84
Saga gaat op bed liggen met haar rug naar de camera in het plafond en pulkt behoedzaam het siliconen omhulsel van de fiberoptische microfoon. Met kleine bewegingen verbergt ze hem in haar broekband.
Plotseling zoemt de elektrische deur naar het dagverblijf – en dan klikt het slot. De deur is open. Saga gaat met bonzend hart overeind zitten.
De microfoon moet nu al op een goede plek worden geplaatst. Misschien krijgt ze maar één kans. Het is zaak die niet te missen. Bij een visitatie zal ze worden ontmaskerd.
Ze weet niet hoe het dagverblijf eruitziet, of de andere patiënten er zijn, of er camera’s of bewaarders aanwezig zijn.
Misschien is de kamer alleen maar een val waar Jurek Walter haar opwacht.
Nee, hij kan niet op de hoogte zijn van haar opdracht.
Saga gooit de verpakkingsresten in de wc en trekt door, dan loopt ze naar de deur, trekt hem een stukje open en hoort een ritmisch bonzen, vrolijke stemmen van een tv en een zoevend, suizend geluid.
Ze herinnert zich het advies dat Joona haar gaf en dwingt zichzelf terug te keren naar het bed en te gaan zitten.
Niet te enthousiast, denkt ze. Doe niets als je geen concreet plan, geen echt doel hebt.
Door de kier van de deur hoort ze muziek van de tv, het gezoef van de loopband en de zware voetstappen.
Een man met een scherpe, gestreste stem zegt af en toe iets, maar hij krijgt geen antwoord.
Beide patiënten zijn in het dagverblijf.
Saga weet dat ze naar binnen moet om de microfoon te plaatsen.
Ze staat op, loopt naar de deur, blijft even staan en probeert langzaam te ademen.
De geur van aftershave slaat haar tegemoet.
Ze legt haar hand op de deurkruk, ademt in, opent de deur helemaal, hoort het ritmische bonzen nu duidelijker en zet met gebogen hoofd een paar passen in het dagverblijf. Ze weet niet of ze geobserveerd wordt, maar zo geeft ze hun de gelegenheid aan haar te wennen voordat ze haar ogen opslaat.
Een persoon met een verband om zijn hand zit op de bank voor de tv en een ander loopt met grote passen op de loopband. De man op de loopband staat van haar afgewend, en hoewel ze alleen zijn rug en nek ziet weet ze zeker dat het Jurek Walter is.
Hij loopt met zware stappen en het geluid van het ritmische gebons vult de hele ruimte.
De man op de bank boert en slikt een paar keer, veegt het zweet van zijn wangen en begint gestrest met zijn ene been te stuiteren. Hij is dik, in de veertig, kalend, heeft een blonde snor en een bril.
‘Obrahiim,’ mompelt hij met zijn blik op de tv.
Hij stuitert met zijn been en wijst opeens naar het beeld.
‘Daar is hij,’ zegt hij in het wilde weg. ‘Ik zou hem tot mijn slaaf maken, mijn skeletslaaf. Godallemachtig... moet je die lippen zien... ik zou...’
Hij zwijgt abrupt als Saga dwars door de kamer loopt, in een hoek gaat staan en naar de tv kijkt. Het is een herhaling van het ek kunstrijden in Sheffield. Geluid en beeld zijn slecht vanwege het pantserglas. Ze merkt dat de man op de bank haar zit op te nemen, maar ze kijkt niet terug.
‘Ik zou hem eerst afranselen,’ gaat hij door tegen Saga. ‘Hem echt bang maken, als een hoer... godallemachtig...’
Hij hoest, leunt achterover, sluit zijn ogen alsof hij pijn laat wegtrekken, tast met zijn hand over zijn hals en blijft dan hijgend liggen.
Jurek Walter blijft met grote passen op de loopband lopen. Hij ziet er groter en sterker uit dan ze had verwacht. In een pot naast de loopband staat een kunstpalm en de stoffige bladeren dansen mee met het gebons.
Saga kijkt om zich heen om een plek voor de microfoon te vinden, liefst zo ver mogelijk bij de tv vandaan, zodat het afluisteren niet bemoeilijkt wordt door andere stemmen. Achter de bank zou logisch zijn, maar ze kan zich moeilijk voorstellen dat Jurek Walter vaak tv kijkt.
De man op de bank probeert op te staan, maar moet bijna overgeven van inspanning, hij kromt zijn handen voor zijn mond en slikt meerdere malen, waarna hij zijn blik weer op de tv richt.
‘Begin met de benen,’ zegt hij. ‘Snij alles af, vil hem, spieren, pezen... zijn voeten kunnen blijven zitten zodat hij geruisloos kan lopen...’