28
Het was een koele, heldere ochtend toen ze op een privélandingsbaan buiten het Franse Avignon landden. De douane was geen enkel probleem, ze werden niet gecontroleerd. Dat was het voordeel als je met een clandestien vliegtuig op het grondgebied van een bondgenoot landt.
Robie en Reel laadden een paar weekendtassen uit het vliegtuig en gooiden die in een truck die op hen stond te wachten. Reel ging achter het stuur zitten met Robie naast zich.
Na hun gesprek met Evan Tucker hadden ze zich klaargemaakt en plannen gemaakt, voor zover dat mogelijk was in de weinige uren die ze daarvoor hadden. Tijdens de vlucht hadden ze verschillende scenario’s besproken.
Reel draaide haar raampje naar beneden en liet het briesje over haar gezicht waaien. Behalve een dutje van drie kwartier voor de landing, hadden ze tijdens de vlucht niet geslapen.
‘Zo,’ zei ze na een lange stilte.
Robie zette de radio aan, ook al was de kans klein dat de truck was voorzien van afluisterapparatuur.
‘Generaal Pak,’ zei Robie.
‘Tucker heeft ergens een ontzettend stomme streek uitgehaald. Dat zag ik aan zijn gezweet, die stomme angsthaas.’
‘Noord-Koreaanse generaal wordt vermoord in Frankrijk. Ik vraag me nog steeds af wie het oorspronkelijke doelwit was.’
Ze keek hem aan. ‘Dat weten we allebei, toch?’
Robie keek naar buiten. Het Franse platteland was het grootste deel van het jaar prachtig. Hoewel de lavendel nu veel minder helder van kleur was dan in de zomer, was het nog steeds schitterend om te zien. Maar voor Robie hadden het net zo goed dode cactussen kunnen zijn. Hij zei: ‘Blauwe Man dacht dat het een staatshoofd was, en Blauwe Man heeft bijna altijd gelijk.’
‘Dus voor Noord-Korea betekent dat de Opperste Leider, Kim Jong Un.’
‘Maar hij is niet langer het doelwit.’
‘Dat is nu generaal Pak,’ zei ze. ‘Wat is er dus veranderd?’
‘Generaal Pak is daar de op een na hoogste baas. Denk je dat hij een staatsgreep van plan was?’
Ze knikte en tikte met haar vingers op het stuur. ‘Dat zou best eens kunnen. Het leger wil de macht grijpen. Ze doden de hoogste leider.’
‘Een staatsgreep slaagt als het een verrassing is. Volgens mij is er iets gebeurd waardoor het geen verrassing meer was.’
Reel vroeg: ‘Denk jij dat de president akkoord is gegaan met de aanslag op Pak?’
Robie knikte. ‘Zelfs Evan Tucker heeft niet de ballen om zoiets alleen te doen.’
‘De missie is mislukt, het gevolg kon weleens een tsunami zijn en alle dank gaat uit naar Evan Tucker en zijn megalomane plannen. Dan worden wij ingeschakeld om zijn puinhoop op te ruimen. En hij komt bij ons binnenlopen met een glimlach op zijn gezicht alsof hij niet heeft geprobeerd ons tot een bekentenis te dwingen en we opeens grote vrienden zijn. Ik wist dat die vent een hufter was en dit bevestigt dat alleen maar.’
Robie haalde zijn pistool uit zijn holster en keek ernaar. Dit pistool was zijn ouwe trouwe vriend. Hij had hem al tijdens tientallen missies gebruikt. Het was licht en compact, had een perfect vizier en paste precies in zijn hand. Het was een prachtig stukje maatwerk.
Waarvan de buitenkant van metaal en polymeer symbolisch onder een heleboel bloed zat.
Reel keek weer naar hem. ‘Twijfels?’
Hij keek haar aan. ‘Jij niet?’
Reel gaf geen antwoord. Ze hield haar blik op de weg gericht en reed door.
*
Robie en Reel gebruikten de dag voor het voorbereiden van de geplande aanslag, onder andere door een bezoek aan de cottage die Pak had gehuurd. Ze aten een late lunch in hun hotelkamer die uitkeek op een dal dat in herfstkleuren was gedoopt.
Reel liep naar het raam met een kop koffie in haar hand en keek naar buiten.
Robie bleef aan de tafel zitten en nam de details nog een keer door. Hij zei: ‘Heb je alles in je hoofd?’
‘Elke millimeter en microseconde,’ antwoordde ze. Ze voegde eraan toe: ‘Overweeg je weleens om als alles achter de rug is op een plek als deze te gaan wonen?’
Hij stond op en kwam achter haar staan. Hij keek naar waar zij naar keek.
Ze keek hem aan. ‘En?’
‘Dat heb ik je al eens eerder verteld, zo ver kijk ik niet vooruit.’
‘En ik heb je al eens eerder verteld dat je daar eens mee zou moeten beginnen.’
Hij keek over haar schouder. ‘Vredig. Mooi.’
‘Met je mand naar de markt gaan en vers eten voor die dag halen. Wandelingen maken. Fietstochten maken. Op het terras van een café zitten en gewoon... niets doen.’
‘Zo klink je net als een reisbrochure,’ zei hij glimlachend.
‘Waarom zou ik zoiets niet kunnen hebben?’
‘Daar is geen enkele reden voor,’ zei hij ernstig. ‘Dat kún je wel hebben.’
Ze bleef nog een paar seconden verlangend naar buiten kijken, draaide zich naar hem om en zei met een berustende glimlach: ‘Dat kan dus écht niet! Kom, laten we weer aan het werk gaan.’
Het werd avond. Een paar uur later begonnen de donkerste uurtjes van de nacht.
Ze verlieten hun hotel en liepen via een paar omwegen naar hun eindbestemming.
Het huisje stond aan de rand van een dorpje op een rotshelling, ongeveer dertig kilometer ten zuiden van Avignon. Het grondstuk was bebost en lag afgelegen. Er stond geen auto voor het huisje toen Robie en Reel de rand van het bos bereikten en via hun nachtkijkers naar het gebouw keken.
‘Zou dit een val zijn, wat denk je?’ vroeg hij.
‘Dat denk ik al sinds we zijn opgestegen.’
‘Ik ook.’
Hij liep naar de achterkant. Zij liep naar de voorkant. Tijdens hun eerdere verkenning hadden ze aan alle kanten van de cottage bewegingscamera’s geplaatst, en ook twee die gericht waren op de voor- en achterkant van de cottage.
Tijdens de rit hier naartoe hadden ze alle camerabeelden bekeken. De camera’s hadden niets opgevangen, behalve een enkele eekhoorn en vogel. Geen mensen. Geen beweging van iemand in of buiten de cottage.
Robie bereikte de achterdeur op hetzelfde moment waarop Reel bij de voordeur was. Dat wist hij doordat ze elkaar op de hoogte hielden van hun bewegingen en locatie. Het laatste wat ze wilden was elkaar per ongeluk doodschieten.
Ze controleerden de paar kamers in de cottage en ontmoetten elkaar in de gang aan de achterkant. Er was nog maar één vertrek over, waarschijnlijk een slaapkamer.
In dat vertrek hoorden ze allebei beweging, heel zacht.
Ze hieven hun wapens, hun vingers gleden naar de trekker.
Reel raakte Robie even aan. ‘Ik los het dodelijke schot,’ fluisterde ze.
‘Waarom?’ fluisterde hij.
‘Omdat ik de reden ben waarom we in deze shit zitten,’ antwoordde ze.
Geluidloos liepen ze naar de deur. Robie dekte haar, terwijl Reel de deur met haar voet openduwde.
Het licht in de kamer ging aan. Daar waren ze op voorbereid. Hun nachtbrillen pasten zich meteen aan aan het verhoogde lichtniveau in het vertrek.
De oude man zat in een onderbroek en een wit T-shirt op de rand van het bed. Hij droeg witte sokken en slippers. Hij had zijn haar perfect gekamd en hij gedroeg zich beheerst.
Zijn uniform met de sterren hing keurig over de armleuning van een stoel naast het bed. Zijn pet lag op de stoelzitting.
Dat realiseerden ze zich pas later.
Robie en Reel keken naar het pistool in zijn hand.
Ze richtten hun pistool.
Maar ze hoefden niet te schieten.
Hij zei in duidelijk gearticuleerd Engels: ‘Zorg dat ze mijn familie niets aandoen. En zeg tegen jullie president dat hij naar de hel kan lopen.’
Daarna stak de oude man de loop in zijn mond en haalde de trekker over.