Hoofdstuk 4

Claudia herhaalde haar nieuwe naam zachtjes voor zich uit en probeerde hem te memoriseren. Ze sprak zo zacht dat haar stem niet boven het geluid van de wind uit kwam die door de open ramen van de auto naar binnen waaide.

‘Dufort, Dufort, Dufort…’

Niet dat dit haar eerste alias was – ze had genoeg gelegenheid gehad om ze te gebruiken in de jaren dat ze de logistiek regelde voor de beroepsmoordenaar met wie ze getrouwd was. Dit voelde alleen heel anders. Die andere aliassen waren gewoon een stapel ID- en creditcards die ze een paar dagen gebruikte en dan zorgvuldig werden vernietigd. Claudia Dufort was geen handige fantasienaam die ze moest gebruiken terwijl Louis een opdracht uitvoerde. Het was wie ze van nu af aan zou zijn. Claudia Gould was voor altijd verdwenen.

Ze sprak iets luider, nadat ze een blik op haar dochter had geworpen, die naast haar zat om er zeker van te zijn dat ze haar niet zou wekken. Of misschien zou ze dat juist wel moeten doen. Anna sliep de laatste tijd te veel. Ze was zeven jaar oud en worstelde met de betekenis van haar vaders dood. Het blijvende karakter ervan.

Daar kwamen het nieuwe huis, de nieuwe school en de nieuwe vriendinnetjes nog bij. Natuurlijk, ze was nog jong en zou zich aanpassen. Claudia had zelfs gemerkt dat Anna’s Franse accent al enkele Zuid-Afrikaanse nuances begon te krijgen.

Dus of ze nu wel of niet te veel sliep, met Anna zou het uiteindelijk wel goed komen. Maar haar moeder? Zou zij zich ook zo gemakkelijk in haar nieuwe leven schikken?

Op dit moment was dat een open vraag. De afgelopen paar maanden had Claudia zich volledig kunnen focussen op haar nieuwe identiteit, land en levensstijl. Maar nu alles een beetje tot rust kwam, had ze te veel tijd omhanden.

Ze had meer geld dan ze in twee levens zou kunnen uitgeven, dus een baan was niet nodig. Wat zou ze doen met haar leven? Ze had tijd nodig om met Anna door te brengen en ze had een reeks avonturen voor hen gepland, met van alles wat, van klassieke concerten tot sandboarden in de duinen van Namibië. Het zou alleen niet genoeg zijn. Na jaren te hebben samengewerkt met een van de meest succesvolle huurmoordenaren in de wereld leek koekjes bakken en het regelen van speelafspraken een te grote overgang.

Ze had iets nodig wat haar uitdaagde, maar niet helemaal opslokte. Iets opwindends, maar zonder dat ze bloed aan haar handen kreeg. Misschien zelfs iets waarmee ze haar handen een beetje schoon kon wassen. Met de armoede die in Afrika heerste was het misschien een goed idee om voor een van de vele ngo’s in de regio te gaan werken. Ze zouden haar talenten goed kunnen gebruiken en haar geld zou de deur van elke organisatie die ze benaderde voor haar openen. Misschien kon ze Anna er zelfs in betrekken. Als een herinnering aan het feit dat niet alle kleine meisjes in historische huizen woonden, omringd door wijngaarden.

Claudia remde toen ze achterlichten voor zich zag opgloeien in de heiige lucht. Toen ze naderbij kwam, zag ze de achterkant van een van de vrachtwagens die de plaatselijke wijnboeren bevoorraadden. Het was onmogelijk om hem in te halen op de bochtige landweg. De reusachtige gepantserde SUV die Mitch in haar garage had achtergelaten was daar veel te groot voor.

Hij was paranoïde, net als iedereen in zijn business. Maar toch, al betwijfelde ze of een van de vijanden van haar man de moeite zou nemen om haar te volgen, auto-overvallen kwamen wel veel voor in Zuid-Afrika. Nieuwsberichten en waarschuwingen van de plaatselijke bevolking hadden haar van het idee afgebracht om de tank in te ruilen voor een van de Audi-achtige auto’s waar ze zo graag in reed.

Claudia reed tot op vijf meter afstand van de vrachtwagen en hield die afstand aan. De afslag naar haar huis was niet ver en er was geen enkele reden om haast te maken. Geen operaties die gevolgd moesten worden. Geen geld dat moest worden witgewassen of bankrekeningen die moesten worden weggemaakt. En er wachtte niemand op haar, behalve twee waakhonden, die nog wat aan haar moesten wennen, maar dol waren op Anna. Nog een cadeautje van Mitch.

Voor haar vloog plotseling een van de achterdeuren van de vrachtwagen open. Claudia zette haar voet hard op het rempedaal en gooide instinctief haar arm opzij om haar dochter te beschermen.

‘Mama?’ zei Anna slaperig. ‘Wat gebeurt er?’

‘Niets,’ antwoordde Claudia. Ze liet de afstand tussen haar en de vrachtwagen groter worden. ‘Ga maar weer slapen, lieverd.’

Er leek niets uit de vrachtwagen te vallen, maar zelfs de sterke koplampen van haar SUV konden niet in de laadruimte doordringen. Ze toeterde een paar maal, maar de chauffeur leek niets in de gaten te hebben. Seconden later kwam de laadklep omlaag en sloeg met een klap op de grond.

Nu was Anna klaarwakker.

‘Mama?’ zei ze en ze wreef in haar ogen. ‘Wat is er met die vrachtwagen aan de hand?’

‘Ik weet het niet, lieverd. Ik denk dat de grendel van de deur kapot is.’

De metalen laadklep bleef over de weg schuren en maakte een oorverdovend kabaal. Het begon af te koelen en de chauffeur had zijn raampjes dicht. Hij droeg waarschijnlijk ook een koptelefoon. Dat was algemeen gebruik en een van de redenen waarom de Zuid-Afrikaanse wegen tot de gevaarlijkste ter wereld behoorden.

Het volgende moment overstemde het gebrul van een motor achter hen het schuren van het metaal over de weg. Claudia’s ogen schoten naar haar achteruitkijkspiegel. Er waren geen lichten te zien en ze was in verwarring, tot de bumper van een of ander militair voertuig zo dichtbij was dat hij werd verlicht door haar achterlichten.

Anna gilde toen het voertuig hen ramde en Claudia rukte het stuur naar links in een poging de SUV de wijngaarden langs de weg in te sturen. Er gebeurde niets. Ze wierp een blik in de richting van haar zijspiegel en zag dat een stalen balk die gelijkenis vertoonde met die van een vorklift zich in haar auto had geboord. Ze gaf gas, maar het voertuig achter haar deed hetzelfde, wat voorkwam dat ze los kon komen.

Claudia remde zo hard ze kon en draaide aan het stuur tot het niet verderging, maar ze bleven onverbiddelijk rechtuit gaan. De voorkant van haar SUV dook voorover toen de voorwielen loskwamen van de grond en ze liet het stuur los om haar dochter te pakken, die volkomen in paniek was.

Ze raakten de laadklep en werden in de laadruimte geduwd, tot ze met een klap de achterwand raakten. De airbags vlogen open en drukten Claudia met kracht in haar stoel, waardoor ze even versuft was. Tegen de tijd dat ze erin slaagde weer tot zichzelf te komen en te zien of haar dochter oké was, klonken er voetstappen op de metalen vloer van de laadruimte.

Ze keek achterom en zag een Humvee met een enorme bumper, waaraan niet alleen de vorklift was bevestigd die de achterkant van haar SUV had vastgegrepen, maar ook een aantal punten die haar auto aan de achterkant hadden doorboord. De Humvee had geen deuren, waardoor de twee Arabische mannen die erin zaten er gemakkelijk uit konden springen. Eén liep in haar richting en de ander ging naar de achterkant van de vrachtwagen om de laadklep weer op te halen en de deuren te sluiten.

Er was te weinig ruimte om haar deur te openen, maar als dat wel had gekund had ze het niet gedaan. De pantsering die Mitch in de SUV had laten aanbrengen was het enige wat er tussen hen en de mannen overbleef. Anna probeerde haar vast te grijpen, maar Claudia trok zich los en pakte haar telefoon. Geen signaal. De metalen kooi waarin ze gevangenzaten blokkeerde elke ontvangst.

Het voertuig schudde, en toen ze door het doorzichtige dak omhoogkeek, zag ze een man met een dikke baard en een brede grijns. Direct daarna kwam hij in beweging en liet een moker op de auto neerkomen met een oorverdovende klap die verloren ging in Anna’s doodsbange gil.

Het versterkte glas hield het, maar hoelang? Claudia maakte de veiligheidsriem van haar dochter los en trok haar tegen zich aan. Ze probeerde het snikkende kind te kalmeren terwijl de man doorging met zijn aanval op het glas.

Na ongeveer een minuut ontstond de eerste barst. De man slaakte een vreugdekreet, maar Claudia keek niet omhoog. Haar angst sloeg om in een verlammend schuldgevoel dat dieper ging dan wat ze ooit eerder had gevoeld. Zij had dit lot verdiend met alles wat ze in haar leven had gedaan. Maar Anna niet. Anna was onschuldig.