75
Tegen de tijd dat Eleanor en haar kinderen weer bij bewustzijn waren, waren Robie en Reel al ontwapend en stonden ze met hun handen achter hun hoofd. Ze waren lijkbleek, stonden te wankelen op hun benen en leken misselijk en in de war.
‘O mijn god,’ zei Eleanor. Ze stond op, trok haar kinderen overeind en duwde ze beschermend achter zich.
Robie vermande zich en zei tegen de Noord-Koreanen: ‘Dit gebouw is omsingeld. Jullie kunnen niet ontsnappen. Als jullie je nu overgeven, overkomt jullie niets.’ Zodra hij was uitgesproken, wist hij al dat de Noord-Koreanen het helemaal niet belangrijk vonden of ze wel of niet konden ontsnappen. Dat zag hij aan hun blik.
Vijf mannen en een vrouw. De vrouw was verkleed als een piraat. Ze kwam hem vaag bekend voor.
Chung-Cha stapte naar voren en zei: ‘Wij zijn hier om de misstappen van jullie president te wreken.’
Reel zei: ‘Ik moet zeggen dat dit daar niet bepaald een goede manier voor is.’
Chung-Cha zei: ‘Jij en hij waren in ons land. Jullie hebben gevangenen meegenomen die van ons waren. Jullie land was van plan onze leider te doden. Daar moeten en zullen jullie voor boeten. Jullie allemaal!’
Eleanor zei: ‘Ik heb geen idee wat...’
Jing-Sang schoot een paar keer in het plafond. ‘Val haar niet in de rede, vrouw!’ brulde hij, terwijl Eleanor, Claire en Tommy zich rillend van angst op de grond lieten vallen.
Chung-Cha zei: ‘Jullie zullen hier allemaal sterven. Dat zal een boodschap zijn aan de wereld dat het duivelse rijk van Amerika ons grootse land niet kan en mag aanvallen zonder represailles die heftig, snel en edel zijn.’
Robie zei: ‘Jullie zullen gijzelaars moeten hebben om hier vandaan te komen. Met z’n vijven lukt jullie dat nooit. Neem mij en mijn partner mee. Zoals je al zei, waren wij in jullie land. Wij hebben jullie gevangenen meegenomen. Deze mensen hebben niets gedaan. Laat hen hier en gebruik ons om hier vandaan te komen.’
‘We zullen hier niet vandaan gaan,’ zei Jing-Sang. Hij wees met zijn loop naar de grond. ‘We zullen hier sterven. Na júllie!’
‘Dus dit is een zelfmoordactie,’ zei Reel.
Jing-Sang glimlachte en schudde zijn hoofd. ‘Dit is een eervolle dood.’
Hij keek naar Chung-Cha. ‘Kameraad Yie is de allerbeste die we hebben. Zij heeft meer vijanden van ons land gedood dan jullie je kunnen voorstellen. Jullie zullen efficiënt worden gedood, dat kan ik garanderen.’
Chung-Cha maakte een gebaar, waarop Jing-Sang zweeg en vol respect en buigend achteruit stapte.
Chung-Cha haalde een paar messen uit de schedes die aan haar riem hingen. Het lemmet van elk mes was aangepast, gekarteld en iets gebogen. Ze keek eerst naar Robie en toen naar Reel.
Robie verwachtte dat ze hem met een blik vol haat zou aankijken. Of misschien zou hij een nietsziende blik zien, omdat ze allang elk menselijk gevoel kwijt was geraakt.
Maar dat was niet wat hij zag.
Jing-Sang zei zenuwachtig: ‘Kameraad Yie, we moeten opschieten. We hebben veel vijanden gedood, maar ze zullen ongetwijfeld met meer hier naartoe komen.’
Chung-Cha knikte, zei een paar woorden in het Koreaans en keek toen weer naar Robie en Reel. Ze zei in het Engels: ‘Dit spijt me.’
Toen viel ze aan.
Ze draaide zich om en stak Jing-Sang met een van haar messen en trok die omhoog. Zijn pistool viel uit zijn handen, maar ze ving hem op voordat het wapen op de grond viel. Ze schoot één keer en raakte de volgende man in zijn hoofd. Met haar vrije hand gooide ze haar andere mes dat de derde man in de borst raakte.
De andere twee mannen waren verbijsterd door Chung-Cha’s actie, maar openden het vuur. Zij had de derde man vastgepakt, hem rondgedraaid en gebruikte zijn lichaam als schild zodat hij de kogels opving.
Daarna duwde ze hem van zich af, tegen de twee mannen aan, bukte zich, kroop over de grond en schopte de benen van de vierde man onder hem vandaan. Terwijl hij viel, trok ze het mes uit de borst van de derde man en haalde die langs de keel van de vierde man. Het bloed spoot uit zijn halsslagader en bedekte zowel haar als de grond.
Chung-Cha bleef in beweging. Ze maakte een salto toen de vijfde man op haar schoot, waardoor hij miste.
Robie en Reel hadden de presidentiële familie achter de tafel geduwd en renden ze door de kelder om hun wapens te pakken.
Maar ze waren niet zo snel als Chung-Cha. Ze had zich tegen de achterwand afgezet en sprong achter de laatste man langs. Even later had ze een soort dun prikkeldraad in haar hand en sloeg dit tijdens haar sprong om zijn hals. Ze kwam met beide voeten op de grond terecht en trok de draad stevig aan terwijl ze haar armen kruiste.
De man rochelde een keer en viel op de grond. Een paar seconden later stroomde het bloed uit zijn bijna afgesneden hoofd.
Chung-Cha ging rechtop staan en liet de draad vallen. Ze draaide zich om en keek naar wat ze had aangericht. Vijf mannen dood, allemaal door haar, in minder dan een minuut. Ze ademde snel, ze focuste zich en verstijfde.
Even later draaide ze zich om naar Robie en Reel die hun wapens inmiddels hadden gepakt. Ze waren op haar gericht, maar ze hadden geen van beiden hun vingers aan de trekker.
Robie vroeg: ‘Wil je misschien uitleggen waarom je dat hebt gedaan?’
Chung-Cha keek naar Eleanor en haar kinderen achter de tafel die langzaam opstonden. Eleanor bedekte Claires en Tommy’s gezicht zodat ze de dode mannen niet konden zien.
‘Ik hoop dat u niet gewond bent,’ zei Chung-Cha.
Langzaam schudde Eleanor haar hoofd, maar ze was zichtbaar geschokt. ‘Nee hoor, ik ben in orde. Wij zijn in orde. Dankzij u.’
Chung-Cha keek weer naar Robie en Reel.
Reel zette behoedzaam een stap naar voren. ‘Dat was het meest verbazingwekkende stukje man-tegen-mangevecht dat ik ooit heb gezien,’ zei ze vol bewondering. ‘Maar zoals mijn partner al vroeg: waarom?’
‘Wij waren hier naartoe gestuurd om hen te doden,’ zei Chung-Cha en ze wees naar Eleanor en haar kinderen. ‘De anderen waren dat ook steeds van plan.’
‘Maar jij niet?’ vroeg Robie.
Chung-Cha gaf niet meteen antwoord. ‘Dat weet ik niet,’ zei ze. ‘Maar uiteindelijk kon ik dit gezin niet vermoorden,’ voegde ze eraan toe. ‘Dat kon ik gewoon niet.’
‘Van gedachten veranderd? Pijn in je hart?’ vroeg Reel met een sceptische blik.
‘Ik heb geen hart,’ zei Chung-Cha zelfverzekerd. ‘Ik kom uit Yodok. Ik zal altijd uit Yodok komen. Ze hebben mijn hart jaren geleden van me afgepakt. Dan krijg je geen nieuwe.’
‘Yodok,’ zei Robie. ‘Dan was je...’
‘Ja.’
Reel bekeek haar aandachtiger en zei: ‘Ik heb je eerder gezien. Bij het strand. Je had een klein meisje bij je.’
Chung-Cha knikte. ‘Haar naam is Min.’
Tommy zei: ‘Ze was verkleed als kikker. Ze zei dat ze tien was. En dat ze hulp nodig had of zo.’
Robie keek met een ongelovige blik naar Chung-Cha. ‘Je hebt een kind meegenomen op een missie?’
Chung-Cha zei zelfverzekerd: ‘Min heeft hier niets mee te maken. Zij is onschuldig. Ze is gewoon een klein meisje. Zij komt ook uit Yodok. Ze heeft nog altijd een hart. Pak dat alsjeblieft niet van haar af. Alsjeblieft niet. Ze is gewoon een klein meisje en ze weet niets.’
Reel keek naar haar. ‘Waarom heb je Min hier naartoe gebracht?’
‘Ik zei tegen mijn superieuren dat dit een goede dekmantel was. Dat Amerikanen niet slecht over kinderen dachten.’
‘Maar wat was de echte reden?’
‘Ik wilde haar uit mijn land weghalen. Om haar een... kans te geven... ergens anders.’
Chung-Cha haalde een van de flesjes met gif uit haar zak. ‘Niemand van ons zou hier levend vandaan komen,’ zei ze.
Robie vroeg: ‘Sterven met grote eer?’
‘Min ook,’ zei Chung-Cha langzaam. ‘Maar ik... dat kon ik niet. Zij heeft niets verkeerds gedaan. Min is nog maar een kind, een onschuldig kind.’
‘Dan denk ik dat jij je hart ook niet in Yodok bent kwijtgeraakt,’ zei Reel zacht.
Robie zei: ‘Toch was het heel bijzonder dat je je tegen je eigen team hebt gekeerd.’
‘Ik wil... ik wil het gewoon niet meer,’ zei Chung-Cha eenvoudig en ze ontspande zich een beetje. ‘Niets meer.’
Robie en Reel keken elkaar met een veelbetekenende blik aan.
Robie vroeg: ‘Hoe heet je? Behalve kameraad Yie.’
‘Chung-Cha.’
‘Wie waren die mannen, Chung-Cha?’ vroeg Reel en ze wees naar de doden.
‘Uit mijn land. Hun identiteit is niet belangrijk. In mijn land zijn heel veel mensen zoals zij. In mijn land zullen altijd heel veel mensen zoals zij zijn.’
‘Ik zal niet tegen je liegen, Chung-Cha,’ zei Robie. ‘Je zit dik in de problemen. Ondanks wat je hier hebt gedaan.’
Eleanor zei: ‘Maar dat je ons leven hebt gered, zal veel uitmaken.’
‘Je zult moeten meewerken en alles vertellen,’ zei Reel. ‘Hoe je erin bent geslaagd om onopgemerkt het land binnen te komen, hoe je wist welk programma werd gevolgd, hoe je door de beveiliging bent gekomen...’
Ze hoorden een schot en de kogel doorboorde Chung-Cha’s hals.
Robie en Reel keken naar de wenteltrap. Een jonge politieagent hield zijn pistool in zijn trillende handen. Hij glimlachte en riep: ‘Ik heb haar te pakken. Ik heb die Aziatische trut te pakken.’
Chung-Cha viel niet meteen. Ze bleef gewoon staan terwijl het bloed uit haar hals stroomde.
Robie schreeuwde: ‘Nee, stomkop die je bent!’ Hij sprong naar de agent en sloeg het pistool uit zijn handen.
Reel kon Chung-Cha vastpakken voordat ze viel en legde haar voorzichtig neer. Ze zag de wond en stak haar vinger erin om de slagader dicht te drukken, maar ze kon het bloeden niet stoppen. Ze scheurde haar mouw los en bond de stof om haar wond in een poging het bloeden te stelpen.
‘Kom op, blijf bij me! Kom op, Chung-Cha, kijk me aan! Kijk naar me!’ Ze draaide zich om en riep: ‘Robie, we moeten een ambulance hebben. Nu!’
Robie had 911 al gebeld. Deze keer werd er wel opgenomen. Terwijl hij de ambulance bestelde, keek hij naar Chung-Cha en wist hij al dat het te laat was.
Ze was lijkbleek en zat onder het bloed.
Reel keek op haar neer, ondersteunde haar hoofd met één hand terwijl ze met haar andere hand de wond probeerde dicht te drukken.
Chung-Cha tilde haar hand op en raakte Reels gezicht aan. Met een steeds zwakkere stem zei ze: ‘Ze heet Min. Ze is tien. Help haar alsjeblieft.’
‘Zal ik doen, dat beloof ik. Het komt wel goed met Min. Maar je mag het niet opgeven. Het komt wel weer goed met je. Niet doodgaan. Je redt het wel. Dat weet ik gewoon. Jij... jij bent de beste die ik ooit heb gezien!’
Chung-Cha leek haar niet te horen. Stilletjes herhaalde ze de woorden steeds weer.
Ze heet Min. Ze is tien. Help haar alsjeblieft. En toen zei ze heel duidelijk, met haar laatste adem en een laatste beetje energie: ‘Ik heet Chung-Cha. Ik ben jong, maar ook heel oud. Help me alsjeblieft.’
Daarna bewoog haar mond niet meer en keek ze star voor zich uit.
Reel bleef nog een hele tijd roerloos zitten. Daarna legde ze heel voorzichtig het hoofd van de vrouw op de grond. Met tranen in haar ogen keek ze op naar Robie en schudde haar hoofd. Daarna stond ze op, duwde de politieagent aan de kant en liep de trap op.