij de hoofdrol spelen in de volgende executievideo van ISIS. Een groot risico zonder kans op een beloning.
Zijn tweede optie was een manier vinden om contact op te nemen met Kennedy. Misschien had zij wel informatie die hem kon helpen. Misschien kon hij gewoon een enorm bombardement aanvragen waarin de hele stad werd platgegooid. De problemen met dat plan waren echter nog groter. Nu de VS alle verbindingen blokkeerde, was er geen enkele manier om contact te maken met de buitenwereld, en hij had geen idee of de splijtstof ook maar in de buurt van Al-Shirqat was.
In de andere kamer mompelde Laleh zacht in haar slaap. Hij had haar met een wollen deken en een volle maag op de vloer bij de keuken achtergelaten. Ze had een paar vragen beantwoord, maar bleek een meesteres in nukkige, eenwoordige antwoorden.
Haar vertrouwen winnen zou misschien nog moelijker blijken dan de splijtstof vinden. Het feit dat ze ISIS haatte, wilde niet per se zeggen dat ze aan de kant van Uncle Sam stond. Het was best mogelijk dat ze de VS nog meer verachtte dan de mannen die haar eigen wereld verwoestten. Dat had hij al zo vaak meegemaakt.
Er klonk een bijna onhoorbare klik in de woonkamer, en Rapps hoofd kwam met een ruk van Jesems vuile kussen omhoog. De gelijkmatige ademhaling van het meisje ging onverstoord verder, net hard genoeg om boven het huilen van de wind uit te komen. Hij wilde net weer gaan liggen toen hij het oude hout hoorde kraken.
Rapp rolde het bed uit en sloop zachtjes naar de deurloze deuropening van de slaapkamer. Een streepje maanlicht viel op de oude handdoek die voor het raam hing, waardoor hij het silhouet van Laleh net op de grond kon zien liggen, maar niet veel meer.
Nu klonk er een onmiskenbaar geluid – het schrapen van de voordeur over de ongelijke vloer. Hij liep snel door de kamer, waarbij hij bij de muren bleef, waar de vloer het meest ondersteund werd, en stopte naast de enige ingang van het appartement.
De deur bewoog langzaam naar binnen en stopte toen de opening zo breed was dat er iemand door naar binnen kon komen. Rapp bleef bewegingloos staan toen er een man met een AK-47 binnenkwam. Even later verscheen er een tweede man, die de deur voorzichtig achter zich dichtdeed. Nu ze binnen waren, verwachtte Rapp dat ze zich zouden verspreiden – één naar de slaapkamer en de ander naar de keuken en de badkamer. Maar dat gebeurde niet.
Hij keek even verward naar de twee mannen die daar, een beetje in elkaar gedoken, als versteend bleven staan. Na een paar seconden begreep hij ineens wat ze deden. Ze hadden te veel licht gebruikt terwijl ze de trap op liepen, en wachtten nu tot hun ogen aan het donker waren gewend.
Rapp dacht diep na over de voor de hand liggende vraag: waarom sluipt een stel amateurs om drie uur ’s morgens Eric Jesems woonkamer in?
Hij deed een stap naar voren en stompte met zijn vuist tegen de achterkant van het hoofd van de achterste man, die als een zak aardappels op de grond viel. De andere draaide zich om naar het geluid, maar Rapp rukte het geweer uit zijn handen en wilde de kolf van het wapen tegen zijn hoofd rammen. Er hoefde er maar één te overleven om te ondervragen. Als ze allebei bleven leven, had hij twee keer zoveel kans op problemen.
‘Nee!’ Met een schreeuw wierp Laleh zich voor de man. Rapp kon nog maar net voorkomen dat hij haar achterhoofd verbrijzelde, en trok het wapen opzij.
Hij draaide het om en schoof een vinger op de trekker voordat hij de olielamp aanstak. ‘Ken je hen?’
Toen ze geen antwoord gaf, zette hij de kolf van het wapen tegen zijn schouder en richtte hij op het hoofd van de man achter haar.
‘Stop!’ riep Laleh meteen. ‘Dit zijn mijn broers!’
Ze liep naar de bewusteloze man, rolde hem op zijn rug en legde zijn hoofd op haar schoot. Rapp hield het geweer op de andere gericht.
‘Wat doen ze hier?’
De man in zijn vizier antwoordde in het Arabisch: ‘We komen onze zus redden en een goddeloos zwijn van ISIS vermoorden.’
‘Wat zei hij?’ vroeg Rapp omdat hij wilde verbergen welke talen hij sprak.
‘Dat ze je niets zullen doen en alleen mij terug naar huis willen brengen.’
Nou had Rapp in zijn leven veel leugens gehoord, maar dit was wel de minst geloofwaardige ooit. De haat had duidelijk in de stem van deze man doorgeklonken, en nu stond hij heen en weer te wiegen, blijkbaar twijfelend of hij moest riskeren met een mitrailleur te worden doodgeschoten in een poging zijn handen om Rapps nek te krijgen.
‘Zijn ze een deel van het verzet tegen ISIS?’
‘Welk verzet?’ vroeg ze. ‘Het zijn vrome moslims die uitzien naar het kalifaat. Ze beschermen alleen de eer van onze familie.’
Rapp verzette de kolf tegen zijn schouder een stukje en nam het midden van het gezicht van de man in het vizier. ‘Ik tel tot drie, Laleh. Of je vertelt me de waarheid, of je bent de rest van de avond bezig de hersenen van je broer van de muur te pulken.’
‘Alsjeblieft!’ riep ze met paniek in haar stem. ‘Ze hebben gevochten toen ISIS hier kwam, maar nu doen ze niets. Ze hebben zich verstopt. We hebben verloren. Jullie hebben ons alles afgepakt.’
Rapp liet het wapen op zijn heup zakken, maar hield het op de man gericht. ‘Of je broers eraan meewerken of niet: is er een actief verzet?’
‘Nee, niet meer.’
‘Vertel dat beest niets,’ zei de man in het Arabisch. Ze antwoordde in dezelfde taal: ‘Ik vertel hem niets wat hij niet met eigen ogen kan zien, Mohammed. Jij bent geen dreiging voor hem en zijn leger.’
Ze ging verder in het Engels: ‘Mijn broers en de andere mannen praten, maar meer doen ze niet. Ze praten alleen maar.’
Dat was waarschijnlijk wel waar. Alle wereldleiders samen wisten niet eens hoe ze ISIS moesten bestrijden. Een klein groepje ongetrainde mannen in een kelder zou niet meer kunnen bereiken dan zelf gedood worden. Met de juiste missie en de juiste leiders kon een kleine, onervaren groep misschien het verschil maken.
‘Ik ben een Amerikaanse agent die nucleair materiaal moet opsporen dat uit Pakistan is gestolen,’ vertelde Rapp nadat hij had besloten dat hij geen tijd moest verspillen met voorzichtigheid. ‘Ik denk dat ISIS het materiaal wil gebruiken voor een aanslag, en dat die aanslag wordt geleid vanuit Al-Shirqat.’
De man tegenover hem begreep duidelijk wat hij had gezegd en keek Laleh aan. Ze schudde langzaam haar hoofd en sprak in het Arabisch. ‘Ik weet het niet, Mohammed. Hij heeft me gered toen ze me wilden verbranden. En ik kan eerlijk zeggen dat hij me met geen vinger heeft aangeraakt.’
‘Hij liegt,’ antwoordde haar broer. ‘We kennen Eric Jesem allemaal. We weten wat hij heeft gedaan. Hij is geen Amerikaanse agent. Zelfs de CIA heeft grenzen.’
‘Mijn broer gelooft niet dat je een Amerikaanse agent bent,’ zei ze.
‘Je bedoelt dat hij niet gelooft dat Eric Jesem een Amerikaanse agent is.’
‘Dat begrijp ik niet.’
‘Wat weet je over hem? Over Jesem.’
Deze keer antwoordde haar broer. Zijn Engels was niet zo goed als dat van Laleh, maar het was gemakkelijk te begrijpen.
‘We weten dat hij vrouwen en kinderen afslacht,’ zei hij terwijl zijn blik heen en weer door de ruimte schoot.
Rapp zou geglimlacht hebben als zijn lippen niet zoveel pijn deden. Hoewel hij geen kans had om bij hem te komen, leek de man nog steeds te zoeken naar een kans om aan te vallen. Niet goedgetraind, maar wel gemotiveerd. Dat was beter dan niets.
‘Ik heb een van mijn mannen Eric Jesems nek laten breken en toen hebben we zijn lichaam door een afvalbuis gesmeten.’
Lalehs wenkbrauwen schoten omhoog, maar toen begon ze het te begrijpen.
‘Hij vroeg me welke stad dit is,’ zei ze in het Arabisch. ‘En de lamp! Hij liet me hem keer op keer in zijn gezicht slaan voordat hij hem afpakte. Hij wilde juist dat ik dat deed! Hij wilde dat ik zijn gezicht zou beschadigen!’
Haar broer schudde echter zijn hoofd. ‘Nee. Hij is slim. We kennen hem. Hij komt uit een rijke familie in de Verenigde Staten. Hij heeft gestudeerd. Toen is hij hiernaartoe gekomen om mensen te vermoorden die niets met hem te maken hebben. Geloof hem niet, Laleh. Hij is de duivel.’
‘Sprak Eric Jesem jullie taal?’ vroeg Rapp in vloeiend Arabisch.
Ze staarden zwijgend naar hem.
‘Zoals je zegt was hij een tweeëndertigjarige Amerikaan die is opgegroeid in Colorado, die heeft gestudeerd en toen als makelaar in het bedrijf van zijn vader is gaan werken.’ Rapp trok zijn T-shirt omhoog, waardoor niet alleen de blauwe plekken die Maslick had toegebracht te zien waren, maar ook de wonden die hij in de jaren strijd had opgelopen: rimpelige kogelwonden, gekartelde snijwonden en de keurige lijntjes van de scalpel van de chirurg. ‘Zien mensen als Jesem er zo uit?’
Ze waren te verbaasd om antwoord te geven.
‘Hoe heet de generaal die me naar het plein bracht?’
Laleh kon eindelijk weer woorden over haar lippen krijgen. ‘Mustafa. Ali Mustafa.’
Die naam kwam Rapp vaag bekend voor. Het was niet iemand uit de hoogste kringen van Saddam Hoessein, maar wel hooggeplaatst in zijn leger. Artillerie, als hij de juiste man in gedachten had.
‘Weten jullie iets over een operatie die Mustafa vanuit deze stad leidt? Iets groots?’
‘Er gaan geruchten,’ zei Mohammed uiteindelijk. ‘Geen details, maar we weten dat het iets te maken heeft met een gebouw buiten de stad. Mustafa heeft daar mensen naartoe gestuurd om te trainen. Eric Jesem was een van die mannen.’
‘Hoeveel mannen waren er in totaal?’
‘Vijftien, misschien twintig.’
Dat leek wel het juiste aantal. Zes wapens, die elk door een team van twee mannen werden gehanteerd, zodat ze niet verdacht leken. En wat reservepersonen voor het geval dat er problemen waren.
‘Kunnen jullie ergens contact maken met de buitenwereld?’
‘Nee. De vaste lijnen zijn vernietigd en de Amerikanen blokkeren de mobiele communicatie.’
Rapp knikte. ‘Kun je me naar dat trainingskamp brengen?’
‘Ja. Het is niet ver. Maar waarom?’
Rapp gaf de man zijn wapen terug. ‘Om zo veel mogelijk mensen te vermoorden.’