7
Amanda Jaffe voelde haar voet uitglijden op de tegels toen ze zich tijdens het keren afzette tegen de rand van het zwembad. Het was een slecht begin van de laatste baan van haar achthonderd meter vrije slag en ze moest vechten tegen het water om haar lichaam weer in de juiste positie te krijgen. Amanda bevond zich op het randje van de uitputting, maar ze had nog juist voldoende energie voor de eindsprint. Toen ze door het wervelende water de andere kant zag, zette ze alles op alles voor een laatste, uiterste krachtsinspanning. Ze schoot naar voren en zakte even later in elkaar tegen de rand van het bad. Op de muur voor haar hing een klok. Amanda schoof haar zwembril op haar voorhoofd. Ze kreunde toen ze de tijd zag. Die leek in de verste verte niet op de tijd die ze vijf jaar eerder had neergezet in de finale van de regionale zwemkampioenschappen.
Amanda trok de badmuts van haar hoofd en schudde haar lange zwarte haar uit. De brede, gespierde schouders die het gevolg waren van het jarenlange wedstrijdzwemmen maakten haar tot een indrukwekkende gestalte. Toen haar ademhaling zich had genormaliseerd keek Amanda opnieuw op de klok. Ze zag dat haar recuperatietijd ook een stuk hoger lag dan op haar eenentwintigste. Heel even overwoog ze nog wat langer te trainen, maar ze wist dat het genoeg was geweest. Ze hees zich uit het zwembad en liep naar de jacuzzi waarin ze zou blijven zitten totdat de pijn uit haar vermoeide spieren was verdwenen.
Nadat ze zich had aangekleed liep Amanda naar de receptie van de YMCA, waar ze in de rij moest staan om haar sleutel in te wisselen voor haar lidmaatschapskaart. De vrouw die voor haar stond was haar opgevallen tijdens het douchen. De blondine had de harde spieren van iemand die met gewichten traint en lange afstanden loopt. Haar gezicht was minstens zo indrukwekkend als haar lichaam. De vrouw kreeg haar kaart van de receptionist en liep naar een al even opvallende man in een blauw trainingspak. Het was een leuk stel. De man had een atletische gestalte. Hij had een donkere huidskleur en blauwe ogen, en zijn zwarte haar viel op een jongensachtige manier over zijn voorhoofd.
Amanda trok haar wenkbrauwen op. De metgezel van de vrouw had iets vertrouwds, maar ze kon zich niet herinneren waar ze hem eerder had gezien. Maar plotseling wist ze het weer, en ze glimlachte.
'Tony?'
De man draaide zich om.
'Ik ben Amanda Jaffe.'
Tony Fiori's gezicht lichtte op.
'Verrek, Amanda, natuurlijk! Hoe lang is dat niet geleden?'
'Een jaar of acht, negen,' antwoordde Amanda. 'Sinds wanneer ben jij terug in Portland?'
'Sinds ongeveer een jaar. Ik ben tegenwoordig arts. Ik volg een opleiding tot specialist in het St. Francis.'
'Dat is geweldig!'
'Wat doe jij tegenwoordig?'
'Ik ben advocaat.'
'Je houdt je hopelijk niet bezig met medische blunders?'
Amanda lachte. 'Nee, ik werk voor m'n vaders kantoor.'
'Hé, waar zijn m'n manieren gebleven.' Tony draaide zich om naar de vrouw. 'Amanda Jaffe, Justine Castle. Justine is een collega uit het ziekenhuis, ook een overwerkte en onderbetaalde arts-assistent. Amanda en ik hebben samen op de middelbare school gezeten en onze vaders waren vroeger partners.'
Justine had zwijgend toegekeken terwijl Amanda en Tony spraken, maar nu glimlachte ze en ze stak een hand uit. Hij voelde koel en krachtig aan. Amanda had de indruk dat de glimlach geforceerd was.
Tony keek op zijn horloge. 'We moeten terug naar het St. Francis,' zei hij. 'Leuk je weer eens te zien. Misschien kunnen we een keer samen lunchen.'
'Goed idee. Leuk je te hebben ontmoet, Justine.'
Justine knikte en wandelde met Tony naar het parkeerterrein. Amanda had haar auto langs het trottoir gezet. Ze liep er glimlachend naartoe. Tony was altijd een spetter geweest. Ze had regelmatig van hem gedroomd toen ze een onnozel groentje was geweest en hij een bijna goddelijke laatstejaars. Toen was het leeftijdsverschil van vier jaar enorm geweest. Nu leek het niet meer zo groot. Misschien zou ze hem eens uitnodigen om ergens een kop koffie te drinken.
Amanda lachte. Als hij haar uitnodiging aannam zou haar sociale leven er honderd procent op vooruitgaan. De enige man op het werk die van haar leeftijd was, was getrouwd. Daarbij bracht ze het grootste deel van haar tijd buiten kantoor door in de juridische bibliotheek, en die werd niet bepaald bevolkt door ondernemende vrijgezellen. Ze was een paar keer op stap geweest met twee vriendinnen die ze kende van de middelbare school, maar ze hield niet zo van de gedwongen vrolijkheid. In werkelijkheid vond ze afspraakjes met mannen nogal gênant. De meeste mannen met wie ze ooit iets had gehad, hadden haar niet lang kunnen boeien. De enige serieuze relatie die ze had gehad, was met een medestudent van de faculteit geweest. Er was een einde aan gekomen toen hij was gaan werken bij een firma in Wall Street en zij een baan had aangenomen als griffier bij het Hof van Beroep van het Negende District, dat in San Francisco zat. Todd had aan het voortbestaan van hun relatie de voorwaarde gesteld dat Amanda in New York zou blijven en de griffiersbetrekking zou opofferen. Maar in plaats daarvan had Amanda besloten Todd op te offeren, iets waarvan ze geen moment spijt had gehad.
Hoewel ze Todd niet miste, miste ze wel het samenzijn met iemand. Amanda had warme herinneringen aan de tijd waarin ze 's nachts om één uur de Sunday New York Times had gekocht om hem de volgende morgen te lezen bij een ontbijt van geroosterde bagels en verse koffie. Ze hield van vrijen in de ochtend en studeren met iemand in de buurt voor wie ze genegenheid koesterde. Amanda was niet van plan om voor een man haar identiteit op te geven, maar er waren momenten waarop het prettig was om er een bij de hand te hebben. Ze vroeg zich af of Tony en Justine meer waren dan vrienden - en of Tony ja zou zeggen tegen een kop koffie.