61
Amanda was woedend op zichzelf omdat ze Cardoni had bezocht en woedend op de chirurg omdat hij zo'n lage dunk van haar had dat hij had geprobeerd haar met dat belachelijke verhaal om de tuin te leiden. Terwijl ze terugreed naar het Stockmangebouw ging ze de dingen na die Cardoni had gezegd om te zien of er iets was wat ze tegen hem kon gebruiken. Hij had bekend verantwoordelijk te zijn voor de mok, het scalpel en de operatiemuts in de boerderij. Dat associeerde hem met de plaats van het misdrijf, maar het bewees niet dat hij iemand had vermoord. Amanda wilde meer. Justines dood eiste dat.
Terwijl ze de auto parkeerde herinnerde Amanda zich de moorden in Ghost Lake die Bobby Vasquez op zijn lijst had gezet. Zodra ze weer achter haar bureau zat liet ze een zoekopdracht uitvoeren op het internet. Ze vond verschillende verhalen over Betty Francis, een laatstejaars van Sunset High die zeventien jaar geleden was verdwenen tijdens een skivakantie en Nancy Hamada, een tweedejaars aan de Oregon State University die het jaar erop was verdwenen, ook tijdens een kerstvakantie in Ghost Lake. Hun lichamen waren veertien jaar geleden boven water gekomen toen een langlaufer er bij toeval op was gestuit.
Amanda telefoneerde met het kantoor van de sheriff in Ghost Lake. Niemand van het huidige personeel had veertien jaar geleden op het kantoor gewerkt, maar de secretaresse, die in Ghost Lake was opgegroeid, herinnerde zich dat de zoon van Sally en Tom Findlay, Jeff, hulpsheriff was geweest toen de lichamen waren gevonden. Toen Amanda contact opnam met de Findlays wisten die haar te vertellen dat hun zoon in Portland werkte.
Zimmers Schroot en Oud Ijzer was een lelijk afgerasterd terrein langs de Willamette, afgeladen met enorme hijskranen en stapels roestend, verwrongen ijzer. Even na half vijf parkeerde Amanda haar auto voor het hoofdkantoor van de firma, een twee verdiepingen tellend bakstenen gebouw dat was omringd door chaos en verval. Amanda vroeg de receptioniste of Jeff Findlay aanwezig was. Even later kwam een lange man met een hoekige kin en rossig haar de wachtkamer binnen. Hij keek Amanda aan met zijn bleekblauwe ogen en schonk haar een verwarde glimlach.
'Wat kan ik voor u doen, mevrouw laffe?'
'Ik wilde u wat vragen over twee moorden die u veertien jaar geleden heeft onderzocht in Ghost Lake. U was daar toen hulpsheriff.'
Findlays glimlach verdween. 'Waarom bent u daarin geïnteresseerd?'
'Er bestaat een kans dat ze verband houden met een aantal andere moorden die de afgelopen vier jaar zijn gepleegd.'
'Dan stel ik voor dat we even naar binnen gaan.'
Amanda volgde Findlay een kaal kantoortje in.
'Ik zie dat u zich de zaak nog herinnert,' zei Amanda.
'Ik heb nog nooit zo iets verschrikkelijks meegemaakt. Twee maanden nadat de meisjes waren opgegraven heb ik mijn baan als hulpsheriff opgezegd. Voorgoed. Ik ben in Ghost Lake een boekhoudcursus gaan volgen en heb daarna mijn studie afgemaakt aan de Portland State Universiteit. Ik wilde een beroep waarmee ik nooit meer met dode mensen te maken zou krijgen.'
'Als Betty Francis en Nancy Hamada er ook maar enigszins uitzagen als de slachtoffers die ik heb gezien, kan ik u dat niet kwalijk nemen.'
Amanda vertelde Findlay over de zaken Cardoni en Castle.
'We hebben altijd vermoed dat de moorden in Milton County en Multnomah County niet Cardoni's eerste waren,' besloot Amanda. 'We hebben nu onze hoop gevestigd op het vinden van een eerder geval waarmee we hem in verband kunnen brengen.'
'En u denkt dat dit er een is?'
'Dat zou kunnen.'
'De naam Cardoni is nooit in ons onderzoek opgedoken,' zei Findlay.
'Waar zijn de lichamen gevonden?'
'In afzonderlijke graven in de bossen van Ghost Lake.'
'Wie was de eigenaar van de grond?'
'Het vakantieoord.'
'Cardoni's werkwijze is het kopen van een stuk grond in een afgelegen gebied zodat hij de lichamen kan begraven in de buurt van het huis waar hij zijn slachtoffers martelt. Lag er misschien privé-grond in de buurt van de graven?'
Findlay schudde zijn hoofd. 'Nee, er... Hoewel, wacht 'ns even. Een paar kilometer verderop lag een blokhut. Het gekke is dat daar een jaar voordat we de lichamen vonden een dubbele moord was gepleegd. We hebben geprobeerd een verband te vinden, maar de enige overeenkomst was dat alle vier de moorden in de kerstvakantie waren gepleegd.'
'Waren er bij de dubbele moord in de blokhut ook aanwijzingen dat de slachtoffers waren gemarteld?'
'Niet dat ik weet. De blokhut was in brand gestoken en de lichamen waren zwaar verminkt door het vuur. Als ik het me goed herinner was de conclusie van de patholoog-anatoom dat de man was doodgeslagen.'
Amanda fronste haar wenkbrauwen. Deze zaak klonk op een of andere manier heel bekend.
'Wie waren de slachtoffers?' vroeg ze.
'Een ervan was een jonge vrouw. Ze was met haar vriendje op vakantie en is plotseling verdwenen. Dat was in elk geval het verhaal van het vriendje. Het schijnt dat ze problemen hadden. We hebben verschillende getuigen gesproken die op de avond van de verdwijning een hoop geschreeuw hebben gehoord.
Onze theorie was dat de vrouw na de ruzie met haar vriend de man van die blokhut had ontmoet en met hem mee was gegaan. Nadat de jongen dat had ontdekt, is hij naar de blokhut gegaan om het stel te vermoorden en het huis in brand te steken. Het probleem was alleen dat we geen enkel bewijs hadden om die theorie te onderbouwen, dus er is nooit iemand gearresteerd.'
Diep in Amanda's geest roerde zich iets, maar voor ze had kunnen ontdekken wat het was, was het alweer verdwenen.
'Herinnert u zich de namen van de slachtoffers nog?'
'Nee, maar ik weet nog wel dat de man een stuk ouder was dan de vrouw. Volgens mij was hij een advocaat van een kantoor in Portland.'
Het bloed trok weg uit Amanda's gezicht.
'Is er iets?' vroeg Findlay, die zich zorgen maakte om Amanda's asgrauwe kleur.
Amanda gaf geen antwoord. Plotseling besefte ze dat ze de naam kende van de advocaat die in Ghost Lake was omgekomen en op hetzelfde moment wist ze ook wat haar droom over de met bloed gevulde koffiemok betekende.
< class="a1"p>Het gesprek met Jeff Findlay had een half uur in beslag genomen, en het duurde nog een uur voordat Amanda zich voldoende had hersteld om terug te rijden naar kantoor. Frank was nog steeds aan het werk toen ze om zes uur op zijn deurpost klopte.
'Hé, prinses.'
'Waar ben je mee bezig?' vroeg Amanda om te zien of ze haar stem onder controle had.
Frank leunde naar achteren en vouwde zijn handen voor zijn buik.
'Herinner je je die politie-inval in Union County nog, dat drugsverhaal?'
Amanda knikte.
'We verdedigen een van de beklaagden.'
Amanda wist met moeite een dun glimlachje op haar gezicht te brengen en ging tegenover haar vader zitten. Buiten twinkelden de lichtjes van Portland als heldere sterren, maar de maan ging schuil achter donkere regenwolken.
'Leve de stijgende misdaadcijfers, zullen we maar zeggen.'
'Ach, we leven er niet slecht van,' zei Frank. 'Waarom ben je trouwens zo laat nog hier?'
'Ik wilde je wat vragen.'
'Ga je gang.'
'Herinner je je die avond nog waarop ik je ophaalde van het vliegveld? De dag nadat ik Cardoni's hand had gevonden?'
Frank lachte. 'Hoe zou ik dat nou kunnen vergeten. Een vader wordt niet elke dag opgebeld door z'n dochter met het bericht dat ze een geamputeerd lichaamsdeel van een seriemoordenaar heeft gevonden.'
'Ik dacht wel dat je dat niet snel zou vergeten. Maar goed, toen we terugreden naar huis en ik vertelde dat ik Tony had gezien met Justine Castle, zei je dat Tony misschien niet de beste persoon was om iets mee te beginnen. Waarom zei je dat?'
'Waarom wil je dat weten?'
'Sinds Tony terug is uit New York zijn we behoorlijk close.'
Frank trok zijn wenkbrauwen op.
'Toen je dat vier jaar geleden over Tony zei stond hij op het punt te vertrekken en zag ik geen reden om er verder op in te gaan. Maar nu... ik bedoel... Is er soms iets waarom je hem niet mag?'
'Nee, ik denk dat ik alleen niet wilde dat hij mijn kleine meid zou kwetsen.' Frank glimlachte quasi-zielig. 'Weet je, als je de vader bent maakt het niet uit of die kleine meid vijf of vijfentwintig is.' Frank zweeg even. 'Hoe serieus is het?'
Amanda moest opnieuw moeite doen om te glimlachen. 'Ik weet het niet, pap. Maar er was toch niks bijzonders, hè?'
Frank aarzelde even en ging vervolgens rechtop zitten.
'Je wist toch dat Dominic, Tony's vader, een van mijn oorspronkelijke partners was?'
Amanda knikte.
'Toen ik rechten studeerde zat Dom in mijn studiegroep. En Ernie Katz ook. We noemden onszelf de Drie Musketiers omdat we alledrie jonge kerels met gezinnetjes waren die 's avonds een studie volgden.
Dom was de gangmaker. Hij dronk het meest en lustte altijd wel een biertje. Ik heb nooit begrepen hoe hij het volhield om voortdurend zo in de weer te zijn. Maar goed, als je jong bent doe je alles zonder erbij stil te staan. Tegenwoordig zouden ze Dom manisch-depressief noemen. Wij hadden altijd het idee dat Dom onverwoestbaar was omdat we hem zelden zagen als hij in de put zat.
Toen we ons partnerschap hadden opgericht, werd het al snel duidelijk dat Dom problemen had. Zijn vrouw is bij hem weggegaan toen Tony op de middelbare school zat. Er gingen geruchten dat hij hen mishandelde. Tony was toen al behoorlijk wild. Ik heb hem twee keer uit de penarie gehaald om te voorkomen dat hij een strafblad zou krijgen. Toen hij naar Colgate ging hoopte ik dat het beter met hem zou gaan als hij niet meer bij Dom zou wonen.
Dom was ontzettend slim en als hij er zin in had deed hij zijn werk voortreffelijk. Maar hij was ook arrogant en lui. Bovendien was hij zwaar aan de drank en zat hij altijd achter de vrouwen aan. We zijn er twee goede secretaresses door kwijtgeraakt voordat we het doorhadden. Je zat in de tweede klas van de middelbare school toen Ernie en ik Dom hebben gevraagd zich terug te trekken uit de firma. Tjonge, wat was dat een ruzie.
Twee dagen later kwam er een rechercheur op kantoor. Het was kerstvakantie en we zouden gaan skiën, maar ik heb de reis moeten afzeggen, kun je je dat nog herinneren?'
Amanda knikte.
'Dom had een blokhut in de bergen...'
'Was dat niet vlak bij Ghost Lake?'
Frank knikte en Amanda kreeg een wee gevoel in haar maag.
'Volgens de rechercheur was het huisje volledig afgebrand. Toen de brand begon waren alleen Dom en een jonge vrouw binnen. Volgens de politie was het brandstichting.'
'Waar was Tony toen?' vroeg Amanda, die al haar wilskracht nodig had om de vraag terloops te laten lijken.
'Die was op vakantie in Mexico. Ik heb hem moeten bellen met het nieuws dat zijn vader dood was.'
Frank herinnerde zich het gesprek en schudde zijn hoofd.
'Dus je hebt hem zelf gesproken?'
'Niet meteen. Ik heb het hotel gevraagd of ze hem terug konden laten bellen. Ongeveer een dag later kreeg ik hem aan de lijn. Hij is meteen naar huis gevlogen.'
'Wat hebben de problemen van zijn vader en de moord te maken met het feit dat jij Tony niet mag? Je kunt hem moeilijk de schuld geven van de dingen die zijn vader heeft misdaan.'
Frank dacht even na alvorens hij antwoord gaf.
'Wat Tony heeft gedaan, arts worden, is bewonderenswaardig. Maar als je als jongen zo'n jeugd hebt gehad hou je daar onvermijdelijk littekens aan over. Soms zijn ze blijvend en weerhouden ze je ervan ooit een normale relatie met een vrouw op te bouwen. Tony's vader was een dronkelap en een rokkenjager. Bovendien was hij gewelddadig. Dat zijn de lessen die Tony heeft meegekregen. Toen je me vertelde dat hij met jou omging, terwijl hij iets had met een andere vrouw, deed dat me denken aan de manier waarop Dom vrouwen behandelde.'
Amanda stond op. Het was het enige dat ze nog kon doen om ervoor te zorgen dat haar benen stopten met trillen.
' Bedankt, pap. Ik moet er weer 'ns vandoor.'
'Graag gedaan. Ik hoop dat ik je niet van streek heb gemaakt.'
'Nee hoor. Ik voel me best.'
Amanda glimlachte in de hoop dat dat haar angst zou verhullen. Vervolgens draaide ze zich om en verliet het kantoor. Ze moest moeite doen om niet te rennen.