9

 

Het grind op de bijna lege parkeerplaats van de Rebel Tavern knerpte onder de banden van Bobby Vasquez' matgroene Camaro. Bij de ingang stonden twee Harleys en een met een dikke laag stofbedekte bestelwagen. Vasquez controleerde de achterkant en zag dat Art Prochaska's kersenrode Cadillac geparkeerd stond onder de kale takken van de enige boom.

's Avonds leek de Rebel Tavern op een decor uit een post-apocalyptische sciencefictionfilm. Bebaarde, ongewassen types, gekleed in leer en versierd met angstaanjagende tatoeages, stonden vier rijen dik aan een bar waar denderende muziek normaal praten onmogelijk maakte en het geringste excuus voldoende was om bloed te laten vloeien. Maar op vrijdagmiddag om drie uur werd de verblekende verf van de kroeg geteisterd door het wrede zonlicht en stond de jukebox zo zacht dat ook bezoekers met een kater hem nog konden verdragen.

Vasquez ging de bar binnen en bleef even staan om zijn ogen te laten wennen aan het donker. De zaken liepen niet zoals hij wilde. De directie van het St. Francis had een onderzoek laten instellen naar Vincent Cardoni, wiens gedrag in het ziekenhuis steeds grilliger en gewelddadiger werd. Er deden zelfs geruchten de ronde over cocaïnegebruik. Maar niets van deze informatie verschafte voldoende grondslag om Cardoni's blokhut te doorzoeken naar twee kilo cocaïne. Vasquez was wanhopig, daarom had hij een ontmoeting geregeld met Art Prochaska, die onlangs was opgepakt door de DEA, de federale narcoticadienst. Als Vasquez informatie wilde zou hij Prochaska moeten helpen met zijn aanklacht, een vooruitzicht dat hij even aanlokkelijk vond als een prostaatonderzoek. Niettemin begon het erop te lijken dat de zware jongen van Breach zijn enige hoop was.

Prochaska zat aan de bar met een glas whisky. Terwijl Vasquez een biertje bestelde ging Prochaska naar het toilet. Even later volgde Vasquez. De deur was nog niet dicht of Prochaska sloot hem af waarna hij Vasquez met zijn gezicht naar voren tegen de muur smeet. Vasquez kon de aanraking van Prochaska's handen op zijn lichaam nauwelijks verdragen, maar hij had verwacht dat hij zou worden gefouilleerd en hij onderdrukte de neiging om met zijn bierfles de tronie van de gangster te bewerken. Toen het onderzoekje achter de rug was deed Prochaska een stap achteruit en sommeerde hij Vasquez zich om te draaien. Prochaska stond zo dichtbij dat de rechercheur van de zedenpolitie de knoflook in zijn adem kon ruiken.

'Lang niet gezien, Art.'

'Het kan nooit lang genoeg zijn, Vasquez,' antwoordde Prochaska met een stem die klonk als een auto die over vermalen grind reed.

Vasquez nam een slok bier en leunde tegen de muur van de toiletruimte. 'Ik heb gehoord dat je bent aangeklaagd wegens drugsbezit met het voornemen te dealen. Ik kan je helpen met de narcoticabrigade.'

Prochaska lachte. 'Ben je soms overgelopen?'

'Niet zo cynisch, Art. Ik heb wel grotere eikels dan jij uit de penarie gehaald als ik er mijn voordeel mee kon doen.'

'Laat die praatjes maar achterwege. Wat wil je van me?'

'Ik heb wat informatie nodig over een zekere Vincent Cardoni, een chirurg in het St. Francis.'

'Nooit van gehoord.'

'Luister 'ns, Art, je weet best dat ik niet op m'n hoofd gevallen ben. Dit blijft tussen ons. Ik probeer alleen wat informatie bevestigd te krijgen.'

'Hoe kan ik je helpen als ik die hele vent niet ken?'

'Door me te vertellen of Martin Breach hem twee kilo cocaïne heeft verkocht.'

Prochaska bewoog zich heel snel voor een man van zijn formaat. Voor Vasquez kon reageren had Prochaska hem al klemgezet tegen de muur en drukte hij met zijn onderarm Vasquez' luchtpijp dicht. De bierfles viel kapot op de grond. Prochaska tilde Vasquez' kin op zodat hij gedwongen was in de ogen van de moordenaar te kijken.

'Alleen al om het voorstel mijn beste vriend te verraden zou ik je naar de andere wereld moeten helpen.'

Vasquez probeerde zich los te worstelen, maar Prochaska had zijn gewicht mee. In zijn paniek begon hij krampachtige bewegingen te maken, maar Prochaska's greep was als een dwangbuis zodat Vasquez al snel zijn laatste restje lucht had verbruikt. Juist op het moment dat hij licht in het hoofd begon te worden liet Prochaska hem los. Vasquez zakte in elkaar tegen de muur en ademde met diepe teugen de naar urine stinkende lucht in. Prochaska lachte vals.

'Zo simpel is het,' zei hij. En het volgende moment was hij verdwenen.