8

 

Het weer in Portland was koel en nat, en Bobby Vasquez was moe en chagrijnig. De pezige rechercheur van de zedenpolitie probeerde al twee weken het vertrouwen te winnen van een onbeduidende junk wiens broer relaties onderhield met een stel zware misdadigers. Maar de junk was geslepen en achterdochtig, en Vasquez begon langzaam het gevoel te krijgen dat hij zijn tijd verdeed. Hij was juist bezig een rapport te schrijven over hun laatste ontmoeting toen hij werd opgeroepen door de receptioniste.

'Ik heb een raar telefoontje op lijn een.'

'Geef maar aan iemand anders.'

Vasquez droeg nog steeds het gescheurde flanellen hemd, het rood met zwarte Portland Trailblazer t-shirt en de smoezelige jeans die hij twee dagen geleden al aan had. Hij stonk een uur in de wind en hij wilde niets liever dan een douche, een paar biertjes en lekker voor de buis hangen.

'Er is niemand anders,' zei de receptioniste.

'Verzin maar wat, Sherri, ik ben bezig.'

'Volgens mij zit hier een luchtje aan, Bobby. De beller heeft zijn stem vervormd met een of ander elektronisch apparaatje.'

Sherri was net begonnen, en ze behandelde elke nieuwe zaak alsof het een tweede O.J. Simpson-zaak was. Vasquez besloot dat het een stuk simpeler zou zijn het telefoontje aan te nemen dan met haar in discussie te treden en het was in elk geval interessanter dan het schrijven van het rapport. Hij pakte de telefoon op.

'Vasquez. Met wie spreek ik?'

'Luister goed, ik zeg dit maar één keer,' zei de beller via een apparaatje dat een monotone, griezelig onmenselijke klank voortbracht. 'Dokter Vincent Cardoni, chirurg in het Medisch Centrum St. Francis, heeft onlangs twee kilo cocaïne gekocht van Martin Breach. Cardoni is ondergedoken in een blokhut in de bergen. Hij is van plan de handel binnen een week te verkopen aan twee mannen uit Seattle.'

'Waar is die blokhut?'

De beller vertelde het Vasquez.

'Dat is heel interessant...' zei Vasquez, maar op dat moment werd de verbinding verbroken. Hij keek naar de hoorn en vervolgens gleed er een waas voor zijn ogen. De mysterieuze tipgever had het magische woord gezegd. Vasquez interesseerde zich absoluut niet voor een verslaafde arts, maar Martin Breach was iets heel anders.

De enige keer dat het hen bijna was gelukt om Martin Breach aan te klagen was twee jaar geleden geweest toen Mickey Parks, een politieman uit Zuid-Oregon die tijdelijk aan hen was toegewezen, Breach' organisatie had geïnfiltreerd. Een week voordat Breach zou worden gearresteerd was Parks verdwenen. Gedurende de maand die daarop was gevolg waren bij Zeden en Narcotica niet te traceren pakketjes binnengekomen met daarin de lichaamsdelen van de politieman. Iedereen wist dat Breach Parks had vermoord omdat hij als politieman was ontmaskerd, maar er was absoluut geen bewijs geweest dat Breach met de moord te maken had gehad. Breach had er tijdens zijn verhoor zelfs grapjes over gemaakt en ondertussen hadden de rechercheurs, onder wie Vasquez, hulpeloos moeten toekijken.

Vasquez draaide zijn stoel en stelde zich voor hoe het zou zijn: een gebroken arts in handboeien in een verhoorkamer, zijn das los, zijn overhemd verkreukeld en zweet parelend op zijn voorhoofd. Een arts in dergelijke omstandigheden zou uitermate kwetsbaar zijn. Een paar verhaaltjes over de nadelen van een verblijf tussen gestoorde bikers, kwijlende poten en zwarte bleekschetenhaters, en de dokter zou zelfs bereid zijn benzine te drinken om de gevangenis te ontlopen. Het zou niet veel moeite kosten om een doodsbange arts ervan te overtuigen dat Martin Breach verlinken eenvoudiger was dan super met loodvervanger naar binnen werken.

Vasquez draaide zijn stoel opnieuw en overdacht het eerste probleem dat hij voorzag. Om de dokter te kunnen arresteren had Vasquez bewijsmateriaal nodig. Op zich was de cocaïne voldoende, maar hoe kon hij bij het spul komen? Volgens de wet was een telefonische tip van een anonieme informant onvoldoende grond voor een huiszoekingsbevel. Als de informant zijn naam niet wilde noemen, kon hij evengoed een grapjas zijn of een leugenaar die een oude rekening wilde vereffenen. Informatie van een anonieme tipgever moest worden bevestigd voordat een rechter er zelfs maar naar wilde kijken. Vasquez zou pas een huiszoekingsbevel voor de blokhut krijgen als hij op een of andere manier kon bewijzen dat de cocaïne zich inderdaad op die plek bevond. Het zou niet eenvoudig worden, maar het was de moeite waard als hij Breach ermee kon pakken.