26

 

Eugene Pritchard en Ed Gordon waren intelligente spierbundels waarvan Martin Breach gebruik maakte als er meer nodig was dan alleen grof geweld. Pritchard was beroepsbokser geweest. Hij had een redelijke staat van dienst gehad totdat hij na een gevecht in Mexico was aangehouden op grond van een poging cocaïne de Verenigde Staten binnen te smokkelen. Gordon was een voormalig marinier. Hij was oneervol ontslagen nadat hij een officier had gemolesteerd.

Om acht uur op de avond van de dag waarop Frank Jaffe Cardoni had verteld over Scofïelds verzoek tot heropening, bespraken Pritchard en Gordon juist de voor- en nadelen van een inval toen ze Cardoni's auto de garage uit zagen rijden. Ze volgden hem met gedoofde lichten totdat Cardoni een drukke verkeersweg op draaide. Vervolgens bleven ze een paar auto's achter de dokter rijden terwijl ze probeerden te raden waar hij naartoe ging. Na een tijdje begon het verwarrend te worden. Cardoni leek geen bepaald doel te hebben. Hij reed een tijdje door de binnenstad van Portland en ging vervolgens via Burnside de stad uit. Een paar kilometer verderop draaide Cardoni de Skyline Boulevard op die hij volgde langs de begraafplaats, totdat hij een hobbelig zandpad instak dat plotseling ophield bij het Forest Park, een uitgestrekt bosgebied.

Gordon schakelde de koplampen uit en volgde op veilige afstand. Cardoni stapte uit zijn wagen en liep een smal paadje op.

'Wat moet-ie daar nou?' vroeg Pritchard.

'Misschien heeft hij nog meer lijken in het bos begraven.'

Pritchard schudde zijn hoofd. 'Die vent is echt ziek.'

'Geen geringschattende opmerkingen over iemand die ons werk zo gemakkelijk maakt. We nemen hem hier te grazen. Het is hier lekker afgelegen en er zijn geen getuigen.'

Pritchard pakte een zaklantaarn en ze stapten uit om Cardoni te volgen.

Het Wildwoodpad loopt ruim dertig kilometer door het parkenstelsel van Portland. Het gedeelte dat Cardoni had uitgekozen voerde diep het Forest Park in, ver weg van alle wegen en huizen. Ondanks het feit dat Pritchard wist dat hij zich in een grote stad bevond, had hij het gevoel dat hij door een duistere, onbetreden jungle liep. Gordon had, toen hij in het leger zat, regelmatig gekampeerd en lange voettochten gemaakt, maar Pritchard was een stadsmens die liever naar de televisie keek en in de kroeg zat in plaats van door een bos te ploeteren. En hij hield er al helemaal niet van om zoiets in het donker te doen.

Het was kinderspel om de zaklamp van de dokter te volgen en Pritchard hield de zijne uit. De rottende stam van een boom die was geveld door de krachtige winterstormen blokkeerde een deel van het pad en Gordon struikelde over een wortel. Hij vloekte binnensmonds en kneep zijn ogen samen om in het donker de bosgrond te kunnen zien. Pritchard keek achterom en zei tegen zijn compagnon dat hij zijn mond moest houden en beter uit moest kijken. Toen hij zich weer omdraaide kon hij het licht van Cardoni's zaklamp niet meer vinden. De mannen bleven stokstijf staan. De enige geluiden die ze hoorden waren het ruisen van de bladeren en het ritselen van kleine pootjes in het struikgewas.

Plotseling hoorde Pritchard een klap, gekreun en een tweede harde klap. Hij draaide zich om in de richting van het geluid en deed zijn zaklamp aan. Gordon lag bloedend op de grond. Pritchard voelde zijn pols. Zijn compagnon ademde nog wel, maar hij bewoog niet.

'Je weet maar nooit wat er 's nachts in de bossen kan gebeuren.'

Cardoni stond achter hem. Pritchard trok zijn pistool en draaide zich bliksemsnel om.

' Je voelt je zeker net als Hans en Grietje in het bos van de boze heks?'

'Hou op met die spelletjes,' zei Pritchard, die zijn best moest doen om de angst uit zijn stem te houden.

'Jullie zijn toch degenen die al de hele week verstoppertje spelen? Of dacht je soms dat ik het niet doorhad?' antwoordde Cardoni vanaf een andere plaats. Pritchard had hem niet horen bewegen. Hij richtte zijn zaklantaarn op Cardoni's stem. De lichtbundel danste heen en weer tussen een Canadese den en een rode ceder, maar er was geen spoor van de chirurg.

'Hou op met die geintjes,' riep Pritchard het donker in. Hij wachtte op een antwoord, maar hij hoorde niets. Pritchard begon langzaam rond te draaien terwijl hij zijn pistool en de zaklamp op de bomen gericht hield. Er knapte een takje en hij haalde bijna de trekker over. Even later schraapten er twee boomtakken langs elkaar. Hij sprong van het pad.

'Zo is het verdomme wel genoeg. Kom tevoorschijn,' riep Pritchard, maar het enige dat hij hoorde was het geluid van zijn eigen zwoegende ademhaling. Hij begon langzaam terug te lopen in de richting van de auto terwijl hij het pistool van links naar rechts bewoog bij elk geluid dat hij hoorde. De spieren in zijn schouders en armen deden pijn van inspanning. Plotseling raakte Pritchards hiel een wortel. Hij zwaaide met zijn armen om te voorkomen dat hij zou vallen en het pistool schoot uit zijn hand. Hij landde met een dreun op de harde aarde en liet zich opzij rollen in de richting van de plaats waar het pistool was gevallen. Terwijl hij naar het wapen greep verwachtte hij eigenlijk het lemmet van een mes in zijn lichaam of een knuppel op zijn rug te voelen, maar het enige dat hij hoorde waren de geluiden die hij zelf veroorzaakte.

Pritchard kon het pistool niet vinden en op zijn handen en voeten was hij te kwetsbaar. Hij sprong op en hield de zaklantaarn naar voren om als wapen te kunnen gebruiken. Plotseling sloeg er iets hards tegen Pritchards rechter knieschijf. Zijn been gleed onder hem weg en hij viel opzij. Het volgende moment brak Cardoni zijn rechterschouder. Pritchard kneep onwillekeurig zijn ogen dicht tegen de scherpe pijn en hij verloor bijna het bewustzijn. Toen hij zijn ogen weer opende stond Cardoni boven hem. Hij tikte met een bandenlichter in de palm van zijn hand.

'Hallo,' zei de chirurg. 'Hoe staan de zaken?'

Pritchard had te veel pijn om antwoord te geven. Cardoni deed er nog een schepje bovenop door zijn linker knieschijf te verbrijzelen.

' Regel nummer een: zorg ervoor dat je tegenstander zijn benen niet meer kan gebruiken.'

Cardoni liep langzaam om Pritchard heen, die op zijn rug lag en knarsetandde om bij bewustzijn te blijven.

'Een klap tegen de knieschijf staat bekend als een van de pijnlijkste ervaringen in het leven. In dat opzicht is het vergelijkbaar met een trap tussen je benen. Zullen we eens een vergelijking maken?'

Cardoni's voet schoot uit. Boksers zijn gewend aan pijn, maar dit was pijn op een geheel nieuw niveau. Pritchard deed geen moeite zijn schreeuw te onderdrukken.

'Ik durf te wedden dat dat pijn doet. Sterker nog, ik weet het. Artsen kennen elk plekje van het menselijk lichaam dat pijn kan veroorzaken.'

Pritchard wilde iets provocerends zeggen als antwoord op Cardoni's schimpscheuten, maar hij was verzwakt door de angst. Als Cardoni nog meer met hem van plan was zou hij er niets tegen kunnen doen.

'Weet je waar je bent, mannetje?'

Toen Pritchard geen antwoord gaf tikte Cardoni even terloops tegen zijn rechterknie. Pritchard kromde zijn rug alsof er een elektrische stroom door zijn lichaam schoot.

'Je bent in het Huis van de Pijn en ik ben de eigenaar. In het Huis van de Pijn geldt maar één regel. Alles wat ik wil, gebeurt. Ongehoorzaamheid wordt met harde hand gestraft. Goed, hier komt mijn eerste vraag. Een simpele. Hoe heet je?'

'Krijg de klere...' begon Pritchard, maar zijn zin werd afgebroken door een schreeuw toen Cardoni zijn linkerpols vastgreep en zijn arm in een zo onmogelijke positie bewoog dat Pritchard gedwongen was op zijn gewonde knieën te rollen.

'De hand is een fantastische creatie die door God is ontworpen om de meest schitterende dingen te doen,' zei Cardoni. 'Ik gebruik de mijne om instrumenten te hanteren die levens redden. Ik durf te wedden dat jij de jouwe alleen maar gebruikt om in je neus te peuren en jezelf af te sjorren.'

Pritchard probeerde zich los te rukken, maar Cardoni hield hem in het gareel door lichte druk uit te oefenen op zijn pols en vervolgens de wijsvinger van de man stevig vast te grijpen. Pritchard probeerde zich te verzetten, maar de chirurg liet niet los.

'Er zitten zevenentwintig botjes in een hand. Dat geeft mij zevenentwintig kansen om je de vreselijkste pijnen te bezorgen.'

Cardoni verstevigde zijn greep op Pritchards wijsvinger.

'De botjes van de vingers en de duim worden kootjes genoemd. Elk kootje is zo lang als de afstand tussen twee knokkels. Er zijn drie kootjes in je wijsvinger.' Cardoni drukte de wijsvinger naar achteren. 'Ik breek ze allemaal als je niet wat beter gaat meewerken.'

Pritchard schreeuwde.

'Hoe heet je? Zelfs een debiel als jij zou die vraag moeten kunnen beantwoorden.'

Cardoni drukte harder.

'Gene, Gene Pritchard,' riep hij.

'Grote jongen.'

Plotseling sprong Pritchard op. Cardoni stapte achteruit en gaf een harde ruk aan de pols. Pritchard zakte jankend als een hond in elkaar. Cardoni drukte tegen Pritchards wijsvinger. Toen het botje knapte, verslapte de man en verloor hij bijna het bewustzijn.

'Als je nog eens zo'n geintje uithaalt, zorg er dan voor dat je er mans genoeg voor bent,' zei Cardoni terwijl hij Pritchards pink vastpakte.

'Goed, Gene, wie heeft jullie achter mij aan gestuurd?'

Pritchard aarzelde hooguit een seconde en betaalde daarvoor onmiddellijk de prijs. De laatste keer dat hij had gehuild was toen hij acht was geweest. Er rolden tranen over zijn wangen.

'Martin Breach,' hijgde Pritchard zonder dat de vraag opnieuw gesteld moest worden.

'Grote knul. En wat moesten jullie nog meer van Martin doen behalve mij volgen?'

'We... we moeten... je bij hem brengen.'

'Dood of levend?'

'Levend, in goede conditie.'

'Waarom?'

'Het geld dat hij voor het hart heeft betaald. Dat wil hij terug.'

Cardoni bestudeerde Pritchard gedurende wat de vleugellam gemaakte bokser voorkwam als een eeuwigheid. Ten slotte liet hij Pritchards hand los, versmolt met de schaduwen en verdween zonder verder nog een woord te zeggen.