85
Jurek Walter stopt de loopband en verlaat de ruimte zonder ook maar één keer in hun richting te hebben gekeken. De andere patiënt staat langzaam op.
‘Je voelt je klote van de Zyprexa... en Stemetil, werkt niet bij mij, ik word helemaal rot vanbinnen...’
Saga blijft even staan, haar blik gericht op de tv, ze ziet de kunstrijder vaart maken en hoort de scherpe ijzers over het ijs. Ze voelt de starende ogen van de andere patiënt als hij langzaam dichterbij komt.
‘Ik heet Bernie Larsson,’ zegt hij op intieme toon. ‘Ze denken dat ik niet kan neuken met al die rottige Suprefact in mijn lijf, maar ze hebben geen flauw benul...’
Hij drukt zijn wijsvinger hard in haar gezicht, maar ze blijft met bonzend hart staan.
‘Ze hebben geen flauw benul,’ zegt hij weer. ‘Het zijn zulke achterlijke idioten...’
Hij zwijgt, wankelt opzij en krijgt luidruchtige oprispingen. Saga bedenkt dat ze de microfoon misschien in de plastic palm naast de loopband kan plakken.
‘Hoe heet je?’ fluistert Bernie hijgend.
Ze geeft geen antwoord, staat met neergeslagen ogen naast de tv en beseft dat ze niet veel tijd meer heeft. Bernie verdwijnt achter haar rug en is dan snel terug met zijn hand en knijpt hard in haar tepel. Ze duwt zijn hand weg en voelt woede opborrelen.
‘Sneeuwwitje,’ zegt hij glimlachend, met bezweet gezicht. ‘Wat is er met je? Mag ik aan je hoofd voelen? Het ziet er zo verrekte glad uit. Als een geschoren kut...’
Voor zover ze iets van Jurek Walter heeft gezien, interesseert hij zich voor de loopband in het dagverblijf. Hij heeft er minstens een uur op gelopen en keerde daarna rechtstreeks terug naar zijn kamer.
Saga loopt zonder haast naar de loopband en stapt erop. Bernie volgt haar, bijt op een nagel en krijgt een scherp stuk los. Druppels zweet vallen van zijn gezicht op het vuile zeil.
‘Scheer je je kut? Dat moet wel, hoor.’
Saga heft haar gezicht op en kijkt hem scherp aan. Zijn oogleden zijn zwaar, zijn blik lijkt gedrogeerd, onder de blonde snor gaat het litteken van een hazenlip schuil.
‘Je raakt me nooit meer aan,’ antwoordt ze.
‘Ik kan je doodslaan,’ zegt hij en hij krast met de scherpe nagel in haar hals.
Ze voelt aan de schrijnende wond als een felle stem uit de luidspreker klinkt: ‘Bernie Larsson achteruit.’
Hij probeert haar tussen de benen te grijpen als de deur geopend wordt en een bewaarder met een wapenstok binnenkomt. Bernie doet een paar passen bij Saga vandaan en steekt zijn handen met een berustend gebaar in de lucht.
‘Handen thuis,’ zegt de bewaarder streng.
‘Jezus, oké, weet ik toch.’
Bernie tast vermoeid met zijn hand over de leuning van de bank, gaat zwaar zitten, doet zijn ogen dicht en boert.
Saga stapt van de loopband en richt zich tot de bewaarder.
‘Ik wil een advocaat spreken,’ zegt ze.
‘Jij blijft staan,’ zegt de bewaarder met een korte blik op Saga.
‘Kan je dat doorgeven?’
Zonder te antwoorden loopt de bewaarder naar de deursluis en wordt uit het dagverblijf gelaten. Het leek alsof ze niets had gezegd, alsof haar woorden in de lucht bleven hangen en nooit aankwamen.
Saga draait weg en nadert langzaam de plastic palmboom. Ze gaat er vlakbij op de rand van de loopband zitten en bekijkt een van de onderste bladeren. De onderkant is nauwelijks stoffig en de plakzijde van de microfoon hecht in vier seconden.
Bernie staart naar het plafond, likt zijn lippen en sluit zijn ogen weer. Saga houdt hem in de gaten en laat tegelijkertijd een vinger in haar broekband glijden, pakt de microfoon en verbergt hem in haar hand. Ze wurmt haar ene schoen uit, leunt naar voren om het lipje goed te doen en slaagt er zo in het zicht van de camera te belemmeren. Ze gaat een beetje verzitten, en reikt naar het blad om de microfoon te bevestigen als de bank kraakt.
‘Ik kijk naar je, Sneeuwwitje,’ zegt Bernie met vermoeide stem.
Rustig trekt ze haar hand terug, steekt haar voet in de schoen en ziet dat Bernie haar zit op te nemen terwijl ze de klittenbandsluiting weer dichtdoet.