Hoofdstuk 21
Boven Zuidwest-Virginia, VS
‘We zetten de landing in,’ zei Rapp in zijn koptelefoon. ‘Wil je de landingsbaan verlichten?’
Geen reactie. Ze naderden tussen twee beboste bergen in. Het silhouet ervan was nauwelijks zichtbaar in de gloed van de maan. De kolonel, wiens naam Rapp nog altijd niet kende, had een van de Gulfstream III’s van de luchtmacht weten op te duikelen, maar piloten waren vreemd genoeg niet voorradig geweest. En zo kwam het dat Rapp en zijn roestige vliegvaardigheden het zelf moesten doen.
‘Ik herhaal. We zetten…’
‘Ik kan de verdomde schakelaar niet vinden,’ onderbrak een bekende stem hem. ‘Wacht even, ik denk dat hij achter deze struik zit. Ja! Hebbes!’
Twee rijen lampen verschenen in het noorden; ze gaven de omtrekken aan van een landingsbaan die sinds de Koude Oorlog waarschijnlijk niet vaker dan tien keer was gebruikt. De piloot paste zijn koers aan en daalde verder.
‘Wat een genie,’ zei Rapp in de microfoon die voor zijn mond hing.
‘Wat? Ben ik nu ineens elektricien?’
‘We staan over twee minuten op de grond. Raak tot dat moment niets anders aan. Ik hang deze machine niet graag in de bomen.’
‘No problemo, man.’
Rapp keek achterom naar de cabine. De luxestoelen die hij gewend was in de G550 van de CIA ontbraken. Er stonden alleen een paar eenvoudige banken die aan de scheidingswand aan de achterkant waren bevestigd. Joe Maslick had wat dekens en kussens naast de kernkop opgestapeld en was diep in slaap. Zijn hoofd leunde tegen de neuskegel.
‘Mas! Wakker worden. We landen.’
De voormalige Delta-man schrok wakker.
‘Zit dat ding goed vast? We willen niet dat het begint te rollen als we de grond raken.’
‘Geen probleem,’ gromde Mas. ‘Maar er zijn leukere dingen om naast wakker te worden.’
Rapp keek weer voor zich uit naar de lichten rond de landingsbaan. Maslicks opmerking deed hem vreemd genoeg denken aan Claudia Gould. Hij probeerde de gedachte van zich af te zetten door tegen zichzelf te zeggen dat een relatie tussen hen nooit iets zou kunnen worden, maar haar beeltenis had hij niet zo snel uit zijn hoofd.
Zijn relaties waren altijd een kwestie van uitersten geweest. Misschien bood Claudia de juiste balans. Maar was het de pijn waard, die onvermijdelijk zou volgen? De verantwoordelijkheid? De verplichtingen? En meer dan dat, was het eerlijk? Anna was dood. Hurley was dood. Scott was waarschijnlijk stervende. Met de mensen die het dichtst bij hem stonden ging het niet goed en Claudia was niet alleen verantwoordelijk voor zichzelf. Ze had een dochter die haar nodig had.
De wielen raakten de grond en links van de landingsbaan werd een zaklantaarn aangestoken. Rapp wees die aan de piloot aan en verruilde toen zijn koptelefoon voor een telefoon. Hij liep naar achteren, de cabine in. De privélijn van Irene Kennedy ging vijf keer over voor ze opnam. Als dit gebeurde, betekende dat dat ze bezig was aan de drie uur slaap waar ze maximaal aan toe kwam.
‘Zijn jullie geland?’
‘Net,’ zei hij. Hij hielp Maslick de kernkop los te maken. ‘Weet je al iets over Scott?’
Rapp verwachtte de lange stilte die altijd voorafging aan het nieuws over de dood van een vriend, maar het was iets minder erg.
‘De kuit was vooral schade aan het zachte weefsel en het schot dat hem in de schouder raakte heeft zijn sleutelbeen verbrijzeld, maar dat kan met een paar metalen platen gemakkelijk worden gerepareerd. De ontwrichting was ernstiger dan de schotwond. De verwonding aan zijn hoofd bleek ernstiger dan we in eerste instantie dachten. Behalve een hersenschudding had hij wat haarscheurtjes in zijn schedel.’
‘En het mes?’
‘Hij komt net uit een operatie die vier uur heeft geduurd en ze denken dat ze de schade hebben kunnen herstellen…’ Haar stem stierf weg.
‘Maar?’
‘Maar het bloedverlies en de oververhitting waren heel ernstig. De dokters hebben hem in coma gebracht en ze verwachten dat hij niet meer bij bewustzijn komt. Als dat wel zo is, weten ze niet of hij hersenschade heeft.’
Rapp greep de neuskegel van de kernkop vast en begon hem naar de uitgang te slepen. ‘Waar is hij nu?’
‘Onderweg naar Bethesda in de C-17 waarin jij hem hebt geëvacueerd. Ik besef dat je dit al wel weet, maar ik zeg het je toch. We schakelen de beste mensen in. Alles wat gedaan kan worden, zal worden gedaan.’
‘Zijn moeder leeft nog,’ zei Rapp. ‘Zij is de enige familie die hij heeft. Heb je haar op de hoogte gebracht?’
‘Nee. Zij verkeert in het beginstadium van dementie en ik dacht dat we beter konden wachten tot we meer weten. In ieder geval tot hij in een Amerikaans ziekenhuisbed ligt.’
‘Of in een Amerikaans graf.’
‘Ik geloof niet dat het zin heeft om daar nu aan te denken.’
‘En weet je al iets over die vent die dit gedaan heeft?’
‘We hebben een paar onscherpe beelden van een mobiele telefoon. Hij had verwondingen in zijn gezicht die zijn gelaatstrekken onduidelijk maakten, maar onze mensen konden de beelden schoonmaken en er een paar duidelijke stills uit halen. Die zijn naar inlichtingendiensten over de hele wereld verstuurd, maar tot nog toe heeft dat geen resultaat opgeleverd.’
Rapp sprong uit het vliegtuig en liep weg. Het was in de loop van de avond koel geworden, maar het vocht hing nog in de lucht. Hij stak de landingsbaan over terwijl de lampen uitgingen en liep het vochtige struikgewas aan de rand ervan in. Er stond geen wind. Het enige geluid was dat van een motor die een paar honderd meter meer naar het westen werd gestart.
‘Zeg tegen je mensen dat ze hem moeten vinden, Irene. Niet morgen, niet volgende week. Nu.’
‘Ik begrijp je gevoelens, Mitch. Geloof me, ik begrijp je echt. Maar we doen ons uiterste best.’ Ze zweeg even. ‘Ondertussen heb ik je weer nodig in Pakistan. Na wat er is gebeurd heeft het Pakistaanse leger de procedures voor het verplaatsen van het arsenaal verscherpt, maar het gevaar bestaat dat dit niet de enige kernkop was waarop werd geaasd. Sterker nog, het probleem kan zelfs groter worden nu het leger zich terugtrekt.’
‘Je bedoelt dat terroristische groeperingen nog hun slag proberen te slaan voordat de deur dichtgaat,’ zei Rapp.
‘Precies.’
‘Ik vlieg zo snel mogelijk terug.’
‘Bedankt. Als zowel jij als Scott er niet bent, staat onze operatie daar op het punt uiteen te vallen. En bovendien moeten we hun wapen terugbrengen. De politieke druk begint erg zwaar te worden en we zien een activiteit bij het leger die we niet graag zien. Dit zou het eerste teken kunnen zijn van een staatsgreep door generaal Shirani.’
Rapp zuchtte diep. Pakistan onder Shirani zou een ramp zijn. De huidige president was een nietsnut, maar hij was tenminste een burger die op het Westen was gericht. Shirani was een fundamentalistische dictator in spe met een onstilbare honger naar macht en een diepe haat jegens de Verenigde Staten.
‘We zullen ons werk snel doen,’ zei hij, toen een oude vrachtwagen naast het vliegtuig stopte. ‘Ik bel je zodra we iets interessants vinden.’
Rapp verbrak de verbinding en liep terug naar de landingsbaan om de man die uit de vrachtwagen stapte te begroeten. Craig Bailer was een halve kop groter dan Rapp, met gespierde, met tatoeages overdekte armen die staken uit een T-shirt dat reclame maakte voor Pabst Blue Ribbon. Over zijn magere gezicht lag de schaduw van een baard van drie dagen en hij droeg een baseballpet die ook al de lof zong van PBR.
‘Hoe is het, Mitch? Lang geleden.’
Je zou het aan zijn uiterlijk niet zeggen, maar Bailer had drie studies afgerond – één in kernfysica en twee in onderwerpen die Rapp niet kon uitspreken. Kennedy had de hand op hem weten te leggen nadat hij onverwacht bij Lockheed Martin was weggelopen, maar hij haatte Langley, haatte zijn werk en haatte het om in een kantoor opgesloten te zitten. Tegen het eind van zijn tijd op het hoofdkantoor had Bailer vooral aan het wagenpark gewerkt. Hij was het geweest die Rapps Dodge had uitgerust met volle bewapening, runflat-banden en kogelvrij glas, om maar een paar dingen te noemen. De mensen in het vak waren ervan overtuigd dat hij de best opgeleide en bestbetaalde mecanicien was die ooit had bestaan.
Toen hij uiteindelijk toch ontslag nam, was Kennedy in paniek geraakt. Het was Rapps idee geweest om hem naar een verlaten raketbasis uit de tijd van de Koude Oorlog, in een uithoek van Virginia, te sturen. Als Bailer niet naar de berg kwam, dan moesten ze de berg maar naar hem brengen.
Ondanks de enorme financiële investering bracht Bailer echter minder tijd door in de fabriek dan in de plaatselijke kroeg. De Agency schakelde hem alleen in als er een klus was waar niemand anders raad mee wist. En dat was precies zoals deze zonderling het prettig vond. Hij bezat dertig kilometer verderop een officiële werkplaats waar hij onderdelen maakte voor spionagesatellieten en oldtimers.
‘Goed je te zien,’ zei Rapp en hij stak zijn hand uit. ‘Sorry dat we ons zo kort van tevoren bij je meldden.’
Achter hem had Joe Maslick de kernkop op de laadklep van het vliegtuig liggen. ‘Waar moet hij in?’
‘Hierin,’ zei Bailer en hij sloeg met zijn hand op de zijkant van zijn vrachtwagen. Hij sprong erin en reed achteruit naar het vliegtuig, waarna hij uitstapte om een koelbox en wat spades in de laadbak opzij te schuiven om plaats te maken.
‘Rol hem er maar in,’ zei Bailer.
‘Dan valt hij een meter omlaag.’
‘Het is geen fles nitroglycerine, Mas. Heb je enig idee hoeveel ingewikkelde reacties er nodig zijn om die jongens te laten afgaan?’
‘Nee.’
Bailer grijnsde. ‘Ik ook niet. Maar ik denk dat het er meer dan twee zijn.’
Rapp knikte even en Maslick rolde het wapen het vliegtuig uit. Het raakte de bodem van de laadbak met een oorverdovende klap. De auto zakte bijna door zijn assen.
‘Spring achterin, Mas. Er is voorin niet genoeg ruimte voor drie.’
Maslick sprong in de laadbak. Zijn gewicht van honderd kilo drukte het chassis nog verder naar beneden. ‘Wat zit er in die koelbox?’
‘Zou ik jou ooit teleurstellen?’ zei Bailer en hij ging achter het stuur zitten. Rapp opende de deur aan de passagierskant en pakte een staaf dynamiet die op de stoel lag. Bailer nam hem van hem aan en gooide hem achterin. ‘Ik ben afgelopen weekend wat wezen vissen. Hoe is het met de Charger?’
‘Het geluid van de stereo is afschuwelijk,’ zei Rapp toen ze de landingsbaan op reden.
‘Ja, ik moest de hoofdspeakers eruit halen om ruimte te maken voor de Kevlar. Ze hebben nu dunner materiaal en ik ken een prima geluidsman. Breng hem maar eens langs.’
Maslick sloeg op de cabine met een blikje bier en Bailer stak zijn hand door het open raam om het aan te pakken. ‘Jij ook, Mitch?’
‘Nee.’
Hij trok het blikje open en nam een flinke slok terwijl de auto over een hobbelig veld reed. De kernkop bonkte tegen de zijkanten van de laadbak en maakte een geweldig kabaal, maar Rapp maakte zich er geen zorgen over. Als Craig Bailer zei dat het niet uitmaakte, dan was dat ook zo.
Ze kwamen slippend tot stilstand op een onopvallend gedeelte van het veld en Bailer wees naar de klep boven de passagiersstoel. ‘Kun jij op de knop drukken van de garagedeur, Mitch?’
Dat deed hij en even later gingen ze naar beneden op een enorm liftplatform dat vroeger werd gebruikt om intercontinentale ballistische raketten te verplaatsen.
‘Zijn jullie op zoek naar iets speciaals? Of willen jullie alleen weten of de Pakistanen het ding kunnen laten afgaan zonder zichzelf op te blazen?’
‘Irene wil een overzicht van de technologie en de kracht ervan,’ zei Rapp.
‘En jij?’
‘Iemand wilde hem stelen. Ik wil weten wie.’
‘Geen probleem. Ik zal een paar van de forensische jongens met wie ik werk erbij halen. Nog iets anders?’
‘Nee,’ zei Rapp. Hij keek naar de grijze betonnen muren die langzaam voorbijgleden.
‘Gaat het, jongen?’
‘Ja.’
‘Echt? Want het is een mooie avond en we hebben een koeler vol bier en een gestolen A-bom. Beter dan dat wordt het niet.’