12

 

Sean McCarthy verscheen op de plaats van het misdrijf naar aanleiding van een inlichting van Bobby Vasquez, die zich had herinnerd dat Cardoni onlangs een verpleegkundige had lastiggevallen die later was verdwenen. McCarthy, die zevenenveertig was en zich uiterst verzorgd kleedde, zag er even bleek en zielloos uit als de lijken waarmee hij uit hoofde van zijn werk bij Moordzaken te maken had. Het haar van de rechercheur had grijze plekken, de sproeten die zijn albasten huid sierden waren lichtroze en onder zijn ogen had hij donkere wallen.

McCarthy stond vlak voor de geopende koelkast en tuurde peinzend naar de afgezaagde hoofden terwijl Vasquez en Scofield toekeken. Ten slotte haalde hij een stel polaroids tevoorschijn waarvan hij er een van dichtbij bestudeerde en vergeleek met de hoofden. McCarthy had niets getoond van de walging of de ontzetting van de andere agenten die de stoffelijke resten hadden gezien. In plaats daarvan vormden zijn lippen een glimlach die even mysterieus was als misplaatst. Toen hij tevreden was sloot hij de deur van de koelkast.

'Wordt u niet misselijk van die hoofden?' vroeg Vasquez.

McCarthy gaf geen antwoord en draaide zich om naar de experts van het gerechtelijk laboratorium die bezig waren de ruimte in het souterrain te fotograferen en op te meten.

'Ik stel voor dat we naar buiten gaan, dan kunnen deze heren ongestoord hun werk doen.'

McCarthy ging Vasquez en Scofield voor naar boven en vervolgens de veranda op. Vasquez was uitgeput en wilde alleen maar slapen. Scofield leek geprikkeld. McCarthy keek even naar de ochtendhemel en hield vervolgens een van de polaroids omhoog zodat Vasquez en Scofield hem konden zien.

'Een van de slachtoffers is Mary Sandowski. Ik weet niet wie de andere vrouw is.'

McCarthy stond op het punt om nog iets te zeggen, toen op een van de paadjes die het bos in voerden een hulpsheriff verscheen.

'Sheriff,' riep hij naar Mills, die naast de blokhut in gesprek was met twee mannen. 'We hebben wat gevonden.'

'Ah,' zei McCarthy, 'Dat had ik al verwacht.'

'Wat had u verwacht?' vroeg Vasquez, maar de rechercheur van Moordzaken liep zonder te antwoorden achter Mills en de agenten aan. Vasquez keek even naar Scofield, maar die haalde zijn schouders op en volgde de slungelige rechercheur het bos in. De mannen liepen zwijgend over het smalle pad. Het geluid van hun voetstappen werd gedempt door de donkere, modderige aarde en het aroma van dennenbomen vermengde zich met de geur van leem. Even verderop gaf een bord aan dat de mannen een nationaal park betraden. Na ongeveer vijfhonderd meter boog het pad naar rechts en bevonden ze zich plotseling op een open plek In het midden van het veldje stak een schop uit een hoop aarde.

'Het zag eruit alsof de grond hier onlangs was omgespit,' verklaarde de hulpsheriff, 'dus ik heb een schop gehaald en heb de zaak onderzocht.'

Hij deed een stap opzij zodat de anderen konden zien wat hij had ontdekt. Vasquez liep naar het gat dat de man had gegraven. Op de bodem lag een menselijke arm.

 

Dokter Sally Grace, de patholoog-anatoom, arriveerde kort nadat het laatste van negen lichamen was opgegraven uit de vochtige aarde. Alle lichamen waren naakt en twee ervan waren vrouwen zonder hoofd. Van de overige lijken waren er vier van een vrouw en drie van een man. Op één na leken ze allemaal jong. Na een vluchtig onderzoek deelde Grace de politieambtenaren die zich om haar heen hadden verzameld mee dat alle slachtoffers, met uitzondering van de man van middelbare leeftijd, sporen van marteling vertoonden. Verder, zo vertelde Grace, was een van de vrouwen zonder hoofd opengereten van het borstbeen tot de onderbuik. Ze miste haar hart. Een van de mannen en een andere vrouw vertoonden incisies in de romp tussen borstbeen en schaambeen en hadden geen nieren meer.

Terwijl dokter Grace verslag deed bestudeerde Vasquez de lichamen. Alle slachtoffers leken ziekelijk fragiel en weerloos. Hun ribben waren duidelijk te zien en hun schouderbladen staken scherp naar buiten onder hun doorschijnende huid, bijna alsof het kleerhangers waren in plaats van botten. Vasquez had het gevoel dat hij iets moest doen om hen troost te bieden, zoals de klonters aarde wegvegen die aan hun bleke huid kleefden, of een deken over hen heenleggen om hen warm te houden. Maar niets van dat alles had nu nog zin.

Nadat dokter Grace haar verhaal had afgerond onderzocht McCarthy de lichamen. Vasquez keek toe. McCarthy bestudeerde acht van de negen lichamen vrij vluchtig, maar toen hij bij het schijnbaar ongeschonden lichaam van de man van middelbare leeftijd kwam, ging hij er op zijn hurken naast zitten en haalde hij een polaroid uit zijn jaszak. McCarthy's blik flitste heen en weer tussen de foto en het lichaam en vervolgens dacht hij een tijdje na. Ten slotte stond hij op en riep hij de patholoog-anatoom. Vasquez kon niet horen wat de rechercheur zei, maar hij zag dat dokter Grace neerhurkte naast het lijk om de nek te bestuderen. Even later gebaarde ze naar McCarthy, die vervolgens opnieuw door zijn knieën zakte en ze knikte terwijl ze iets aanwees in de nek en gebaarde met haar handen.

'Bedankt, dokter Grace,' zei McCarthy tegen de patholoog-anatoom en hij stond op.

'Mogen wij misschien ook weten wat u heeft ontdekt?' vroeg Scofield, die duidelijk niet was gediend van het mysterieuze gedrag van zijn collega.

McCarthy begon terug te lopen in de richting van de blokhut. 'Ongeveer een maand geleden heb ik via een rechercheur uit Montreal informatie gekregen over een zieke Canadese miljonair die met Martin Breach in onderhandeling was om via de zwarte markt een hart te bemachtigen. Weten jullie wie Breach is?'

Scofield en Vasquez knikten.

'We vermoedden al een tijdje dat Breach menselijke organen op de zwarte markt verkocht aan rijkelui die geen zin hadden om op een donor te wachten. We hadden bovendien de indruk dat de organen regelmatig afkomstig waren van onvrijwillige donors. Bij het onderzoek in Canada zijn ook telefoons afgetapt. Daarbij is verschillende malen de naam van dokter Clifford Grant naar voren gekomen. Hij was chirurg in het Medisch Centrum St. Francis.' McCarthy overhandigde hun de foto die hij even daarvoor had bestudeerd en vervolgens knikte hij naar achteren in de richting van de lichamen. 'Hij is de man van middelbare leeftijd die geen sporen van marteling vertoont'

Scofield en Vasquez bekeken de foto en vervolgens liepen ze een tijdje zwijgend verder. Nadat Scofield de foto had teruggegeven vervolgde de rechercheur van moordzaken zijn verhaal.

'We hebben Grant onder permanente bewaking geplaatst zodra we hoorden dat hij bij het verwijderen van het hart betrokken zou zijn. Een paar avonden nadat we de tip hadden gekregen is Grant gesignaleerd bij het busstation, waar hij een koelbox uit een kluis heeft gehaald die hij in de kofferbak van zijn auto heeft gezet. Als de koelbox het hart heeft bevat kan Grant niet degene zijn geweest die het heeft verwijderd. Je hebt maar vier tot zes uur de tijd tussen het verwijderen van een hart en het in het nieuwe lichaam plaatsen en Grant is permanent geschaduwd. Dat betekent dus dat Grant een compagnon had.'

'Cardoni,' zei Vasquez.

'Dat is mogelijk.'

Scofield stak een sigaar op en nam een paar trekjes. De rook kringelde omhoog en verspreidde zich totdat hij was verdwenen.

'Ik ben Grant samen met een stel collega's gevolgd naar een privé-vlieg-veldje. We hebben gezien dat Art Prochaska, Martin Breach' rechterhand, een diplomatenkoffer in Grants auto legde. Maar Grant kreeg ons in de gaten en is ervandoor gegaan voordat hij Prochaska de koelbox heeft kunnen geven. Een paar dagen later is zijn auto op het terrein voor langparkeerders bij het vliegveld gevonden.'

'En nu hebben we Grant gevonden, en de operatiekamer waar de organen zijn verwijderd,' zei Vasquez.

'En aangezien we Grant hier hebben gevonden,' voegde Scofield eraan-toe, 'ligt het voor de hand om te concluderen dat hij is vermoord door zijn eigen compagnon.'

Ze liepen een tijdje zwijgend verder. Toen ze bij de blokhut kwamen stak Vasquez een hand uit om McCarthy tegen te houden.

'Mag ik u om een gunst vragen?' zei hij. 'Ik wil Breach en Cardoni oppakken. Ik wil meewerken aan dit onderzoek. Het was sowieso mijn zaak. Ik wil hier niet buiten worden gehouden. Wat denkt u ervan?' McCarthy knikte bedachtzaam.

'Ik zal met wat mensen moeten praten, maar ik zal zien wat ik kan doen.'