2
De hulpofficier van justitie had Darryl Powers, de politieman die de arrestatie had verricht, drie vragen gesteld voordat Amanda Jaffe besefte dat de eerste ongeoorloofd was. Ze sprong op.
'Protest, de vraag is gebaseerd op geruchten.'
Rechter Robard keek verbaasd. 'Hoe zou meneer Darts vraag ook maar enigszins op geruchten kunnen zijn gebaseerd, mevrouw Jaffe?'
'Niet die vraag, edelachtbare. Ik geloof dat het... Even kijken. Ja. De op twee na laatste vraag.'
Rechter Robard keek gekwetst.
'Als u van mening bent dat de vraag op geruchten is gebaseerd, waarom heeft u dan geen protest aangetekend toen hij werd gesteld?'
Amanda voelde haar wangen kleuren.
'Omdat ik het nu pas besef.'
De rechter schudde somber zijn hoofd en sloeg vervolgens zijn ogen ten hemel alsof hij aan God wilde vragen waarom het nodig was dat hij met zoveel incompetentie werd gekweld.
'Afgewezen. Gaat u verder, meneer Dart.'
Het duurde even voor Amanda besefte dat 'afgewezen' betekende dat ze had verloren. Ze liet zich in haar stoel zakken. Inmiddels had Dart opnieuw een rampzalige vraag gesteld. Welkom in de realiteit, fluisterde een zacht stemmetje in haar hoofd. Ze had gedurende haar studie aan een van de beste landelijke rechtenfaculteiten een tien gehad voor procesrecht en ze had voor de Law Review een artikel geschreven over 'bewijs uit de tweede hand', maar ze kon niet snel genoeg denken om in de rechtszaal op tijd protest aan te tekenen. Nu was de rechter er natuurlijk van overtuigd dat ze achterlijk was, en god mocht weten wat de jury van haar dacht.
Amanda voelde een hand op haar onderarm. 'Maak je geen zorgen, schat,' zei LaTricia Sweet. 'Je doet het uitstekend.'
Geweldig, dacht Amanda. Ik zit zo te blunderen dat mijn cliënt het gevoel heeft dat ze me moet troosten.
'En droeg u dezelfde kleding als nu, agent Powers?' vervolgde Ernie Dart.
'Nee, meneer. Ik was in burger omdat het een undercoveroperatie was.'
'Dank u. Zou u de jury misschien willen vertellen wat er toen is gebeurd?'
'Ik vroeg aan de beklaagde hoeveel het zou kosten om haar de seksuele handelingen te laten verrichten die ze had voorgesteld. De beklaagde zei dat ze een kamer had in het motel aan de overkant van de straat en dat ze het prettiger vond om de zaak daar te bespreken. Ik ben toen naar de parkeerplaats van het motel gereden en vervolgens samen met haar kamer 107 binnengegaan.'
'Wat is er in de motelkamer gebeurd?'
'Ik heb de beklaagde gevraagd naar de prijs van diverse seksuele verrichtingen en ze noemde bedragen die varieerden van vijftig tot tweehonderd dollar voor iets wat ze omschreef als een "nacht vol verrukkingen".'
'Wat hield die "nacht vol verrukkingen" precies in, agent Powers?'
'Om eerlijk te zijn, meneer Dart, dat was zo ingewikkeld dat ik het me niet meer kan herinneren. En ik kon moeilijk m'n notitieboekje tevoorschijn halen want ik was undercover.'
Darryl Powers had lichtblauwe ogen, golvend blond haar en het type glimlach dat je alleen maar in tandpastareclames zag. Hij had zelfs gebloosd toen hij de vraag over de 'nacht vol verrukkingen' had beantwoord. Twee vrouwelijke juryleden keken alsof ze op het punt stonden over het hekje van de jurytribune te springen en hem de kleren van het lijf te scheuren.
Amanda voelde zich steeds machtelozer worden naarmate Powers de omstandigheden uitlegde die vooraf waren gegaan aan LaTricia's arrestatie wegens prostitutie. Haar kruisverhoor was hopeloos. Toen ze klaar was zei Ernie Dart: 'Het openbaar ministerie heeft geen vragen meer voor deze getuige.' Vervolgens draaide hij zich in Amanda's richting om haar, met zijn rug naar de jury, een zelfgenoegzaam glimlachje te schenken. Amanda overwoog even een obsceen gebaar te maken met haar middelvinger, maar ze was te gedeprimeerd. Ze wilde het liefst haar eerste proces zo snel mogelijk achter de rug hebben, naar huis gaan en seppuku plegen. Darts zelfingenomenheid was overigens heel begrijpelijk. Hij had niets heel gelaten van Amanda's verweer.
Agent Powers glimlachte naar de jury toen hij de getuigenbank verliet. Alle vrouwelijke juryleden glimlachten terug.
'Heeft u nog getuigen, mevrouw laffe?' vroeg rechter Robard, maar Amanda hoorde hem niet. Ze dacht aan gistermiddag, toen de oudste partner van het advocatenkantoor waar ze werkte - haar vader, Frank Jaffe - haar LaTricia's zaak had gegeven met de vermelding dat die de volgende dag voor de rechtbank zou dienen.
'Hoe kan ik in vredesnaam een zaak voor de rechter brengen zonder getuigen te spreken of ook maar iets van onderzoek te doen?' had Amanda verbijsterd gevraagd.
'Geloof me' had Frank Jaffe geantwoord, 'met LaTricia als cliënt kun je maar beter zo min mogelijk weten.'
Amanda had het dossier-Sweet vier keer gelezen voordat ze naar haar vaders kantoor was gelopen, voor zijn bureau was blijven staan en ermee naar hem had gezwaaid.
'Wat moet ik hiermee?' had ze kwaad gevraagd.
'Een pittige verdediging opbouwen,' had Frank geantwoord.
'Hoe? Er is maar één getuige; een politieagent die gaat verklaren dat onze cliënte van plan was om tegen betaling dingen met hem te doen waarvan ik durf te wedden dat vijfennegentig procent van de mensheid er nooit van heeft gehoord.'
'LaTricia is prima in staat om haar eigen boontjes te doppen.'
'Toe nou, pap, denk 's na. Ze heeft al dertien eerdere veroordelingen wegens prostitutie en onzedelijk gedrag op haar naam. Er is geen mens die haar gelooft.'
Frank had zijn schouders opgehaald. 'De wereld zit soms vreemd in elkaar, Amanda.'
'Ja, hoor 's, zo kan ik niet werken,' had Amanda boos gezegd.
'Natuurlijk wel. Vertrouw nou maar gewoon op mij. En vertrouw op LaTricia. Alles komt op z'n pootjes terecht als je je laat meedrijven met de stroom.'
Rechter Robard schraapte zijn keel en herhaalde de vraag.
'Mevrouw Jaffe, heeft u nog getuigen?'
'Eh, ja, edelachtbare.'
Amanda stond op, en de rok van haar zwarte Donna Karan-pakje kroop een stukje omhoog langs haar lange benen. Ze wilde hem eigenlijk omlaag trekken, maar ze was bang dat iedereen in de rechtszaal het dan zou zien, en dus stond ze voor de rechter met gedeeltelijk onbedekte dijen en een blos op haar wangen.
'De verdediging roept LaTricia Sweet op.'
Voordat ze haar plaats verliet om naar de getuigenbank te lopen, boog LaTricia zich naar voren om nog vlug iets in Amanda's oor te fluisteren.
'Maak je maar geen zorgen, schat. Nadat ik heb gezworen de waarheid te zeggen vraag je me wat ik voor de kost doe, wat ik tegen de politie heb gezegd en waarom ik dat heb gezegd. Daarna ga je zitten en laat je mij de zaak afhandelen.'
Voor Amanda ook maar iets had kunnen zeggen, stapte LaTricia parmantig de zaal in. Haar boezem en achterwerk waren zo groot dat Amanda bang was dat ze uit haar strakke rode truitje en het zwarte leren minirokje zouden scheuren. De oranjeblonde pruik die ze op het hoofd had zat net niet helemaal recht. Amanda vergeleek haar cliënte in gedachten met de stralende Darryl Powers en kreunde zachtjes.
Aangezien ze geen strategie had besloot Amanda de instructies van haar cliënte op te volgen.
'Mevrouw Sweet,' vroeg ze nadat LaTricia de eed had afgelegd, 'wat doet u om in uw levensonderhoud te voorzien?'
'Ik zwerf door de straten van Portland en verkoop mijn lichaam, mevrouw Jaffe.'
Amanda knipperde met haar ogen. De bekentenis was een verrassing, maar ze was opgelucht dat haar cliënte in elk geval niet loog onder ede.
'Kunt u de jury vertellen wat er is voorgevallen op de avond van drie augustus vorig jaar?'
'Ja, mevrouw.'
LaTricia rechtte haar rug en richtte zich tot de jury.
'Op drie augustus was ik aan het werk op de Martin Luther King Boulevard toen agent Powers langsreed.'
'Wist u dat hij politieagent was?'
'Ja, dat wist ik.'
'Werkelijk?'
'Natuurlijk. Hij heeft verschillende van mijn vriendinnen er ingeluisd.'
'Maar waarom heeft u dan...? Eh, en wat is er toen gebeurd?'
LaTricia trok haar rok recht en schraapte haar keel.
'Agent Powers vroeg me of ik met hem naar bed wilde. Maar ik wist wat hij van plan was. Zoals ik al zei: ik heb hem regelmatig vriendinnen van me zien oppakken. Maar ik wist dat hij me niet kon arresteren als ik het niet over geld zou hebben. Daarom zei ik dat ik een kamer had in het motel aan de overkant van de straat en dat ik het prettiger vond om daar verder te praten. Agent Powers vroeg waarover ik wilde praten, en toen heb ik wat dingetjes opgenoemd die hij nogal interessant scheen te vinden. Tenminste, zo leek het, want hij begon meteen te blozen, en ik zag dat z'n temperatuur niet het enige was dat omhoogging.'
Twee vrouwelijke juryleden schonken elkaar een korte blik.
'En wat is er toen gebeurd?' vroeg Amanda.
LaTricia keek naar de juryleden en vervolgens naar haar schoot.
'Agent Powers heeft zijn auto geparkeerd bij het motel en daarna zijn we naar mijn kamer gegaan. Toen we binnen waren... Ik vind dit een beetje gênant, mevrouw Jaffe, maar ik weet dat ik de waarheid moet vertellen.'
'Neem gerust de tijd, mevrouw Sweet,' zei Amanda. LaTricia knikte, haalde diep adem en vervolgde haar verhaal.
'Zoals ik al zei, ik had agent Powers al vaker gezien, en ik vond hem een ontzettend knap ding; zo jong en verlegen. Mijn vriendinnen die door hem zijn opgepakt zeiden dat hij heel aardig was en dat hij hen als dames had behandeld; dat hij niet zo was als de andere agenten. En, nou ja...' 'Ja?'
LaTricia sloeg de ogen neer. Toen ze weer sprak was haar stem nauwelijks te verstaan.
'Om u de waarheid te zeggen; ik ben verliefd geworden op agent Powers en ik heb hem mijn liefde verklaard zodra ik de deur van mijn kamer had gesloten.'
De juryleden bogen zich naar voren en achter in de zaal giechelde iemand.
'Ik weet dat het gek klinkt,' zei LaTricia tegen de zaal, 'en ik weet dat agent Powers niks over mijn bekentenis heeft gezegd toen hij in de getuigenbank zat. Misschien heeft hij die weggelaten omdat hij zich schaamde of omdat hij mij niet in verlegenheid wilde brengen. Hij is een echte heer.'
LaTricia rechtte haar schouders en richtte zich weer tot de jury.
'Zodra we alleen waren heb ik hem de waarheid verteld en gezegd dat ik wist dat hij van de politie was. En toen heb ik gezegd dat ik maar een gewoon hoertje was, maar dat ik voor een man nog nooit had gevoeld wat ik voor hem voelde. Hij bloosde, en hij keek me aan alsof hij het liefst heel ver weg wilde zijn. Dat snap ik natuurlijk best. Hij heeft thuis vast een knappe blanke vrouw, een echte dame. Maar ik zei dat ik één liefdesnacht met hem wilde en dat hij me daarna naar het bureau mocht brengen, want voor één nacht met hem zou ik een eeuwigheid in de gevangenis overhebben.'
Er rolde een traan over LaTricia's wang. Ze zweeg, haalde een zakdoekje uit haar tas, drukte die op de traan en zei: 'Sorry hoor,' tegen de juryleden.
'Wilt u misschien een glas water, mevrouw Sweet?' vroeg Amanda, die zich helemaal had laten meeslepen met het drama. Ernie Dart sprong op.
'Protest, edelachtbare. Dit gaat te ver.'
'O, ik verwacht niet dat u hier ook maar iets van gelooft, meneer de officier. Zo'n oud mens als ik dat een half zo oude man probeert te versieren. Maar het is toch niet verboden om te dromen?'
'Edelachtbare,' smeekte Dart.
'Het is de beklaagde toegestaan zichzelf te verdedigen, meneer Dart,' antwoordde rechter Robard op een toon die de juryleden liet weten dat hij geen woord van LaTricia's toneelstukje geloofde, maar verschillende juryleden wierpen de officier van justitie boze blikken toe.
'Verder valt er niet veel te zeggen,' besloot LaTricia. Ik heb een gokje gewaagd en verloren. Ik ben bereid om de consequenties te aanvaarden. Maar ik wil wel dat het duidelijk is dat ik nooit geld heb gewild van die man. Ik wilde alleen zijn liefde.'
Frank Jaffe, de oudste partner van Jaffe, Katz, Lehane en Brindisi, was een grote man met een blozend gezicht en zwart krullend haar met hier en daar een grijs streepje. Zijn neus was in zijn jeugd twee keer gebroken, en hij zag er meer uit als een vrachtwagenchauffeur of een stuwadoor dan als een advocaat. Frank zat in zijn kantoor een brief te dicteren toen Amanda binnenkwam met het dossier Sweet in haar hand.
'Hoe heb je me dit aan kunnen doen?'
Frank grijnsde. 'Je hebt gewonnen, hè?'
'Dat doet er niet toe.'
'Ernie Katz zat achter in de zaal. Hij zei dat je vreselijk was.'
'O, dus je hebt Ernie op pad gestuurd voor een verslagje van m'n vernedering?'
'Hij zei ook dat je eruitzag alsof je doodsbang was.'
'Dat was ik ook. Wat wil je met zo'n idiote zaak.'
'De eerste keer ben je altijd bang, ongeacht de zaak die je krijgt. Tijdens mijn eerste proces was ik de juiste formulering voor de introductie van bewijsmateriaal vergeten. Ik deed het steeds fout.'
'Ik voel me gelijk een stuk beter.'
'Hé, ik heb mijn eerste zaak verloren. Ik wist dat je met LaTricia een goede kans maakte, hoe erg je het ook zou verpesten. Ik vertegenwoordig haar al jaren, en meestal komt ze ongeschonden uit de strijd. Ernie zei dat de jury al na twintig minuten terug was.'
'Tweeëntwintig,' antwoordde Amanda met een zuinig glimlachje. 'Ik moet toegeven dat het een kick was om te winnen.'
Frank lachte. 'Ernie zei ook nog dat je slotpleidooi uniek was. Vooral het gedeelte waarin je tegen de jury zei dat je er de wetten van de staat Oregon op na had geslagen, maar dat je nergens had gelezen dat liefde een misdrijf is.'
Amanda grijnsde. Dat was een geweldige vondst geweest. Maar vervolgens verdween haar glimlach weer.
'En toch vind ik je een smeerlap.'
'Je hoort nu bij de club, meid. Het hele kantoor wacht op je in Scarletti's om je overwinning te vieren.'
'O, shit, krijg ik die ook nog over me heen. Ik heb trouwens nauwelijks wat gedaan. LaTricia heeft de zaak gewonnen met haar idiote verhaal.'
'Een advocaat moet nooit bescheiden zijn. Je moet opscheppen over je overwinningen en je nederlagen wijten aan bevooroordeelde rechters, achterlijke jury's en de trucjes van fascistoïde openbare aanklagers. Vanaf vandaag ben jij de enige advocaat op dit kantoor die nooit een zaak heeft verloren.'
Zolang ze nog geen eigen plekje had woonde Amanda bij Frank in East La-ke in het groene Victoriaanse huis met het steile dak waar ze was opgegroeid. Afgezien van de zomers en de vakanties was Amanda niet meer thuis geweest sinds ze negen jaar geleden naar de universiteit was gegaan. Het was vreemd om na jarenlang zelfstandig te zijn geweest weer in de slaapkamer op de eerste verdieping te wonen waar ze haar kindertijd had doorgebracht. Het vertrek was gevuld met herinneringen uit haar jeugd: diploma's van de middelbare school en de universiteit, planken vol zwemtrofeeën, medailles en ingelijste krantenknipsels die verslag deden van haar atletiekprestaties.
Amanda was uitgeput en een beetje aangeschoten toen ze om tien uur in bed stapte, maar ze was te geïrriteerd om te slapen. Evenmin als Frank haar op driejarige leeftijd bij het YMCA in het zwembad had mogen gooien om te leren zwemmen, had Frank haar vandaag in de rechtszaal in het diepe mogen gooien. En daarbij had Frank haar vanavond bij Scarletti's ook nog eens voor schut gezet met een toespraak waarin hij haar succes in de rechtszaal had vergeleken met haar verrassende overwinning tijdens de zwemkampioenschappen in het eerste jaar van de middelbare school. Ze wilde dat haar vader eens ophield haar te zien als een klein meisje en dat hij besefte dat ze een volwassen vrouw was met kwalificaties die elke deur in de juridische wereld konden openen.
Amanda was vergeten hoe dominant Frank kon zijn. Het feit dat hij altijd wist wat voor haar het beste was maakte haar razend. Het was niet de eerste keer dat ze zich afvroeg of ze er wel goed aan had gedaan voor Frank te gaan werken. Ze had ook een van de vele kantoren in San Francisco kunnen kiezen die haar hadden willen hebben, of ze had kunnen solliciteren als griffier bij het Hooggerechtshof, zoals rechter Madison had aangeraden.
Amanda staarde naar de schaduwen op het slaapkamerplafond terwijl ze zich afvroeg waarom ze was teruggekomen naar Portland. Maar ze kende het antwoord. Sinds ze oud genoeg was om te begrijpen wat haar vader deed was ze verslaafd aan het mysterie en het avontuur van het strafrecht. En er was geen betere strafpleiter dan Frank Jaffe. Als klein meisje had ze gezien hoe haar vader jury's had ingepalmd en onwillige getuigen in verwarring had gebracht. Hij had haar in zijn armen gehouden bij persconferenties en zijn strategie met haar besproken aan de keukentafel onder het genot van een kop warme chocola. Terwijl haar jaargenoten op de universiteit over het geld hadden gesproken dat ze zouden gaan verdienen, had zij gedacht aan de onschuldigen die ze ging redden.
Amanda ging op haar zij liggen. Haar ogen waren aan het donker gewend geraakt. Ze bestudeerde de symbolen van haar succes die Frank had verzameld. Frank had door haar een verloren jeugd ingehaald. Ze wist dat hij van haar hield en het beste met haar voor had, maar ze wilde de kans om voor zichzelf te bepalen wat het beste was.