5
Dokter Carleton Swindell, de geneesheer-directeur van het Medisch Centrum St. Francis, legde de winnende slag bij het bridgespel op de computer en keek op zijn horloge. Hij had zijn afspraak twintig minuten laten wachten. Rond Swindells dunne lippen verscheen een tevreden glimlachje. Dokter Cardoni kennende zou hij inmiddels waarschijnlijk zijn kookpunt hebben bereikt. Tja, jammer voor hem. Hij mocht best eens wat bescheidenheid leren.
Swindell klikte met zijn muis. Het bridgespel verdween en maakte plaats voor een screensaver waarop Einstein en Leonardo Da Vinci een spelletje tennis speelden; nog een sport waarin Swindell uitblonk. De geneesheer-directeur liep naar zijn privé-toilet en trok voor de spiegel zijn das recht. Hij beschouwde zichzelf als een knappe man die er op zijn vijfenveertigste in zijn sportieve tweedcolbertje, zijn blauwe Oxfordhemd en de pantalon met de scherpe vouwen nog even verzorgd uitzag als op Yale. Zijn blonde haar werd op sommige plekken wat dun en hij had zijn bril met het gouden montuur nodig bij het lezen, maar hij roeide elke ochtend op de Willamette en zijn gewicht was nog hetzelfde als in zijn studietijd.
Carleton liep terug naar zijn kantoor en keek opnieuw op zijn horloge. Vijfentwintig minuten. Cardoni zou laaiend zijn, dacht hij voldaan. Maar goed, het was ook niet nodig om het te overdrijven. Hij boog zich naar voren en belde zijn secretaresse.
'Stuur dokter Cardoni maar naar binnen, Charlotte.'
Swindell bereidde zich voor op de explosie. Hij werd niet teleurgesteld. Charlotte opende de deur van zijn kantoor en Cardoni stormde naar binnen. Het tafereel deed Swindell denken aan een stierengevecht dat hij ooit in Barcelona had gezien. Charlotte als de matador, de deur als de cape, en de stier... Hij moest zijn best doen om een glimlach te onderdrukken.
'Ik heb een half uur zitten wachten,' zei Cardoni.
'Het spijt me, Vincent. Ik had een belangrijk telefoongesprek,' antwoordde de directeur op kalme toon. Als Cardoni de onverlichte lijnen op Charlotte's telefoon had gezien, zou hij hebben geweten dat Swindell loog. Maar Swindell durfde te wedden dat Cardoni er geen woord over zou zeggen. 'Ga zitten.'
'Waar gaat dit over?' vroeg Cardoni op scherpe toon.
Swindell leunde naar achteren en maakte met zijn vingers een piramide. 'Ik heb een verontrustend rapport over je gekregen.'
Cardoni schonk hem een dreigende blik. De directeur keek naar de rode gelaatskleur van de chirurg, zijn warrige haar en de onverzorgde kleding. Cardoni had een probleem. Misschien waren de geruchten over zijn drugsgebruik waar.
'Klopt het dat je gisteren een verpleegkundige hebt lastiggevallen in een gang vol patiënten?'
'Lastiggevallen?' spotte Cardoni. 'Wat heeft dit te betekenen, Carleton?'
'Dat weet je heel goed, Vincent,' antwoordde Swindell op effen toon. 'Heb je Mary Sandowski lastiggevallen?'
'Wie heeft je dat verteld?'
'Dat is vertrouwelijk. Nou?'
Cardoni grijnsde zelfgenoegzaam. 'Nee, Carleton, ik heb haar niet lastiggevallen. Ik heb haar alleen op haar flikker gegeven.'
'Ik begrijp het. En dat heb je gedaan ten overstaan van patiënten en personeelsleden van dit ziekenhuis?'
'Ik heb er geen idee van wie erbij waren. Dat stomme wijf heeft een operatie verkloot. Ik had haar moeten ontslaan.'
'Ik zou het op prijs stellen als je wat minder krachttermen zou gebruiken, Vincent. Misschien vind je het interessant om te weten dat ik door verschillende mensen op de hoogte ben gesteld van het feit dat jij verantwoordelijk was voor de fout in de operatiezaal. Had je niet een patiënt geïnjecteerd met waterstofperoxide in plaats van lidocaïne?'
'Nadat die trut de flessen had verwisseld.'
Carleton trommelde zijn vingertoppen tegen elkaar en bestudeerde Cardoni. Vervolgens zei hij: 'Weet je, Vincent, dit is niet de eerste klacht wegens... tja, laat ik het beestje maar gewoon bij de naam noemen, incompetentie, die tegen je is ingediend.'
Elke spier in het lichaam van de chirurg spande zich.
'Ik zal er niet omheen draaien,' vervolgde Swindell. 'Als mevrouw Manion een klacht tegen je zou indienen wegens een medische fout zou ik nu met drie klachten zitten.' Swindell schudde somber zijn hoofd. 'Ik zou liever geen actie ondernemen, maar ik heb verplichtingen jegens dit ziekenhuis.'
'Volgens mijn advocaat zijn die klachten nergens op gebaseerd.'
'Dat kan best zo zijn, maar er wordt gepraat. Zo doen er bijvoorbeeld geruchten de ronde over drugsgebruik.'
'Je hebt zeker met Justine gesproken?'
'Ik kan mijn bronnen niet onthullen.'
Swindell schonk Cardoni een welwillende blik. 'Weet je, er zijn geweldige programma's voor artsen die in de problemen zijn geraakt,' zei hij op openhartige toon. 'Ze zijn allemaal anoniem. Charlotte kan je zo meteen een lijst geven als je weggaat.'
'Ze heeft echt een gevoelige snaar geraakt, nietwaar, Carleton? Wist je dat Justine echtscheiding heeft aangevraagd? Ze heeft er alles voor over om mijn reputatie kapot te maken.'
'Je schijnt in allerlei rechtszaken verwikkeld te zijn. Was er afgelopen jaar niet iets met mishandeling?'
'Waar gaat dit naartoe?'
'Naartoe? Tja, dat hangt af van wat ik heb ontdekt als mijn onderzoek is afgerond. Ik heb je hier uitgenodigd om je de kans te geven jouw kant van het verhaal te vertellen.'
Cardoni stond op. 'Nou, die heb je gehoord. Als er verder niks meer is, ik heb werk te doen.'
'Voorlopig was dat alles. Bedankt voor je bezoekje.'
Cardoni draaide de directeur de rug toe en beende naar buiten zonder de deur te sluiten. Swindell bleef onbeweeglijk zitten.
'Zal ik de deur dichtdoen?' vroeg Charlotte.
Swindell knikte en draaide vervolgens zijn stoel om om naar de lichtjes van Portland achter het raam te kijken. Cardoni was grof en ongemanierd, maar dat probleem kon worden opgelost. Er verscheen een voldane glimlach rond Swindells lippen. Hij zou die arrogante chirurg met genoegen een toontje lager laten zingen.
Vincent Cardoni wachtte op zijn dealer onder een afslag van de snelweg. Dikke betonnen pijlers boorden zich in de smalle straat. Aan de overkant was een vrije parkeerplaats, en het dichtstbijzijnde gebouw was een magazijn voor sanitair. Het was tien uur 's avonds en de omgeving was verlaten.
Cardoni was nog steeds laaiend vanwege zijn gesprekje met Carleton Swindell. Cardoni noemde de directeur nooit 'dokter'. Hoewel de slapjanus een opleiding als chirurg achter de rug had, kon hij het werk niet aan. Nu was hij geneesheer-directeur en kickte hij erop echte dokters het leven zuur te maken. Maar wat Cardoni nog het meeste dwarszat was het feit dat de zak weigerde te zeggen of het Sandowski of Justine was geweest die hem erbij had gelapt. De verpleegkundige was te bang voor hem, bovendien zou het echt iets zijn voor dat rotwijf van een Justine om hem via Swindell de duimschroeven aan te draaien zodat ze er bij de scheidingsprocedure beter vanaf zou komen.
Aan het einde van het blok knipperde iemand met zijn koplampen, en Cardoni stapte uit zijn auto. Lloyd Krause reed langzaam verder tot onder de afslag. Lloyd was een meter vijfentachtig lang en woog minstens honderdtien kilo. Zijn lange zwarte haar hing tot op de schouders van zijn zwarte leren jack, en op zijn versleten jeans zaten vetvlekken. Cardoni rook de man al toen hij uit zijn auto stapte.
'Hallo, dok, je had me opgepiept,' zei Krause.
'Je bent snel.'
'Dat is omdat je een goeie klant bent. Wat kan ik voor je doen?'
'Doe maar een eight ball, Lloyd.'
'Met genoegen,' antwoordde Krause. Hij liep naar de kofferbak van zijn wagen, opende de klep en rommelde wat. Toen hij weer overeind kwam had hij een klein plastic zakje in zijn hand met daarin tweeënhalve gram wit poeder. Cardoni stopte het in zijn zak.
'Tweehonderdvijftig, dan ben ik weer weg.'
'Ik kom regelrecht uit het ziekenhuis dus ik heb geen contant geld bij me. Je krijgt het morgen.'
De glimlach op het gezicht van de dealer verdween.
'Dan krijg je het spul morgen,' zei hij.
Cardoni had dat verwacht. 'Waar spreken we af?' vroeg hij zonder aanstalten te maken de cocaïne terug te geven. Krause stak zijn hand uit met de palm naar boven.
'Het zakje.'
'Luister 'ns, Lloyd,' antwoordde Cardoni op terloopse toon, 'we zijn al bijna een jaar vrienden. Waarom zouden we moeilijk doen?'
'Je kent de regels, dok. Geen poen, geen coke.'
'Ik betaal je morgen, maar ik gebruik deze cocaïne vanavond. Laten we onze goede relatie niet op het spel zetten.'
Lloyds hand gleed in zijn jaszak. Toen hij weer tevoorschijn kwam zat er een stiletto in.
'Dat is een gevaarlijk mes,' zei Cardoni zonder enig spoor van angst.
'De coke, en geen geintjes.'
Cardoni zuchtte. 'Je hebt vast een hoop ervaring met dat mes.'
'Dat kun je godverdomme wel zeggen, ja.'
'Maar als ik jou was zou ik me voor gebruik wel één ding afvragen.'
'Dit is geen spelletje, dok. Geef hier die coke.'
'Denk nou 's even na, Lloyd. Je bent veel groter dan ik, je bent jonger en je hebt een mes. En toch zie ik er niet uit alsof ik me zorgen maak, of wel soms?'
Er verscheen even iets van twijfel in de ogen van de dealer, en hij keek schichtig om zich heen.
'Nee, Lloyd, zo ben ik niet. We zijn helemaal alleen, jij en ik. Dat heb ik met opzet zo geregeld omdat ik al vermoedde dat je zo zou reageren.'
'Luister 'ns, ik wil je niks doen. Geef me nou gewoon die dope terug.'
'Je doet mij niks en ik geef de eight ball niet terug. Dat staat voor mij vast. En als ik jou was zou ik maar heel snel proberen uit te vissen waarom, voordat er iets naars gebeurt.'
'Wat sta je godverdomme te lullen, man?'
'Dat is een geheimpje, Lloyd. Iets wat ik weet en jij niet. Iets wat ik nog weet van de vorige keer dat er iemand een mes trok.'
Cardoni merkte op dat de dealer niet dichterbij was gekomen, en hij zag ook dat zijn hand beefde.
'Er zijn veel dingen die je niet van me weet, Lloyd.'
Hij keek zijn dealer recht in de ogen.
'Heb je wel eens iemand vermoord? Nou? Met je blote handen?'
Krause deed een stap achteruit.
'Vrees het onbekende, Lloyd. Dat wat je niet kent kan je dood betekenen.'
'Is dat soms een dreigement?' vroeg Krause met vals vertoon van moed.
Cardoni schudde langzaam zijn hoofd.
'Je snapt het nog steeds niet, hè? We zijn hier helemaal alleen. Als er iets gebeurt kan niemand je helpen.'
Cardoni verhief zich in zijn volledige lengte en draaide zich een kwartslag om de dealer minder kans te geven hem te raken.
'Ik kom mijn schulden altijd na en ik betaal je morgen.'
De dealer aarzelde. Cardoni's koude ogen boorden zich in de zijne. Krause likte langs zijn lippen. De dokter stapte in zijn auto en Krause maakte geen aanstalten om hem tegen te houden.
'Morgen is het driehonderd,' zei Lloyd met bevende stem.
'Dat spreekt vanzelf, voor het ongemak.'
'Je kunt maar beter zorgen dat je het bij je hebt.'
'Geen probleem, Lloyd.' Cardoni startte de motor. 'Nog een prettige avond.'
Cardoni reed weg en wuifde vluchtig zoals hij zou hebben gedaan na het spelen van een vriendschappelijk partijtje golf.