105
Haar zorgen over wat er in het dagverblijf is gebeurd zijn de volgende ochtend nog groter. Saga heeft geen trek, en zit tot de lunch alleen maar op haar bed.
In gedachten blijft ze de mislukking herkauwen.
In plaats van vertrouwen te scheppen, heeft ze opnieuw een conflict veroorzaakt. Ze heeft een andere patiënt mishandeld en Jurek Walter kreeg de schuld.
Hij moet haar haten en hij zal zeker proberen wraak te nemen voor wat hem is aangedaan.
Ze is niet uitgesproken bang, aangezien het veiligheidsniveau op de afdeling zo hoog is.
Maar ze moet op haar hoede zijn.
Alert, zonder angst te tonen.
Als de deur zoemt en het slot klikt, staat ze op en loopt ze direct het dagverblijf in, zonder gedachten toe te laten. De tv staat al aan en op het scherm zitten drie mensen in een gezellige studio over oranjerieën te praten.
Ze is de eerste en stapt meteen de loopband op.
Haar benen voelen log, haar vingertoppen verdoofd en bij elke stap die ze zet trillen de plastic bladeren van de palm.
Bernie zit te schreeuwen in zijn kamer, maar verstomt vrij snel weer.
Iemand heeft het bloed op de vloer opgedweild.
Plotseling gaat Jureks deur open. Een schaduw kondigt zijn entree aan. Saga dwingt zichzelf niet naar hem te kijken. Met langzame passen loopt hij recht door de kamer naar de loopband toe.
Saga zet het apparaat stil, stapt eraf en doet een pas opzij om hem erlangs te laten. Ze vangt een glimp op van zwarte wonden op zijn lippen en de asgrauwe huid van zijn gezicht. Zwaar stapt hij de loopband op, maar blijft daar stilstaan.
‘Jij hebt de schuld gekregen voor wat ik heb gedaan,’ zegt ze.
‘Denk je dat?’ vraagt hij zonder haar aan te kijken.
Als hij het apparaat aanzet, ziet ze dat zijn handen trillen. Het zoevende en ruisende geluid klinkt weer. Het hele apparaat dreunt bij elke stap die hij zet. Ze voelt de vibraties in de vloer. De palm met de microfoon zwaait en verplaatst zich bij elke bons een stukje dichter naar de loopband.
‘Waarom heb je hem niet afgemaakt?’ vraagt hij met een zijdelingse blik op haar.
‘Omdat ik dat niet wilde,’ antwoordt ze eerlijk.
Ze kijkt in zijn lichte ogen en voelt het bloed door haar lichaam jagen als ze zich scherp bewust wordt van het feit dat ze direct contact met Jurek Walter heeft.
‘Het zou interessant zijn geweest je dat te zien doen,’ zegt hij zacht.
Ze voelt dat hij haar met ongeveinsde nieuwsgierigheid opneemt. Misschien zou ze op de bank moeten gaan zitten, maar ze besluit nog even te blijven staan.
‘Jij bent hier, waarschijnlijk heb je mensen gedood,’ zegt hij.
‘Ja, ik heb gedood,’ antwoordt ze na een tijdje.
‘Dat is onvermijdelijk,’ knikt hij.
‘Ik wil het er niet over hebben,’ mompelt Saga.
‘Het is niet goed of slecht om te doden,’ gaat Jurek rustig verder. ‘Maar de eerste keren is het eigenaardig... alsof je iets eet waarvan je niet dacht dat het eetbaar was.’
Plotseling herinnert Saga zich de keer dat ze een ander mens doodde. Zijn bloed spatte met ritmische schokjes tegen de stam van een berk. Hoewel het niet nodig was, vuurde ze nog een keer en ze zag de kogel door haar vizier nog geen centimeter boven het eerste gat inslaan.
‘Ik deed alleen wat ik moest doen,’ fluistert ze.
‘Net als gisteren.’
‘Ja, maar het was niet de bedoeling dat jij er de dupe van werd.’
Jurek zet de band stil en blijft met zijn blik op haar gericht staan.
‘Ik heb hierop gewacht... vrij lang, moet ik zeggen,’ vertelt hij. ‘Het was louter een genoegen om te verhinderen dat de deur dichtging.’
‘Je kreten klonken door de muren heen,’ zegt Saga zacht.
‘Ja, die kreten,’ antwoordt hij somber. ‘Dat kwam doordat onze nieuwe arts een overdosis cisordinol inspoot... Dat is de reactie van de natuur op pijn... Het doet pijn en het lichaam schreeuwt, hoewel het zinloos is... en in dit geval was het ook verwend... Ik weet immers dat de deur anders dichtgevallen zou zijn...’
‘Wat is dat voor deur?’
‘Ik betwijfel of ze me ooit een advocaat laten spreken, dus die deur blijft gesloten... maar misschien zijn er andere...’
Hij kijkt haar in de ogen. Zijn blik is wonderlijk licht en doet haar aan metaal denken.
‘Je denkt dat ik je kan helpen,’ fluistert ze. ‘Daarom heb je de schuld op je genomen voor wat ik heb gedaan.’
‘Ik mag de arts niet bang voor je laten worden,’ legt hij uit.
‘Waarom niet?’
‘Iedereen die hier terechtkomt is gewelddadig,’ zegt Jurek. ‘Het verplegend personeel weet dat je gevaarlijk bent, het staat in de dossiers en in het forensisch psychiatrisch rapport... Maar dat is niet wat je ziet als je naar jou kijkt...’
‘Ik ben niet zo gevaarlijk.’
Hoewel ze niets heeft gezegd waar ze spijt van heeft – ze heeft alleen de waarheid gezegd en niets onthuld – heeft ze op een rare manier het gevoel dat ze zich heeft blootgegeven.
‘Waarom ben je hier? Wat heb je gedaan?’ vraagt hij.
‘Niets,’ antwoordt ze kort.
‘Wat zeiden ze in de rechtbank dat je gedaan hebt?’
‘Niets.’
In zijn ogen is een zweempje van een glimlach te zien.
‘Je bent een echte sirene...’