18
De zwarte, nat besneeuwde weg wordt onder de auto gezogen en Joona Linna moet moeite doen om de snelheid niet op te voeren terwijl zijn herinnering beelden vormt van wat zo veel jaar geleden is gebeurd.
Mikael Kohler-Frost, denkt hij.
Mikael Kohler-Frost is na al die jaren levend aangetroffen.
Alleen de naam Frost is al genoeg voor Joona om alles te herbeleven.
Hij haalt een witte, vuile auto in en ziet het kind dat met zijn knuffeldier door de ruit naar hem zwaait amper. Hij is meegetrokken in zijn herinneringen en bevindt zich in de gezellig rommelige woonkamer van zijn collega Samuel Mendel.
Samuel leunt over de tafel zodat zijn zwarte, krullende haar over zijn voorhoofd valt en herhaalt Joona’s woorden.
‘Een seriemoordenaar?’
Dertien jaar geleden begon Joona een vooronderzoek dat zijn leven volkomen zou veranderen. Samen met zijn collega Samuel Mendel begon hij onderzoek te doen naar twee personen die in Sollentuna als vermist waren opgegeven.
De eerste zaak betrof een vijfenvijftigjarige vrouw die tijdens een avondwandeling was verdwenen. Haar hond was op een voetpad achter Ica Kvantum gevonden met een losse riem achter zich aan. Slechts twee dagen later verdween de schoonmoeder van de vrouw toen ze het korte stukje tussen haar aanleunwoning en de bingozaal liep.
Het bleek dat de broer van de vrouw vijf jaar geleden was verdwenen in Bangkok. Interpol en het ministerie van Buitenlandse Zaken waren ingeschakeld, maar hij werd nooit gevonden.
Er bestaan geen statistieken van hoeveel mensen er jaarlijks in de hele wereld verdwijnen, maar iedereen weet dat het om gruwelijk veel mensen gaat. In de vs verdwijnen er ongeveer honderdduizend mensen per jaar, in Zweden ongeveer zevenduizend.
De meesten komen boven water, maar er zijn nog steeds beangstigend veel mensen die vermist blijven.
Slechts een klein aantal van de mensen die nooit gevonden worden, is ontvoerd of vermoord.
Joona en Samuel werkten beiden nog maar vrij kort bij de rijksrecherche toen ze belangstelling kregen voor de twee vermiste vrouwen in Sollentuna. Sommige omstandigheden deden namelijk denken aan die van twee mensen die vier jaar eerder waren verdwenen in Örebro.
Toen betrof het een veertigjarige man en zijn zoon. Ze waren onderweg geweest naar een voetbalwedstrijd in Glanshammar, maar daar waren ze nooit aangekomen. De auto werd verlaten aangetroffen op een bosweggetje dat in het geheel niet naar de sportvelden leidde.
Aanvankelijk was het niet meer dan een inval, een spontaan geopperd idee.
Stel dat er een concreet verband tussen de gebeurtenissen bestaat, ondanks afstand in plaats en tijd?
Dan zou het niet onredelijk zijn om aan te nemen dat er meer verdwijningen met deze vier in verband konden worden gebracht.
Het voorbereidende vooronderzoek bestond uit het gebruikelijke rechercheren, werk dat achter het bureau plaatsvindt, achter de computer. Joona en Samuel verzamelden en structureerden de informatie die verband hield met alle vermisten in Zweden die de afgelopen tien jaar niet terecht waren gekomen.
Het idee was om te onderzoeken of de mensen die verdwenen waren iets gemeenschappelijks hadden dat buiten de grenzen van het toeval lag.
Ze legden de verschillende gevallen als doorschijnende blaadjes over elkaar heen – en geleidelijk tekende zich een soort sterrenbeeld af in het wazige systeem van met elkaar verbonden punten.
Het onverwachte patroon dat zichtbaar werd, was dat veel van de vermisten deel uitmaakten van families waar meer dan één persoon spoorloos was verdwenen.
Joona herinnerde zich de stilte die over de kamer neerdaalde toen ze een stap naar achteren deden en het resultaat opnamen. Vijfenveertig verdwenen mensen voldeden aan dat criterium. Veel van hen zouden de komende dagen waarschijnlijk weggestreept kunnen worden, maar vijfenveertig was vijfendertig meer dan kansberekening toeliet.