60

Het overheidsgebouw was vervallen. De verf was goedkoop en het meubilair zelfs nog goedkoper. De peertjes aan het plafond gingen zachter en feller branden afhankelijk van de snelheid waarmee de elektriciteit, als bloed door verstopte aderen, door de verroeste snoeren stroomde. Het rook er naar zweet en sigarettenrook. Op de pakjes sigaretten stonden de typische doodshoofden en gekruiste botten, maar kennelijk trok niemand in Noord-Korea zich daar iets van aan. Ze rookten. Ze gingen dood. Nou en?

Chung-Cha bleef staan bij de deur die een van de mannen die haar was komen halen aanwees. De deur werd geopend, zij werd naar binnen geduwd. Daarna liepen de twee mannen weg. Ze hoorde het geluid van hun gepoetste schoenen wegsterven op het versleten linoleum.

Ze draaide zich om en keek naar de mensen in de kamer. Ze waren met z’n drieën. Twee mannen en één vrouw. De ene man was de zwarte tuniek. De tweede man was dezelfde generaal. De vrouw kwam Chung-Cha bekend voor. Ze knipperde snel toen ze zich herinnerde wie ze was.

‘Dat is lang geleden, Yie Chung-Cha,’ zei de vrouw terwijl ze opstond. Haar zwarte haar was grijs geworden. Haar gezicht was veel meer gerimpeld, door ouderdom en zorgen. Maar het was dan ook al jaren geleden. Dat deed de tijd met iedereen. Daar was niet aan te ontsnappen.

Chung-Cha zei niets. Het enige waar ze aan kon denken, was het geschreeuw van die vrouw, jaren geleden in Yodok: Doe het nu, Chung-Cha, anders sterf je hier als een oude vrouw. Twee steken met het mes. Dat is twee per persoon, begrijp je. Doe het nu!

De vrouw ging weer zitten en glimlachte naar Chung-Cha. ‘Mijn voorspelling dat je hoog zou opklimmen, is zeker uitgekomen. Ik weet het altijd. Ik zag het in je ogen, Chung-Cha. Ogen liegen nooit. Ik zag dat heel goed die dag in Yodok.’ Ze zweeg even. ‘En je volgt bevelen op. Je volgt altijd bevelen op. Het bewijs dat je een goede kameraad bent.’

Chung-Cha wendde eindelijk haar blik van de vrouw af en keek naar de zwarte tuniek.

‘U hebt me laten komen?’ vroeg ze.

‘De Amerikanen,’ zei de zwarte tuniek. ‘Zij hebben toegeslagen.’

‘Hoe?’ vroeg Chung-Cha en ze ging tegenover hem zitten. Ze keek niet naar de generaal. Ze keek niet naar de vrouw. Die genoegdoening wilde ze geen van beiden geven. Ze wist dat de zwarte tuniek feitelijk de leider van deze groep was. Haar aandacht en haar vereiste respect zouden alleen naar hem gaan. De anderen konden de pot op.

‘Generaal Paks geadopteerde zoon en dochter, Pak Du-Ho en Pak Eun Sun, zijn ontsnapt uit Bukchang. Dat hebben ze gedaan met de hulp van de Amerikanen.’

‘Een man en een vrouw,’ voegde de generaal eraan toe.

De zwarte tuniek zei: ‘Het zouden dezelfde twee mensen kunnen zijn die naar Frankrijk waren gestuurd om generaal Pak te vermoorden. Maar dat weten we niet zeker. We proberen een positieve identificatie te krijgen.’

‘Maakt het iets uit?’ vroeg de vrouw. ‘De Amerikanen hebben massa’s agenten die doen wat hen wordt opgedragen. Het feit is dat ze op Noord-Koreaans grondgebied zijn geweest. Zij zijn dit land binnengedrongen en hebben twee van onze gevangenen weggehaald.’

De generaal knikte. ‘Ja, Rim Yun heeft gelijk. Het zijn barbaren. Zij hebben veel Noord-Koreanen gedood. Dat is een oorlogshandeling.’

‘Dus we gaan oorlog voeren met de Amerikanen?’ vroeg Chung-Cha. Ze keek de drie mensen een voor een aan.

De zwarte tuniek zei aarzelend: ‘Nee, dat niet precies. Zij willen misschien dat wij zo dom zijn, maar we zullen op onze eigen manier een tegenaanval inzetten. Op de manier die we steeds al van plan waren, kameraad.’

‘De familie van de Amerikaanse president?’ vroeg Chung-Cha.

Rim Yun zei: ‘Dat klopt. Wij zullen hen vermoorden. Jíj zult hen vermoorden, Chung-Cha. Kun je je voorstellen met welke glorie de Opperste Leider je zal bedanken?’

‘Als ik dan nog leef,’ zei Chung-Cha.

‘Er is meer glorie in de dood dan in het leven,’ zei Rim Yun.

‘Dat waardeer ik bijzonder,’ antwoordde Chung-Cha. ‘Dan gaat u dus met me mee naar Amerika, zodat we allebei na onze dood die glorie kunnen delen? Wat een fantastisch vooruitzicht, zoals u al zei.’

De zwarte tuniek en de generaal zeiden niets. Ze keken naar elkaar en toen naar Rim Yun.

‘Je hebt nog altijd het opstandige hart van Yodok in je, Chung-Cha,’ zei Rim Yun op kille toon.

‘Ik heb nog heel veel van Yodok in me. En ik herinner het me allemaal. Heel duidelijk.’

De vrouwen bleven elkaar een tijdje aankijken tot Rim Yun haar blik neersloeg.

Ze zei op een vreemd terloopse toon: ‘De beheerder van Bukchang is vanochtend doodgeschoten, plus zes bewakers, omdat zij deze oneervolle ontsnapping mogelijk hebben gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat er nog meer executies zullen volgen.’

‘Ik weet zeker dat hij het verdiende,’ zei Chung-Cha.

Rim Yun keek haar even aan. ‘Jij hebt de vroegere beheerder van Bukchang vermoord, ja toch?’

‘Op bevel, dat klopt. Hij was corrupt. Een vijand van dit land.’

‘Wist je dat hij kortgeleden was vervangen door de beheerder van Yodok? Kameraad Doh? Jij kende Doh, nietwaar? Hij was in Yodok toen jij daar was, nietwaar?’

Chung-Cha moest haar uiterste best doen niet te glimlachen. ‘Dus kameraad Doh is geëxecuteerd?’

‘Dat zei ik inderdaad.’

‘Ik weet zeker dat hij het verdiende,’ zei ze weer.

Rim Yun keek haar strak aan voordat ze haar blik afwendde en zei: ‘We verspillen onze tijd. Vertel haar wat ze moet weten.’

De zwarte tuniek zei: ‘Ons tijdschema is versneld. Je vertrekt binnen een week naar Amerika.’

Chung-Cha liet niet merken dat ze opeens in paniek was. ‘Binnen een week?’

‘Is dat een probleem, kameraad?’ vroeg Rim Yun snel.

‘Ik heb er geen probleem mee om de Opperste Leider te dienen door mijn leven op te offeren.’

‘Dan is alles goed.’

‘Ik heb wel een suggestie.’

‘Hoe is dat mogelijk? Wat een onzin!’ zei Rim Yun afwijzend.

Chung-Cha negeerde haar en zei: ‘De Amerikanen zullen uitkijken naar iedereen met een Aziatisch of Koreaans uiterlijk. Als zij goed opletten, worden wij verdacht.’

‘We hebben een degelijke achtergrond voor je,’ zei de zwarte tuniek.

‘Ze zullen veel kritischer zijn. Ze zullen alert zijn. Dat moeten wij ook zijn, wij moeten beter zijn dan zij.’

‘Wat stel je voor?’ vroeg de generaal.

‘Die moslims die zichzelf opblazen?’ begon Chung-Cha.

‘Wij zijn geen moslims,’ snauwde Rim Yun. ‘Wij blazen onszelf niet op.’

‘Mag ik misschien uitpraten?’ vroeg Chung-Cha.

Rim Yun keek haar chagrijnig aan en knikte toen.

‘De moslims gebruiken kinderen als dekmantel. Dan is men minder argwanend. De Amerikanen worden hierdoor vaak voor de gek gehouden, omdat ze zo zachtaardig zijn. Zij denken niet graag slecht over kinderen.’

Rim Yun tikte met haar lange nagels op de tafel. ‘Zeg wat je wilt zeggen, kameraad.’

‘Ik heb een jong meisje, Min...’

Rim Yun viel haar in de rede: ‘Ik heb van je bezoek aan Yodok gehoord. En dat jij die kleine bitch mee naar huis hebt genomen. Ik dacht dat je gek was geworden. Leg eens uit waarom dat niet zo is.’

Chung-Cha keek haar recht aan. ‘Ik heb dit gedaan met volledig medeweten en de zegen van de Opperste Leider. Ik weet zeker dat ik uw woorden niet zo moet opvatten dat u bedoelt te zeggen dat de Opperste Leider gek is geworden.’

Rim Yun werd vuurrood en ze ging rechtop zitten, al haar nonchalante minachting was plots verdwenen. ‘Dat suggereer ik helemaal niet. Hoe dúrf je...’

Deze keer werd zij in de rede gevallen door Chung-Cha. ‘Dan is het goed. Maar we zijn onze tijd aan het verspillen, dus laat ik het uitleggen. Min gaat met me mee naar Amerika. Als mijn jongere zus, of als mijn dochter, wat jullie maar het beste lijkt. Hierdoor heb ik een uitstekende dekmantel om de Amerikanen voor de gek te houden. Nadat ik mijn opdracht heb uitgevoerd, kom ik terug met Min. Als ik sterf, gaat Min terug met de anderen die ons naar het duivelse Amerika begeleiden.’

‘Dat is een dom plan,’ zei Rim Yun zodra Chung-Cha was uitgesproken. ‘Een kind meenemen? En nog wel een kind uit het kamp? Dat is belachelijk. Zij zou alles verpesten.’

Chung-Cha zei rustig: ‘Doordat ze in het kamp heeft gezeten, weet ze niets van de wereld. Ze zal heel gemakkelijk onder controle te houden zijn.’

‘Gaat niet gebeuren!’ snauwde Rim Yun.

Maar de generaal dacht erover na. ‘Dat weet ik nog niet zo zeker,’ zei hij. ‘Sterker nog, ik vind het een briljant idee, kameraad, echt briljant. Jij begrijpt de Amerikanen heel goed. Ze zijn zwak en sentimenteel. Zij zullen zich zeker voor de gek laten houden door de aanwezigheid van dat meisje.’

De zwarte tuniek knikte. ‘Daar ben ik het mee eens.’

Iedereen keek naar Rim Yun. Ze keek Chung-Cha vuil aan, maar begreep wel dat ze in de luren was gelegd en overstemd. ‘Dan wens ik je veel geluk, kameraad Yie,’ zei ze, hoewel haar toon iets anders suggereerde.

‘Of ik het overleef of niet, heeft niets met geluk te maken,’ zei Chung-Cha.

Doelwit
537e3c4656c646.html
537e3c4656c647.html
537e3c4656c648.html
537e3c4656c649.html
537e3c4656c6410.html
537e3c4656c6411.html
537e3c4656c6412.html
537e3c4656c6413.html
537e3c4656c6414.html
537e3c4656c6415.html
537e3c4656c6416.html
537e3c4656c6417.html
537e3c4656c6418.html
537e3c4656c6419.html
537e3c4656c6420.html
537e3c4656c6421.html
537e3c4656c6422.html
537e3c4656c6423.html
537e3c4656c6424.html
537e3c4656c6425.html
537e3c4656c6426.html
537e3c4656c6427.html
537e3c4656c6428.html
537e3c4656c6429.html
537e3c4656c6430.html
537e3c4656c6431.html
537e3c4656c6432.html
537e3c4656c6433.html
537e3c4656c6434.html
537e3c4656c6435.html
537e3c4656c6436.html
537e3c4656c6437.html
537e3c4656c6438.html
537e3c4656c6439.html
537e3c4656c6440.html
537e3c4656c6441.html
537e3c4656c6442.html
537e3c4656c6443.html
537e3c4656c6444.html
537e3c4656c6445.html
537e3c4656c6446.html
537e3c4656c6447.html
537e3c4656c6448.html
537e3c4656c6449.html
537e3c4656c6450.html
537e3c4656c6451.html
537e3c4656c6452.html
537e3c4656c6453.html
537e3c4656c6454.html
537e3c4656c6455.html
537e3c4656c6456.html
537e3c4656c6457.html
537e3c4656c6458.html
537e3c4656c6459.html
537e3c4656c6460.html
537e3c4656c6461.html
537e3c4656c6462.html
537e3c4656c6463.html
537e3c4656c6464.html
537e3c4656c6465.html
537e3c4656c6466.html
537e3c4656c6467.html
537e3c4656c6468.html
537e3c4656c6469.html
537e3c4656c6470.html
537e3c4656c6471.html
537e3c4656c6472.html
537e3c4656c6473.html
537e3c4656c6474.html
537e3c4656c6475.html
537e3c4656c6476.html
537e3c4656c6477.html
537e3c4656c6478.html
537e3c4656c6479.html
537e3c4656c6480.html
537e3c4656c6481.html
537e3c4656c6482.html
537e3c4656c6483.html
537e3c4656c6484.html
537e3c4656c6485.html
537e3c4656c6486.html
537e3c4656c6487.html
537e3c4656c6488.html
537e3c4656c6489.html
537e3c4656c6490.xhtml