11
De arts was klaar met het medisch onderzoek van Reel. Ze bladerde door een paar documenten en vroeg toen aan Reel: ‘Hoe lang is het geleden?’
‘Hoe lang is wat geleden?’
‘De geboorte van uw kind.’
Reel zei niets.
De arts wees naar haar platte buik. ‘Lage, dwarse buikincisie, in vaktaal de Pfannenstiel-incisie, maar ook bekend als de bikinisnee, omdat het net boven het schaamhaar zit. Het litteken is heel vaag, maar onmiskenbaar voor een ervaren blik. Heb je geprobeerd het weg te halen door een Fraxel-laserbehandeling? Dat gaat vrij goed.’
Reel zei: ‘Mag ik een badjas aantrekken?’
‘Ja, natuurlijk. Pak de jas maar die daar hangt. En ik wilde niet nieuwsgierig zijn, hoor. Het was alleen maar een medische vraag.’
Reel trok de badjas aan en trok de ceintuur strak aan. ‘Is mijn antwoord noodzakelijk voor de reden dat ik hier ben?’
‘Nee.’
‘Goed om te weten,’ zei Reel kortaf. ‘Maar ook als u ja had gezegd, had ik u geen antwoord gegeven.’
‘Het spijt me, ik wilde niet...’
Reel viel haar in de rede. ‘Luister, u bent vast een heel aardig mens en een bijzonder competente arts, maar de kans dat ik deze plaats levend verlaat is behoorlijk klein en dus richt ik me nu op mijn toekomst en niet op mijn verleden, oké?’
De arts fronste. ‘Ik begrijp niet goed wat u bedoelt met dat u hier niet levend vandaan komt. Als u sugge...’
Maar Reel was al vertrokken.
*
Een geüniformeerd escorte stond voor de deur te wachten en bracht Reel terug naar haar kamer.
Robie was er niet. Ze ritste haar weekendtas open en kleedde zich snel aan, zich bewust van de ogen die via de apparaatjes in de muur naar haar keken.
Reel haalde een viltstift uit haar tas en schreef op de muur: Déjà-vu Orwells 1984.
Toen ging ze zitten en wachtte tot er voetstappen aankwamen en de deur openging.
Dat zou niet lang duren. Ze ging er niet van uit dat Marks een verkwikkend slaapje had gepland.
Daarna vroeg ze zich af waar Robie naartoe was. Hadden ze hen expres uit elkaar gehaald om hen tegen elkaar op te zetten?
Er waren nog maar vijf minuten verstreken toen er twee dingen gebeurden.
De voetstappen kwamen en de deur ging open.
Het was dezelfde jonge vrouw die Robie had opgehaald. ‘Agent Reel, wilt u me maar...’
Voordat ze uitgesproken was, was Reel al opgestaan en langs haar heen de kamer uit gelopen.
‘Laten we dit maar zo snel mogelijk afronden,’ riep ze tegen de verbaasde vrouw die snel achter haar aan rende.
*
Robie zat tegenover een man in een kantoor vol boekenplanken. Het licht was gedimd. Er waren geen ramen. Op de achtergrond speelde zachte muziek.
De man tegenover hem had een baard, was kaal en speelde met een pijp. Hij droeg een zwarte bril die hij op het puntje van zijn neus had laten glijden. Hij duwde hem terug en hield zijn pijp op. ‘Het rookverbod geldt zelfs hier,’ zei hij als een soort verklaring. ‘Ik ben eraan verslaafd, moet ik toegeven. Ernstige zaak voor een psycholoog. Ik help anderen met hun problemen en kan mijn eigen probleem niet eens oplossen.’
Hij stak zijn hand uit en zei: ‘Alfred Bitterman, psycholoog. Ik ben een soort psychiater, maar dan zonder medische vergunning. Ik mag geen zware medicijnen voorschrijven.’
Robie gaf hem een hand en leunde weer achterover. ‘Ik neem aan dat u weet wie ik ben.’ Hij keek naar het dikke dossier dat voor Bitterman op tafel lag.
‘Ik weet wat er in het dossier staat. Maar dat is niet hetzelfde als de man zelf kennen.’
‘Verstandige uitspraak,’ zei Robie.
‘U bent een veteraan van deze agency. U hebt veel dingen bereikt. Sommigen zouden zeggen, onmogelijke dingen. U hebt de hoogste officiële eerbewijzen ontvangen die de agency iemand maar kan geven.’ Bitterman boog zich naar voren en tikte met zijn pijp op het hout. ‘Wat de vraag oproept waarom u hier bent.’
Robie keek meteen om zich heen.
Bitterman schudde zijn hoofd. ‘Geen surveillance,’ zei hij. ‘Dat is verboden.’
‘Wie zegt dat?’ vroeg Robie.
‘De hoogste leiding van de agency.’
‘En u vertrouwt erop dat men zich hieraan houdt?’
‘Ik werk hier al heel lang. Tijdens mijn werk hoor ik veel geheimen, vaak van mensen die een hoge positie binnen de agency bekleden...’
Dat vond Robie interessant. ‘Op welke manier geeft dit u dan bescherming? Omdat wanneer u iets overkomt die geheimen naar de pers worden gestuurd?’
‘Nee hoor, zo melodramatisch is het niet. En het is veel meer uit eigenbelang. Ziet u, zo’n hoge piet zou nooit willen dat deze geheimen worden opgenomen en later bekend worden. Dus is er veel moeite voor gedaan en hebben veel mensen erop gelet dat er in de kantoren van de psychologen hier absoluut geen surveillance is aangebracht. U kunt dus vrijuit spreken.’
‘Waarom denkt u dat ik hier ben?’
‘U hebt ongetwijfeld de hoogste bazen kwaad gemaakt. Tenzij u een andere verklaring hebt.’
‘Nee, volgens mij klopt dat wel.’
‘Jessica Reel is hier ook.’
‘Ze heeft hier als instructeur gewerkt.’
‘Dat weet ik. Ze was verdomd goed. Maar zij is een gecompliceerd mens. Veel gecompliceerder dan de meeste mensen die hier komen en dat wil wat zeggen, want ze zijn allemaal op de een of andere manier gecompliceerd.’
‘Ik weet iets van haar verleden.’
Bitterman knikte. ‘Wist u dat ik haar psychologisch heb getest toen ze als rekruut bij ons kwam?’
‘Nee, dat wist ik niet.’
‘Nadat ik haar dossier had gelezen, maar voordat ik haar had ontmoet, was ik ervan overtuigd dat ze niet door het psychologisch onderzoek zou komen. Dat was onmogelijk. Ze was veel te beschadigd door alles wat ze in haar leven had meegemaakt.’
‘Maar ze kwam er wel doorheen.’
‘Natuurlijk. Tijdens ons eerste gesprek verbaasde ze me al. Ze was toen vast niet ouder dan negentien. Ongehoord! Volgens mij neemt de agency nooit agenten aan die geen academische graad hebben. Ze behoorde tot de beste van haar jaar. De “besten en de slimsten” klinkt misschien archaïsch, maar dat is het niet. Je kunt niet dom en ongemotiveerd zijn en dan toch goed werk leveren bij de cia. Daar is het werk veel te veeleisend voor.’
‘U zag dus iets bijzonders in haar.’
‘Misschien wel, maar misschien ook niet.’
‘Wat bedoelt u daarmee?’
‘Ondanks al mijn ervaring in het inschatten van mensen, betwijfel ik of ik ooit de echte mens in haar heb kunnen zien, agent Robie. Ik denk niet dat iemand dat ooit heeft kunnen doen. U waarschijnlijk ook niet.’
‘Janet DiCarlo vertelde me ongeveer hetzelfde.’
Bitterman leunde achterover en fronste. ‘Een tragedie. Ik begrijp dat het alleen maar aan u te danken is dat ze niet dood is.’
‘Nee, dat was aan iemand anders te danken. Aan Jessica Reel. Het is ook aan haar te danken dat ik niet dood ben.’
Bitterman tikte op Robies dikke dossier. ‘Ik neem aan dat jullie een goed team zijn.’
‘Dat is zo.’
‘Hebt u respect voor haar?’
‘Ja.’
‘In het verleden heeft ze discutabele dingen gedaan. Sommigen vinden dat het landverraad was.’
‘Bekijken we de zaak nu opeens vanuit de kant van het management?’ vroeg Robie.
‘Ik moet mijn salaris verdienen, agent Robie. Ik veroordeel niet. Ik kies geen partij. Ik probeer het alleen te... begrijpen.’
‘Maar u bent hier om vast te stellen of ik psychologisch geschikt ben voor veldwerk. Niet om Reel te begrijpen.’
‘Volgens mij hebben die twee zaken met elkaar te maken. U besloot haar te helpen. Tegen uw opdracht in. Dat is een ernstige overtreding van de reglementen van de agency. Zelfs u zult dat moeten toegeven. De vraag is dus waarom een uiterst professionele agent zoals u dat heeft gedaan. En het antwoord op die vraag, agent Robie, zegt iets over de vraag of u geschikt bent voor veldwerk.’
‘Tja, wanneer u dat beoordeelt op basis van mijn vermogen bevelen op te volgen, dan ben ik waarschijnlijk al gezakt voor deze test.’
‘Helemaal niet. Het gaat veel dieper. Agenten hebben wel vaker hun bevelen niet opgevolgd. Soms om redenen die later onverdedigbaar bleken. Anderen deden dat om redenen die later terecht bleken. Maar zelfs dat is niet beslissend. Terecht of niet, het niet-opvolgen van bevelen is een ernstige overtreding. Een leger dat afhankelijk is van de grillen van de laagste soldaat is helemaal geen leger, dat is anarchie.’
Robie verschoof in zijn stoel. ‘Dat ben ik met u eens.’
‘En dit was niet de eerste keer dat u zoiets hebt gedaan,’ zei Bitterman.
Nu opende hij het dossier en sloeg een paar bladzijden om. Hij nam er zoveel tijd voor dat Robie dacht dat de man gewoon vergeten was dat hij tegenover hem zat. Ten slotte keek hij op. ‘U hebt de trekker niet overgehaald.’
‘Toch is de vrouw gedood. En haar zoontje.’
‘Maar niet door uw hand.’
‘Ze was onschuldig. Ze was er ingeluisd. Het bevel haar te doden was niet afkomstig van de agency. Dat bevel was gegeven om persoonlijke redenen van degenen die de agency hadden geïnfiltreerd. Ik heb er juist aan gedaan om haar niet dood te schieten.’
‘Gebaseerd op wat?’
‘Op mijn intuïtie. Op de omstandigheden ter plaatse. Op de dingen die ik in haar appartement zag die niet klopten. Al die dingen samen maakten me duidelijk dat er iets niet klopte. Het was nooit eerder voorgekomen dat ik de trekker niet overhaalde. Maar die keer was dat terecht.’
‘Laten we het nu over Jessica Reel hebben. U hebt haar ook niet doodgeschoten. Gebaseerd waarop? Ook op uw intuïtie? Op de situatie ter plaatse?’
‘Een beetje van allebei. Weer bleek dat ik gelijk had.’
‘Sommigen binnen de agency zijn dat niet met u eens.’
‘En ik weet wie dat zijn, vertrouw me maar op mijn woord.’
Bitterman wees met zijn vinger naar hem. ‘En daar gaat het om, nietwaar, agent Robie? Kunt u worden vertrouwd? Dat is wat ze allemaal willen weten.’
‘Volgens mij heb ik bewezen dat dat kan. Maar als de agency wil dat ik me gedraag als een robot en niet op mijn eigen oordeel vertrouw, dan kunnen we misschien beter afscheid van elkaar nemen.’
Bitterman leunde naar achteren en leek hierover na te denken.
Robie keek achterom. ‘Hebt u er spijt van dat u hier geen ramen hebt?’
Bitterman keek langs hem heen. ‘Soms wel, ja.’
‘Zonder ramen kun je niet goed zien wat er om je heen is. Dan kan het zijn dat je geïsoleerd raakt, afstandelijk wordt, en het kan je beoordelingsvermogen negatief beïnvloeden.’
Bitterman glimlachte. ‘Wie test nu wie?’
‘Ik ben gewoon eerlijk, dok.’
‘En dat zou ik moeten weten, nietwaar?’
‘Hoe goed kent u Amanda Marks eigenlijk?’
‘Helemaal niet goed. Ze is natuurlijk de nieuwe nummer twee. Dat word je niet als je niet heel veel presteert. Ze heeft een fantastische reputatie. Ze blinkt op elk gebied uit.’
‘En kunt u ervan op aan dat ze in elke situatie bevelen opvolgt?’ vroeg Robie.
Bitterman bleef heel lang zwijgen, terwijl een klok op een plank de seconden wegtikte.
‘Ik heb haar niet psychologisch onderzocht.’
‘Wat zou u zeggen op basis van wat u tot nu toe van haar hebt gezien?’
‘Dan zou ik zeggen dat ze een goede soldaat is,’ zei Bitterman langzaam.
‘U hebt mijn vraag niet beantwoord.’
‘Maar ú hebt míjn vraag nog niet beantwoord, agent Robie. Verre van.’
‘Dus ik ben gezakt voor de test?’
‘Dit is nog maar het voorgesprek. We zien elkaar weer.’
‘Hoe lang word ik hier vastgehouden?’
‘Dat is niet aan mij om te beslissen.’
‘Wanneer wordt besloten dat ik niet aan de eisen voldoe?’
Bitterman klemde de steel van zijn pijp stevig vast. ‘Zelfde antwoord.’